Van Dijk: "Scheppingsvriendelijk produceren maakt boeren weer enthousiast 99 Boeren moeten wel van hun vee kunnen blijven houden Gerrit van Dijk 'Biotechnologie' is een toverwoord. Het staat voor vooruitgang, voor sterk toenemende hektare-opbrengsten en stijgende melkgiften, voor transgene varkens en voor koeien die zelf medicijnen maken. Toch verlopen ontwikkelingen minder snel dan wetenschappers ons eerst wilden doen geloven. Geen ruimte dus voor science fictionverhalen. Maar ook niet voor slapen, boeren moeten wakker worden. Wie bezwaren heeft tegen de huidige richtingen die biotech nologie en genetische manipulatie gaan, moet voor zichzelf een stra tegie uitzetten. Niet blijven steken in een volledig afwijzen zonder meer, dat is onmogelijk geworden. Hieronder een gesprek met land- bouwekonoom dr. ir. G. van Dijk over transgene koeien, scheppings vriendelijk produceren en rentmeesterschap. "Staan voor scheppings orde maakt boeren weer enthousiast: het elan van de hervormers". "Genetische variatie is het aandelenkapitaal van de boer. Als koeien door klonering uniform zouden worden, kan een nieuwe veeziekte de veestapel in één klap decimeren", aldus de heer Van Dijk (foto APS/Peter Mastenbroek). 's Avonds, ergens in Nederland. Een boer vertelt bezorgd over ontwikke lingen in de veehouderij. Van Dijk is een van de luisteraars. Als het ver haal is afgelopen, vraagt hij wat de verteller nu echt niet wil. Stilte. Dan richt hij zich tot de zaal, maar krijgt al weer geen antwoord. Tenslotte blijkt iemand problemen met de mo nopoliepositie van de industrie te hebben. Onderdelen kopen bij ver schillende fabrikanten is er niet bij, ze passen niet op elkaar. Als Van Dijk konkludeert dat de aanwezigen kennelijk precies de ontwikkelingen waarnemen die ze wensen, al dan niet via genetische manipulatie, wor den ze boos. Praten over biotechno logie: samen lekker bezorgd zijn, ja gezellig. Toch zijn er ook werkelijk kritische boeren. Met een eigen visie. Volgens Van Dijk moeten die nü in aktie komen, want over vijf jaar kan het niet meer. Maar wat moet je als veehouder doen? Er zijn inmiddels voorbeel den: leden van enkele KI- verenigingen spreken af dat ze wel embryo's transplanteren en klone ren, maar niet aan het erfelijk mate riaal zullen komen. Een andere groep veehouders komt overeen hun kwaliteitsimago te behouden door het melkstimulerend hormoon BST niet te gebruiken. Als zo'n beslissing is genomen, zijn twee dingen nodig: "Je moet onderbouwen waarom je zo'n nieuwe technologie niet ge bruikt en je moet naar dé konsument duidelijk maken waarom dit goed voor hem is". Onderbouwing Van Dijk acht een produkt als BST voor verbetering vatbaar, maar hij haakt hier niet af. Soortkruisingen gaan hem echter te ver. "Je gaat je afvragen of het geoorloofd is. Wie zich richt naar bestaande spelregels in de natuur of schepping, krijgt éénheid en hanteerbare besluitvor ming ten aanzien van technische ver andering. Een algemeen ethisch be ginsel is ook dat bestaande biologi- Vrijdag 13 april 1990 sche variaties en bestaande natuur lijke soort-grenzen in feite een on vervangbaar kapitaal vormen. Het zijn de grote gemeenschappelijke noemers van landbouwbedrijven en daarbij betrokken gezinnen. Dat ka pitaal is ons enerzijds de bron van gratis diensten, anderzijds zijn de kosten voor vervanging van dit kapi taal niet te overzien. Bedenk je dan twee keer voor je al te grote macht over dit alles naar je toe trekt". "Kan ekonomische of politieke besluitvorming de beheersing over levensprocessen beter uitvoeren dan de Schepper, of, zo