"Onze kracht zit in de menselijke benadering" Bijna 2 miljard beschikbaar voor Structuurnota Landbouw Direkteur D. Kommer neemt afscheid van de ZON Na een loopbaan van 32 jaar, waarvan de laatste negen jaar als direk teur, neemt de heer D. Kommer vandaag afscheid van de Coöperatie ve Landbouwvereniging Zuid-Oost-Nederland, kortweg de ZON, in Eindhoven. Hij draagt het roer over aan de heer G. Leferink, afkom stig van Cebeco Handelsraad, die verder mag bouwen op de stevige basis, die zijn voorganger onder de Brabantse coöperatie heeft gelegd. Kommer heeft in veel opzichten zijn stempel op de ZON gedrukt. Sinds hij in 1981 de leiding overnam van de heer Engelen heeft de coöperatie een sterke groei doorgemaakt en zijn be langrijke investeringen gedaan. In 1958 zette Kommer zijn eerste schre den bij de ZON, toen nog een kleine coöperatie met negen man personeel (nu 41). Geboren en getogen in de koop van Noord-Holland, waar hij eerst bij de K.I. rundvee en later bij de coöperatie in Heerhugowaard werkte, was de overstap naar Bra bant toch een beetje een sprong in het onbekende. Het was niet de be doeling om lang in Eindhoven te blij ven. "Het ging mij er om wat meer ervaring op te doen en daarna weer wat noordelijker in Nederland te gaan werken. Maar mijn vrouw en ik kregen het hier geweldig naar onze zin. We zijn hier als het ware veran kerd. Enkele jaren geleden hebben we een bungalow gekocht tussen Ha pert en Hoogeloon, midden in de prachtige Kempen. We willen niet meer weg uit Brabant". Aanspreekbaar Met zijn verhuizing naar Hapert nam Kommer al engiszins afstand van de ZON, overigens zonder de greep op het bedrijf te verliezen. Ja renlang woonde het gezin op het be drijf aan de Hastelweg in Eindhoven. Niets ontging Kommer, ook niet 's avonds en 's nachts. "Ik was er altijd. Dat was zakelijk van belang, maar ook uit sociaal oog punt prettig. Je maakte eens wat meer een praatje met de meneer op de werkvloer. Voor het personeel was ik altijd aanspreekbaar. Dat ver klaart mede de goede werksfeer bij de ZON. De teamgeest is hier prima. Men heeft hart voor de zaak en is be reid in te springen waar dat nodig is. Als er moet worden overgewerkt, hoeft dat bijna nooit te worden ge vraagd. Dat doet men gewoon". Kenmerkend voor de ZON is de in formele manier waarop de coöpera tie met haar leden omgaat. De vereniging werd in 1948 opgericht door de kring Oost-Noord-Brabant van de toen nog zelfstandige Noord brabantse Maatschappij van Land bouw. De ZON werd en bleef een neutrale coöperatie, waarvan ieder een lid kon worden. Het persoonlijk contact met leden en relaties staat hoog in het vaandel. De jaarlijkse ledenvergadering op de laatste donderdag van november mag zich verheugen in een grote be langstelling. Krijgt men elders niet meer dan 20 mensen op de been, de ZON ontvangt in eigen huis steevast rond de 200 leden. De jaarstukken, verkiezing en andere formele hande lingen nemen doorgaans weinig tijd in beslag, zodat er voldoende gele genheid is voor gezellig napraten on der het genot van een hapje en een drankje. Geen nummer Zakelijk gezien houdt de coöperatie de menselijke benadering eveneens in ere. Kommer: "Bij ons zul je nooit een antwoordapparaat aan de lijn krijgen om een boodschap in te spre ken. Onze administratie werkt op nummers, maar bij zakelijke contac ten is men bepaald geen nummer. We weten met wie we te maken hebben, ook al kunnen we voor de bulkpro- dukten niet meer de orders ophalen op de bedrijven. Als er ergens pro blemen zijn, komen we natuurlijk graag. Ook onze chauffeurs hebben een open oor voor klachten en wen sen van de boeren. We laten onze klanten niet aantobben." Wat heeft de ZON tot een gezond en sterk bedrijf gemaakt? Kommer hoeft niet lang na te denken. "We zijn als bedrijf groot genoeg om effi ciënt en modern te kunnen werken, De agrarische sector zal een bijdrage moeten leveren aan het verbeteren van de algemene milieukwaliteit door het invoeren van duurzame be drijfssystemen. Vermindering van de milieubelasting is met name noodzakelijk op het gebied van de chemische gewasbescherming, de uitstoot van ammoniak en de af- en uitspoeling van fosfaat en nitraat door bemesting. De doelstelling van het gewasbe- schermingsbeleid; een vermindering van 50% van het gebruik van gewas beschermingsmiddelen in het jaar 2000, blijft onverkort gehandhaafd. Van de gebruikte gewasbescher mingsmiddelen bestaat 50% uit grondontsmettingsmiddelen. Via de ze middelen komen veel ongewenste stoffen in de