Vroege start aardappelseizoen vanuit de Z.L.M. gezien Blokkade Billen bloot land- en tuinbouwblad VRIJDAG 25 MEI 1990 78e JAARGANG NO. 4023 zuidelijke landbouw maatschappij Het rooien van vroege aardappelen is dit seizoen vroeger begonnen dan gemiddeld. Loonbedrijf en akkerbouwer firma J.H. den Engelsman uit Sint An na land is 16 mei begonnen met het rooien van de Doré's, die 17 mei geveild zijn op de ZHZ te Baren- drecht. "In een normaal jaar beginnen we zo'n twee weken later met het rooien", vertelt mevrouw J. den Engelsman. "De opbrengst was deze week 21 kg per roe (omgerekend ca. 16 ton per ha), de vroegst-gerooide hadden een opbrengst van 16 kg per roe. De prijzen van de eerste levering bedroegen gemiddeld f 1,98 per kg, doordat we 42 kisten van 20 kg Doré groot aanvoerden (f 2,10), 7 kisten Do- ré kriel (f 1,70) en ook 7 kisten Doré poters (f 1,00). In vergelijking met andere jaren was de prijs niet slecht. De prijs kan overigens per dag sterk verschillen, afgelopen dinsdag was de prijs tot bo ven f 2,40 per kg. De aardappelen worden natuur lijk ook steeds grover". Den Engelsman teelt behalve Doré's ook Premiere, Irene en Bildtstar. De Doré's zijn rond half februari gepoot en zijn tot begin mei afgedekt geweest met plastic. Op de foto is te zien dat bij het rooien van vroege aardappelen 'vele handen licht werk maken'. De persoon het meest links op de foto is de heer J.H. den Engelsman (foto: Anton Dingemanse). Fopspeen In het zogenoemde "1 maart-overleg" ten tijde van de akkerbouwakties zijn door Lubbers/Braks c.s. toezeg gingen gedaan aan de landbouworganisaties en aktie- voerders. Die toezeggingen en de toen gemaakte afspraken hadden o.a. betrekking op een meer doelma tige en een ruimere invulling van de bestaande en aan gekondigde EG stimulerings- en steunmaatregelen. Tijdens de parlementaire behandeling op 19 april jl. van het advies van de "commissie van goede diensten", alsmede van het regeringsstandpunt te dien aangaan de, zijn die afspraken nog eens officieel bevestigd en bekrachtigd. Althans zo hebben wij het (en zo ook het Landbouwschap) met ons boerenverstand begrepen. De op die druilerige donderdag door Braks met veel bombarie en gegoochel aangekondigde "sigaren uit ei gen doos" (90 en 50 miljoen extra voor 5 jaar totaal) zouden ingezet worden ten behoeve van een bredere werking van - en een grotere deelname-mogelijkheid aan een aantal regelingen. Het gaat daarbij respectie velijk om de braakregeling, de inkomenssteunregeling, de beëindigingsregeling, de innovatieregelingen en de EG-structuurverbeteringsregeling annex nationaal complementaire regeling. Van met name de drie laatstgenoemde regelingen (die overigens ook voor de veehouderij en de tuinbouw gel den) zal extra stimulering uit kunnen gaan voor op con tinuïteit gerichte aanpassing en omschakeling in de akkerbouw. Braaklegging, inkomenssteun en beëindi ging voldoen geenszins aan die doelstelling. Ons in ziens moet daar dan ook de financiële prioriteit zeker niet gelegd worden. Enkele weken geleden heb ik reeds mijn twijfels en wantrouwen uitgesproken aangaande de "goede be doelingen" van de toezeggingen van de heer Braks. Te vens heb ik mijn verdenkingen geuit met betrekking tot een ordinair en langzamerhand gebruikelijk Haags "zwarte-Pietenspel". Dat wantrouwen en die verdenkingen worden intussen meer en meer bevestigd. Vorige week werden we in de "Landelijke Raad voor Bedrijfsontwikkeling" door directeur-generaal Van