Zimbabwe
De vrouwen doen het werk in Zimbabwe. De vrouwen lopen bijna allemaal met een kind op hun rug. De heer Capare, voorzitter van de organisatie van kleine zwarte boeren.
Vrijdag 1 juni 1990 17
21 maart
In Matobo vlabij Bulawayo brengen
we een bezoek aan het imposante
ICRISAT Research Station, dat
voor heel Zuidelijk Afrika onder
zoek doet naar teelten in droge tro
pische gebieden. Nadat we al een
poosje in het Engels met elkaar ge
praat hebben kom ik er achter dat
onze gastheer een Nederlander is:
Walter de Milliano, een boerenzoon
uit Waterlandkerkje in Zeeuws-
Vlaanderen. Zijn moeder is lid van
de ZLM en stuurt hem weieens een
ZLM blad. Bij het station hebben ze
menselijke vogelverschrikkers in
dienst. Walter heeft ons enorm veel
verteld over de landbouw in Zim
babwe. 's Avonds komt hij nog spe
ciaal naar ons hotel om verder te
praten. Hij is om meerdere redenen
bepaald niet optimistisch over het
tempo waarin boeren van het onder
zoek profiteren, ook al omdat de re
sultaten van zijn Research Station
lang niet altijd worden opgepikt.
Over toepassing van biotechnologie
is hij erg kritisch. De financiering
van het station komt voornamelijk
uit Amerika. Er wordt vooral geke
ken naar gierst en sorghum, 's Mid
dags brengen we nog een snel bezoek
aan het graf van Cecil Rhodes, de
kolonist van het voormalig Rhode-
sië. Het ligt er inderdaad prachtig op
"een uitkijkpunt op de wereld".
22/23 maart
Een lange en zware rit naar Binga
aan het Karibameer op de grens met
Zambia. Voor de aanleg van het Ka
ribameer moest een heel volk - de
Tonga's - het veld ruimen. Van
kompensatie voor deze mensen is
nauwelijks of geen sprake geweest.
Ik houd een verhaaltje voor een af
deling van de boerenorganisatie
NFAZ wat me op kritische kantteke
ningen vanuit de groep komt te
staan, 's Avonds word ik in ons
Rest-Camp aangesproken door Zim-
babweanen die vertellen erg teleur
gesteld te zijn in de regering van pre
sident Mugabe, omdat van alle
mooie beloften weinig is terecht ge
komen. De volgende morgen op
nieuw een lange rit over soms onbe
gaanbare wegen, zodat we ons busje
uiteindelijk moeten verlaten.
Op het heetst van de dag staan we
onder een zinderende zon te kijken
naar een demonstratie met een on
kruidwieder achter een paar ezels.
Voor enkelen van ons wordt de hitte
en de droogte te veel. Vervolgens
nog een lange rit naar Hwange Natio
nal Park, waar we uitbundig genie
ten van het daar aanwezige Westerse
comfort. We eten krokodillestaart
en eland.
24/25 maart
Naar de Victoria watervallen. We
raken allemaal geimponeerd door
het machtige natuurgeweld. Een er
varing om nooit meer te vergeten.
We worden drijfnat maar dat hoort
erbij.
De volgende morgen heel vroeg op
fotosafari, maar de "oogst" aan
groot wild valt een beetje tegen.
Toch is het een onvergetelijke erva
ring om uren door de ongerepte na
tuur te rijden. In de namiddag terug
naar Bulawayo.
26 maart
Van Bulawayo terug naar Harare.
Onderweg bezoeken we in de buurt
van Kwekwe de ranch (7500 ha) van
de familie Swift. Zeer gastvrij ont
haal in hun prachtige huis. (Ik kan
het niet op de foto krijgen.) Behalve
van de boerderij zijn er inkomsten
uit safari's op de landerijen van de
familie: vier tot zes jagers brengen
jaarlijks ca. 50.000,in het laat
je. Voor deze safari's is ook belang
stelling vanuit Nederland.
