Impressie van Zimbabwe (2)
Van dag
In maart heeft ZLM-sekretaris Jan Oggel gedurende drie weken een
bezoek gebracht aan Zimbabwe. Dit bezoek vond plaats op initiatief
van de NOVIB, die met dit soort edukatieve reizen zoveel mogelijk
mensen en organisaties bewust bij de Derde Wereld wil betrekken.
De heer Oggel was een van de drie KNLC-leden die, samen met drie
leden van de CBTB, een NOVIB-begeleidster en een fotograaf de reis
meemaakten. In het meest recente ZLM-land- en tuinbouwblad met
verzekeringsnieuws (11 mei jl.) heeft u kunnen lezen welke indrukken
de ZLM-sekretaris van Zimbabwe heeft opgedaan. Hieronder nu een
reisverslag in dagboekvorm.
8/9 maart
Zimbabwe ligt niet naast de deur.
Van 's Heer Hendrikskinderen naar
Harare kost mij ruim 30 uur inkl. 5
uur wachten op aansluiting in Lissa
bon en een tussenstop van ruim 2
uur in Luanda - de hoofdstad van
Angola. We worden op het vliegveld
afgehaald door David Sogge, de ver
tegenwoordiger van NOVIB in Zui
delijk Afrika. David is Amerikaan,
maar spreekt vloeiend Nederlands
dankzij zijn relatie met een Neder
landse kollega ontwikkelings
werkster. Harare met circa 1 miljoen
inwoners doet op het eerste gezicht
aan ^ls een Westerse stad met ruime
villawijken. In de patiotuin van Ho
tel Brontë komen we een beetje bij
van de lange reis. We ervaren voor
het eerst dat het in Afrika vroeg en
snel donker wordt. Eten en slapen is
in Zimbabwe naar ons begrip niet
duur. Een uitgebreide warme maal
tijd kost rond 10,en een twee
persoonskamer met bad en douche
40,Later blijkt dat op het plat
teland de prijzen nog lager liggen.
10/11 maart
Het weekend gebruiken we om ons
wat te oriënteren. Van David krijgen
we algemene informatie over het
land en ons programma. We maken
een rondrit door Harare, maken
kennis met de Shona (Shona is de
belangrijkste stam in Zimbabwe)
beeldhouwkunst en eindigen op de
Mbaremarkt, een immense perma
nente straathandel. Daar zien we
voor het eerst mensen suikerriet kau
wen. Ook zien we het gigantische
busstation waar massa's mensen op
Engelse wijze in de rij staan om een
plaatsje in de bus te bemachtigen. In
de loop van zondag vertrekken we
richting Mutoko in het Noor
doosten. De rit naar Mutoko voert
ons van de betere landbouwgebieden
(sektor 2) naar de mindere sektoren
(3 en 4), wat onderweg dan ook goed
te zien is.
We bezoeken een depot van de
Grain Marketingboard, de staatsor
ganisatie die tegen vooraf vastgestel
de prijzen mais koopt van de com
munale boeren: per boer gemiddeld
50 zakken van 90 kg en de gemiddel
de ha-opbrengst is 1500 kg. Vanwe
ge het overschot aan mais en de
transportproblematiek moet het
graan worden opgeslagen wat na
tuurlijk handen vol geld kost. De re
gering is de maisprijs nu aan het ver
lagen omdat de voorraad in Zimbab
we al voldoende is voor 1,5 jaar.
Mais is erg populair bij de bevolking
omdat het makkelijk groeit en snel
te bereiden is. Wel is de voedings
waarde onvoldoende met ondervoe
ding als gevolg. Onderweg praten we
nog met een boer die vanwege een
staatsprogramma verplaatst is en nu
12 ha beschikbaar heeft. Hij klaagt
erover dat hij door transportproble
men niet op tijd aan zaaizaad kan
komen.
12 maart
In Mutoko wacht ons een fantasti
sche ontvangst waar we allemaal be
duusd van zijn. Het is boerendag en
wij zijn eregasten. Met veel gezang
worden we welkom geheten en naar
de "eretribune" geleid: een verza
meling kratten, gammele banken en
halve stoelen. De rest zit op de
grond, de vrouwen streng geschei
den van de mannen op de tweede
rang. Onze handen worden gewas
sen en vervolgens wordt iedereen
aan iedereen voorgesteld. Daarna
gaan we in een grote feestelijke op
tocht de oogst bekijken van een boer
die daarmee de titel "meester boer"
heeft verdiend. Van alle kanten
wordt deze man geprezen, terwijl
zijn vrouw ongetwijfeld het werk
heeft gedaan. Van iedereen krijgen
ze cadeautjes, meestal kleine geldbe
dragen. De politieke partij schenkt
aan de dorpsgemeenschap een wiel
tje voor een ploeg, want de verkiezin
gen staan immers voor de deur. Ver
der zijn er veel toespraken van de
voorlichter, de dorpsoudste, de poli-
tievertegenwoordiger enz.
