De maand augustus op het Zuidwestelijk veehouderijbedrijf Zes procent groter areaal consumptieaardappelen Hoe is de ruwvoer positie op mijn bedrijf? Mogelijkheden terugkomers te om het aantal beperken RUNDVEEHOUDERIJ VARKENSHOUDERIJ Voorlopige uitkomsten landbouwtelling CBS akkerbouw Nieuw foldermateriaal over Land- en Tuinbouw Als gevolg van produktiebeperkende maatregelen en goede gras- en snijmaisopbrengsten van de laatste jaren is er op veel bedrijven een ruwvoeroverschot ontstaan. Een kleine ruwvoervoorraad als reserve voor ongunstige jaren is geen probleem. Grote ruwvoervoorraden, zo als overjarige kuilen kosten echter veel geld. Het ruwvoeroverschot kan namelijk gezien worden als bewaren van geld zonder rentevergoe dingen. Op veel bedrijven is een ruwvoeroverschot ontstaan. Het opstellen van een ruwvoerbalans is een uitstekende methode om te be palen of de ruwvoervoorraad toerei kend is voor de komende stalperiode en, indien in de zomer ruwvoer wordt bijgevoerd, ook voor de vol gende zomer. Mocht blijken dat het overschot aan ruwvoer groot is dan kunnen er maatregelen genomen worden om het overschot in de hand te houden. Hierbij kunt u bijvoor beeld denken aan minder aankopen c.q. verkopen van snijmais en het zelf telen van krachtvoer. U kunt met een ruwvoerbalans ook bepalen welke verhouding gras/snijmais het beste aan het vee gevoerd kan worden. Een ruwvoerbalans kan het beste op gesteld worden als het meeste gras ingekuild is. Afhankelijk van de grasvoorraad kunnen dan beslissin gen genomen worden over aan koop/verkoop snijmais en het al of Op zeugenhouderijbedrijven is de worpindex een belangrijk kengetal. Het percentage terugkomers heeft veel invloed op de worpindex. Als het percentage terugkomers boven de 12 a 15% ligt wordt dit als een probleem beschouwd. Terugkomers zijn te verdelen in regelmatige en on regelmatige terugkomers. De ver houding tussen regelmatig en onre gelmatig is normaal gesproken 2:1. Regelmatige terugkomers Onder regelmatige terugkomers worden die zeugen verstaan die tus sen 19 en 23 dagen of tussen 38 en 46 dagen na de eerste dekking terugko men. De oorzaak van regelmatige te rugkomers is meestal een slecht dek/inseminatiemoment of een slechte spermakwaliteit. Als er veel regelmatige terugkomers zijn op uw bedrijf moet U op het volgende letten: - zorg voor een goede berigheids- kontrole. Dit betekent twee keer per dag de te dekken zeugen kontroleren op berigheid. Hierbij kan een zoek- beer gemakkelijk zijn. Als een zeug 's avonds staat voor de beer kan ze de volgende dag geïnsemineerd word- den. 's Morgens moet er zonder de beer gekontroleerd worden. Zeugen die dan staan voor de man moeten die dag ook nog geïnsemineerd wor den. Als U de ochtendkontrole met de beer doet, loopt U het risiko dat deze zeugen te vroeg geïnsemineerd worden; - als u gebruik maakt van bedrijfs- beren is een regelmatige spermakon- trole van belang. Geadviseerd wordt om de kontrole ieder halfjaar uit te laten voeren. Het spermaonderzoek wordt verricht door de Gezond heidsdienst. Het onderzoek is een momentopname. Door ziekte of erg hoge temperaturen kan de sperma kwaliteit op korte termijn snel ach teruitgaan. Tussentijdse kontroie kan daarom soms nodig zijn; - bij het toepassen van DHZ-KI moet het geleverde sperma goed be waard worden. De koelboxen die hiervoor in de handel zijn, zijn hier voor het meest geschikt. Onregelmatige terugkomers Onregelmatige terugkomers zijn de zeugen die terugkomen op dagen die buiten de perioden vallen zoals hier- Vrijdag 27 juli 1990 niet zelf gaan telen van krachtvoer volgend jaar. Aktuele stand van zaken rondom graslandgebruik Omdat het maaien van gras om in te kuilen in deze tijd