men wil, de gang van de evolutie? Als je daaraan twij felt, en dat doe ik, als ekonoom, dan moet je dus soorten als gegeven be schouwen. Ga je daarbij uit van christelijke ethiek dan zeg je dat koeien, evenals planten en andere dieren, naar hun aard zijn gescha pen. De Schepper heeft de gebruiks aanwijzing geschreven. De gebruiks aanwijzing van transgene koeien stelt daarentegen de industriële bio- technoloog op. Nu eens deze en morgen weer een ander. Veehouders werken nu nog met 'gewone' koeien en zij weten hun houding tegenover dieren in te nemen. Maar hoe moe ten ze zich straks tegenover hun transgene vee opstellen? Het is alge meen bekend dat een sociale rang volgorde voorkomt bij een kudde koeien. Zullen daar geen grote pro blemen ontstaan als het straks om groepen volledig identieke gekloon de koeien gaat? "Biologische soorten veranderen met ons mee, ook onder invloed van ons handelen. Er zijn echter gren zen. We kunnen niet voor het hoogst mogelijk rendement op onze investe ringen alsmaar onze technische macht blijven vergroten. Wie denkt dat zoiets wel kan, lijdt aan zelfover schatting. Ga je uit van evolutio nistische ethiek dan zijn er ook argu menten tegen zomaar toepassen van soortkruisingen voor handen. Wie vindt dat niet-m§nselijk leven een ei gen waarde heeft die gebaseerd is op een lange evolutionaire erfenis en op het eigen vermogen tot verdere ont wikkeling, moet tot de konklusie ko men dat men verplicht is om op zo veel mogelijk plaatsen evolutionaire processen zoveel mogelijk on gestoord te laten verlopen. Evolutio nistisch gedacht zit daarin meer 'kennis' en "voorzichtigheid" dan wij blijken op te kunnen brengen. Dat bewijst de milieu-chaos. Voegt genen-manipulatie, die tot transgene dieren leidt, werkelijk iets toe aan de kwaliteit van het menselijk leven? Nee. Lost het bestaande problemen op? Nee. Kun je vooruitgang ook op andere manieren bereiken? Ja". Van Dijk noemt ook politiek- ekonomische argumenten. Wie 'ja' zegt tegen transgeen vee, kan er niet omheen dat er straks een nieuwe technologisch-genetische basis komt voor veeverbetering. Deze basis van de voedselvoorziening zal in oc trooien moeten worden vastgelegd, en wordt dus gekapitaliseerd. Hier door laat men een belangrijke motor van de technische dynamiek verder uit de handen van het agrarisch ge zinsbedrijf wegnemen. Het krijgt een andere dynamiek - die van de internationaal-ekonomische schaarste, belangen en verbanden. "Zijn die werkelijk zo volmaakt dat je die nog meer macht over de Na tuur wilt geven? Vinden evolutio nisten nou echt dat onze kapitalisti sche organisatie in evolutie gelijk oploopt met de Natuur? En dat transgene manipulaties dus om het even blijven? Vinden christenen wer kelijk dat hun kuituurmandaat on benut blijft zonder deze macht naar de direkte eigen keuzebevoegdheid te brengen? Dat zijn de wezenlijke vragen". "Genetische variatie is het aandelen kapitaal van de boer. Als een nieuwe veeziekte de kop opsteekt, kunnen uniforme veestapels in een klap wor den gedecimeerd. Bij de gebruiks aanwijzing van uniforme veestapels hoort daarom een set van voor zorgsmaatregelen. Welke gevolgen zal de grotere uniformiteit hebben voor de rangorde in de groep? Ge bruiksaanwijzingen zouden wel eens wat uitgebreider kunnen worden dan wij ons nu kunnen voorstellen". Ook via een politiek-ekonomische lijn wijst Van Dijk dus doorbreking van soortgrenzen af. "Het betekent een historische stap, kunnen we die aan?" Het antwoord geeft hijzelf: "Biotechnologie is gericht op techni sche beheersing van levend mate riaal, de