Teelt suikermais krijgt nieuwe kans in Zeeland Bloeiende meidoorn niet de aanstichter van perevuur Brochure over vlees bewaren Provincie wil bijdrage van 1 ton geven Onderzoek Landbouwuniversiteit: bPu Het bewaren van Vlees en Vleeswaren De suikermaisteelt in Zeeland krijgt een nieuwe kans nu het dagelijks bestuur van de provincie bereid is 100.000,te steken in een on derzoeksproject. Het project is ingediend door akkerbouwer Jos de Regt uit Kapelle, die vorig jaar samen met enkele andere akkerbou wers met de teelt van suikermais begon. Het initiatief werd in teelt- technisch opzicht een succes, maar financieel een fiasco. Het han delsbedrijf Sun Corn BV te Enschede, waarmee de telers een contract hadden afgesloten, ging failliet. De telers lieten het er niet bij zitten en stelden een nieuw plan op, waarbij teelt en verwerking in eigen hand blijven. "We hebben er alle vertrouwen in, dat het nu goed gaat mits we voldoende financiële steun krijgen", aldus Jos de Regt. De Regt is bijzonder blij met het po sitieve voorstel van G.S.. De defini tieve beslissing over de provinciale bijdrage moet overigens nog geno men worden nadat de betreffende commissies advies hebben uitge bracht. G.S. zien het initiatief als een verbreding van het traditionele produktenpakket, waarmee de agra rische structuur in de provincie wordt versterkt. Daarnaast is van belang dat de produkten in Zeeland worden verwerkt. Aan het project doen tien akkerbou wers uit Zuid-Beveland mee. Men begint in de nieuwe opzet op be scheiden schaal met 18 ha. Werd vo rig jaar geteeld voor de verwerkende industrie, nu richt men zich voorna melijk op de versmarkt en in minde re mate op de vriesmarkt. De Regt: "Wij hebben vorig jaar ondanks het feit dat het financieel misgelopen is, veel teelt- en marktkennis opgedaan. Teelttechnisch is het trouwens vorig seizoen prima gegaan, mede door het mooie weer. Daarom gaan we nu door, maar op een andere basis. We hebben goede mogelijkheden om de produkten te kunnen afzetten. Maar we willen voorzichtig beginnen". Groeimarkt De initiatiefnemers streven vöorlo- pig naar een areaal-grootte van 100 ha., voornamelijk op de Bevelan- den. In de toekomst is verdere uit breiding zeer waarschijnlijk. Er is sprake van een groeimarkt. Boven dien importeert de Nederlandse con- servenindustrie nu suikermais uit Frankrijk en Joegoslavië. Het praktijkonderzoek naar de teelt wordt begeleid door de Stichting proefboerderij "Rusthoeve" en de Stichting voor Landbouwkundig Onderzoek op Zuid-Beveland. De Zeeuwse omstandigheden voor de teelt van suikermais zijn redelijk goed wat betreft vochtvoorziening, en het aantal zonuren is voldoende. De teelt is verder milieuvriendelijk. Er worden geen gewasbescher mingsmiddelen gebruikt. Vorig jaar is al met bestaande ma chines geëxperimenteerd, maar het blijkt dat deze alleen voor de oogst van gekorrelde mais geschikt zijn, niet voor de oogst van hele kolven, daarom wordt een nieuwe machine ontwikkeld die de hele kolven onbe schadigd laat. Dit maakt een goede splitsing van het geoogste produkt mogelijk, waardoor een kwalitatief De eerste oogst van suikermais vorig jaar. hoogwaardig eindprodukt op de markt komt tegen een relatief lage kostprijs. Dit produkt kan vervol gens op een aantal manieren in eind producten worden verwerkt, zowel voor de vers- als voor de vriesmarkt, voor conserven in salades en dieren- voeding. De verwerking van de sui kermais levert volgens de provincie werkgelegenheid op voor 2 vaste en 4 a 5 parttime krachten. Veilingen Wat betreft de afzet zijn afspraken gemaakt met de veilingen in Baren- drecht en Kapelle. Men zal het zoge noemde voorverkoopsysteem hante ren. Dit komt er op neer dat de groothandel een gegarandeerde constante hoeveelheid afneemt en dat de telers verzekerd zijn van de afname van het (verwerkte) pro