Full Pull voor trekker
op koolzaadolie
Ontheffing van verplichte preventieve
grondontsmetting wordt mogelijk
PPC adviseert positief over rvk Schoondijke
Hoofdafdeling akkerbouw
op exkursie in Groningen
Oud-secretaris Landbouwschap Roijackers overleden
'Gebruik middelen
kan kwart omlaag'
De Plantenziektenkundige Dienst
heeft besloten om met ingang van
het teeltseizoen 1991 aardappeltelers
de mogelijkheid te bieden een ont
heffing te verkrijgen van de verplich
te preventieve grondontsmetting.
Deze ontsmetting is momenteel op
grond van het "Besluit bestrijding
aardappelmoeheid" verplicht bij de
1 op 2 teelt met afwisselend vat
baar/resistente rassen en de 1 op 3
teelt met vatbare rassen. Zoals be
kend geldt dit echter niet meer voor
het noordoostelijk zand- en dalgron-
dengebied. Hier is de verplichte pre
ventieve grondontsmetting ten
behoeve van de consumptie- en fa
brieksaardappelteelt met ingang van
najaar 1988 afgeschaft.
De ontheffingsmogelijkheid geldt
zolang de huidige vruchtwisselings-
regels van kracht zijn. In verband
met het in werking treden van het
nieuwe aardappelmoeheids(AM)-
beleid zal de verplichte preventieve
grondontsmetting met ingang van
1997 vervallen.
Voorwaarde
Om in aanmerking te komen voor
een ontheffing moet een teler een
verklaring indienen waaruit blijkt
dat, na uitgevoerd grondmonsteron-
derzoek, een perceel vrij is van een
levende besmetting met AM. De
monstername en het onderzoek
moeten gebeuren volgens een door
de PD voorgeschreven methodiek en
dienen door de onderzoekende in
stanties zelf te worden uitgevoerd.
Met deze methodiek kan een AM-
besmettingshaard met een centrale
dichtheid van 100 cysten per kg
grond met een betrouwbaarheid van
minimaal 90% worden aangetoond.
De methodiek is gebaseerd op resul
taten uit onderzoek dat werd verricht
door het Instituut voor Plantenziek-
tenkundig Onderzoek (IPO). In de
komende jaren zal ten behoeve van
AM-bemonsteringsmethodieken
meer onderzoek worden verricht om
te komen tot een gedetailleerder in
zicht in de besmettingssituatie op
een perceel. In verschillende gebie
den zijn daarvoor proeven aange
legd. Resultaten uit dit onderzoek
kunnen eventueel leiden tot een
bijstelling van de gekozen norm. Het
streven is om de methodiek uiteinde
lijk in te bouwen in een begeleidings
systeem voor de teelt van
aardappelen.
De bovengeoemde methodiek biedt
echter voldoende garantie om, bin
nen het kader van de huidige teeltre-
gels, ontheffing te verlenen van de
verplichte grondontsmetting indien
de grond vrij is bevonden van leven
de AM-besmetting.
Onderzoekende instanties
Een aantal instanties heeft inmiddels
te kennen gegeven op aanvraag van
de teler en volgens de afgesproken
methodiek te kunnen en willen be
monsteren. Het betreft de Keurings
diensten van de NAK-Landbouw, het
Bedrijfslaboratorium voor Grond
en Gewasonderzoek en de Groene
Vlieg. Voor het uitvoeren van ge
noemd onderzoek dient de teler zich
Het gebruik van gewasbescher
mingsmiddelen door de akkerbouw
kan in het midden van de 90-er jaren
met 25 procent worden beperkt ten
opzichte van de periode 1948/1988,
zonder dat dit ten koste gaat van het
financieel rendement.
Dit blijkt uit berekeningen van de
Nederlandse Aardappelassociatie
(NAA), de programma
adviescommissie Suikerbieten en de
Stichting Nederlands Graancen-
trum. Op grond van berekeningen
aan de hand van modellen achten
deze organisaties het voorts tech
nisch mogelijk om het gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen in de
periode 1995/2000 met ongeveer 50
procent te beperken. Dit gaat echter
wel gepaard met hoge jaarlijkse
kosten ten bedrage van ongeveer 370
miljoen gulden. De berekeningen en
conclusies zijn neergeschreven in de
nota 'Beperking van het gebruik van
chemische middelen in de ak
kerbouw'.
De Hoofdafdeling Akkerbouw van
het Landbouwschap is medio juli op
exkursie geweest naar Groningen.
De exkursie bevestigde zeer duidelijk
dat het braakleggen van grond geen
alternatief is. Alleen op korte ter
mijn en in bepaalde situaties kan het
enig soelaas bieden.
