Onderlinge solidariteit noodzaak voor landbouw
zuidelijke landbouw maatschappij
Britse markt voor verse
groenten en fruit groeit
Ontwerp streekplan
Concept milieu-beleidsplan
TGV-fenomeen
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 22 JUNI 1990
78e JAARGANG NO. 4027
Onderzoek afzetmogelijkheden vanuit Zeeland
De Britse markt voor verse groenten en fruit is nog steeds
groeiende. De laatste jaren komen light-produkten zoals
komkommers, aubergines en paprika's steeds meer in de
belangstelling. De Britse consument heeft een duidelijke
voorkeur voor verse groenten. In de Britse markt voor
vers fruit zit eveneens groei. Er is een duidelijke tendens
waarneembaar naar steeds kleinere produkten zoals de
minigroenten en minifruitsoorten.
Ook de belangstelling voor exotics neemt toe. Dit zijn
fruitsoorten als meloenen, kiwi's, grapefruit, ananas en
avocado's. De consumptie van traditioneel fruit zoals ap
pels en peren vertoont daarentegen een dalende tendens.
Dit zijn enkele conclusies uit het onderzoek dat vijf stu
denten van de Agrarische School Delft hebben gedaan in
opdracht van de Zeeuwse Stichting Stimulering Plantaar
dige Produktie. Het betreft een vooronderzoek naar mo
gelijkheden voor export van fruit en verse groenten naar
Groot Londen. Doel was na te gaan welke versprodukten
die in Zeeland geteeld kunnen worden perspectief bieden
voor de afzet in Groot Londen (6,8 miljoen inwoners.)
Sober verpakking
De studenten hebben geconstateerd dat het Nederlands
produkt, dat in Engeland op de markt komt, vaak sober
wordt verpakt. Het Britse publiek leidt daaruit af dat het
produkt van mindere kwaliteit is. Een goede promotie is
belangrijk. Uit het onderzoek blijkt voorts dat er een ver
schuiving plaats vindt van de aankoop van verse groente
en fruit van de groentewinkel naar de supermarkt. Daar
naast is er in het gebied Groot Londen een sterke concur
rentie aan de gang. Het gebied wordt bewerkt door tal
van exporteurs.
In het kader van hun vooronderzoek hebben de studen
ten zich voornamelijk beperkt tot het verzamelen van ge
gevens. Zij bevelen op een aantal punten
vervolgonderzoek aan.
Zij hebben hun rapport woensdag jongstleden in het
Landbouwhuis gepresenteerd aan he bestuur van de
Stichting Stimulering Plantaardige Produktie.
Het jaarlijkse schaapscheerders/eest in Nisse heeft dit jaar een kleine 11.000 bezoekers getrokken, 1000 meer
dan vorig jaar. Behalve het scheren van de schapen van de organiserende Stichting Zeeuwse Schaapskudde
(zie foto) waren er weer tal van andere activiteiten, zoals een demonstratie met antieke landbouwtrekkers,
ouderwets boomzagen, keuringen, een veemarkt etc. Een bijzonderheid was de door een trekpaard aangedre
ven rosmolen, die via een tandradoverbrenging een antieke dorsmachine in het werk stelde. Veel bekijks trok
de show met Axelse klederdrachten. "Hoeveel videocamera's ik daarop niet gericht zag", vertelt de voorzitter
van het organisatiecomité de heer P.J. Elenbaas. Hij zegt dat het streven is zoveel mogelijk ambachten en
zo weinig mogelijk commerciële aktiviteiten naar het feest te halen. De opbrengst komt ten goede aan de kud
de. (foto Anton Dingemanse).
Het is niet eenvoudig om landbouw uit te oefenen an
no 1990. De problemen zijn velerlei, soms algemeen,
soms concentreren zij zich op een bepaalde tak. Pro
blemen in de akkerbouw, slechtere prijzen voor de
melk, problemen met de werkvoorziening in de bollen
teelt. Zeeland heeft te maken met zijn vaste oeverver
binding en Zeeuws-Vlaanderen kampt met een ver
voersprobleem in verband met de varkenspest in Bel
gië. Met Pinksteren zijn er moeilijkheden gerezen om
trent de toegestane hoeveelheden gasten op de mini-
campings. Het milieuprobleem belaagt de landbouw in
zijn totaliteit. Het wordt ook menens, ledereen voelt
duidelijk aankomen, dat na het produceren van bergen
nota's en notities er spijkers met koppen geslagen
moeten worden in dit goede land.