van het jaar af neemt vraagt het behouden van sma kelijk en kwalitatief goed gras extra aandacht. Daarom is het belangrijk dat naast een beweidingsduur van max. 4 dagen het gras op tijd gebost wordt. Na twee beweidingen bossen is noodzakelijk ook als daarna het gras weer gemaaid wordt. De periode augustus tot half septem ber is de ideale tijd om grasland op nieuw in te zaaien. Redenen tot her- inzaai kunnen zijn een slechte bota nische samenstelling en een slechte boven genoemd. Oorzaken van veel onregelmatige terugkomers zijn: - onrust in de eerste maand na het dekken. Stresssituaties tussen dag 11 en 18 na het dekken lijken het meeste embryonale sterfte te veroor zaken. Als in deze dagen de dracht onderbroken wordt komt de zeug rond de 28 dagen terug. Probeer daarom de zeugen de eerste vier we ken na het dekken op dezelfde plaats in de stal te houden; - infekties kunnen het aantal onre gelmatige terugkomers verhogen. Hierbij valt o.a. te denken aan par- vo, leptospirose, etc. Als het aantal onregelmatige terugkomers hoog is, is het van belang dat U met Uw die renarts bekijkt of dat er een infektie in het spel is. Kontrole en selektie op terugkomers Alle gedekte zeugen dient U dage lijks te kontroleren op terugkomers. Het best gaat dit door met een zoek- beer voor langs de zeugen te gaan. Extra aandacht dient besteed te wor den aan de zeugen die rond drie en zes weken geleden gedekt zijn. Uit onderzoek is gebleken dat zeu gen die een keer teruggekomen zijn in het verder leven ook vaker terug komen. U dient daarom voldoende hard te selekteren op terugkomers. Zeugen mogen uiteraard alleen uit- geselekteerd worden met als reden terugkomer, als de zeug hier zelf de oorzaak van is. Als de spermakwali teit slecht geweest is hoeft de zeug niet geruimd te worden als ze te rugkomt. Als richtlijn kan aangehouden wor den dat zeugen boven de vijfde worp één keer herdekt mogen worden. De zeugen tot en met de vijfde worp mogen twee keer herdekt worden. Samenvattend Om het aantal terugkomers zo laag mogelijk te houden is het van belang om een goede berigheidskontrole te doen en goed sperma te gebruiken. Onrust na het dekken en infekties kunnen veel onregelmatige terugko mers veroorzaken. Kees Vermunt DL V Varkenshouderij Breda bewerkbaarheid van het perceel. Vooral de beoordeling van de bota nische samenstelling is niet makke lijk. Een goede kennis van soorten grassen en onkruiden en ervaring is nodig. Herinzaai grasland is duur; doe het daarom alleen als u ervan overtuigd bent dat het nodig is. Ga voor uzelf eens na hoeveel stikstof er gestrooid is op het gras land. Neem ook de stikstof uit drijf- mest mee. U kunt dan bepalen hoe de gift uitkomt t.o.v. het maximum van 400 kg N/ha. Het advies is om na 1 september geen stikstof meer te strooien i.v.m. uitwinteren van het gras. Gevaar kopziekte Kopziekte wordt veroorzaakt door een te laag magnesiumgehalte in het bloed. Magnesiumtekorten ontstaan Het areaal consumptieaardappelen is ten opzichte van vorig jaar met zes procent toegenomen. Bij de granen en peulvruchten doet zich een daling van het areaal voor. De totale opper vlakte akkerbouwgewassen daalde met ruim 1,5 procent tot 783.200 ha. Dat blijkt uit de voorlopige uit komsten van de Landbouwtelling 1990 voor akkerbouwgewassen van het CBS. Een meer gedetailleerde analyse leert dat de ontwikkeling bij de granen uit 1989 zich in 1990 heeft voortgezet. De arealen wintertarwe, wintergerst en rogge namen toe met resp. 1%, 26% en 25%, terwijl die van zomer- tarwe, zomergerst en haver sterk af namen (resp. 40%, -31% en -57%). De aanzienlijke verkleining van het areaal peulvruchten is voornamelijk het gevolg van de afname van droog te oogsten