WIR-recht! Welke huwelijksvoorwaarden moet ik nemen? over geld en goed Steun voor kleine graanproducenten Terugbetaling m.v.h. bij braaklegging Ooipremie 1989 in juli uitbetaald Publikatie 'Boeren met quotum 1990' Plannen van tijdelijk gebruik rvk Yerseke Moer Willem en Siene hebben hun bedrijf, zoals U vorige maand heeft kunnen lezen, overgedragen aan hun oudste zoon, Erik. Het bedrijf betreft een akkerbouwbedrijf van 43 ha. Er is 10 ha eigendom, die Erik heeft overgenomen voor de verpachte waarde en 33 ha pacht. Ook de bedrijfsgebouwen, inklusief de woning, zijn eigendom van Erik. Erik woont samen met zijn vriendin Sonja. Erik en Sonja heb ben trouwplannen; hun vraag is nu: moeten we huwelijksvoorwaar den maken en zo ja welke? Nut huwelijksvoorwaarden Steeds meer komt het voor dat er huwelijksvoorwaarden worden gemaakt. Het maken van huwelijksvoorwaarden kan het beste geschieden vóór het aangaan van het huwelijk. Het maken (of wijzigen) van huwelijksvoorwaar den tijdens het huwelijk kost aanzienlijk meer, aangezien dan een boedel scheiding moet plaatsvinden. De goedkeuring van de rechter is noodzakelijk ter vermijding van benadeling van schuldeisers. Voorts kan het maken (of wijzigen) van huwelijksvoorwaarden tijdens het huwelijk pas één jaar na het voltrekken van het huwelijk. Het maken (of wijzigen) van huwelijksvoor waarden moet met een notariële akte gebeuren. Het nut van huwelijkse voorwaarden komt pas aan het licht bijvoorbeeld bij een faillissement van één van de partners of bij een echtscheiding. Het moet wel zo zijn dat het juiste type is gekozen, want er bestaat een grote vrijheid in het maken van huwelijksvoorwaarden. Wordt voor het verkeerde type ge kozen of wordt er tijdens het huwelijk niet bijgehouden hoe het vermogen kan schuiven, hetgeen bij sommige typen huwelijksvoorwaarden nodig is, dan heeft het weinig zin afspraken te maken. Onderscheid in typen huwelijksvoorwaarden De systemen zijn het beste te begrijpen als men zich realiseert dat er drie ver mogens kunnen zijn, namelijk de beide privévermogens van elk van de twee partners en een gemeenschappelijk vermogen. Het privévermogen kan bij voorbeeld bestaan uit hetgeen de partners reeds bezitten bij het aangaan van het huwelijk. Een ander voorbeeld zijn de schulden die aanwezig zijn bij het aangaan van het huwelijk; ook deze zijn privé-eigendom. Is één van de part ners bij een faillissement betrokken, dan wordt naast dienst privévermogen ook het gemeenschappelijk vermogen bij het faillissement betrokken. Het is daarom verstandig het gemeenschappelijk vermogen zo klein mogelijk te houden. Bijvoorbeeld enkel gemeenschap van meubelen, gemeenschap van inboedel, gemeenschap van roerend goed of geen enkele gemeenschap. De wetgever heeft reeds een aantal systemen uitgewerkt. Gemeenschap van winst en verlies Uitgangspunt is dat alle goederen die aangebracht zijn bij het aangaan van het huwelijk en goederen die geërfd of geschonken zijn, privé-eigendom zijn, de andere goederen zijn gemeenschappelijk. Dit systeem lijkt eenvoudig, maar is erg ingewikkeld en heeft tevens als nadeel dat het gemeenschappelijk vermogen groot kan zijn (nadeel bij faillissement). Stel dat Erik een stuk grond verkoopt en met dat geld 100.000,tezamen met 20.000,die Sonja van haar ouders heeft gekregen een ander stuk grond op zijn naam koopt. Ondanks het feit dat het op naam van Erik staat is het wel gemeen schappelijk. Het gevolg is dat na 20 jaar huwelijk een niet te ontwarren klu wen ontstaat van eigendomsverhoudingen. Bij een echtscheiding zal Erik moeten bewijzen dat hij deze grond grotendeels heeft betaald omdat ervan wordt uitgegaan dat de grond gemeenschappelijk is. Een variant van dit systeem is de gemeenschap van vruchten en inkomsten, hierbij worden enkel de voordelen gedeeld en niet de nadelen (verlies). Wettelijk deelgenootschap Hierbij is er geen gemeenschappelijk vermogen. Kiest men voor een stelsel waarbij iedere gemeenschap van goederen wordt uitgesloten (koude uitslui ting), dan kan dit tot onbillijkheden leiden omdat in de meeste gevallen de man met het inkomen slechts in vermogen groeit. Eerlijker is het systeem dat men in de vermogensgroei deelt. Voorbeeld: Erik brengt 100.000,in (waarde van zijn bedrijf minus de schulden). Sonja brengt 20.000,in. Na 30 jaar is Erik's bedrijf 500.000,waard, Sonja heeft slechts 30.000,op een spaarrekening staan. Tezamen bezitten ze 530.000,De verdeling is als volgt: Erik Sonja inbreng 100.000,20.000,is 120.000,restant ƒ410.000,— ieder 205.000,— 205.000,— totaal ƒ305.000,— 225.000,— totaal 530.