Landbouw in Zeeland één generatie verder DLV op de goede weg Thema Zomeruniversiteit Zeeland: Wacht met profijtbeginsel Op maandag 20 en dinsdag 21 augustus a.s. organiseert de Zomeru niversiteit Zeeland een tweedaagse studiebijeenkomst over de toe komst van de Zeeuwse landbouw. De studiebijeenkomst getiteld: "Landbouw in Zeeland: één generatie verder" wordt gehouden in hotel Brittania aan de Boulevard Evertsen 244 te Vlissingen. Deze studiebijeenkomst vindt plaats in het kader van de zomerweek van 20 tot en met 24 augustus, waarin lezingen, studiebijeenkomsten, debat ten en andere kulturele aktiviteiten over diverse onderwerpen worden georganiseerd. In de studiebijeenkomst wordt het herstruktureringsproceswaarvoor de Zeeuwse akkerbouw staat, uit voerig belicht. De EG- marktondersteuning voor de gega randeerde akkerbouwprodukten loopt steeds verder terug. Het marktmechanisme gaat als gevolg daarvan in versterkte mate doorwer ken in het inkomen van de boer. Wil de akkerbouw als sektor overleven, dan zal zij zich meer moeten oriënte ren op de markt. Daarbij kan men denken aan het produceren van an dere nieuwe gewassen, maar ook aan nieuwe toepassingen van bestaande produkten. In ieder geval is de ak kerbouw naarstig op zoek naar vol doende rendement opleverende al ternatieven. In de Zeeuwse land bouw is de akkerbouw veruit de be langrijkste ruimtegebruikende sek tor en daarmee beeldbepalend voor het platteland van Zeeland. Daarom kunnen de huidige problemen in de akkerbouw ingrijpende gevolgen hebben voor het ekonomisch en lan delijk perspektief van Zeeland. Korte en lange termijn In het kader van de Zomeruniversi teit wordt dit korte termijnstreven geplaatst in het perspektief op de lange termijn. Daarbij is gekozen voor de periode van 20 tot 30 jaar. De ontwikkelingen zijn dan een ge neratie verder. De mogelijke trend breuk bij de bedrijfsopvolging heeft kunnen plaatsvinden. Hoe ziet het platteland van Zeeland er dan uit? Is het aandeel dat de landbouw levert aan de Zeeuwse ekonomie sterk ge wijzigd? Wat zijn de gevolgen van de randvoorwaarden die vanuit het oogpunt van milieu aan de land- bouwproduktie zullen worden gesteld? Wordt het gezicht van de landbouw, net als nu vooral bepaald door plantenteelt of zal de veehou derij, aan betekenis winnen? Op de eerste dag zal het lange termijn perspektief van de landbouw in Zee land worden bekeken vanuit de landbouw-ekonomische en politieke ontwikkelingen op EG en mondiaal niveau. Prof. dr. ir. J. de Hoogh, hoogle raar algemene agrarische ekonomie aan de Landbouwuniversiteit te Wa- 'geningen, zal ingaan op de te ver wachten algemene landbouw ekono- mische ontwikkelingen en het land bouwpolitieke klimaat in de wereld (GATT) en de EG. Hij zal aangeven welke krachten op de langere ter mijn werken en welke gevolgen die zullen hebben voor de komende ge neratie Zeeuwse landbouwers. Drs. L. Douw, hoofd afdeling struk- tuuronderzoek bij het LEI, zal aan de hand van landbouw- en be- drijfsstruktureel feitenmateriaal aangeven wat de te verwachten ont wikkelingen in de komende decennia voor Zeeland zijn. Ir. D. Luteijn, voorzitter van Cebe- co Handelsraad, bespreekt welke be tekenis de grondgebonden plantaar dige produktie heeft op de langere termijn en wat dit betekent voor de Zeeuwse situatie. Marktperspektieven Op de dinsdag zal de vraag worden behandeld hoe de markt zich in de verdere toekomst zal ontwikkelen en hoe de volgende generatie akkerbou wers daarop zal inspelen. In het rap port "om schone