'Zonder bescherming van de markt
kan landbouw niet omschakelen'
Open dag Agrarische
Hogeschool Delft
LEI presenteert paniek scenario's
CLO-voorzitters willen
sterkere samenwerking
tussen landbouworganisaties
Avéro en OLM onderzoeken
nauwe samenwerking
Onderlinge "Hagel Hulst" had
weinig hagelschade in 1989
KNLC wil discussie
belangenbehartiging
Tazelaar over kosten mestprobleem:
"Iedereen schreeuwt van de daken
dat de akkerbouw nieuwe gewassen
moet gaan telen. Dat moet ook ge
beuren. Maar zonder bescherming
van de markt kan dat niet. Dan is elk
project tot mislukken gedoemd".
Dat zei dr. ir. G. van Dijk, hoofddo
cent landbouwpolitiek aan de Land
bouwuniversiteit Wageningen en
secretaris van de commissie Van der
Stee onlangs tijdens de vergadering
van de kring Walcheren van de ZLM.
De commissie Van der Stee heeft vo
rig jaar het rapport 'Om schone za
kelijkheid' uitgebracht. De heer Van
Dijk wordt op 1 september direkteur
van de Nationale Coöperatieve
Raad.
"Je moet als sektor duidelijk maken
dat je nieuwe gewassen wilt, en welke
gewassen voor een bepaald gebied
dat zijn. En dan moet je zeggen 'ik
wil voor een aantal jaren marktbe-
scherming'. En dat wordt vergeten.
Ik daag iedereen uit om een sektor te
noemen die niet aan marktbescher-
ming doet", aldus Van Dijk.
Vanwege het strategische belang van
de eigen voedselvoorziening acht de
heer Van Dijk bescherming van de
markt extra belangrijk. "Je moet
daarom zorgen dat de landbouw zich
gezond ontwikkelt, en dat kan alleen
in een systeem van stabiliteit en vol
doende perspektieven". Volgens de
hoofddocent landbouwpolitiek moet
er meer met struktuurinstrumenten
in plaats van prijsinstrumenten ge
werkt worden, omdat er - op wereld
niveau - binnen een periode van vijf
jaar een sterke vermindering van de
bescherming van de landbouw aan
zit te komen. De commissie Van der
Stee heeft gezegd: "Houd eens op
met te denken in termen van prijs
beleid".
Gebiedsgericht quoteren
Van Dijk toonde zich een voorstan
der van het instellen van gebiedsge
richte quota, in ruil voor het in stand
houden van de prijs. De landbouw
moet zich volgens hem hier sterk
voor maken. "Als je niets doet blijft
wel de produktie stijgen, ook als het
areaal hetzelfde blijft. De prijs zal
dan dalen, zodat alleen de grote be
drijven kunnen blijven produceren.
Het instellen van (regionale) quota
hoeft nog geen hogere prijs in te
houden. Een hogere prijs is wel mo
gelijk, maar dat is een politieke be
slissing". Hij gaf wel toe dat de
gedaalde graanprijzen moeilijk weer
naar boven
worden.
bijgesteld kunnen
Milieu
De heer Van Dijk vindt dat bedrijven
die 'het milieu dienen' beloond moe
ten worden, en omgekeerd. Dat kan
simpel geregeld worden, maar het
vraagt duidelijkheid van de overheid
en initiatieven van het bedrijfsleven.
"Maar, de overheid is niet duidelijk,
en het bedrijfsleven moet daarom
zelf initiatieven nemen om normen te
stellen".
Het jaar 1989 is voor "Hagel Hulst"
een gunstig jaar geworden. De scha
de van 3.850,—, waarbij drie le
den betrokken waren, is de laagst ge
noteerde schade van de afgelopen 20
jaar. Het jaar wordt dan ook af
gesloten met een batig saldo. Zo
doende zal er een restitutie van 10%
op de premie worden verleend. Dat
zei voorzitter K.J.A. Baron Collot
d'Escury tijdens de Algemene Le
denvergadering van de Onderlinge
Verzekerings Maatschappij tegen
Hagelschade in Zeeland te Hulst.
De samenwerking tussen de drie lan
delijke ondernemersorganisaties in
de land- en tuinbouw moet worden
versterkt. Dit vinden de voorzitters
van de Centrale Landbouw Organi
saties (CLO's), die bij de diskussie
over hun nauwere samenwerking
ook de taak en werkwijze van het
Landbouwschap willen betrekken.