Ö00 Erik moet Sonja dus 500.000,min 305.000,— is 195.000,betalen om het bedrijf in bezit te houden bij een echtscheiding na 30 jaar huwelijk. Het voordeel van dit systeem is de eenvoud, nadeel is dat Sonja meedeelt in inflatiewinst van het bedrijf van Erik. Nadeel is tevens dat bij faillissement van Erik, Sonja haar 195.000,kwijt is. Stel dat na echtscheiding het bedrijf aan Erik wordt toebedeeld, dan dient hij Sonja 195.000,uit te keren. Amsterdamsverrekenbeding Het meestvoorkomende systeem is het, niet in de wet geregelde, Amster damsverrekenbeding. Daarbij wordt net als bij het wettelijk deelgenootschap uitgegaan van uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen (voordeel bij faillissement). Jaarlijks wordt hetgeen de partners verdienen, na aftrek van het huishoudgeld en belastingen verdeeld. Als inkomsten kunnen genomen worden inkomsten uit het bedrijf en uit loondienst, maar ook rente. Voorbeeld: Erik verdient uit het bedrijf: ƒ45.000,(Sonja heeft geen inkomen) af: belastingen 12.000, resteert 33.000, af: kosten van de huishouding 25.000, resteert om te verdelen 8.000,ieder 4.000, Zou Erik de 8.000,in zijn bedrijf stoppen, dan heeft Sonja 4.000, tegoed van hem. Ze kan het geld ook apart zetten op een spaarrekening. Ech ter dan kan de liquiditeit van het bedrijf in gevaar komen. Het voordeel is, indien er juist geadministreerd wordt, dat er precies vastligt wat ieder toe komt, een voordeel op het eerst genoemde systeem van gemeenschap van winst en verlies. In geval van faillissement van Erik zal er echter eveneens weinig van Sonja's vordering op Erik overblijven. Het grote nadeel is de ad ministratieve rompslomp, in de praktijk administreert slechts een enkeling. Indien Erik de besparingen in het bedrijf gebruikt, bouwt hij een tegoed op, wat Sonja toekomt bij echtscheiding. Ook hier zal zonder een goede admi nistratie het tegoed moeilijk te bepalen zijn. Konklusie Het maken van huwelijksvoorwaarden is belangrijk, belangrijker is echter dat het type huwelijksvoorwaarden aansluit op uw eigen situatie en wensen. Vraag voorlichting en advies, net als Erik en Sonja. J.L. Mieras Kleine graanproducenten kunnen evenals vorig jaar weer een aanvraag indienen voor financiële steun over het verkoopseizoen 1989/1990. Om in aanmerking te komen dient men voor eigen rekening een landbouw bedrijf te exploiteren waarvan minstens 4 ha met granen is be bouwd en dat een omvang heeft van hoogstens 300 standaardbedrijfseen- heden. De aanvraag moet tenminste betrekking hebben op 3.600 kg gra nen waarover 50,aan medeve rantwoordelijkheidsheffingen zijn verhaald. De aanvraag moet in de periode 1 ju li tot en met 15 augustus worden in gediend. Een formulier is verkrijg baar bij de distriktsbureauhouder in de provincie. Maximaal wordt per producent 347,50 uitbetaald. Deelnemers aan de braakregeling die in het seizoen 1989/1990 tenminste 30% bouwland uit de produktie heb ben genomen kunnen in aanmerking komen voor terugbetaling van de af gedragen medeverantwoordelijk heidsheffingen of een gedeelte daar van. De terugbetaling kan ten hoog ste betrekking hebben op de heffin gen voor 20 ton granen. Dit komt overeen met 277,80. Bedragen be neden de 50,worden niet uitbe taald. De aanvraagperiode loopt van 1 juli tot 15 augustus 1990. Aan vraagformulieren en nadere infor matie zijn verkrijgbaar bij de dis triktsbureauhouder in de provincie. De uitbetaling van de ooipremie 1989 zal nog in de maand juli 1990 plaatsvinden. Iedere aanvrager die aan alle voorwaarden om voor de premie in aanmerking te komen heeft voldaan, zal voor het einde van de maand over het toe te kennen pre miebedrag kunnen beschikken. De premie is vastgesteld op 18,992 Ecu per ooi, hetgeen overeenkomt met een bedrag van 50,27. Vorig jaar werd eind augustus de premie uitgekeerd. Door een toege nomen decentralisatie met betrek king tot de uitvoering van deze pre mieregeling, is het mogelijk dit jaar eerder tot uitbetaling over te gaan. Ik had mijzelf voorgenomen om de ze maand niet meer over de veel besproken WIR te schrijven. Im mers ook voor de gebroken boekja ren (mei-mei) kan sinds 1 mei jl. geen WIR-premie (kleinschalig heidstoeslag) meer worden