Volgens Swift moet hij het van de
safari's hebben. Acht jaar van
droogte en een veel te krap prijzen-
beleid van de regering is voor zijn
bedrijf (voornamelijk vleesproduk-
tie) de hond in de pot. Hij wil bloe
men en groenten gaan proberen
maar door de transportproblematiek
is dat erg moeilijk. Als we vragen
waarom hij er niet mee kapt krijgen
we het klassieke boerenantwoord
wat neer komt op de verknochtheid
aan de grond en aan het vak. Swift
maakt zich ook ongerust over de ge
volgen van de ontwikkelingen in
Oost-Europa en Zuid-Afrika voor
Zimbabwe. Voordat we weggaan be
kijken we nog een deel van zijn be
drijf waaronder de sinaasappelaan-
plant. De sinaasappel zo van de
boom smaakt heerlijk, 's Avonds te
rug in Harare.
27 maart
We gaan naar Marondera en bezoe
ken daar het Rhizobium laboratori
um. Met de Rhizobiumbacterie kan
stikstof uit de lucht aan de grond ge
bonden worden simpel door het
zaad met Rhizobium te mengen. Een
zakje Rhizobium kost anderhalve
Zimbabwe dollar en dat is genoeg
voor één hektare waarvoor je anders
300 kg stikstof nodig hebt a raison
van 200 Zimbabwe dollar (1 Zim
babwe dollar is ca. 85 cent). Rhizo
bium wordt in Zimbabwe vooral
toegepast in de sojateelt en wordt
(wereldwijd) voornamelijk door de
commerciële boeren toegepast. Onze
gastheer waarschuwt er voor op deze
wijze niet te veel stikstof uit de lucht
te halen om de verhouding
stikstof/zuurstof in de lucht niet te
verstoren. Op mijn vraag of hij hier
een relatie ziet met het bekende
broeikaseffekt zegt hij dat niet te
weten maar het ook niet te willen
uitsluiten.
's Middags bezoeken wij in Harare
Jan Oggel op een koffieplantage. De teelt van koffie lijkt veel op onze fruitteelt.
een onderzoeksafdeling van het mi
nisterie van Landbouw. De doelstel
ling van dit departement is de ont
wikkeling van technologische ver
nieuwingen speciaal gericht op de
slechte landbouwgebieden. Of er
koördinatie is met de andere instel
lingen die we bezocht hebben blijft
onduidelijk. Op dit departement
wordt ook de toelating van nieuwe
rassen en selekties gekontroleerd. De
procedure daarvan komt op mij erg
bureaucratisch over. De proefvelden
buiten zien er goed uit en we praten
ook nog over het nut van de bio
technologie voor Zimbabwe. Men
houdt zich wat dit betreft erg op de
vlakte. Tussendoor hebben we nog
een paar interviews met enkele van
de zeer schaarse Zimbabwaanse
kranten.
28 maart
We hebben een gesprek met Jan de
Vries (en zijn baas) van de EG verte
genwoordiging in Harare. Hij legt
ons uit wat de relatie EG/Zimbabwe
globaal inhoudt. Daarbij komen na
tuurlijk de Lomé verdragen aan de
orde. De EG doet als je de bedragen
hoort nogal wat aan ontwikkelings
hulp maar we kunnen het geheel
moeilijk overzien. De Vries zegt goe
de resultaten te zien bij mikro-
projekten waarin de mensen zelf fi
nancieel participeren. Ook projek-
ten die geld genereren lopen goed.
We praten over de gevolgen van de
ontwikkelingen in Oost-Europa,
Zuid-Afrika en de GATT voor Zim
babwe. Het is allemaal koffiedik
maar ik denk wel dat Zimbabwe
daarop moet inspelen door een (veel)
liberaler beleid te gaan voeren. Dan
ook zou er een kans zijn om een ei
gen agrarische verwerkendende in
dustrie op te bouwen.
's Middags worden we ontvangen
door de staatssekretaris van land
bouw Jock Kay (een blanke van 69
jaar). De minister zelf was in ver
band met de verkiezingen op het
laatste moment verhinderd. Kay
geeft onomwonden toe dat er grote
problemen zijn maar alles komt vol
gens hem wel goed als er maar vol
doende gekwalificeerde managers
zouden zijn. Kay is wild enthousiast
over bio-technologie en wil daarvoor
zelfs een instituut oprichten.
