Biotechniek verhoogt weerstand van de plant
Een nieuw ras ontwikkelen
kost al gauw 15 jaar
Minder granen in mengvoeders
Drs. Noome voor tuinbouwbestuurders
Biotechnologie geeft een incidentele stroomversnelling in de planten
veredeling, door natuurlijke principes slim te benutten. "De gevaren
zijn minder groot dan bij andere technologieën, juist omdat je zo
oplet wat er gebeurt. Je weet bijna 100% zeker wat je aan het doen
bent". Aldus drs. Cees Noome van kweekbedrijf Van der Have in
Rilland.
Noome schetste voor een tegenval
lend aantal tuinbouwbestuurders uit
de KNLC-organisaties de mogelijk
heden en gevaren van biotechnologie
in de plantenveredeling. Hij is 'alge
meen manager research strategie' bij
het veredelingsbedrijf. Die deftige
naam wil zeggen dat Noome, van
huis uit bioloog, de grote lijnen van
het onderzoek in het bedrijf moet
sturen. Dat vergt een visie op lange
termijn, want plantenveredeling is
een werkje van lange adem.
Biotechnologie is een aanvulling op
plantenveredeling, stelde Noome.
Een dure aanvulling. "Financieel
niet te behappen, voor geen enkel
bedrijf, om het hele terrein te dek
ken en er dan nog geld aan te verdie
nen". Van der Have beperkt zich
daarom. Het bedrijf 'knipt en plakt'
geen DNA (erfelijk materiaal). Dat
doen andere bedrijven zoals Mogen.
Van der Have gebruikt het resultaat
van dat knippen en plakken in haar
veredelingsprogramma's, als een ex
tra bron van variatie.
Winkelen
Biotechnologie maakt het mogelijk
te winkelen in de natuur. Was het
vroeger zo dat een suikerbiet alleen
met een suikerbiet gekruist kon wor
den, met de DNA-technieken kan di-
rekt in het genetisch materiaal wor
den ingegrepen. Door knippen en
plakken in het DNA worden eigen
schappen veranderd, waarna het
materiaal terug in de plant wordt ge
plaatst. Daardoor ben je niet meer
gebonden aan de 100.000 eigen ge
nen van een plant. Je kunt bijvoor
beeld een stukje genetische informa
tie uit een resistente bacterie in een
suikerbiet inbouwen.
Resistentie, weerstand van planten
tegen virussen, insekten of tegen
bestrijdingsmiddelen, is goud
waard. Daar is dan ook veel van het
onderzoek op gericht. Cees Noome
vertelde de tuinders hoe geprobeerd
wordt planten te maken die resistent
zijn tegen virussen. Als een virus in
een plantencel terecht komt laat het
virus-DNA zijn jasje van eiwit bui
ten aan de kapstok hangen. Het
virus-DNA produceert in de plan
tencel grote aantallen nieuwe virus
sen waardoor de cel openspat en de
virussen zich verder verspreiden. Re
sultaat: een zieke plant. Met DNA-
technieken brengt men nu een gen in
de plant waardoor de plant continu
eiwitjasjes maakt. Virus-DNA komt
dan in die eiwitkapsels terecht en is
onschadelijk gemaakt. De plant
staat als het ware op scherp voor een
virusinfektie. Zo kan bijvoorbeeld
het vergelingsvirus in suikerbieten
worden aangepakt. (Overigens is
vergelijkbaar onderzoek bezig in de
medische wereld om het AIDS-virus
te blokkeren. Daarbij wordt niet ge
zocht naar een eiwitkapsel maar
naar een stukje DNA wat zich aan
het AIDS-virus-DNA bindt. Zo
moet dat virus geblokkeerd wor
den.) Resistentie tegen schimmels of
bacteriën ligt op dit moment nog
veel verder weg. Er wordt met man
en macht naar gezocht, vertelde
Noome maar "het briljante idee is er
nog niet".
Coloradokever
Resistentie tegen bestrijdingsmidde
len is een andere mogelijkheid. Als
een plant resistent wordt gemaakt te
gen een onkruidbestrijdingsmiddel
kunnen konkurrerende planten tij
dens het groeiseizoen eenvoudig ver
delgd worden. Bestrijdingsmiddelen
blokkeren bijvoorbeeld een enzym
in de plant waardoor de plant dood
gaat. Door dat enzym eruit te halen
en te vervangen door een ongevoelig
exemplaar kun je zoveel van het
middel gebruiken als je wilt.
Vrijdag 1 juni 1990
Tenslotte weerstand tegen insekten.
De meeste land- en tuinbouwgewa-
sen kunnen niet tegen insekten, ook
niet in het wild. Dat betekent dat de
biotechnologen buiten die gewassen
hebben gezocht naar bacteriën die
gifstoffen produceren. Bouwgenen
uit die bacterie (de bacillus thurin-
giensis) in planten in en klaar is
Kees. De plant produceert gifstof en
de rups is dood. "Op deze manier
zouden we graag de coloradokever
willen verdelgen".