Met iedere hektare braak verdwijnt
ook een stukje werkgelegenheid uit
de regio. Als eerste geldt dit voor de
loonwerker en de toeleverende en
verwerkende industrie. Indirekt
heeft het gevolgen voor de totale
leefbaarheid op het platteland. Ik
ICI treft momenteel voorbereidin
gen voor het opzetten van één van de
grootste bedrijven ter wereld op het
gebied van effectchemicaliën. In de
nieuwe organisatie, die onder de
naam ICI Specialties gaat opereren,
worden de volgende bedrijfssectoren
van ICI samengevoegd: Colours
Fine Chemicals, Specialty Chemi
cals, diverse onderdelen van Chemi
cals Polymers en Biological
Products.
te wenden tot de genoemde onder
zoeksinstanties.
Aanvragen ontheffing
De ontheffingsmogelijkheid is al
voor het teeltseizoen 1991 van toe
passing. Als de teler in het bezit is
van een verklaring kan ontheffing
worden aangevraagd bij de districts
kantoren van de Plantenziektenkun
dige Dienst. Aanvraagformulieren en
eventuele nadere informatie hierover
kan eveneens bij de districtskantoren
worden verkregen, voor Zeeland en
Brabant is dat in Roosendaal
(Vughtstraat 30, 4700 BE).
De voorwaarden die aaft de onthef
fing verbonden zijn, zijn o.a.:
- ontheffing dient voorafgaand
aan de teelt te worden aange
vraagd;
- bij de ontheffingsaanvraag dient
de originele verklaring van de om
derzoeksinstantie te worden
overlegd;
bemonstering en onderzoek moe
ten zijn uitgevoerd in de periode
tussen de aardappelteelt waar
voor ontheffing wordt aange
vraagd en de daaraan
voorafgegane aardappelteelt;
- geen ontheffing wordt verleend
voor besmetverklaarde percelen.
Deze gigantische rookwolken die tijdens de trekkertrek in Biddinghuizen uit
de pijpen van de trekkers kwamen zouden elke rechtgeaarde mulieuminister
in beweging moeten brengen. In ieder geval naar het puntje van zijn stoel,
want de rookwolken die deze Franse boer de lucht in blaast blijken bij nadere
beschouwing te komen vanuit zijn eigen grond. Dit monster stookt namelijk
biocarburant diesel oftewel koolzaadolie. Dat dit een stevig spulletje is be
wees de Fransman door in Biddinghuizen in ieder geval een Full Pull neer
te zetten. Helaas, een ouderwets gestookte diesel deed dat ook maar in iets
kortere tijd, zodat de Fransman niet als eerste eindigde. Maar een bewijs dat
koolzaadolie goed bruikbaar is werd wel geleverd, (foto: APS/Peter
Mastenbroek).
vraag mij af, of voorstanders van
verplichte braak dit voldoende be
seffen. Dat - hoe tegenstijdig dit ook
moge klinken - juist in Groningen
wordt gepleit voor verplichte braak
is, een bevestiging van mijn vraag.
Er ligt nu immers zo'n 5000 ha
braak in Groningen. Dit is meer dan
de helft van het Nederlandse braaka-
reaal. Bij een verplichte braakrege
ling zal het braakareaal gelijkmatig
verdeeld worden over Nederland en
zou er dus aanzienlijk minder braak
liggen in Groningen. Als men óp he
le goede gronden distels ziet groeien
zo hoog als Aike Maarsingh (voor
zitter van de veenkoloniale CBTB)
dan begrijpt men het Groningse plei
dooi, maar ziet men tegelijkertijd
dat braken geen oplossing is.
Op termijn is er maar één oplossing
om zoveel mogelijk rendabele pro-
duktiecapaciteit in de landbouw te
handhaven. Nieuwe gewassen of
nieuwe aanwendingen van bestaande
gewassen.
Willem Koops
Sekretaris Kommissie
Akkerbouw KNLC
De Provinciale Planologische Com
missie (PPC) voor Zeeland heeft het
college van GS geadviseerd in te
stemmen met het ontwerpplan ruil
verkaveling Schoondijke. De PPC
heeft wel opgemerkt dat meer duide
lijkheid van het Rijk met betrekking
tot de wegenstructuur gewenst zou
zijn.
Het ontwerpplan voldoet in vol
doende mate aan de in het streek
plan gegeven uitgangspunten en
richtlijnen, aldus de PPC. In het
streekplan staat dat in de drie gebie
den Sluis-Oostburg, Breskens-
Zuidzande en Schoondijke om de
agrarische produktie-omstandighe-
den te verbeteren de volgende uit
gangspunten moeten worden gehan
teerd: verbetering van de verkave
lingstoestand, beperkte aandacht
voor het wegen- en waterlopenstelsel
en aandacht voor detailontwatering.
Daarnaast moet rekening worden
gehouden met landschappelijke, na
tuurwetenschappelijke en cultuur
historische waarden en met recrea
tieve belangen.
Ook vindt de PPC dat het ontwerp
plan bij de voorbereiding wat betreft
de ruimtelijke aspecten voldoende
Overname Duitse eierhandel
Cehave nv te Veghel onderzoekt de
mogelijkheden om in Duitsland haar
eiervermarkting te versterken. Het
voornemen is dat Cehave nv hiertoe
het volledige aandelenpakket van ei
erhandel Landfrisch te Stuttgart
overneemt. Via haar dochteractivi
teiten Roveco B.V. te Boxtel en Luk
ken B.V. te Schijndel is Cehave nv
reeds actief in de eierafzet in binnen-
en* buitenland.