Ik sta daar vrij kritisch tegenover
omdat ik vind dat de zwarte boeren
zich eerst maar eens de klassieke ba
sisbeginselen van de landbouw eigen
moeten maken. De staatssekretaris
laat zich echter niet van zijn stuk
brengen en vindt ook geld (miljoe
nen) voor zo'n instituut geen pro
bleem. Kritische vragen over allerlei
aangelegenheden weet hij steeds
handig te ontwijken. De staatssekre
taris heeft alle vertrouwen in de EG
en de voortzetting van de ontwikke
lingshulp. Het komt op mij allemaal
wat onwezenlijk over maar waarom
zou de staatssekretaris ons ook wijs
maken. Tenslotte doet Kay nog een
suggestie die mij wel aanspreekt nl.
het opzetten van een uitwisse
lingsprogramma voor boerengezin
nen tussen Nederland en Zimbabwe.
29 maart
's Morgens krijgen we een college
van Sam Moyo van het Zimbabwe
Instituut voor Ontwikkelingsstudies.
Moyo zet alles nog eens keurig voor
ons op een rijtje van ver voor de ko
loniale tijd tot op heden. Ook hij
komt tot de konklusie dat Zimbab
we nog een lange weg heeft te gaan.
Na het Zimbabwe Instituut loopt
een afspraak met de zaadcoöperatie
helaas mis. De werkwijze van de
zaadcoöperatie wordt ons steeds
maar niet duidelijk verteld en we
willen er meer van weten. We den
ken dat de zaadcoöperatie een erg
commercieel beleid voert waarvan
de kleine zwarte boeren de dupe
zijn. We komen er niet uit. In de na
middag hebben we een evaluatie
gesprek met de Enda-staf onder lei
ding van Enda-direkteur Charles
Gore, een Amerikaan en David Sog-
ge van Novib. We horen hoe moei
lijk het soms is voldoende politieke
ruimte te krijgen voor het ontwikke
lingswerk. Ook tradities zijn moei
lijk te doorbreken. Gore zegt verder
helemaal niets te zien in bio
technologie voor Zimbabwe, 's
Avonds houden wij een receptie
voor iedereen die we tijdens onze
reis ontmoet hebben. Het is een heel
plezierige bijeenkomst en we nemen
afscheid als goede vrienden.
30/31 maart
's Morgens gaan we naar de Neder
landse ambassade voor een gesprek
met ambassadeur Faber en zijn me
dewerker Van Geel die beiden ook al
op onze receptie waren. We lopen al
les nog eens door en de ambassadeur
is erg benieuwd naar onze ervarin
gen met name ook voor wat betreft
de reakties van de mensen op de ver
kiezingen. Beide diplomaten vinden
bio-technologie voor Zimbabwe een
onrijp idee waar ze eigenlijk niks
mee te maken willen hebben. We
praten terloops nog over de wens
van de KLM om landingsrechten te
krijgen in Harare. Dit is vooral ook
interessant in verband met het feit
dat er nu al voor zo'n 30 a 40 mil
joen gulden aan planten en bloemen
vanuit Zimbabwe naar Aalsmeer
gaat. Ook de stekjesteelt in Zimbab
we is veelbelovend. De ambassadeur
vindt de toekomst van Zimbabwe
moeilijk te voorspellen. Na het ge
sprek op de ambassade maken we
ons klaar voor de thuisreis. Het
vliegtuig is tjokvol waardoor slapen
onmogelijk is, zodat we uiteindelijk
doodmoe op Schiphol arriveren. De
Commissie van Goede Diensten
heeft daags daarvoor zijn rapport
over de akkerbouwproblematiek uit
gebracht. We zijn weer thuis.
Oggel
Op de voorpagina van dit blad kunt
U de nabeschouwing van deze reis
vinden.
Foto's Jan Stegeman.