uit dew
praktijk
Op zijn mooist
Iedere keer weer andere regels en voorschriften
Iemand met een frisse
kijk op de problemen
Rassenkeuze bieten mede
door bladrijkheid bepaald
Praktijk vraagt graankwotering
Na een week regenachtig weer,
waarbij tevens zware wind voor
kwam, is het ook op NOORD-
BEVELAND rustiger weer gewor
den. De weersverwachtingen voor
volgende week zijn ook goed met
mooi rustig zomerweer. We hebben
de afgelopen dagen een welkome
hoeveelheid neerslag gehad en de ge
wassen hebben er dan ook dankbaar
van geprofiteerd.
Over het algemeen staan de gewas
sen er goed en gezond voor. Uitzon
deringen zijn de gewassen op droog-
tegevoelige gronden. Deze gronden
hebben in mei echt te weinig regen
gehad en laten het dan ook afweten.
Ook voor veldbeemd graszaden zal
het vermoedelijk wel iets te droog
geweest zijn om een heel goede op
brengst te geven.
Na 1 juli komt de P.D.-kontrole op
gang op de aardappelopslag in de
andere gewassen. Ik denk, dat vele
boeren de laatste tijd druk doende
geweest zijn met dit probleem, want
met deze zachte winters wordt het
toch wel een hele klus om opslagaard
appels klein te krijgen/houden. Ze
ker als het volggewas uien of suiker
bieten betreft. Een winter met vorst
van betekenis zou wel wenselijk zijn.
Als we zo over ons eiland kijken,
zullen deze week ook de eerste perce
len graszaad wel gemaaid worden en
is daarmee de oogst 1990 op onze
akkerbouwbedrijven begonnen. Dit
is ongeveer gelijke datum als vorig
jaar.
Helaas is de markt voor hooi en stro
weer zeer kalm, waardoor ook de
prijszetting slecht is. Jammer, er zijn
ook jaren geweest, dat de bijproduk-
ten goed tot zeer goed waren en er is
toch door veel akkerbouwers ook
fors geïnvesteerd in deze oogstwerk-
zaamheden.
Het toeristenseizoen is ook weer be
gonnen. Met de vroege vakanties bij
onze oosterburen uit Nordrhein-
Westfalen, die begonnen d.d. 15 ju
ni, is ook op ons eiland weer een
flinke drukte op gang gekomen en
zullen ook wij met onze grote me
chanisatie met hen rekening moeten
houden, bij het gebruik maken van
de wegen.
Onze minister Braks zit ook weer
eens in moeilijk vaarwater. Nu weer
met de mestproblematiek. Als ik het
zo na ga, hebben we langzamerhand
alle facetten van zijn ministerie wel
gehad met kleine en/of grote affai
res. Heeft hij het niet met dé visserij
aan de stok, dan is het wel met de
landbouw op de één of andere ma
nier. De andere tak van zijn ministe
rie is de openluchtrekreatie, en ook
op dit terrein is hij 'laks'. Een fat
soenlijke uitspraak over het aantal
eenheden op onze mini-campings is
er ook anno 1990 weer niet uit
gekomen.
Dit schrijvende aan de vooravond
van hoofdseizoen 1990 stelt mij dit
alles zeer teleur in onze minister en
persoonlijk trek ik onze minister op
deze positie dan ook zeer in twijfel!
Misschien is het wel eens wenselijk
als zijn plaats door een ander opge
vuld gaat worden. Iemand met een
nieuwe frisse kijk op al onze proble
men rond dit ministerie. Het zal ook
dan niet eenvoudig zijn, maar zoals
het nu gaat, gaan we toch echt berg
afwaarts met bijna alles wat onder
dit ministerie ressorteert.
Er wordt in Den Haag vergeten, lijkt
het wel, dat de landbouw een be
langrijke bijdrage levert aan de
werkgelegenheid en aan de export.
Vrijdag 29 juni 1990
Met de werkgelegenheid bedoel ik
dan vooral alles om de landbouw
heen, want als praktiserende boeren
zijn wij maar met 4-5%, maar wij le
veren wel voor veel meer mensen
werk, en op de exportbalans dragen
we toch ook altijd nog positief bij.