Landfrisch is een Duitse eierhandel
die gespecialiseerd is in de verkoop
en distributie van consumptie
eieren.
Landfrisch kan tevens gebruik gaan
maken van de laboratorium- en on
derzoeksfaciliteiten van Cehave. Het
plan is dat Landfrisch onder haar ei
gen naam als volledige dochteron
derneming van Cehave op de markt
zal blijven funktioneren.
evenwichtig is. De commissie han
teert daarbij het uitgangspunt dat de
voorgenomen ruilverkaveling een
administratief karakter heeft, be
trekking heeft op een gebied met
hoofdfunctie landbouw, het accent
ligt op verbetering van de agrarische
inrichting in met name de vorm van
herverkaveling. Het plan van toede
ling zal gericht zijn op vergroting
van huiskavels, samenvoeging van
veldkavels, afstandsverkorting, per
ceelsvergroting en verbetering van
de vorm van kavels en percelen. Zo
nodig wordt de detailontwatering
verbeterd.
Gewijzigde top Nederlandse
Aardappel Associatie
Ir. P. Hijma, secretaris van het Pro-
duktschap voor Aardappelen, wordt
de nieuwe voorzitter van de Neder
landse Aardappel Associatie (NAA).
Hij volgt dr. D.T. van der Zaag op,
die gebruik heeft gemaakt van de
VUT-regeling.
Na het vertrek van dr. Van der Zaag
is binnen de NAA een andere taak
verdeling ingevoerd. Een deel van de
taken van de vroegere voorzitter, met
name de coördinatie van het aardap-
pelonderzoek, wordt overgenomen
door de algemeen secretaris van de
NAA, ir. C.D. van Loon. Ir. Van
Loon blijft onderzoeker in dienst van
het Proefstation voor de Akkerbouw
en de Groenteteelt in de Vollegrond
(PAGV), maar zal de helft van zijn
tijd besteden aan het werk ten be
hoeve van de NAA.
De Nederlandse Aardappel Associa
tie, waarin het gehele aardappelbe
drijfsleven is vertegenwoordigd, is
een adviesorgaan van de nationale
Raad voor het Landbouwkundig
Onderzoek (NRLO). De NAA advi
seert tevens het aardappelbedrijfsle
ven over de medefinanciering van
onderzoek.
ir. P. Hijma
Ir. G.P.F. Roijackers, die 22 jaar al
gemeen secretaris is geweest van het
Landbouwschap, is op 19 juli over
leden. Op 23 juli heeft in zijn woon
plaats Den Haag de crematie plaats
gevonden. Roijackers (geboren op
6-6-1909) trad op 1 februari 1947
aan als secretaris van de Stichting
voor de Landbouw, de voorloper
van het Landbouwschap. Met groot
enthousiasme zette hij zich in voor
de vorming van een publiekrechte
lijk bedrijfsorgaan voor de land
bouw. Vervolgens gaf hij vanaf 1954
tot 1969 leiding aan dit orgaan, het
Landbouwschap. Op 60-jarige leef
tijd verleende het bestuur hem eervol
ontslag. Roijackers heeft in de na
oorlogse opbouwperiode veel voor
de landbouw betekend. Zo wist hij
vergoedingen te verkrijgen voor
schade die de landbouw in de Twee
de Wereldoorlog had opgelopen. Hij
werd vanwege zijn verdiensten be
noemd tot officier in de orde van
Oranje Nassau. Roijackers werd op
gevolgd door ir. H.H. Smeenk.
Ir. C.D. van Loon
Ir. Entzinger consulent voor
de landbouw in Overijssel
Met ingang van 1 september a.s.
wordt ir. E.J. Entzinger benoemd
tot consulent voor de landbouw in
Overijssel. Hij volgt hiermee ir.
I.F.W. Luten op, die per 1 augustus
a.s. is benoemd tot hoofd van de af
deling weidebouw van het proefsta
tion voor de rundveehouderij, de
schapenhouderij en de paardenhou-
derij (PR) in Lelystad.
De heer Entzinger (39) studeerde in
1979 af aan de toenmalige Land
bouwhogeschool in Wageningen,
richting zootechniek. Van mei 1978
tot februari 1984 was hij in dienst
van het consulentschap voor de
rundveehouderij in Assen van het
toenmalige ministerie van Land
bouw en Visserij. In februari 1984
werd hij beleidsmedewerker bij de
hoofdafdeling economische en
structurele zaken van de directie vee
houderij en zuivel van het departe
ment. Met ingang van 1 juli 1986
werd hij benoemd tot eerste stafme
dewerker van de directie landbouw
en voedselvoorziening in de provin
cie Groningen. Sinds 1 januari 1988
is de heer Entzinger consulent voor
de varkens- en pluimveehouderij
voor het noorden des lands in Assen.
Vrijdag 27 juli 1990