dukt. Voor diepvriesprodukten zijn eveneens vaste afspraken gemaakt met een bedrijf. Organisatorisch is het project vrij wel rond. Er zal een "BV Verwer king Suikermais" worden opgericht, daarnaast komt er een telers/produ centenvereniging voor de begelei ding van de telers. De kosten van het project bedragen 200.000,—. Me de omdat de Stichting Stimulering Plantaardige Produkties positief staat tegenover het project, zijn G.S. bereid 50% van de kosten met een maximum van 100.000,voor re kening van de provincie te nemen. De initiatiefnemers hebben daar naast een beroep gedaan op de lan delijke innovatieregeling landbouw- produkties en op EG-fondsen. Deze regelingen zijn met name bedoeld voor inwerkingen in nieuwe machi nes en dergelijke. De deelnemers aan het project hebben inmiddels zelf al enkele tonnen geïnvesteerd in oogst en verwerkingsmachines. Hele delen van Nederland moeten de poëtische pracht van wilde mei doornbloesem ontberen. Bloeien is voor deze karakteristieke haag- planten niet overal toegestaan. Dat zou immers teveel risiko opleve ren voor nabijgelegen pereboomgaarden en boomkwekerijen. Recent onderzoek geeft echter een andere kijk op het bloei verbod. Voor perebomen kan de ziekte bin nen een paar dagen (of weken al naar gelang het weer) dodelijk zijn. Preventief bespuiten met het antibi oticum streptomycine is duur en aan strenge regels gebonden. De enige reële remedie bestaat uit het afzagen of wegknippen van de zieke plante delen. In Nederland zijn het vooral meidoorns en perebomen die het slachtoffer worden. De ziekte heette aanvankelijk dan ook perevuur. Bij pogingen bacterievuur voor eens en voor altijd uit te roeien zijn eind zestiger jaren tientallen aangetaste boomgaarden vernietigd. Kilometers meidoornhagen zijn toen - ziek of niet ziek - gerooid en verbrand. Toch stak en steekt bacterievuur in heel Nederland telkens weer de kop op. Zelfs in de twintig 'beschermde gebieden' die in 1984 ("beschikking bestrijding bacterievuur") werden aangewezen om de teelt en export van vatbare planten veilig te stellen en die zoveel mogelijk vrij van bac terievuur worden gehouden. Daar toe kontroleren inspekteurs van de Plantenziektenkundige Dienst een paar keer per jaar alle risikoplanten in tuinen, parken en boomkwekerij en. Zieke exemplaren gaan onher roepelijk voor de bijl. Fruittelers houden hun eigen boomgaarden in de gaten. In niet-beschermde gebieden mogen wel appels en peren gekweekt wor den, maar geen andere vatbare plan ten en de wilde meidoorn mag er tot bloei komen. In beschermde gebie den daarentegen geldt een bloeiver- bod voor wilde meidoorn. Dit tot grote ergernis van natuur- en land schapliefhebbers die ieder jaar met lede ogen moeten aanzien hoe dui zenden gezonde meidoorns worden afgezaagd - of erger nog - gerooid. Zuinig Het bloeiverbod werd ingesteld om te voorkomen dat insekten bacterie vuur via de bloesem van zieke mei doorns verspreiden naar naburige pereboomgaarden. En ook, omdat uit buitenlands onderzoek bleek dat onder niet-bloeiende meidoorns veel minder vaak bacterievuur optreedt dan onder bloeiende. "Maar", al dus ir. Henk Schouten (vakgroep Fytopathologie van de Landbouwu niversiteit Wageningen), "kwantita tief feitenmateriaal om het beleid te ondersteunen was er eigenlijk niet". Samen met de Plantenziektenkundi ge Dienst onderzocht hij gedurende drie jaar in twee beschermde en drie niet-beschermde gebieden of pere boomgaarden werkelijk te lijden hebben van het wel of niet bloeien van wilde meidoorn. "Nauwelijks", konstateert Schouten in het rapport 'Onderzoek naar de invloed van bloei van wilde meidoorn op bacte rievuur in pereboomgaarden' dat hij samen met M. van Teylingen (Plan tenziektenkundige Dienst Wagenin gen) schreef. "Weliswaar is het zo, dat bloeiende meidoorns vaker last hadden van bacterievuur dan