Het is dus zeker geen onbelangrijke
bedrijfstak. Hiermee eindigende wil
ik een ieder een goed en vlot verlo
pend oogstseizoen toewensen.
Ook in onze WESTHOEK zijn we
de langste dag al weer gepasseerd, 't
Gaat allemaal zo snel, vooral dit
jaar. Zo vroeg als alles is tot op he
den, gewoon een maand eerder. In
ons gebied is nogal wat regen geval
len, vooral een week geleden was het
plaatselijk, zoals met onweersbuien
nogal raak. Met nog wat hagel erbij,
maar van direkte schade nog niets
gehoord.
Voor velen even een rustige tijd zo
net voor de oogst. Alles, voorzover
nog niet gebeurd, nog even nazien,
zodat dadelijk alles zoveel mogelijk
zonder storingen kan verlopen.
Overal waar je rondkijkt staat een
prima oogst. Jammer dat die geste-
vergelingsziekte toch wel een grote
omvang gaat aannemen, ook in de
tarwe. Wat gaan we daaraan doen?
Velen van ons geloven dat in een
vroeg stadium maatregelen genomen
moeten worden (bespuiting). Ande
ren willen de verbouw van winter-
gerst verbieden, zoals eerder is ge
beurd. We zullen maar hopen dat
onderzoek ons een juist advies kan
geven.
Bieten staan er ook geweldig goed
voor. Ondanks twee bespuitingen te
gen de bladluizen zien we toch weer
Volgens velen is het landschap nu op zijn mooist. Alles heeft nog een
frisgroene kleur, terwijl hier en daar een blok bloeiend blauwmaan-
zaad of -tot voor kort- vlas (zie foto) voor afwisseling zorgt. De ver
schillende gewassen staan er overigens prima bij.
Tussen de buien door is in WEST
BRABANT-ZUID een begin ge
maakt met het inkuilen van de twee
de snede gras. Op een aantal plaat-
sen is er een zuur of zout aan toege
voegd om een betere konservering te
krijgen. Het probleem dat op veel
veebedrijven gaat spelen is een te
kort aan ruimte tenzij de plaat voor
de snijmais wordt gebruikt. Door de
nog aanzienlijke voorraden voor-
droog en snijmais zijn straks velen
genoodzaakt op een weiland in te
kuilen.
De snijmais belooft weer een goede
oogst te geven. Het wat koudere
weertype heeft geen invloed gehad
op de groei. Steeds meer maistelers
gaan er toe over om na opkomst, als
het gewas 30 cm hoog is, met een
aangepaste wiedmachine, triltand-
kultivator of rijenfrees een onkruid-
bestrijding uit te voeren. Het
systeem aanaarden wordt ook met
sukses toegepast. In een aantal ge
vallen is tijdens de mechanische on-
kruidbestrijding nog wat stikstof
bijgegeven.
Ver voor in groei zijn de suikerbie
ten. De groeipuntsdatum is 9 dagen
eerder bereikt dan vorig jaar. Op het
moment dat de biet 4 gram suiker
bevat spreekt men van de groei
puntsdatum. Vanaf dat moment kan
er globaal bepaald worden, aan de
hand van een grafiek, wat de eind-
opbrengst kan zijn. Geruchten
«loen onder de telers de ronde dat de
suikerindustrie op 4 september wil
beginnen. Veel zal natuurlijk van het
verdere groeiseizoen afhangen al
enkele bladtoppen waar vergeling in
komt. 't Zou zonde wezen. De aard
appelen hebben met de regen van de
laatste weken een dak van loof gé-
kregen. Als het wat gevaarlijk weer
wordt, wat nat en warm, zodat de
ziektedruk toeneemt, moeten we het
gewas goed onder de beschermende
middelen houden; soms kan binnen
de gestelde termijn veel narigheid
voorkomen.