groene erwten (-29%) en veldbonen (-54%). Het areaal bruine bonen daarentegen nam toe met 22% en bedraagt nu 3.700 ha. De totale oppervlakte handelsgewas sen bleef nagenoeg ongewijzigd. De afzonderlijke gewassen laten onder ling echter enkele verschuivingen zien. De oppervlakte koolzaad steeg met 18%, terwijl karwijzaad en blauwmaanzaad in oppervlakte met resp. 54% en 55% sterk afnamen. De oppervlakte vlas nam licht toe 2%). Wat de groenvoedergewas- sen betreft laat snijmais na de ruime toename in 1989 nu een geringe da ling in oppervlakte zien (-2%). De voor Nederland belangrijke knol- en wortelgewassen kenden in als een koe veel kali en ruw eiwit op neemt. Uit recent onderzoek is ge bleken dat veel koeien balanceren rondom het minimumgehalte aan magnesium. Dit hoeft niet direkt te leiden tot kopziekte maar de ziekte kan ook sluimerend zijn. Koeien gaan minder presteren zonder dat het hoeft op te vallen. Oorzaken van een verlaagd magnesi um gehalte in het bloed zijn: - meer drijfmestaanwending vlak voor en in het groeiseizoen, waar door minder kali uitspoelt. - minder verstrekken van kracht voer in de zomer als gevolg van lage re melkprijs in die tijd. De volgende oplossingen zijn mo gelijk: - zorg voor een grondonderzoek per perceel dat maximaal 4 jaar oud is. Rekening houdend met de kali- totaliteit een lichte uitbreiding van de arealen met ruim 2%. De onder scheiden aardappelrubrieken namen alle toe. De oppervlakte consumptie aardappelen steeg met 6% en de arealen poot- en fabrieksaardappe len namen beide toe met 3%. De op pervlakte suikerbieten handhaafde zich op hetzelfde niveau als dat van 1989. Groenbemesters Opvallend is het in vergelijking met 1989 bijna drie keer zo grote areaal De Stichting Public Relations Land en Tuinbouw heeft twaalf nieuwe folders uitgebracht over de afzon derlijke bedrijfstakken in de Land en Tuinbouw. De folders geven alge mene informatie over de schapen-, pluimvee-, varkens- en rundveehou derij, de akkerbouw, de teelt van groenten onder glas, de groenteteelt in de open grond, de bloembollen teelt, de teelt van bloemen en plan ten, de boomkwekerij, de fruitteelt en de champignonteelt. In de folders wordt een beknopt overzicht gege ven van de geschiedenis, de omvang, de ontwikkeling en het karakter van de verschillende bedrijfstakken. Ze zijn zeer geschikt om tijdens open dagen te gebruiken. De folders zijn op schriftelijke aanvraag gratis ver krijgbaar bij de Stichting Public Re- toestand van de grond kan de drijf- mest verdeeld worden. - niet overbemesten bij herinzaai. Naast een verhoogd kaligehalte in het gras wordt het risiko van uitwin teren vergroot. - voer koeien niet onder de norm. Naast verhoogde kans op kopziekte (al of niet sluimerend) kan het eiwit gehalte van de melk nadelig beïn vloed worden. Mocht bovenstaande niet voldoende zijn dan kan het voe ren van magnesiumbrokjes of het strooien van 30 kg magnesiet, per ha uitkomst bieden. Mocht bovengenoemde onderwer pen vragen oproepen dan kunt u al tijd een beroep doen op DLV Rund veehouderij in Breda. J. Martens Bedrijfsdeskundige DLV Rundveehouderij Breda groenbemestingsgewassen. Veron dersteld mag worden dat de zoge naamde braakleggingsregeling hier van de voornaamste oorzaak is. Na de lichte daling in 1989 nam de oppervlakte uien weer enigszins toe 6%). Met name de uitbreiding van het areaal zaai-uien met 7% ligt hieraan ten grondslag. Voor het tweede achtereenvolgende jaar kent de oppervlakte overige ak kerbouwgewassen (onder andere in- cl. teunisbloem) tenslotte een flinke toename van bijna 50% tot ruim 8000 ha. lations Land- en Tuinbouw, postbus 91430, 2509 EA Den Haag. 7

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 7