Onze gammele zitplaatsen worden
vervolgens verplaatst naar een eet-
hut voor de lunch. De hut is tjokvol
en bloedheet, we eten met onze han
den Sadza, de traditionele deegkoek
gemaakt van mais, gierst of sorg
hum overgoten met een saus en met
stukjes geitenvlees. Ik doe aan alles
mee en vind het een fantastische er
varing.
Nadat de boerendag officieel is af
gesloten gaat iedereen dansen en
feesten en vindt er een grote verbroe
dering plaats die er mee eindigt dat
we met onze groep de zevensprong
dansen. De mensen weten niet wat ze
zien.
13 maart
's Morgens in Harare hebben we een
gesprek met de voorzitter van de Or
ganisatie van kleine zwarte boeren
de NFAZ, de heer Capare. Hij is
duidelijk trots op wat sinds 1980
door zijn kleine boertjes uit voorna
melijk de (slechte) sektoren 4 en 5 is
bereikt. Tot 1990 werd er vrijwel
niets geproduceerd en nu zorgen de
ze "peasants" voor zo'n 35% van de
totale agrarische produktie. De
vleesproduktie is geheel in handen
van de grote blanke boeren omdat
de zwarte bevolking traditioneel al
Walter de Millano, afkomstig uit Waterlandkerkje, trad als onderzoeker op
het ICRISAT Research Station te Matobo op 21 maart als gastheer van de
groep op.
16
De groep heeft in 12 dagen 5.000 km
leen dieren houdt voor trekkracht,
veiligheid en status. Voor een vol
gende fase in de ontwikkeling van de
communale boeren is er vooral ge
brek aan kader, d.w.z. mensen die
de boeren kunnen leren hoe ze zich
zelf verder kunnen ontwikkelen. Na
tuurlijk werd ook het gevoelig punt
van de landverdeling door Capare
toegelicht. Zijn organisatie vindt dat
het land voor de boeren moet zijn
d.w.z. voor mensen (blank of zwart)
die echt zelf het land gebruiken.
Boeren op afstand en braaklegging
is uit den boze en het betreffende
land moet dan ook verdeeld worden.
Als de regering dan ook nog zorgt
voor een goede infrastruktuur op het
platteland dan ziet volgens Capare
de toekomst er helemaal niét slecht
uit. Ik heb mijn grote twijfels. Door
een misverstand kunnen we niet te
recht bij de organisatie van zwarte
commerciële boeren. Dat lukt wel
bij de CFU, de Commercial Farmers
Union met 4500 meest blanke leden
met bedrijven tot wel 10.000 ha toe.
De CFU heeft een aantal aangeslo
ten producentenorganisaties voor
o.a. koffie, katoen, aardappelen,
graan en zelfs "wild life" voor safa
ri's. De CFU is in 1942 opgericht en
heeft zijn zaakjes prima voor elkaar
inkl. aan- en verkooporganisaties.
CFU-sekretaris Grant stelt onom
wonden van mening te zijn dat het
huidige regeringsbeleid van lage
vaste prijzen volledig faalt. De CFU
pleit daarom hartstochtelijk voor li
beralisatie van de landbouw en meer
handelsvrijheid waardoor er ook
meer investeringen uit het buiten
land aangetrokken worden. Gezien
de uitstekende produktieomstandig-
heden in Zimbabwe en de kwaliteit
van de produktie komt het dan alle
maal wel goed met (agrarisch) Zim
babwe. Maar de zwarte boeren heb
ben volgens de CFU-sekretaris "nog
ver te gaan".
14 maart
We vertrekken vanuit Harare voor
"de grote trek": een rondreis van 12
dagen door Zimbabwe. Achteraf
blijkt dat we ruim 5.000 km hebben
afgelegd. We rijden eerst naar Chite-
po, in de Oostelijke provincie Mani-
caland waar we te gast zijn van
MDA: de Manicaland Development
Association een soort regionale ont
wikkelingsorganisatie op basis van
vrijwilligerswerk die in 1980 is opge
richt. Manicaland heeft enorm gele
den van de onafhankelijkheidsoor
log. Voor de financiering is MDA
sterk afhankelijk van de NOVIB wat
ik persoonlijk geen gezonde situatie
vindt. In Chitepo bezoeken we het
traingscentrum van MDA, wat in
feite een grote proefboerderij is
waar ook praktische kursussen op
allerlei gebied worden gegeven. Met
de boerderij probeert men geld te
afgelegd. Op de foto een onderdeel van
verdienen voor het eigen ontwikke
lingsprogramma, wat door allerlei
omstandigheden tot nu toe niet erg is
gelukt. We rijden door naar Mutare
en diskussiëren 's avonds met de
MDA staf. Ik heb het geluk aan tafel
recht tegenover direkteur Arthur
Munzara te zitten. Ik raak erg van
hem onder de indruk en het zou me
niet verbazen als we nog eens van
hem horen.
15 maart
Verder Zuidwaarts langs de grens
met Mozambique naar Chipinge.
Via Agritex (agrarische voorlichting)
bekijken we terloops een grote thee
plantage en de koffieplantage van de
heer Van Zijl (geen Nederlander).