De voorzitters van de Katholieke
Nederlandse Boeren- en Tuinders-
bond (KNBTB), de Christelijke
Boeren- en Tuindersbond (CBTB)
en het Koninklijk Nederlands Land
bouw Comité (KNLC) hebben een
diskussienota met een reeks voor
stellen voor een sterkere samenwer
king voorgelegd aan de besturen van
de in totaal 23 provinciale en ge
westelijke standsorganisaties, alsook
van het Landbouwschap en de beide
Voedingsbonden.
Geen fusie
Na enkele maanden overleg zijn de
CLO-voorzitters tot de konklusie ge
komen dat er geen basis is voor een
fusie en de vorming van één centrale
Avéro Verzekeringen te Leeuwarden
en OLM Verzekeringen te Zwolle
zijn besprekingen begonnen om de
mogelijkheden van een nauw samen
werkingsverband te onderzoeken.
Beide bedrijven zien daarin belang
rijke voordelen in het licht van o.a.
Er moet een discussie komen
over de structuur van de belangen
behartiging, aldus het bestuur
van het KNLC op haar vergade
ring van 20 maart. De roep om
vaktechnische organisaties is na
de acties versterkt.
De nieuwe structuur van het
KNLC sluit goed aan bij deze
roep. Er komen echter steeds
meer vragen om ook de rol en
positie van het Landbouwschap
nog eens nadrukkelijk te bezien.
De CLO's moeten zich presente
ren als ondernemersorganisaties.
De taken van het Landbouw
schap kunnen bij een dergelijke
opstelling wel eens veranderen.
Daarnaast bestaat de kans dat de
rol van het Landbouwschap ooi:
in het parlement ter sprake komt.
de internationalisering van de markt
voor financiële dienstverlening, een
toenemende branchevervaging en
een daarmee samenhangend proces
van schaalvergroting.
Het Avéro-concern (waartoe ook de
FBTO behoort) zet zijn produkten
in het gehele land af via het interme
diair (Avéro-merk) en rechtstreeks
aan de konsument via het FBTO-
merk. OLM Verzekeringen heeft als
regionale verzekeraar een sterke
marktpositie in Overijssel en Flevo
land. OLM bewerkt deze markt
rechtstreeks en via het intermediair
(koöperatieve banken).
Met een fusie wordt beoogd nog be
ter in staat te zijn een breed en volle
dig pakket aan financiële diensten te
kunnen aanbieden aan de verzeker
den, via het intermediaire verkoop
kanaal zowel als via de direkte ver
koop. Avéro en OLM zijn onderlin
ge (koöperatieve) verzekeraars.
Avéro en OLM behaalden in 1989 te
zamen een omzet van ruim 1160 mil
joen gulden en een positief resultaat
van circa 150 miljoen gulden. Dit re
sultaat komt voor een zeer belang
rijk deel ten goede aan de verzeke
ringnemers. Beide maatschappijen
groeien voorspoedig en verwachten
dat deze groei zich ook de komende
jaren zal doorzetten.
Op de agenda van de vergadering
stond ook een bestuursverkiezing
wegens het periodiek aftreden van
de heren B.P. van Acker, J. de Regt,
J.D.A. Haak en R.T.H. Maerman.
Zij werden allen herkozen. Voor de
vakature Van Esbroeck werd geko
zen de heer A.A.P. Mangnus te Vo
gelwaarde. De heer A.E.C. van Es
broeck te Hengstdijk heeft sinds
maart 1958 als bestuurslid en sinds
1980 als vice-voorzitter gefunktio-
neerd bij de maatschappij.
Een van de tien torens van het schoolgebouw aan de Brasserkade 1 te Delft.
landbouworganisatie. Volgens hen
verdient het wel aanbeveling om de
sekretariaten van de drie CLO's en
al lopende samenwerkingsprojekten
(SE V-Bureau en het weekblad
Oogst) en mogelijk nieuwe projek-
ten gezamenlijk te huisvesten. On
derwerpen en werkterreinen, die
voor verdere samenwerking in aan
merking komen, zijn sociale zaken,
kadervorming, onderwijs, sociaal-
ekonomische voorlichting, milieu,
public relations en internationaal
beleid.