Noome gaf aan dat nog weinig be
kend is over welk komplex van stof
fen hier werkzaam is. Een probleem
voor de veredelaar is dat deze
gifstoffen heel specifiek zijn: per
soort rups moet een ander gen uit de
bacterie geïsoleerd worden en inge
bouwd. Dat is de reden dat hier nog
weinig vaart in zit, de onderzoekers
zoeken vooral naar een breder wer
kend gen. Bestaat niet het gevaar dat
insekten zo op den duur immuun
worden voor welke gifstof dan ook,
vroeg Jan Verkade uit Groenekan
zich dan ook af. Noome stelde dat
dit nog nauwelijks is waargenomen.
"Maar het kan niet worden uitgeslo
ten". Volgens hem verstoort het ge
bruik van een gerichte stof niet de
hele natuur. "Uit praktijkproeven
blijkt dat het insekt leert dat hij daar
gewoon weg moet blijven".
Onvoorspelbaar?
Noome zette voor de KNLC-
tuinders de voor- en nadelen van bio-
Het biotechnologie laboratorium van VanderHave.
technologisch onderzoek op een
rij. Het financiële voordeel zit voor
al in de besparing op bestrij
dingsmiddelen. Daarin zitten de be-
Suikerunie-dochter Van der Ha
ve begon vijf jaar geleden al aan
wat de succesrassen van de vol
gende eeuw moeten worden.
Toen al moest nagedacht worden
over de ontwikkelingen na 2000.
Hoe snel moet het bestrij-
dingsmiddelengebruik terug, hoe
gaat het met de olieprijs, hoe in
teressant wordt bio-energie.
Door langs verschillende lijnen te
werken, bijvoorbeeld een 'alco-
hol'-biet en een ziekteresistente
biet kan steeds flexibel geope
reerd worden. Bij het kweken
van nieuwe rassen gaan de eerste
vijf jaar op aan het 'kweken van
variatie'. Dat kan door in het
wild planten te verzamelen met
bepaalde eigenschappen, bij
voorbeeld grassen die zich goed
houden bij betreding. Variatie
kan ook gekweekt worden door
planten met een interessante af
komst te kruisen, zo bij suiker
bieten wel gebeurt. Dan worden
bijvoorbeeld planten met een ho
ge opbrengst gekruist met plan
ten die resistent zijn tegen een
ziekte.
De volgende vijf jaar worden ge
bruikt om uit de gekweekte varië
teit aan planten er enkele honder
den te selekteren met min of
meer de gewenste eigenschappen.
Daarna is nog vijf jaar nodig om
tot een zuiver ras te komen. Dat
wil zeggen een ras dat zo homo
geen mogelijk is. Planten moeten
bijvoorbeeld allemaal op één dag
afrijpen om goed te kunnen
oogsten.
Plantenveredeling op deze, tradi
tionele wijze verbetert de op
brengsten met gemiddeld bijna
een procent per jaar. Biotechno-
logische ingrepen kunnen voor
een incidentele stroomversnelling
zorgen. Maar via biotechnologie
plant je bijvoorbeeld één ander
gen in tussen de honderdduizend
die een plant er heeft. "Daarom
blijft de basis van gewone plan
tenveredeling van groot belang",
aldus Cees Noome.
"Welke normen heeft Van der
Have dan aangelegd voor het bie
tenras dat in 2000 op de markt
moet komen", vroeg Jan Zeven
bergen zich af. "Een lager wor
telgewicht, een grotere sapzuiver
heid en een hoog gehalte", dat
zijn de aandachtspunten, volgens
Noome. Overigens is Van der
Have al in 1947 op winbaarheid
begonnen te veredelen, terwijl de
industrie daar pas twee jaar gele
den echt op is gaan betalen.
"Dus daar waren we te vroeg
mee". Zevenbergen vroeg ook of
Van der Have een ras op de
markt durft te brengen met een
lagere opbrengst dat minder ge
wasbescherming nodig heeft.
"Ja, maar we hebben het niet",
reageerde Noome. "Na 1995 ko
men we met ziekteresistentie die
door biotechnologie is inge
bouwd, zodat je op gewasbe
scherming kunt besparen".
Van der Have veredelt nu in een
zevental gewassen. Het bedrijf
wil zijn vleugels uitslaan om een
bredere basis te krijgen. "We
hadden bij zonnebloemen een
derde van de markt in de V.S.
Het areaal is daar echter van
twee miljoen hektare naar
300.000 hektare gezakt en daalt
nog verder", schetste Noome de
wankele positie van het bedrijf
op deze markt. De suikerbieten,
een andere poot van het bedrijf,
baren ook zorgen. Het areaal
staat duidelijk onder druk door
de verwachte prijsdalingen en de
konkurrentie van suikervervan
gers. "Welke toekomst heeft de
ze teelt in de EG", vraagt Noome
zich af. Sombere voorspellingen
van het bedrijf gaan uit van een
areaal dat met tientallen procen
ten terugloopt.
langrijkste teeltkosten. Zaad zal
waarschijnlijk iets duurder worden
maar dat is maar een paar procent
van de kosten voor de teler. "Het to
taal mag natuurlijk niet duurder
worden. Maar als wij zien dat de
boer duidelijk financieel voordeel
heeft hebben wij de ruimte om extra
investeringen terug te halen", aldus
Noome.