Van de week eens in een andere kring,
waar veel vroege aardappelen ver
bouwd worden, rondgekeken. Wat
is daar al veel gerooid. Maar nog ve
le ha's liggen te wachten hopelijk
blijft het prijsnivo redelijk. Zo rond
rijdend zie je de hopen droge kip
penmest (kuikenmest) ook weer lig
gen wachten tot de oogst geruimd is
om te worden verstrooid. Goed spul,
maar nogal prijzig vinden sommige
kollega's.
Nadat eerst enkele silo's waren ge
plaatst, voor opslag van drijfmest,
komen nu ook de mestzakken in ge
bruik, gemaakt van zeer solide mate
riaal. Een goede gang van zaken als
dat wat gespreid aangevoerd kan
worden en tevens bij goed weer zon
der te wachten uitgereden en inge
werkt kan worden.
Mest is tegenwoordig wel een gela
den woord in den lande! Tot in de
hoogste nivo's zit men er mee in de
problemen. Net als met de visserij.
Wat kan iemand als eerste verant
woordelijk (Braks) het er niet moei
lijk mee krijgen. En dan de AID, die
zou het vanwege de hoge werkdruk
ook moeilijk hebben, 't Is ook niet
gemakkelijk, die mensen moeten
overal verstand van hebben, overal
inzetbaar zijn. Te land en ter zee, ie
dere keer weer andere regels en voor
schriften en dan de hoogste bazen.
Nog alle informatie geven, een on
mogelijke taak. En het ergste is nog
dat ze niet overal als vrienden wor
den ontvangen ook.
En dan de topambtenaren van het
ministerie van Landbouw, die schij
nen het ook al zo druk te hebben,
maar de grote baas zit zonder de
juiste informatie. Gelukkig dat onze
standorganisaties en de landbouw
media telkens weer op al hetgeen
wijzen wat er allemaal op ons af
komt. Want ook wij zijn verant
woordelijk voor ons doen en laten
op onze bedrijven.
Echter voor u die er een paar dagen
op uit gaat (vakantie) geniet daar
van liefst zorgeloos. Het doet zo
goed eens iets anders te zien en te ho
ren dan waar we toch dagelijks mee
bezig moeten zijn.
kan men er van uitgaan dat bij een
normale zomer vroeg de 50 ton per
ha bereikt zal zijn. Op veel plaatsen
is er een spreuk dat op een bepaalde
datum de bieten een bierflesje dik
moeten zijn. Deze datum ligt
meestal op begin juli, terwijl nu al
veel percelen dat stadium gepasseerd
zijn.
De onkruidbestrijding heeft weinig
problemen gegeven. Toch schakelen
enkele telers volgend jaar over op
een ander ras omwille van de on
kruidbestrijding. Rassen die bladrijk
zijn sluiten zich veel eerder zodat de
meeste zaadonkruiden weinig kans
meer krijgen. Een ras als Univers
heeft weinig blad en dat is volgens
die telers een minpunt. Weer andere
telers zaaien op de wat hogere zand
gronden juist een ras met weinig
blad om tijdens een droge periode
weinig verdamping te hebben.
De eerste percelen Italiaans raaigras
zullen de eerste week van juli ge
maaid worden en dat is ruim 14 da
gen eerder dan normaal gebruikelijk
is. Voldoende vocht tijdens het afrij
pen en zonnig weer tijdens de bloei
moeten eigenlijk een topopbrengst
aan zaad geven. In de praktijk gaat
dit niet altijd op. Naar graszaadhooi
is totaal geen vraag meer.
Graszaadtelers die jaarlijks hun stro
verkochten stoppen hiermee. Na af
trek van de kosten voor persen blijft
er haast niets over. Met een laag
drijfmest geeft het een massa organi
sche stof in de grond en dat is finan
cieel ook niet te verwaarlozen.
Het binnenhalen van de eerste ak
kerbouwgewassen hier in OOST
ZUID-BEVELAND heeft een aan
vang genomen. De eerste plantuien
zijn gerooid, en naar het zich laat
aanzien zal de kg-opbrengst hoog
zijn, wat als regel een negatief effekt
heeft op de kg-prijs.
Alhoewel men dit jaar al in decem
ber begonnen is met het planten van
uitjes, is er toch weinig verschil in
ontwikkeling te zien tussen b.v. de
cember of februari geplantte uitjes.