Ook Brabant deelt mee in dit gebeuren. Brabant was
vroeger een provincie met industrie en had op de Zuid
westelijke klei een landbouwgebied dat er wezen
mocht. In de rest van de provincie was er best wat te
vinden op landbouwgebied, maar zeker in deze gebie
den "droop" de welvaart er niet af. Maar juist in deze
zandgebieden is na de oorlog van '40-'45 en ook al
daarvoor de landbouw sterk ontwikkeld. En met suc
ces! Wat vroeger heide en woest gebied was is tot
ontwikkeling gebracht op een manier waar iedereen
trots op is. Rijksoverheid en provincie hebben deze
ontwikkeling gestimuleerd. Nu 1990, dreigt aan deze
ontwikkeling een einde te moeten komen. Sterker nog,
men wil de klok niet stilzetten, maar zelfs terugzetten.
Met name het Provinciaal Bestuur dat in de nota "Uit
spanning naar veerkracht" met de landbouw nog het
beste voorhad, kondigt maatregelen aan die voor de
landbouw onverteerbaar zijn.
Het ontwerp streekplan is uitgekomen. Met name in
Midden-Brabant worden op langere termijn duizenden
hectares geclaimd voor natuurterreinen. Gelden om
deze gronden te kopen zijn er niet, maar wel wordt er
als het ware "een stempel op gedrukt" en dat bete
kent: landbouw de zekerheid die gij had met deze gron
den hebt gij niet meer; wat het precies moet worden
zullen we wel zien. Op langere termijn zijn uw
bestaansmogelijkheden niet zeker meer.
Zeker voor jonge boeren is dit een situatie die onver
teerbaar is. Ook de poging die in het ontwerp streek
plan gedaan wordt om milieubeleid en ruimtelijke orde
ningsbeleid te koppelen spreekt ons slecht aan. En de
ze theorie wordt tot aan de bedrijven toe doorgevoerd.
Dus een soort bevriezing van de huidige manier van ex
ploiteren van een bedrijf.
Het was natuurlijk ook niet zonder reden dat vorige
week vrijdag zo'n 200 agrariërs aanwezig waren in de
Statenzaal te Den Bosch toen het Grondwaterplan in
de commissie Milieu aan de orde werd gesteld. Een
vijftal agrariërs maakte op waardige wijze gebruik van
het recht om in te spreken. In dit Grondwaterplan
speelt voor de agrariërs de beregening met grondwater
op grasland een grote rol. Verschillende zaken zijn
voorlopig teruggewezen naar de onderhandelingstafel
met landbouw.
Ook het concept milieu-beleidsplan van de provincie
Noord-Brabant is uit. Enkele passages: "De mestpro-
duktie en de ammoniakuitworp door de intensieve vee
houderij dragen in grote mate bij aan de verzurings- en
vermestingsproblematiek in Noord-Brabant. De provin
cie verwacht van de landbouwsector dat zij o.a. met
voorstellen komt om de aanbevelingen van de Com
missie Van der Stee (het rapport "Om schone zakelijk
heid") te concretiseren voor de korte termijn. Voor de
korte termijn zal de provincie nieuwe vestigingen en
uitbreiding van veehouderijbedrijven aan stringente be
perkingen onderwerpen. Wat de financiën betreft: 14
miljoen aan kosten voor de provincie in de jaren
'91-'95 en vanaf '94 elk jaar vier miljoen structureel.
Voor de doelgroepen landbouw, verkeer en vervoer en
industrie wordt 110 miljoen gevraagd en daarbij ko
men dan nog de uitgaven ter uitvoering van het Natio
naal Milieu Plan. Dat de benadering van de doelgroe
pen een nieuw element is in dit beleid mag op zichzelf
best positief benaderd worden. Ook in het N.M.P. vin
den we deze benadering. Maar het betekent niet niets
wat er op ons afkomt!
Om de greep uit het scala van Brabantse perikelen te
beëindigen: het TGV-fenomeen. Er liggen verschillen
de tracés (zeker vijf). De landbouw zal evenals bij weg-
tracés ook zijn keus moeten bepalen en deze te
bestemder tijd uit moeten spreken. Ook de vraag of de
komst van een TGV gewenst is moet door de land
bouw beantwoord worden. Welk tracé ook gekozen
wordt, één ding is duidelijk: in West-Brabant zijn ver
schillende ruilverkavelingen in zo'n vergevorderd sta
dium dat de meeste tracés voor deze TGV voor de
landbouw desastreus zijn.
U ziet het, en u wist het ook al, er is in Brabant veel
aan de hand. Bij de aanvang heb ik u al geattendeerd
op de problemen in de diverse takken en de proble
men van de twee provincies waarbinnen de ZLM ope
reert. Een ding is duidelijk, niet de takken, maar de he
le landbouw zal de problemen moeten aanpakken.
Wanneer we ons verdeeld opstellen zullen we onvol
doende weerbaar zijn. Zo'n vijf procent van de Neder
landse bevolking wordt geacht met de landbouw
doende te zijn. De inbreng van deze groep in onze
economie is aanmerkelijk groter en daar zijn we dan
ook trots op. Solidariteit van de gehele landbouw ('t
is soms heel moeilijk) zal onze positie versterken in de
onderhandelingen.
A.H. Munters