Minder chemische bestrijding is ook
een voordeel voor het milieu. Het is
niet voor niets dat de agrochemische
industrie op grote schaal veredelaars
heeft opgekocht. "Zij zien markten
verdwijnen en die hopen ze zo terug
te krijgen". Nadelen kunnen er ook
zijn. Voor het milieu, wilde onkrui
den of tevéél dode insekten bijvoor
beeld. Méér bestrijdingsmiddelenge-
bruik als gewassen bijvoorbeeld re
sistent tegen Round Up en Basta zijn
gemaakt.
De voedselveiligheid kan volgens
Noome niet in het gedrang komen
omdat daar bestaande procedures
voor zijn. Hij pleit er overigens voor
om de hele beoordeling door één
kommissie te laten doen, dat werkt
wél zo makkelijk voor het bedrijfsle
ven. Onvoorziene gevaren zijn er
volgens hem bij biotechnologie zelfs
minder dan bij andere aktiviteiten
omdat onderzoekers zo scherp kij
ken naar wat zij doen. Sinds de eer
ste stappen op het pad van biotech
nologie bij planten zijn gezet zijn de
resultaten honderden keren in het
veld uitgeprobeerd om de effekten te
testen. "Daarbij zijn nog geen on
voorspelbare effekten of risiko's ge
zien", stelde Noome.
Het gebruik van biotechnieken heeft
wel andere gevolgen. Een daarvan is
de groeiende belangenverstrengeling
tussen bedrijven die de nieuwe tech
nieken exploiteren. De onderlinge
afhankelijkheid groeit. In de wereld
van zaaizaadproducenten, die nogal
versnipperd is, ontstaan komplexe
strukturen van bedrijven die deels
samenwerken en deels konkurreren.
Veredelaars moeten te biecht bij
agrochemische bedrijven en moeten
dokken voor stevige patenten. Om
gekeerd zijn de chemische bedrijven
niet klaar als zij één zaadfirma in
handen hebben.
De strijd over oktrooi- en kwekers
recht is nog niet beslist. Bij gepaten
teerd zaad zal echter teelt van zaad
voor eigen gebruik, wat vooral in de
graanteelt veel gebeurt, verboden
zijn. Alleen de oorspronkelijke teler
mag zijn zaad vermeerderen. Daar
kunnen konflikten over ontstaan.
Overigens is het de patenthouder die
aan zal moeten tonen dat zijn gen
misbruikt wordt en niet andersom.
Noome relativeerde de mogelijkhe
den van biotechnologie wel. "Er is
al vaak gezegd: nu hebben we de
oplossing, maar als je het in de prak
tijk gaat toepassen blijkt hoe be
perkt het is". Hij pleitte er voor om
per geval te kijken wat de voor- en
nadelen zijn. De kans op nadelen en
op misbruik van biotechnologie
blijft aanwezig. Daar moet de ver
edelaar zich van bewust zijn en dat
moet worden omringd met regels,
meent Noome. "En de eisen worden
strenger naarmate de maatschappij
voortschrijdt. Daar moeten we nu al
rekening mee houden", voegde hij
daar aan toe.
Gerard Westerhof
Volgens FEFAC bedraagt het aan
deel granen dat in de mengvoeders is
opgenomen niet meer dan rond
30%. De FEFAC verwacht dat in
1990/91 de EG-produktie van meng
voeders rond 98,28 miljoen ton zal
gaan bedragen. Daarbij zal het aan
deel granen verder dalen, aldus de
verwachting. In 1983 werd bij een
produktie van 98,88 miljoen ton
mengvoeders rond 38,48 miljoen ton
granen verwerkt.
De daling kwam het minst tot uit
drukking bij mais waarvan het aan
deel terugliep van 14,61 miljoen ton
in 1983/84 tot 12,36 miljoen ton in
1990/91 aldus de verwachting van
FEFAC. Voor gerst, waarvan in
1983/84 nog 11,61 miljoen ton werd
verwerkt, zal dat in 1990/91 teruglo
pen tot 8,49 miljoen ton en voor tar
we van 11,08 miljoen ton tot 8,49
miljoen ton. Volgens berekeningen
van COCERAL bedroeg de invoer
van voedermiddelen in 1989/90 45,7
miljoen ton, waarvan 20,1 miljoen
ton zetmeelhoudende grondstoffen
en 25,6 miljoen ton eiwithoudende
grondstoffen. In de EG wordt jaar
lijks rond 37 miljoen ton graanver-
vangende grondstoffen gepro
duceerd.
25