Tussen Van Zijl en onze groep klikt
het duidelijk niet. Hij verwijt ons
dat we onze Westerse maatstaven
toepassen op Afrikaanse omstandig
heden. Omdat mijn vader vroeger
een koffiebranderij had laat ik me
speciaal tussen de koffiebonen foto
graferen. Overigens lijkt de koffie-
teelt in veel opzichten op onze fruit
teelt. Van Chipinge weer Zuidwaarts
naar Chisumbanje waar we over
nachten in een voormalig Engels
kamp aan de Sabirivier. Onderweg
zien we veel reusachtige Baobabbo-
men (apenbroodboom) waarvan de
legende zegt dat ze door de goden
zelf ondersteboven zijn gezet, omdat
deze enorme bomen zich te veel met
de hemelse zaken bemoeiden. Die
dag zijn we door alle vijf de land-
bouwsektoren gereden: Van de aller
beste gebieden (sektor 1) naar de al
lerslechtste (sektor 5).
16 maart
De omgeving van Chisumbanje be
hoort tot sektor 5 d.w.z. de aller
droogste gebieden. Wat we daar zien
is inderdaad hemeltergend. Toch
hebben de ontwikkelingsorganisaties
zoals ENDA ook hier proefvelden.
Ik vraag me wel af waar de grens
ligt. Ondanks alle ellende worden we
in de dorpjes bijzonder gastvrij ont
vangen. Voor de lunch heeft men
zelfs speciaal een geit geslacht. Een
vrouw doet op dramatische wijze
verslag van de keiharde omstandig
heden waaronder zij moeten probe
ren te overleven. Ze willen wel an
ders maar er is geen alternatief. Ook
van de Landbouworganisaties ver
wachten ze niets. Er wordt tegen ons
gezegd: "Jullie zijn gelukkige men
sen". Ik schaam me.
's Middags bezoeken we een staats
bedrijf van 2400 ha met voorname
lijk katoen en wintertarwe. Het be
drijf is volledig geïrrigeerd. Per dag
werken er wel 5000 katoenplukkers
die we volgen tot in het weeglokaal.
Opnieuw zijn we onder de indruk
van de naar onze begrippen onmen
selijke omstandigheden. Ik schaam
me weer.
een collectieve landbouwcoöperatie.
17/18 maart
Van Chisumbanje langs de Sabiri
vier een stukje naar het Noorden en
via de beroemde Birchenoughbrug
(ooit een wereldwonder) Westwaarts
richting Masvingo waar we de ruïne
van Great Zimbabwe bezoeken.
Overnachting aan het Kylemeer
waar ik 's morgens met de apen om
mij heen van een schitterende zons
opgang geniet.
Ook zie ik zwaluwen die zich opma
ken voor de reis naar Nederland.
Het Kylemeer is een van de kunst
matige stuwmeren in Zimbabwe.
Jammer genoeg kan er in Zimbabwe
nergens in open water worden ge
zwommen vanwege de Bilharzialar-
ven. Tegen de middag rijden we
door naar Bulawayo in het Zuid
westen, de hoofdstad van Matebele-
land, het gebied van de Ndebe-
Iestam. Shona en Ndebele hebben
een eigen taal en met elkaar praten
ze Engels (onze Friese deelnemer
kon zich in deze situatie goed her
kennen!).
19 maart
We maken kennis met Occzim, een
organisatie van zgn. collectieve coö
peraties die ook een aantal boerde
rijen onder zijn hoede heeft waarvan
we er twee bezoeken. Occzim wordt
voornamelijk gefinancierd met Ca
nadees geld. Zeker het tweede "be
drijf" wat we bezoeken is een en al
treurigheid. Wanneer ik naar het toi
let vraag word ik keurig naar het
open veld achter het huis begeleid.
De "boeren" zijn oud-strijders die
door de regering uit dank voor be
wezen diensten blij zijn gemaakt met
een morsdode mus. Deze mensen
kunnen werkelijk geen kant meer
op. In de andere coöperatieve boer
derij zit misschien wat meer muziek
mits er geld komt om te investeren
en er meer mensen bijkomen om op
het land te werken. Ik drink bier uit
een grote plastic bak, dat eruit ziet
als verontreinigde melk. Proost!
20 maart
We maken kennis met Orap, een
koepelorganisatie van regionale
plattelandsontwikkelingsorganisa
ties op allerlei gebied. Orap wordt
ondermeer gefinancierd door NO
VIB. Het ochtendprogramma loopt
volledig in de war onder meer omdat
één van onze groepsleden die wegens
darmstoornissen een nachtje in een
ziekenhuis heeft doorgebracht moet
worden opgehaald. We (ver)dwalen
in de bush maar hebben toch nog
onverwachts interessante ontmoetin
gen. We spreken een paar hele goede
zwarte boertjes die we "prijzen" ge
ven uit onze meegebrachte voorraad
"spiegeltjes en kraaltjes". Ze zijn er
dolblij mee. 's Middags blijf ik in
het hotel vanwege darmstoornis.
Vrijdag 1 juni 1990