zakelijkheid" van de Kommissie Van der Stee wordt de sektor voorgehouden de weg van de marktleider-strategie in te slaan. De markt bestaat niet uit één geheel, maar uit talloze kleine deelmarkten, die zo optimaal mogelijk bediend moeten worden. Er tekenen zich in de voedselsektor twee tendenzen af, namelijk meer vraag naar een vers produkt en meer vraag naar een "schoon" geproduceerd produkt. Kan de Zeeuwse akkerbouw vol doende perspektief worden geboden door zich toe te leggen op het produ ceren voor de voedselsektor: het produceren van "specialiteiten"? Of is het daarnaast nodig dat de Zeeuw se akkerbouw voor de non-food sek tor gaat produceren? De Zeeuwse akkerbouwer lijkt bereid om pro dukten voor deze doeleinden te te len. Op welke termijn zou agrifikatie mogelijkheden kunnen bieden; is dit nog te realiseren binnen deze eeuw of zijn we dan werkelijk een genera tie verder? Dr. G. van Dijk, werkzaam bij de vakgroep Algemene agrarische eko nomie van de Landbouwuniversiteit te Wageningen en sekretaris van de Kommissie Van der Stee zal tegen de achtergrond van markt- en afzetmo gelijkheden de perspektieven schet sen van de plantaardige produktie- sektor van nu naar de volgende ge neratie. Hij zal daarbij aangeven welke gevolgen dit heeft voor het in dividuele bedrijf en welke verande ringen er nodig zijn in de keten van producent naar konsument. Ir. H. de Boon, algemeen direkteur van Cebeco Handelsraad, zal uit gaande van de te verwachten ont wikkelingen op de voedselmarkt, aangeven hoe de komende generatie Zeeuwse landbouwers met hun pro dukten op de markt kunnen inspe len. Hij zal hierbij ook betrekken welke aanpassingen er in dit verband nodig zullen zijn in de produk- tiekolom. T.J.H.M. Hutten, wetenschappelijk onderzoeker bij het LEI, zal ingaan op de mogelijkheden die agrifikatie op korte en lange termijn biedt. Hierbij komt tevens de vraag aan de orde welke kansen agrifikatie heeft voor de Zeeuwse akkerbouw. De heer H.C. van der Maas, voorzit ter van de ZLM, zal vanuit de huidi ge situatie in de Zeeuwse landbouw de verschillende inleidingen op deze dag becommentariëren. Aanmelding De kosten voor deelname aan de tweedaagse studiebijeenkomst be dragen 160,Daarbij zijn de kosten voor de lunch, koffie en thee inbegrepen. Het is ook mogelijk één dag bij te wonen (kosten 80,of alleen de ochtend als de lezingen worden gehouden (kosten 40, Voor personen die namens een orga nisatie aan de studiebijeenkomst deelnemen, wordt het dubbele tarief gerekend. De koördinatie van de studiebijeenkomst is in handen van ir. W.W. van.Zandbri.nk (ministerie van landbouw) en drs. T. Elzinga (beleidsmedewerker ZLM). U kunt zich opgeven door voor 8 au gustus aan te geven of u aan de stu diebijeenkomst wilt deelnemen, resp. een dag(deel) wilt bijwonen. U dient zich aan te melden bij de Stich ting Zomeruniversiteit Zeeland, Postbus 8004, 4330 EA Middelburg. Gelijktijdig dient u het verschuldig de bedrag over te maken op postgi ronummer 3050475 van de Zomeru niversiteit. Telefonisch kunt u een aanmeldingsformulier en nadere in formatie verkrijgen bij de Zeeuwse Bibliotheek waar het sekretariaat ge vestigd is (01180-30327). Onder dit nummer is ook het volledige pro gramma van de zomerweek 20 tot en met 24 augustus van de Zeeuwse Zo meruniversiteit te verkrijgen. Tevens zijn aanmeldingsformulieren te ver krijgen bij het ZLM-sekretariaat (01100-21010 vragen naar Carla Colpaart). Programma studiebijeenkomst: Het programma van de studiebij eenkomst "Landbouw in Zee land; één