bodem, zodat terug dringing nodig is. Zo mogelijk dient het gebruik, uitgedrukt in het volu me werkzame stof, in 2000 met 80% te zijn gedaald ten opzichte van 1985. Ammoniak Voor ammoniak zijn alle inspannin gen er op gericht in 2000 een vermin dering van de uitstoot van 70% te bereiken ten opzichte van 1980. Vol gens de huidige technische en econo mische inzichten is een vermindering van 50% haalbaar. De bemestingsnormen voor fosfaat zullen vanaf 1995 ook voor fosfaat- kunstmest gelden en gefaseerd wor den teruggebracht. Voor stikstof zal zo mogelijk vóór 1991 een plan van aanpak worden geformuleerd. De totstandkoming van voldoende mestverwerkingscapaciteit, 6 mil joen ton eind 1994, is een belangrij ke beleidsdoelstelling. Wanneer bij de evaluatie blijkt dat er onvoldoen de perspectief is voor de verwezenlij king van deze verwerkingscapaciteit, dan zullen aanvullende maatregelen, zoals volumemaatregelen, worden genomen. De in het beleidsvoorne men voorziene heffing op kunstmest vervalt. Overwogen wordt een ammoniak- heffing in te voeren ten behoeve van het te voeren beleid, dat is gericht op de vermindering van de uitstoot van ammoniak. Een aantal organisaties maar niet te groot om met specifieke wensen van onze leden en klanten re kening te kunnen houden. Dat be paalt de kracht van onze organisatie." In de beginjaren hield de ZON zich vrijwel uitsluitend met meststoffen bezig en veel minder met mengvoer. Nu zijn de rollen omgedraaid. De voederartikelen bepalen ruim 90% van de omzet die in totaal boven de 150.000 ton per jaar ligt en meer dan 75 miljoen vertegenwoordigt. Het aantal leden bedraagt nu ongeveer 230. Deze nemen ca. 60% van de omzet voor hun rekening. In de 80-er jaren nam de mengvoederproduktie bij de ZON een grote vlucht. Er kwam een eigen fabriek, goed voor meer dan 100.000 ton per jaar. Kom mer: "In 1983 was het plan voor de eigen fabriek helemaal klaar. De ge meente Eindhoven was bereid mee te werken. Op 10 mei 1983 viel de be slissing in onze ledenvergadering, vrijwel zonder discussie. En dat ter- vond in het beleidsvoornemen de rol van de biologische landbouw in rela tie met de oplossing van de milieu problematiek onderbelicht. In de re geringsbeslissing is daarom aan de biologische landbouw uitgebreid aandacht besteed. Aan onderzoek naar perspectieven van biologische landbouw wordt prioriteit gegeven. Voor een aantal bedrijven, waaron der akkerbouwbedrijven, kan om schakeling op biologische landbouw wellicht uitkomst bieden. Akkerbouw De paragraaf over de akkerbouw is aangepast in het licht van de advie zen die zijn ontvangen en het rege ringsstandpunt over het advies van de commissie van Goede Diensten inzake de akkerbouwproblematiek. De hoofdlijnen van het beleid zijn als volgt geformuleerd: - herstructurering van het perspec- tiefbiedende deel van de akkerbouw; - bedrijfsbeindiging van akker bouwbedrijven die geen toekomst mogelijkheden hebben; - tijdelijk bedrijfssteun en braakleg ging gedurende het proces van her structurering. Voor de akkerbouw zullen de finan ciële middelen worden uitgebreid tot ruim 450 miljoen gulden in de perio de 1990-1994. Het Meerjarenplan Gewasbescher ming, dat. nog dit jaar zal verschij nen, zal maatregelen bevatten, die moeten leiden tot een structurele vermindering van de afhankelijke heid en het gebruik van grond- ontsmettingsmiddelen. Dierlijke sectoren In de Structuurnota wordt een graasdierennorm voorgesteld van ten hoogste drie melkkoeien per ha. Deze norm zal uiteindelijk worden afgestemd op de normen voor mest en op het ammoniakbeleid. Voor be staande bedrijven die vleesstieren houden zal een aangepast regime gaan gelden. In een overgangsperio de van 10 jaar worden via het struc tuurbeleid prikkels ingebouwd om een geleidelijke aanpassing aan de norm te bewerkstelligen. Een aantal adviserende organisaties vond de wijl het ging om een investering van 1,5 miljoen gulden met een minimaal eigen vermogen. Men had echter ver trouwen in de plannen. Op 24 mei 1985 - mijn verjaardag - werd de eer ste vracht uit onze nieuwe fabriek uitgereden. Een dag om nooit te ver geten." Investeringen In de laatste jaren werden op initia tief van Kommer nog meer investe ringen gepleegd. Er kwam een half-automatische opzakinrichting voor meststoffen en veevoeders. Ver der komt binnenkort de derde graan- droger in bedrijf waarin vooral korrelmais wordt gedroogd. Bestaan de silo's werden hiervoor aangepast en voorzien van een afzuiginstallatie. Zo probeert de ZON steeds