Voorkeursrecht pacht niet aantasten Streven naar uniforme Europese pachtwet lijkt onbegaanbare weg KNLC kommentaar De koelkast voor Fagoed-pacht Internationaal pachtseminar "Euro Agrilaw" Onder de titel 'Overdracht verpachte grond tussen beleggers onderling' wist J. Wierenga in het ZLM-blad van 4 mei jl. te vertellen dat het Landbouwschap van mening is dat er een regeling zou kunnen worden opgesteld die het mogelijk maakt dat beleggers onderling grond aan el kaar kunnen overdragen, zonder dat de pachter van zijn voorkeursrecht gebruik mag maken. Dit bericht geeft mij aanleiding tot het maken van enkele kritische opmerkingen. De indruk dat het hierbij gaat om een mening, dus door de landbouw organisaties ondersteund stand punt, lijkt mij onjuist. Het is slechts een gedachte, die in de diskussie in de Kommissie Grondgebruik naar voren gekomen is en waarover nog nader overleg zal plaatsvinden. Het bestuur van het Landbouwschap heeft nog geen enkel advies in deze richting gekregen, laat staan dat ze zich daarover heeft uitgesproken. Het zou mij ook zeer verbazen, wan neer het Landbouwschap een derge lijk vrij ingrijpend voorstel zou overnemen zonder een intensieve diskussie binnen de organisaties. Er is trouwens naar mijn oordeel ook geen enkele aanleiding voor om een dergelijk voorstel te overwegen. Althans het probleem, dat in de kommissie aan de orde was, zeker niet. Het ging namelijk om de toe passing van de boeteclausule, die Domeinen hanteert, wanneer de pachter het eigendom van de ge pachte of in erfpacht gekregen grond overneemt tegen de gepachte waarde. Wat was het geval. Boer A koopt zijn pachtgrond van zijn verpachter, de Dienst der Domeinen. Hij betaalt* voor deze grond 60 procent van de vrije waarde. Domeinen hanteert bij verkoop van zijn grond aan de pach ter de voorwaarde, dat deze de grond binnen een bepaald aantal ja ren (15 jaar) niet aan een derde mag doorverkopen. Gebeurt dit toch, dan is de voormalige pachter een boete verschuldigd aan Domeinen. Deze bepaling staat in het koopkon- trakt. Boer A is hiermee akkoord ge gaan, want hij heeft het kontrakt ondertekend en de koop is door gegaan. Boer A verkoopt de grond echter toch door aan Fagoed onder het be ding, dat hij de grond in erfpacht kan krijgen. Hij krijgt van Fagoed hetzelfde bedrag als hij aan Domei nen heeft betaald, 60 procent van de verkeerswaarde. Nu staat Domeinen op de stoep om de boete op te eisen. Immers afspraak is afspraak. De grond is doorverkocht en volgens het door boer A zelf getekende kon trakt heeft Domeinen nu recht op het innen van de boete ter grootte van 40 procent van de vrije waarde. Terecht komt de ZLM (de zaak speelde zich af in Zeeland) tegen de ze gang van zaken in het verweer. Immers Domeinen hanteert de boe teclausule om te verhinderen, dat de pachter de grond doorverkoopt te gen de vrije waarde en daarmee een in haar ogen onredelijke vermogens winst in zijn zak steekt. In dit geval is daarvan echter helemaal geen sprake. Boer A behoudt de gebuiks- waarde van de grond, hij verkoopt het eigendomsrecht tegen dezelfde prijs. Van winst is geen sprake. Inte gendeel. Hij betaalt nu jaarlijks aan zienlijk meer dan bij reguliere pacht. De kern van de zaak is, dat de boete clausule, die Domeinen hanteert, niet betrekking heeft op de aan koopprijs van de gepachte grond en de verkoopprijs bij doorverkoop van die grond, maar op het verschil van de aankoopprijs en de vrije ver keerswaarde op het moment van aankoop. Met andere woorden, niet de vraag hoeveel winst de pachter maakt bij doorverkoop van de door hem aan gekochte pachtgrond is bepalend, maar het enkele feit dat de pachter de gekochte pachtgrond heeft door verkocht binnen 15 jaar na aankoop. En dat lijkt mij volstrekt onjuist en in strijd met de bedoeling van de re geling. Het betekent