generatie verder" ziet er als volgt uit: maandag 20 augustus: 10.00-11.00 uur: inleiding prof. dr. ir. J. de Hoogh; 11.30-12.00 uur: inleiding drs. L. Douw; 12.00-12.30 uur: inleiding ir. D. Luteijn; 14.00-16.30 uur: diskussiebij- eenkomst. dinsdag 21 augustus: 10.00-11.00 uur: inleiding prof. dr. G.J. ter Woorst; 11.30-12.00 uur: inleiding ir. H. de Boon; 12.00-12.30 uur: inleiding dr. T.J.H.M. Hutten; 14.00-14.30 uur: co-referaat van H.C. van der Maas; 14.30-16.30 uur: diskussiebij- eenkomst. De Landbouwvoorlichting heeft een frisse start gemaakt. Het minis terie van landbouw moet de nieuw gevormde Dienst Landbouw voorlichting (DLV) nog officieel afstoten. Toch is al een 'opzienba rende' ommezwaai gemaakt naar marktgericht en klantgericht opere ren. De sinds jaren gegroeide praktijk, waarbij voorlichters vooral als voorzitter, sekretaris én spreker van studieklubs optraden is rigo- reus aan de kant gegooid. De landbouwvoorlichters willen konkurre- ren op de markt. Dan moet wel eerst een positie op die markt worden opgebouwd, menen de KNLC-vertegenwoordigers in de sektorraden van de DLV. "Het stelde de laatste jaren eigenlijk niks meer voor", zegt Aly Wisse uit het Zeeuwse Colijnsplaat over de landbouwvoorlichting. Zij heeft een bedrijf met 21.000 legkippen en 3 hektare akkerbouw. Met name de individuele voorlichting funktio- neerde niet. "Je moest vier keer bel len, drie dagen wachten en dan kreeg je domme opmerkingen als ant woord". Het gat dat de landbouw voorlichting liet vallen werd dank baar opgevuld door de voorlichters van veevoerfabrieken en bestrij dingsmiddelproducenten. "We waren allemaal sceptisch", zegt Wisse over de overheidsvoor lichting. Die scepsis neemt af, konstateert ze nu na een half jaar DLV. "De instelling van de mensen verbaast me, zowel de akkerbouw- als de pluimveevoorlichters. Ze zijn een heel stuk op de goede weg, er is zeer veel enthousiasme en dat straalt uit". En een belangrijk verschil: "Ze zijn telefonisch bereikbaar, er zit iemand op kantoor". Piet Swager, sluitkool- en bloembol lenteler in Oudkarspel (N-H.), merkt het verschil persoonlijk nog niet zo. "De spoeling is dunner ge worden", konstateert hij wel. Dat komt, behalve door een aantal vaka- tures, vooral omdat de Noord- Hollandse vollegrondsgroentetelers nogal wat voorlichters kwijt raakten aan het zuiden. Daar bleek de bete kenis van de vollegrondsgroenteteelt gegroeid te zijn. "Wij leefden in Vrijdag 20 juli 1990 Aly Wisse: Laat ze zich maar bewijzen. weelde". Maar ook hij is positief. "Er is best een trend aanwezig, een stukje ambitie. Er zijn "jonge hon den" bijgekomen die zich willen waarmaken". Knokken Positieve geluiden na het eerste half jaar DLV-nieuwe stijl. Toch zal het nog hard knokken worden voor het nieuwe bedrijf om zich een plaats op de markt te veroveren. Ze probeert dat ondermeer door nieuwe produk ten te ontwikkelen, vormen van teeltbegeleiding en bedrijfsanalyse bijvoorbeeld. Die bedrijfsmatige aanpak oogst lof. Maar twee jaar kan wel eens te kort zijn om stevig op de markt te staan, is de vrees van uit sommige KNLC- vertegenwoordigers. Immers, de meeste voorlichting die boeren en tuinders nu krijgen is 'gratis', wordt via het voer of het gewasbescher mingsmiddel betaald. Daar moet de DLV mee konkurreren. Een reden om er voor te pleiten dat het bedrijfsleven het eerste stukje van haar bijdrage in 1993 via een heffing bijeen brengt en niet via het profijtbeginsel. Dat profijtbeginsel blijft voor het KNLC wel voorop staan. De gedachte