niet- bloeiende meidoorns (16,4 tegenover 2,3%) en in beschermde gebieden waren minder zieke meidoorns dan in niet-beschermde gebieden (4,1 en 13,5%), maar voor pereboomgaar den maakte dat weinig verschil. Pe reboomgaarden in beschermde ge bieden hadden vrijwel even vaak bacterievuur als pereboomgaarden in niet-beschermde gebieden. In pro centen uitgedrukt is dat respektieve- lijk 53% en 59%". Schouten heeft er ook een verklaring voor. Fruittelers zijn volgens hem vaak niet rigoreus genoeg. Daardoor pakken ze de infektiehaarden in hun boomgaarden niet voldoende aan. "Ze zijn nogal zuinig op hun bomen en snoeien alleen de zichtbaar zieke takken weg. Maar de bacteriën zit ten dieper", aldus Schouten, "zodat de infektie rustig door kan gaan en de rest van de boomgaard ook ziek wordt. Meer dan eens wordt vervol gens ook het belendende perceel aangestoken. Vaak denken fruitte lers dat er nieuwe infektiehaarden zijn ontstaan, terwijl het in feite gaat om oude haarden die onvoldoende behandeld werden". Verspreiding Peren besmetten peren, meent Schouten. Ook het gedrag van bloembezoekende insekten wijst in die richting: ze zijn doorgaans een kennig en houden zich aan een dieet van een soort bloesem. Een bloeiver bod voor meidoorns ter bescherming van perebomen heeft volgens Schou ten geen zin. Het onderzoek toont immers aan, dat bloeiende mei doorns geen wezenlijke bedreiging vormen voor perebomen. Het is eer der andersom: gezonde meidoorns hebben wel iets te vrezen van zieke peren. Daarbij speelt mee, dat de hoofdbloei van peren eerder valt dan die van meidoorns. De snoeiplicht heeft wel het positieve effekt, dat het aantal zieke meidoorns beperkt wordt. Fataal is bacterievuur niet voor meidoorns, die de zieke delen als het ware inkapselen, maar ze worden er natuurlijk niet fleuriger op. Terwijl insekten de massale versprei ding van bacterievuur over korte af stand voor hun rekening nemen, zijn het vogels zoals spreeuwen en ooie vaars die de ziekte op hun trektoch ten van land naar land overbrengen. Het stroperige bacterieslijm blijft makkelijk aan hun poten plakken en als ze daarmee op een tak neerstrij ken, wat meestal niet zonder krasjes gepaard gaat, injekteren ze het bac terievuur als het ware in de plant. De rol van regen, wind en hagel als ver spreider van bacterievuur moet trou wens ook niet onderschat worden. Nederland, en met name Zeeland, had in 1966 de twijfelachtige eer van de bacterievuur-première op het Eu ropese vasteland (na Engeland dat het vanuit Amerika kreeg). In hoog tempo vallen nu in het ene na het an dere land slachtoffers, tot in Israël toe. Of de meidoorn nu bloeit of niet. Het Voorlichtingsbureau Vlees heeft een handige en informatieve brochu re samengesteld, waarin het bewaren van vlees en vleeswaren centraal staat. Behalve tips over bewaren, legt de brochure eveneens de nadruk op koeling, invriezen en ontdooien van vlees en vleeswaren. Tevens wordt aandacht geschonken aan voorverpakt vlees en vleeswaren, welke verpakkingen er zijn en hoe lang hun houdbaarheidsduur is. Verder gaat de bewaarbrochure on dermeer in op het kopen en bewaren van vleesprodukten tijdens de va kantie. Aansluitend treft men in de brochure een bewaartabel aan, die aangeeft hoe lang men vleessoorten op een verantwoorde wijze kan bewaren. Alle vleesverkooppunten in Neder land hebben van het Voorlichtings bureau Vlees een brief en bestelfor mulier ontvangen. Daarmee kan men de bewaarbrochure aanvragen. De prijs van de brochure bedraagt 30,00 per 100 stuks. 13 Volgens Wageningse onderzoekers (van de werkgroep Fytopathologie van de Landbouwuniversiteit, en van de PD) heeft het wel of niet bloeien van wilde meidoorns nauwelijks invloed op het vóórkomen van bacterievuur in boom gaarden. Vrijdag 1 juni 1990

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 13