tevens een zeer aanzienlijk risiko voor de pachters, die reeds van Domeinen grond ge kocht hebben of dit nog in overwe ging hebben. Immers als zij in pro blemen komen en bij onvoldoende likwiditeit gedwongen hun aange kochte grond geheel of gedeeltelijk te verkopen onder behoud van pacht of erfpacht, staat Domeinen op de stoep om alsnog de boete te inkasse- ren, ook al zou de verkoopprijs van de grond lager zijn dan de prijs, waartegen de grond indertijd was aangekocht. Het lijkt daarom noodzakelijk de Op korte termijn zouden voor de instandhouding van het instituut pacht o.m. de volgende wijzigingen in Pachtwet en pachtnormen- besluit kunnen worden aangebracht: sta pachtoverneming niet alleen aan pachterszijde maar ook bij beleggers onderling toe. Beperk de wachttijd tot 2 jaar, versoepel het voorkeursrecht, beperk bedrijfs overname tot levenskrachtige bedrijven, biedt meer mogelijkheden voor losse pacht, verlaag de vermogensbelasting op landelijk eigen dom, pas het fiskaal regiem aan op het punt 'verpachte waarde' en vervang dit door '60®7o van de verkeerswaarde'. Deze suggesties ten gunste van pacht en ter vergroting van het pachtareaal waren onder werp van diskussie op een internationaal pachtseminar "Euro Agri law" dat 2 en 3 mei jl. plaatsvond op Lauswolt in het Friese Beetsterzwaag. Een andere suggestie was om een koopprijsbeheersing van de grond in te stellen. Wat dit laatste betreft wa ren de aanwezigen het snel eens: po litiek gezien heeft deze optie geen schijn van kans. De mogelijkheden tot verbetering van de pachtsituatie moeten dus worden gezocht bij een versoepeling van het pacht- en fis- kaal regiem. Op initiatief van de "Stichting Raad voor Agrarisch Vastgoed" boog een dertigtal vertegenwoordigers van landeigenaren, pachters, rent meesters, hoogleraren agrarisch recht, juristen en beleidsmedewer kers van verschillende ministeries en het Landbouwschap zich op het landgoed Lauswolt over de pachtsi tuatie in de ons omringende landen en in het bijzonder over de proble men met de pacht in eigen land. De pachtwetgeving (en de praktische in terpretatie ervan) is, aldus bleek, zo gedifferentieerd per EG-land en zelfs per regio en dient dermate uit eenlopende politieke doelstellingen dat het streven naar een unforme Europese pachtwet een bijna onbe gaanbare weg lijkt. Verder is de be voegdheid van de Gemeenschap om zich met de Pachtwet in de verschil lende lidstaten te bemoeien diskuta- bel. De juiste weg is dan ook voor alsnog om de problemen met de pacht op nationaal nivo op te lossen. Een wat grotere vrijheid van pacht wetgeving zou daartoe - voor de Ne derlandse situatie althans - dienstig kunnen zijn. Dat was de konklusie na de eerste dag van het seminar dat vooral de pacht in de verschillende Vrijdag 18 mei 1990 EG-landen tot onderwerp had. Vastgesteld werd dat Nederland met Engeland in de EG de strengste wet geving heeft op het gebied van de pacht. In beide landen daalt ook het pachtareaal en is een pachtdruk aan wezig: een vrij groot verschil tussen de grondprijs op de vrije markt en die van verpachte grond. Vanujt de verschillende disciplines weragepoogd hiervoor verklaringen aan te dragen. Landeigenaren me nen o.m. dat de pachtprijs te laag is terwijl er volgens pachters geen ruimte is voor verhoging zeer zeker niet in de akkerbouwsektor. De diskussie spitste zich toe op een aantal stellingen: De pachtprijzen zouden een te sterke historische grondslag hebben. Dit komt o.m. tot uitdrukking in de pacht voor zandgronden die in vergelijking met kleigronden achtergebleven is. Ver der is het direkte rendement dat met name van belang is voor de kleine partikuliere belegger zeer laag en wordt er in tegenstelling tot wat de pachtwet eist, geen rekening gehou den met de werkelijke bedrijfsuit- komsten. De pacht dient door de