weerbarstigheid daarvan onder kontrole krijgen. Weerstan den in de natuur behoeden ons ech ter ook voor zelfvernietiging, want macht over de natuur is ook macht over mensen. Technologisch succes betekent ook dat we straks geheel aan onszelf zijn overgeleverd. Ver gelijk het eens met klimaatbeheer sing. We waren in onze eigen ogen in de jaren zeventig toch al zo tech nisch volwassen. Hoe kon dan die milieuvervuiling ontstaan?" En vol gens de bijbelse lijn hebben wij scheppingsvrijheid te verliezen. "We kunnen de Schepper in zijn schep ping aantasten". Scheppingsvriendelijk "Konsumenten zouden moeten we ten waarom bepaalde beperkingen ten aanzien van technologie-gebruik goed voor hen zijn. Het hoe en waarom moet in de marketing dui delijk uitkomen. "Dat ga je gebrui ken in je konkurrentiestrijd". Waar schuwend: "Maar je moet de konsu ment niet overschatten als het gaat over betalen voor een idee. Jouw produkt moet béter zijn". Zonder samenwerkingsvormen of koöperatie kan een boer geen eigen lijnen uitzetten. "Met behulp van koöperaties probeer je je te vrijwa ren van ongewenste invloeden. Daar is toch het hele organisatieprincipe, zowel in 't klein als in het groot, op gebaseerd? Denk maar aan de muur van heffingen en restituties rond de EG. Dus je moet niet zeggen dat er niets kan worden geregeld". Boeren kunnen met elkaar afspreken bepaalde ontwikkelingen niet toe te passen, maar kunnen ze ook iets der gelijks overeenkomen met partiku- liere ondernemingen? "Dat is heel moeilijk, zie zo'n onderneming maar eens öm te krijgen. Boeren kunnen dat echter wel als koöpera tie, en als zodanig joint-ventures aangaan, zodat ze hun scheppings- vriendelijke produkten via bestaan de handelskanalen vermarkten en zo de kennis en organisatie van die on derneming gebruiken. Ook binnen grotere koöperaties kun je een sa menwerkingsverband van gelijkge zinden oprichten: een koöperatie binnen een koöperatie. Vergelijk dat met horizontale kontraktvormen naast de al bestaande vertikale kon- traktmogelijkheden in koöpe raties". Met 'scheppingsvriendelijk produce ren' geeft Van Dijk aan dat boeren wakker moeten worden, vóór de ba sis van hun bestaan wordt weggeno men. "Als je iets wilt veranderen, moet je er vroeg bij zijn, en dan kan het ook. Kijk maar naar voedsel- doorstraling, vooral in Duitsland hebben konsumenten daar proble men mee. Willen ze iets niet, dan kunnen ze het tegenhouden. En er blijken alternatieven te bestaan". Wie bepaalde ontwikkelingen niet toepast kan daardoor los komen te staan van de overheersende techno logische trends. Wanneer dat volle dig zou gebeuren houdt de sektor geen stand. Een eigen strategie kan daarentegen wonderen doen: "Staan voor scheppingsorde maakt boeren weer enthousiast. Het maakt ze kreatiever doordat er een duidelijke grens in zicht komt. Ze hebben weer een gemeenschappelijk doel. Nieuw elan, het elan van hervor mers, niet van achterblijvers". Praktischer: "Op de gebieden van computertechnologie, voedingstech nologie en marketing moet je wel ex tra sterk zijn om de techniek jouw richting op te sturen. Breed lachend: "Het gaat ook hier om schone zake lijkheid". Kontrole Scheppingsvriendelijk produceren betekent ook nadenken over houde- rijsystemen. "Blijven we vleeskalve ren op dezelfde manier houden? Er is op dat punt nog ontzaglijk veel te verbeteren. Maar dan moet je wel te gelijkertijd je verbeterde eindpro- dukt promoten". "Nee, geen scheppingsvriendelijk stickertje", meent de Wageningse landbouwekonoom. Hij wil op dit gebied geen alternatief produkten- circuit. "Veeleer streven naar uni