geclaimd en heeft de in het verleden vaak ver guisde en toendertijd afgeschafte in vesteringsaftrek onder politiek tromgeroffel weer zijn (her)intrede gedaan, zodat ook uw interesse voor de WIR, ondanks het feit dat de WIR-nasleep nog vele jaren kan du ren, tot het nulpunt zal zijn gedaald. Goede voornemens worden echter lang niet altijd nagekomen dus ten laatste nogmaals de WIR. De reden is, dat ik werd getroffen door een ar tikel in een fiskaal weekblad dat ik u - enigszins aangepast - niet wil ont houden: Het plan: Een koning wilde zijn land tot groter Vrijdag 20 juli 1990 bloei brengen. Dat was goed voor zijn volk en ook goed voor hem zelf. Hij telde dan mee onder de grote en kleine koninkjes in de buurt. Het leek een goede koning. Hij beloofde geld uit zijn schatkist aan iedereen, die in zijn land een stal bouwde, een waterput sloeg of een kudde vee in voerde. Honderd dukaten per stal, of kudde vee. Er zou dan meer werk en welvaart komen voor iedereen, dacht de koning. Het leek een goed plan. Stallen rezen als paddestoelen uit de grond en er kwamen genoeg waterputten waar uit al het vee kon drinken. Het plan bleek zelfs te goed: De schatkist dreigde leeg te raken, omdat zo veel mensen de honderd dukaten kwa men halen waarop zij recht hadden. En er zouden er nog veel meer ko men. De koning liet van de ene op de andere dag bekend maken, dat nieu we stallen, waterputten en vee niet meer meetelden. Dat was jammer maar onvermijdelijk. Helaas hadden nogal wat mensen recht op de hon derd dukaten, omdat zij vóór de be kendmaking door hun adviseurs wa ren voorgelicht en dus hadden ge daan wat de koning zo op prijs stel de. Het was een lange lange rij. De koning raakte in paniek;' zijn volk was hem dierbaar, maar zijn schat kist niet minder. De oplossing: Gelukkig leefde in dat land een pro fessor. Die wist bijna altijd raad. "Als U de mensen nu eens niet 100 dukaten geeft, maar 65 (of 60 als dat U beter uitkomt). En van de mensen die hun 100 dukaten pas hebben ver diend pakt U er gewoon 35 af (of 40, als dat U beter lijkt)". "Maar dat is diefstal", zei de ko ning. "En onbillijk, ingewikkeld en absurd". "Dat geeft niet", zei de professor. "Als U het officieel bekend maakt en de mensen die nog in de rij staan rovers noemt, komt het best voor el kaar. Het is trouwens geen diefstal, maar woordbreuk. En U hebt de macht". De koning kon er niet van slapen. Hij wilde doen wat hij had beloofd. Maar als een professor zeiToen bedacht hij, dat hij nog meer raad gevers had. Zelfs binnen het hof! Als die het ook goed zouden vinden... De schatkist werd gevuld. De koning kon weer slapen, zijn onderdanen helaas wat minder. Waarin een klein land groot kan zijn... J.J.C. Zegers, Accountantsunie ZLM b.v. Dorstige koe Onlangs is verschenen de publikatie 'Boeren met quotum 1990', een uit gave van het Informatie- en Kennis Centrum Veehouderij. De publikatie is een geaktualiseerde versie van ge lijksoortige uitgaven in 1988 en 1989. In de publikatie wordt o.m. ingegaan op de maatregelen die binnen het be drijf kunnen worden genomen om in te spelen op de superheffing, zoals produktieverandering per koe, aan koop quotum, leasen quotum, lagere stikstofbemesting en meer ruwvoer, minder krachtvoer. Ook gaan de sa menstellers in op hoe een tweede tak op het melkveebedrijf past, en hoe verschillende mogelijkheden van tweede takken met elkaar vergeleken moeten worden. De publikatie is te verkrijgen door 12,te storten op postbankreke ning nr. 431939 tnv IKC-Veehouderij te Ede, ovv publikatie nr. 1. De landinrichtingskommissie voor de ruilverkaveling genaamd Yerseke Moer deelt mede, dat gedurende 14 dagen, van 26 juli tot 8 augustus 1990, in Yerseke, Bureau van Uit voering, Hogeweg 15 (parkeerterrein tennisveld) op werkdagen, behalve op de zaterdagen, van 14.00 tot 16.00 uur voor een ieder kosteloos ter inzage zal liggen de ontwerp plannen van tijdelijk gebruik, of een gewaarmerkt afschrift daarvan, als bedoeld in artikel 190, derde lid. Uiterlijk 14 dagen na de laatste dag, waarop de in artikel 190, derde lid bedoelde stukken ter inzage hebben gelegen (dus tot en met 23 augustus) kan iedere belanghebbende ge- bruiksgerechtigde zijn bezwaren te gen het ontwerp-plan van tijdelijk gebruik schriftelijk bij de landin richtingskommissie indienen (adres: Postbus 6, 4460 AA Goes).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 3