be trokken partijen zakelijker te wor den aangepakt; pacht is niet meer en niet minder dan een van de elkaar in de markt bekonkurrerende financie- ringsvormen. Smalle marges Bij de behandeling van de verschil lende stellingen en voorstellen ont spon zich een levendige diskussie over de pro's en contra's. Gaande- minister van Financiën ervan te overtuigen dat de boeteclausule moet worden gewijzigd en ook voor reeds in het verleden afgesloten overeenkomsten anders moet wor den toegepast. Het vormt nu een strop om de nek van iedere onderne mer, die op het aanbod van Domei nen is ingegaan, zijn pachtgrond heeft gekocht, maar bij onverwachte financiële problemen alsnog door zijn oude verpachter dreigt te wor den gewurgd. De suggestie dat Domeinen de ver pachte grond zou moeten kunnen verkopen met voorbijgaan van het voorkeursrecht van de pachter tast fundamenteel één van de hoekstenen van het pachtrecht aan. Immers de Pachtwet kent geen onderscheid tus sen institutionele verpachters en par tikuliere verpachters. Dat onder scheid is ook erg moeilijk in regels vast te leggen. Het voorstel komt dan ook in feite neer op het schrappen van het voor keursrecht van de pachter. De sug gestie is ook niet nodig. In een drie partijen-overeenkomst zou de ver pachter het eigendom van de grond kunnen overdragen aan een door de pachter aangewezen institutionele belegger, waarbij de pachter de grond blijft pachten en van het ge bruikmaken van zijn voorkeursrecht op koop afziet. Daarvoor is hele maal geen wetswijziging nodig. Ir. T. Wind De suggestie om het voorkeursrecht te wijzigen is niet alleen niet nodig, maar ook bijzonder gevaarlijk. Juist met het oog op de kontinuïteit van de bedrijfsvoering is het voorkeurs recht van de pachter indertijd apart in de Pachtwet opgenomen. Het is bepaald niet van enig gevaar ont bloot, wanneer in de periode, waarin van allerlei zijde het ministerie van Financiën voorop voorstellen wor den gelanceerd tot wijziging van de Pachtwet en deregulering van het pachtsysteem nu uitgerekend het ge organiseerde bedrijfsleven zelf komt met een suggestie tot schrapping van het voorkeursrecht. ir. T.T. Wind, oud-sekretaris kommissie Grondgebruik Landbouwschap weg werd bevestigd wat vooraf al was gesteld: pacht is een fenomeen met zoveel aspekten en raakvlakken dat het aandragen van een eenduidi ge oplossing voor de terugloop van het areaal ervan op het seminar bui ten de realiteit ligt. Naast de direkt betrokken partijen spreekt namelijk ook de politiek hier een groot woord mee. De politiek zal, zo wordt ver wacht, uiteindelijk slechts smalle marges aangeven waarbinnen de pachtwet kan worden gewijzigd. Overeenstemming bestond er op het seminar over het belang van pacht als financieringsinstrument. De te rugloop van het pachtareaal is een slechte zaak want dit betekent het opdrogen van een relatief goedkope financieringsbron waaraan nu maar ook in de toekomst veel behoefte is. De komende struktuurveranderin- gen in de agrarische sektor maken, zo staat in de Struktuurnota Land bouw, een zekere liberalisatie van de pachtwet noodzakelijk. Met de gein- troduceerde korte pacht en loop- baanpacht worden grondflexibiliteit en -mobiliteit mogelijk. Deze zijn nodig voor de 'reizende teelten' van aardappelen en bloembollen in het kader van een ruimere vruchtwisse ling. Daarmee wordt ook de weg vrijgemaakt voor de produktie op grote schaal van grondstoffen voor de agro-industrie en voor verande ringen van het grondgebruik die door de markt, de ekologie en milieu worden afgedwongen. Deze eerste internationale uitwisse ling van gedachten over de pacht werd door alle deelnemende partijen als zeer nuttig ervaren. Besloten werd daarom een dergelijk seminar in de toekomst jaarlijks te gaan houden. J. Wierenga Verpakkingen multipack ijs De ijsdivisie