versaliteit, geen isolement, maar een breed offensief. Het gaat niet om een "nieuwe vereniging van zeldza me huisdierrassen in een wereld vol transgene melkgevende wezens". Een scheppingsvriendelijk kenmerk is slechts nodig om eigen identiteit veilig te stellen en om wetenschap en techniek te dwingen zich te richten op jouw - scheppingsvriendelijke - wijze van omgaan met dieren". Geen alternatief produktencircuit, geen scheppingsvriendelijk sticker tje. Toch moet de konsument ervan op aan kunnen dat het voedsel wer kelijk scheppingsvriendelijk is voortgebracht. "Ik kan geen eendui dig kontrolemechanisme aanbeve len, maar ik denk dat die vraag zich vanzelf oplost. Je komt in de sfeer van integrale ketenbeheersing. De loodaffaire heeft dat weer eens on derstreept. Veevoederfabrikanten keken meteen hun kontrolemecha nisme na en vroegen zich af of zij lood in veevoer hadden kunnen voorkomen". Rentmeester Het perspektief van het rentmeester schap, vrijheid om gebruik te maken van alle geoorloofde middelen, als het doel 'scheppingsvriendelijk pro- Dr. ir. G. van Dijk Dr. ir. Gerrit (Gert) van Dijk (43) is zoon van een veehouder. Hij studeerde veeteelt en landbouwe- konomie aan de Landbouwhoge school. Van 1973 tot 1982 werkte hij bij de vakgroep Algemene Agrarische Ekonomie. Promo veerde in Aberdeen (Schotland) op een proefschrift over prijs- en markt-theorie (1978). Daarna werkte hij enige tijd voor de OE SO in Parijs. Van 1982 tot 1986 was hij sekretaris van de afdeling 'Landbouw in de Samenleving' van de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek. Sinds 1986 beheert en koördi- neert hij het onderzoek en onder wijs in Landbouwpolitiek van de Landbouwuniversiteit in Wage- ningen. Als sekretaris van de Advieskom missie Perspektieven voor de Agrarische Sektor in Nederland schreef hij het rapport "Om Schone Zakelijkheid". In dit rapport komt de mogelijkheid van koördinatie ten behoeve van scheppingsvriendelijk produce ren zijdelings ter sprake (para graaf 9.2.3). Tijdens een lezing voor de sektie landbouw van de Reformatorische Maatschappe lijke Unie bracht Van Dijk deze term onder een breder publiek. Per 1 september a.s. is de heer Van Dijk benoemt tot direkteur van de Nationale Coöperatieve Raad van land- en tuinbouw (NCR). duceren' maar vast staat, betekent volgens Van Dijk een groot voordeel op strikt omschreven vormen van al ternatieve landbouw. "Je kunt een meer eclectische benadering toepas sen, dat wil zeggen veel opener zijn naar bestaande technologische ont wikkelingen". Anderzijds is er nog veel te leren. "Christelijke boeren doen te weinig met mogelijkheden die wetenschap en technologiebeleid bieden. Het is nodig eigen kreativiteit te ontwikke len. Of men is te bang geweest om ri- siko's te nemen. Of heeft men de problemen niet gezien? Zo ontstaan schandalen ook". Van Dijk pleit daarom voor heroverweging en be houd van rentmeesterschap. Hieron der verstaat hij beheer van groene ruimte, variatie en verscheidenheid in het landschap, van het soorteige- ne van vee en de biologische diversi teit; de maatschappelijke funktie van boeren. "Rentmeesterschap betekent geroe pen zijn tot handelen, en tegelijker tijd beseffen dat handelen heel ver keerd kan uitpakken. We kunnen gestraft worden door ons doel te be reiken. Want doel bereiken blijkt niet altijd een zegen te zijn. De schepping is niet van onszelf, daar om moet ons doel steeds weer wor den herijkt. Dat kan alleen als we de luxe kennen van een onveranderlijke norm". G.C. van den Berg 17

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 17