Ook is men hier eind vorige week
reeds begonnen met het maaien van
de vroegste soorten graszaad.
Ongeveer twee weken geleden was er
de jaarlijkse ekskursie van de vereni
ging voor bedrijfsvoorlichting naar
proefboerderij de Rusthoeve. Altijd
toch weer een interessante ekskursie
zo midden in het groeiseizoen van de
gewassen. Een leuke proef was te
zien met rijenbemesting van suiker
bieten waarbij een reduktie van 30%
N mogelijk moet zijn. Verder waren
er natuurlijk weer vele verschillende
rassen wintertarwe te zien. Hieruit
bleek toch wel dat er per ras heel veel
verschil in ziektegevoeligheid is.
Vooral een belangrijk ras als Obelisk
springt er dan in negatieve zin uit.
Vooral wat aantasting dioor bruine
roest betreft. Tegen het probleem
van de zgn. Yellow Dwarf is nog
geen afdoende oplossing gevonden.
Het is wel duidelijk dat het ook
voorkomt in percelen die pas eind
december bovengekomen zijn.
Waaruit valt af te leiden dat er dus
een late (voorjaars) infektie plaats
gevonden moet hebben. Verder was
het opmerkelijk dat de meeste rassen
zomergerst er in vergelijking met
wintertarwe er mooi gezond voor
stonden na weinig ziektebestrijding.
Op de verkeerde weg
Dit groeiseizoen maakt toch ook
weer duidelijk dat men in een poging
de graanproduktie te verlagen, met
de braakregeling volstrekt op de ver
keerde weg zit. Aan de ene kant geld
uitgeven om niets te produceren en
aan de andere kant wordt er nog
steeds maar geprobeerd om met be
hulp van chemicaliën en veel kunst
mest, zoveel mogelijk kg's graan van
een hektare te verkrijgen.
We zouden als praktijk veel beter af
zijn met een bepaald kwotum tegen
redelijke prijzen zodat we rassen
kunnen telen met een wat lagere kg-
opbrengst maar met minder teelt-
kosten (minder N, minder ziekte
bestrijding). Beter voor onszelf en
beter voor het milieu.
A
Alles groeit even weelderig.
Daarbij denk ik niet alleen aan
de gewassen. Zelden zag ik dat
boom en struik een mooiere dracht
van bladeren hadden dan dit
jaar. Niet alleen blad en bloem,
ook de vogels en het wild. De ha
zen en konijnen zijn in grote ge
tale te zien. Zelfs in de tuin vlak
bij huis zie je ze huppelen. Ter
wijl als je de polders rond fietst
je alle soorten wild tegenkomt.
Fazanten, een krooi patrijzen, ze
stofferen mede het landschap.
Toch wordt hier en daar een
wenkbrauw gefronst. De rimpels
trekken zich samen als men al dat
jolijt aanziet.
De hazen hebben het echt te bont
gemaakt dit voorjaar. Vooral de
tarwe heeft te lijden gehad. De
konijntjes maken pijpen in de
dijken en de fazantenkolonie
wordt echt te groot. Ik dacht dat
de jager een flinke taak is toebe
dacht dit najaar.
Dan zijn er de vogels. Spreeuwen
en merels houden inspektie. De
bessen kleuren al aardig en de
frambozen worden rijp. Met de
aardbeien zijn ze al weg. Ze kij
ken aandachtig hoe ons soort
mensen in de weer is met stokken
en netten. Ze storen ons niet met
het onhandelbare net dat overal
aan blijft haken. Als het naar on
ze mening wel goed zit en we te
vreden naar binnen gaan, den
kend dat de bessen nu on
gestoord heerlijk rijp en vol van
sap kunnen worden, horen we
een groep gevleugelde dieren te
gen elkaar kwetteren dat het een
lust is.
Een blik naar buiten leert me dat
zeker 20 spreeuwen boven op het
net zitten. Ze zijn elkaar aan het
uitleggen waar de gaatjes zitten
en hoe ze aan de kost, dit keer
de bes, kunnen komen. Wij ge
ven het op, we zullen het met het
overschot moeten doen.