tot nu toe was dat een kollektieve heffing hooguit kon dienen om over tien jaar de laat ste eindjes aan elkaar te knopen. De sektorraadvertegenwoordigers stel len voor dit om te draaien. Er zijn ook andere argumenten om een deel van de kosten kollektief bij een te brengen. De tuinbouw ver wacht van de DLV begeleiding van studieklubs. Kollektieve voorlich ting waar kollektief voor betaald moet worden. Want ook mensen die niet naar een studieklub gaan, kij ken wel bij de buurman en pikken zo de nieuwtjes mee, vindt men. Toko Piet Swager, die het KNLC verte genwoordigt in de sektorraad volle grondsgroenteteelt, ziet nog een an dere reden om te beginnen met een kleine kollektieve heffing. Een be drijfsmatige aanpak, aktiviteiten op zetten waar geld mee te verdienen is, leidt snel tot 'tokovorming' is zijn vrees. Lukratieve, omzetvergrotende aktiviteiten worden nagejaagd en het gewone handwerk blijft liggen. "De DLV is nu al binnen de vollegronds groenteteelt bezig om kontrakttelers voor grootwinkelbedrijven voorlich ting te geven op kontraktbasis. Dat is prima op termijn maar ze moeten Studieklubs moeten voortaan zelf hun bijeenkomsten regelen. eerst kijken naar mensen die georga niseerd zijn. Die ontberen nu voor lichting", aldus Swager. "Om toch grip op de zaak te houden als bestuurders ben ik er voorstander van de eerste vijf procent bijdrage vanuit het bedrijfsleven via een Landbouwschapsheffing binnen te halen en niet via het profijtbegin sel". Daarmee koopt het bedrijfsle ven als het ware zeggenschap, kan gestuurd worden. De rest moet wel via het profijtbeginsel binnen ko men. "Het bedrijfsleven moet enorm alert zijn op het voorkómen van toko's", vindt Swager. Onafhankelijk Aly Wisse, lid van de sektorraad pluimveehouderij, heeft geen moeite met een snelle invoering van het pro fijtbeginsel. Laat de DLV zich maar bewijzen. Een paar honderd gulden voor een bedrijfsanalyse is geen en kel probleem, meent ze. Dat moet meteen in 1993 ingaan. "Als ze het in drie jaar niet kunnen kunnen ze het nooit. Als je als ondernemer na drie jaar niet draait ben je geen on dernemer meer. Maar als je ziet wat ze in een half jaar al gepresteerd hebben, dat is opzienbarend. Dan zijn ze al in 1992 klaar om de baan op te gaan", meent Wisse. Ze vindt wel dat er onafhankelijke voorlichting moet blijven. "Dat is me wel wat waard. Bijvoorbeeld of bepaalde voersamenstellingen wel of niet zijn aan te bevelen, dat zijn ty pisch vragen waar ik onafhankelijke voorlichting over wil". Ook voor Piet Swager staat het nut van een onafhankelijke voorlichting buiten kijf. "Je moet het van twee kanten horen voor optimale be drijfsvoering. Maar er zijn groente telers die zeggen gewoon tegen de vertegenwoordiger van de gewasbe scherming: je mag al mijn middelen leveren als je de ziekten en plagen in de gaten houdt. Die man is wel langs de weg gezet om een zo groot moge lijke omzet te halen". De behoefte aan voorlichting is per sektor verschillend, de behoefte om er voor te betalen ook. De be drijfsmatige aanpak van de DLV biedt kansen op een beter én onaf hankelijk voorlichtingsaanbod. De konkurrentie op de voorlich- tingsmarkt moet echter niet worden gevoerd ten koste van de portemon nee van boer en tuinder. Het be drijfsleven zal daarom de invloed die het voor een slordige 30 miljoen gul den koopt, moeten gebruiken om een goede afstemming te realiseren. Piet Swager: "We moeten er alle da gen bovenop zitten". Gerard Westerhof 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 13