der Lely geconfronteerd met een blokkade van de aanpassingsvoorstellen voor de reeds sinds vorig jaar functionerende "complementaire regeling" (Investeringssteun gericht op milieu, kwali teit en arbeidsomstandigheden). Botweg werd geweigerd om de door de hoofdafdeling- akkerbouw van het Landbouwschap aangedragen con crete en praktijkgerichte toevoegingen op de "lijst van subsidiabele investeringen" in behandeling te nemen, laat staan over te nemen. De mistige argumenten voor die weigering waren op z'n zachtst gezegd onbegrijpe lijk en gezocht. Het zou o.a. niet budgettair neutraal zijn (dus te veel geld gaan kosten!) en vooralsnog zou fi nanciële voorrang gegeven moeten worden aan inko menssteun en bedrijfsbeëindiging. Wat ons betreft is dat grote onzin en is hier sprake van onwil en boerenbedrog. Ten eerste gaat het hierbij om subsidiepercentages van slechts 15 en 20% voor in vesteringen die per bedrijf qua aantal en qua maximum bedrag ook nog eens sterk gelimiteerd zijn. Voorts is nu al met zekerheid te voorspellen dat in 1990 tientallen miljoenen van de totaal voor alle regelingen beschikba re gelden onbenut zullen blijven en weer naar 's Rijks schatkist terug zullen vloeien. Immers, voor de braakre geling zal dit jaar ±15 miljoen niet gebruikt worden; de deelnemende hectares zijn immers bekend. De inkomenssteunregeling en de beëindigingsregeling moeten nog door Brussel goedgekeurd worden. Zo ze in de loop van de zomer of herfst nog in werking kun nen treden zal dus ook hier over het lopende jaar een brok geld blijven liggen. Trouwens, de EG- inkomenssteunregeling zal hoe dan ook weinig geld vergen, want de te enge voorwaarden en te hoge drempels zullen bewerkstelligen dat slechts enkele er (en dan nog voor zeer geringe bedragen) gebruik van zullen kunnen maken. Braks heeft in de Tweede Kamer een "flexibele" beste ding van de totaal beschikbare gelden toegezegd, d.w.z. dat geld dat binnen een kalenderjaar niet besteed wordt of kan worden in bepaalde regelingen, gebruikt zal kunnen worden voor andere regelingen waar wel meer vraag en behoefte is. Die toezegging lijkt dus een fopspeen te zijn. Per saldo luidt de boodschap: De lijst van subsidiabele investeringen van de complementaire regeling blijft vol gens de ambtelijke top van het ministerie (behoudens enkele formeel-technische aanpassingen) vooralsnog zo beperkt als dat zij nu is! In de wetenschap dat de agressie zich veelal richt te gen de brenger van de slechte boodschap, (en ik in die zin zeker niet die boodschapper wil en kan zijn) zal het Landbouwschap minister Braks moeten dwingen met de billen bloot te gaan om volstrekte duidelijkheid te verschaffen. Zodat we exact weten waar we aan toe zijn en niet verder aan het lijntje gehouden worden. Op deze manier krijgen we namelijk het gevoel dat we be drogen worden. En daarmee wordt ons vertrouwen, dat nodig is om verder constructief mee te werken aan de uitwerking van de parlementaire besluitvorming met betrekking tot regionale aanpassings- en omschakelingsmogelijk heden voor de akkerbouw, vrijwel tot nul gereduceerd. Ik doel op de opdracht van Braks aan de "Provinciale Raden voor de Bedrijfsontwikkeling" om regionale her structureringsprojecten in te dienen. In Den Haag pro jecten indienen zonder enige zekerheid over de mogelijkheden van financiële medeverantwoordelijk heid door de overheid is namelijk zinloos en zonde van Van der Maas

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 1