voor witlofteelt op z'n best duphar Waarop letten bij lang bewaren van konsumptieaardappelen? Brede werking tegen zowel grasachtige als de meeste breedbladige onkruiden Zeer selectief Hoogste opbrengst niet-vertakte pennen spuitpoeder Lees voor gebruik de aanwijzingen op de verpakking. Duphar Nederland B.V., Afd. Gewasbescherming, postbus 7133,1007 JC Amsterdam, tel. 020-5490847 Bij het lang bewaren van konsumptieaardappelen streeft men naar het afleveren van een kwalitatief en kwantitatief zo goed mogelijk produkt. Immers, met deze kombinatie een goed produkt en nog veel ook, heeft men de meeste kans om een goed saldo te realiseren. Een zo hoog mogelijk bedrijfssaldo is uiteindelijk het einddoel. Zowel kwaliteit als kwantiteit van een partij aardappelen kunnen tijdens het bewaren worden beïnvloed. Zeker bij lange bewaring. Met lange be waring bedoelt men dan bewaring tot minimaal april/mei. Kwantitatief Kwantitatief gezien wil de onderne mer zoveel mogelijk aardappelen af leveren. Dit betekent dat men streeft naar zo min mogelijk bewaarverlie- zen. Gewichtsverliezen betekenen immers een direkt meetbaar ekono- misch verlies. Naast dit direkte ge wichtsverlies geven deze bewaarver- liezen ook een kwaliteitsverlies. Bij toenemende gewichtsverliezen wordt de kans op blauwe en drukplekken ook groter. Vooral bij lange bewa ring kunnen (gewichts)verliezen be hoorlijk oplopen. In de praktijk kunnen de verschillen tussen be waarders onderling aanzienlijk zijn. Voor de lange bewaarders kan dit gewichtsverlies variëren van 6-10%. Op zich lijkt een verschil van 4% niet veel. Echter 4% van 500 ton be tekent dat er wel 20 ton meer aard appelgewicht tijdens de bewaring 'verdwenen' is. Reden genoeg om voldoende aandacht te schenken aan de be waarver liezen. De hoofdoorzaken van gewichtsver liezen zijn: verdamping en ademha ling. Deze twee processen worden op hun beurt weer door andere fakto- ren beïnvloed. Ongeveer 10% van de gewichtsverliezen komt op rekening van de ademhaling en ongeveer 90% komt op rekening van de verdam ping. Bij het optreden van kieming en bewaarziekten zullen de totale be- waarverliezen nog verder stijgen. Verdamping Bij de verdamping gaat er vocht uit de knol, nadat het de schil is gepas seerd, verloren. Hierbij speelt in de bewaarplaats de vochtigheid van de omringende lucht een grote rol. Het zogenaamde evenwichtsvochtgehalte van aardappelen ligt bij een relatieve luchtvochtigheid van ca. 92%. Dit betekent dat als aardappelen en lucht dezelfde temperatuur hebben en de relatieve luchtvochtigheid van de omringende lucht 92% is, er geen verdamping optreedt. Vocht in de knol en vocht in de omringende lucht zijn dan in evenwicht. Door te ventileren met koudere bui tenlucht daalt de relatieve lucht vochtigheid in de bewaarplaats. De aardappelen gaan weer vocht afge ven aan de omgeving en dit betekent dus weer gewichtsverlies. De ge wichtsverliezen zijn in dit opzicht te verkleinen door ten eerste niet meer te ventileren dan strikt noodzakelijk is, ten tweede door zo mogelijk te ventileren met lucht met een hoge re latieve luchtvochtigheid. Verder daalt de relatieve luchtvochtigheid meer naarmate het temperatuurver schil tussen de aardappelen en venti latielucht groter is. Als de gewenste bewaartemperatuur bereikt is,moet u ventileren met lucht die niet meer dan 1,5°C k 2°C kouder is dan de bewaartemperatuur. De optredende gewichtsverliezen als De bewaartemperatuur en de relatieve vochtigheid bepalen in sterke mate de kwaliteit en kwantiteit van de aardappelen. Voor lange bewaring van frites- aardappelen is een bewaartemperatuur van 6°C. een redelijk kompromis. gevolg van ventilatie hangen vooral af van de ventilatieduur. Ademhaling Behalve de direkte verdamping heb ben we ook te maken met verliezen als gevolg van de ademhaling van de knollen. Direkte verliezen als gevolg van ademhaling zijn niet zo groot. Indirekt zijn deze verliezen veel gro ter. Bij de ademhaling wordt ook warmte geproduceerd. De bewaar temperatuur loopt op. Om dit te voorkomen moet er weer geventi leerd worden. De belangrijkste fak- toren waar men tijdens de bewaring nog invloed op kan uitoefenen zijn de bewaartemperatuur en de kie ming. Beide beïnvloeden zowel de ademhaling als de verdamping. Bewaartemperatuur Vanuit het oogpunt van gewichtver- liezen zou men de bewaartempera tuur het liefst stellen op 5°C. Dan is de ademhalingsintensiteit het laagst. Hogere of lagere temperaturen lei den tot meer ademhaling. Overigens blijft de ademhaling in het trajekt 5-8°C praktisch gelijk. Kieming Kieming draagt sterk bij aan grotere gewichtsverliezen. Ook vanuit het oogpunt van kwaliteit is kieming niet gewenst. Kiemremmingsmidde- len dienen dus tijdig en in een vol doende dosering te worden toe gepast. Vanuit het oogpunt van het handha ven van de kiemrust zou het beter zijn de aardappelen te bewaren bij een zo laag mogelijke temperatuur. Door de temperatuur lager te hou den dan 4°C wordt kieming voorko men. Helaas heeft dit grote nadelen. Na maart zal de temperatuur gaan oplopen en zal er toch kieming op treden. Bij afleveren dient men de aardappelen op te warmen en kan ekstra kieming optreden. Als laatste het grootste bezwaar: zo'n lage tem peratuur heeft een bijzonder slechte invloed op de bakkleur bij de ver werking tot frites. Kwaliteit Behalve kwantitatief willen we ook kwalitatief het beste produkt afleve ren om een hoge prijs te kunnen ma ken. Het belangrijkste kwaliteits- aspekt is hierbij de bakkleur. Een goede bakkleur is bij aardappelen bestemd voor de frites en chipsin dustrie van groot belang. Vooral bij lang bewaarde aardappelen is het moeilijk om te voldoen aan de eisen. De bakkleur hangt rechtstreeks af van het gehalte aan reducerende sui kers in de knol. Hoe meer reduce rende suikers hoe slechter de bak kie jr. Reducerende suikers kunnen ook ontstaan als gevolg van verou dering. Hier is tijdens de bewaring niet zo heel veel aan te doen. De maatregelen die genomen worden om gewichtsverliezen te voorkomen, beperken ook de vorming van verou- deringssuikers. Dus betrekkelijk la ge bewaartemperatuur en zo effi ciënt mogelijk ventileren. Waarschijnlijk bent ook u in het be zit van de bewaargids. Hierin vindt u nog meer informatie over m.n. lange bewaring. Bent u het boekje kwijt of hebt u het niet eerder gekregen, vraag er dan even naar bij DLV- akkerbouw Goes, telefoon 01100-33711. Elke dag bereikbaar tussen 08.15 en 17.15 uur. ing. C.A.F. van Oers, bedrijfsdeskundige akkerbouw, DLV-Goes kerb Met lof geslaagd, dankzij 19/90 24 Vrijdag 30 maart 1990

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 24