van Campina Melkunie heeft nieuwe 'designs' voor haar multipack ijs geïntroduceerd. De ijs jes hebben voortaan de familienaam Campina Pretijs. Het zogenoemde take-home ijs en dan in het bijzon der het multipack segment maakt momenteel een enorme groei door. Het gaat goed en slecht met het beleggingsfonds Fagoed. Goed omdat het een succesfor mule blijkt te zijn. De vraag van uit de landbouw naar Fagoed- erfpacht is nog steeds groeiende. Binnenkort zal het fonds de 100 miljoen belegd vermogen passe ren. Hierdoor wordt ook een an dere belangrijke doelstelling van de initiatiefnemers van het fonds gerealiseerd: meer geld van bui ten de landbouw binnen sluizen. Er verdwijnt nog steeds teveel kapitaal uit de landbouw door de terugloop van het pachtareaal. Dit kapitaal was in grond vast gelegd. Het gaat wat minder succesvol met het fonds aan de andere kant van de aktiviteiten: het aantrek ken van voldoende kapitaal van institutionele beleggers. Nu is dit nog geen reden voor grote zorg. De huidige hoge marktrente maakt andere beleg gingen te zeer aantrekkelijk. Fagoed is daarom op dit moment voor beleggers een wat minder aantrekkelijk alternatief. Ik heb wel begrepen dat de institutionele beleggers de Fagoed-belegging in vergelijking met andere vast goedbeleggingen zeer goed waar deren. Als het fonds er ook nog kans toe zou zien in de nabije toekomst ter beurse te gaan, wordt de belegging weer een stukje aantrekkelijker; ook voor de kleinere beleggers zoals som mige partikuliere verpachters. De Raad van Toezicht heeft on langs besloten de canon met 1 te verhogen voor nieuwe kon trakten, gelet op de hoge markt rente. Het is te hopen dat de be leggers positief zullen reageren op dit besluit. Deze canonverho ging was relatief zeer fors, maar waarschijnlijk onontkoombaar. Toch lijkt het mij verstandig om geen wiebeltax van de canon te maken. Fagoed kan de canon voor nieuwe kontrakten twee keer per jaar aanpassen. Dit vraagt wel zorgvuldigheid: uiteindelijk wordt het canonper centage daarna voor de gehele kontraktduur vastgelegd en wordt de canon elke drie jaar herzien op basis van de inflatie en pachtprijzen. Vorig jaar hield ik hier een warm pleidooi voor Fagoed-erfpacht. De Stichting Fagoed vond het een goed idee om dit voorstel door een aantal deskundigen na der te laten bestuderen. De toen ingestelde werkgroep is nu klaar met zijn rapport. Het Bestuur van de stichting heeft inmiddels de konklusies van de werkgroep overgenomen. Konklusie: het zit er helaas niet in. Het aanvangsrendement van pacht is veel te laag en het totaal rendement is alleen aantrekkelijk te maken als er veel grond in pacht wordt uitgegeven. Dan valt er regelmatig wat extra 's te incas seren als de grond vrij van pacht komt doordat er geen opvolger aanwezig is. Het totaal rendement wordt dan opgepoetst doordat de pachtdruk ten gelde kan worden gemaakt: het verschil tussen de vrije en de verpachte waarde valt vrij. Dit is alleen aantrekkelijk als het fonds zou beschikken over een grote portefeuille pachtgrond of zou investeren in bedrijven zon der opvolger in het vooruitzicht. Dit laatste is volstrekt ondenk baar, want het beleid is en blijft gericht op het motto: Fagoed- boeren zijn goede boeren. Al met al moet ik erkennen dat het er onder de huidige pachtwet niet inzit. De Fagoed- pachtkonstruktie is nog steeds aantrekkelijk omdat het de rechtstreekse band tussen kapi taalverschaffer en grondgebrui ker doorbreekt. Het moet echter wel voldoende rendement opleveren, ook in het begin. Het is duidelijk dat er in deze tijd weinig beleggers bereid zullen zijn hun kapitaal hiervoor ter beschikking te stellen. Er zijn betere alternatieven. Gelukkig blijft Fagoed-erf pacht nog steeds 'het alternatief erbij'. Jan Brinkman

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 9