tijdig in te haken opnieuwe ontwikkelingen in de markt. Het bedrijf vaart er wel bij. Directeur Kommer kan "zijn" coöperatie dan ook met een gerust hart overdragen aan zijn opvolger. aandacht voor de kleine veehoude rijsectoren te summier. Deze krijgen nu meer aandacht. Grondgebruik Op bedrijfsniveau is grote behoefte aan oppervlakte vergroting. Hier voor moet grondjvrijkomen. Om het instrument pacht te laten bijdragen wordt voorgesteld de Pachtwet aan te passen. In de pachtwet zal een af zonderlijk stelsel worden opgeno men voor relatief kortdurende ver pachting van los land. Een studie zal uitsluitsel moeten geven over de mo gelijkheid tot een gefaseerde verho ging van de pachtnormen tot 2% van de verkeerswaarde van onge- pachte grond. Financiële middelen De Structuurnota landbouw leidt zo wel om economische als om markt technische redenen, als om reden van milieu, gezondheid en welzijn van dieren tot een versterkte inzet van beleidsinstrumenten. De beschikbare middelen zijn ver hoogd, in vergelijking met het be leidsvoornemen. Verhoogd zijn de posten milieu-investeringen, onder zoek, voorlichting, onderwijs, aan vullende maatregelen akkerbouw en vestigingssteun jonge boeren. Reaktie Landbouwschap Het Landbouwschap vindt het tem po waarin minister Braks de doelstellingen van de Structuurnota Landbouw wil verwezenlijken ambi tieus. Van de agrarische bedrijven wordt een hoog tempo van aanpas sing gevraagd, terwijl niet in alle ge vallen duidelijk is of dat technisch en economisch wel haalbaar is. Het Landbouwschap betwijfelt of de structuurnota financieel wel vol doende is onderbouwd. De claims op landbouwgrond voor natuurdoel einden zorgen voor een groot span ningsveld. Voorzitter Mares zet ver der een vraagteken bij de zin van een maximum aantal graasdieren per hectare in de grondgebonden vee houderij. De mogelijke introductie van een heffing op gewasbescher mingsmiddelen wees hij af. Het Landbouwschap gaat de Twee de Kamer vragen om bij de discussie over de Structuurnota Landbouw ook de positie van agrarische werk nemers, de bedrijfsovernameproble- matiek, de leefbaarheid van het plat teland en de sociale en fiscale aspec ten van het beleid te betrekken. In de nota zelf komen deze zaken niet of nauwelijks aan de orde, hoewel het Landbouwschap daarom in een eer der stadium wel heeft gevraagd. 5 De komende 4 jaar is voor de uitvoering van de Structuurnota Land bouw een bedrag van bijna 2 miljard gulden beschikbaar. Dit staat in de Regeringsbeslissing Structuurnota Landbouw, die mi nister ir. G. Braks naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. In de nota wordt aangegeven welke belangrijke veranderingen de ko mende jaren van grote invloed zullen zijn op de Nederlandse land en tuinbouw. De algemene doelstelling van het in de jaren '90 te voe ren landbouwbeleid is: het bevorderen van een concurrerende, veilige en duurzame landbouw. De gaande en de komende man bij de ZON, links Kommer, rechts Leferink. "Enkele maanden geleden heb ik gedacht: man, ga toch naar Maastricht (om gouverneur Kremers op te volgen, red.). Hij is 57 jaar en op die leeftijd is er voor een minister in Nederland geen betere betrekking te krijgen". Drs. H. Eversdijk (CDA), voorzitter van de vaste Kamer commissie. "Braks is op dit moment de ideale bruggenbouwer tussen boeren, vissers en de rest van de maatschappij. Hij treedt met duidelijke gestrengdheid op. Al moet ik toegeven: één slimmerd is duizend ministers te erg. Maar stelt u zich eens voor dat Braks weg moet. Wie moet er dan komen? Er is niemand". Joris Schouten, lid Eerste Kamer voor het CDA, oud voorzitter van het Landbouwschap (Vrij Nederland 30 juni 1990). "Boeren zijn beheerders van museumboerderijen, of ze zijn zelfstandige on dernemers, die met de markt rekening moeten houden. Beide kan niet". Commentaarschrijver NRC-Handelsblad (26 juni 1990). "Er zitten bij het Landbouwschap ongetwijfeld deskundige, ervaren ambte naren. Met elke twee jaar een andere carrière-zuchtige voorzitter moet er voor hen toch ook de lol af gaan". Bert Jongmans, columschrijver in Boerderij (26 juni 1990). "Dit voorzitterschap is een mooie kans. Anderen vinden mij niet ongeschikt, ik zal dat niet bestrijden". Jaap van der Veen, per 1 januari 1991 voorzitter Produkt- schap voor Groente en Fruit en Produktschap voor Sierge wassen, thans Landbouwraad in Amerika, ex-voorzitter CBTB (Agrarisch Dagblad, 22 juni 1990). Vrijdag 6 juli 1990

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 5