In de nota worden voorts enkele
nieuwe taken en mogelijkheden voor
samenwerking genoemd, die nader
onderzocht moeten worden. De
landbouworganisaties denken onder
meer aan een versterking van de eko-
nomische krachtenbundeling per
sektor door vorming van zgn.
'marktgroepen' en een nauwere
band met de onlangs gestarte Dienst
Landbouw Voorlichting (DLV).
Verder worden genoemd het land
bouwkundig onderzoek en een geza
menlijke aanpak van voorlichting en
public relations.
De CLO-voorzitters zijn van me
ning, dat de bijna 25 jaar geleden
opgestelde verklaring over samen
werking in het Landbouwschap op
nieuw moet worden bezien.
Het Landbouwschap krijgt, als het
aan de CLO-voorzitters ligt, in de
toekomst belangrijke taken toebe
deeld bij de aanpak van de milieu
problematiek. De voorzitters van de
landbouworganisaties verwachten,
dat het Landbouwschap in dat kader
belangrijke en ingrijpende besluiten
zal moeten nemen.
Op zaterdag 7 april houdt de Agrari
sche Hogeschool Delft (KNLC)
open dag. Op deze dag is het moge
lijk met alle facetten van een aantal
veelzijdige opleidingen kennis te ma
ken. Er is informatie verkrijgbaar
over de studierichtingen Landbouw,
Bedrijfskunde en Tuinbouw. Docen
ten en studenten geven presentaties
en inleidingen en er is een informa
tiemarkt met practicademonstraties.
Studenten en hun ouders zijn wel
kom van 10 tot 13 uur op de Brassers
kade 1 in Delft.
Op de open dag worden vragen over
vooropleiding en toekomstmogelijk
heden beantwoord en er is speciale
aandacht voor agrarische milieukun
de en biotechnologie. Een studie aan
de Agrarische Hogeschool Delft is
een praktijkgerichte 4-jarige hbo-
opleiding. Afgestudeerden hebben
goede toekomstmogelijkheden in
handel, produktie, voorlichting, on
derwijs, onderzoek en management,
zowel in als buiten de agrarische be
drijfskolom.
Landbouw
De studierichting Landbouw kent 5
differentiaties: biotechnologie, agra
rische milieukunde, akkerbouw,
veehouderij en agro-management.
De studie is voornamelijk gericht op
het managen van de natuur en haar
produkten. Onderdelen als milieube
leid, landbouwvoorlichting, Europe
se landbouw en de toelevering en af
zet van agrarische produkten zijn
belangrijke onderdelen.
Bedrijfskunde
Ook de studierichting Bedrijfskunde
is een brede opleiding. Belangrijke
onderdelen in deze opleiding zijn:
logistiek, informatica, marketing,
communicatie, financieel-
ekonomisch management en organi-
Kengetallen. Bloemenveiling West-
land heeft een brochure uitgebracht
waarin de belangrijkste cijfers van
het afgelopen jaar staan vermeld.
Inlichtingen via 01740-32158.
Er wordt onder meer aandacht gege
ven aan de import- en exportcijfers.
satiekunde. Er zijn 6 differentiaties
binnen de studierichting Bedrijfs
kunde. Het is een nog jonge oplei
ding met een goed perspektief.
Tuinbouw
Voor het eerst is de studierichting
Tuinbouw present op de open dag in
Delft. Tot september is deze oplei
ding nog in Utrecht gevestigd. Tuin
bouwkundig ingenieurs werken na
een vier-jarige brede opleiding in on
derzoek, onderwijs, produktie en
handel.
De open dag van de school valt overi
gens samen met de landelijke open
dag voor de tuinbouw: Kom in de
kas.
Huisvesting
Voor studenten die niet in de buurt
van Delft wonen is de huisvesting
vaak een probleem. Vooral van
Delft wordt verwacht dat er geen ka
mer te vinden is. Daarom helpt de
school studenten bij het zoeken naar
huisvesting. Studenten die op zoek
zijn naar een kamer in Delft kunnen
zich op school laten inschrijven.
Verwacht wordt dat het aanbod van
kamers groot zal zijn omdat de stu
denten van de lerarenopleiding Zuid
West Nederland naar Rotterdam
zijn vertrokken.
De huisvesting van de school zelf in
het pand van de lerarenopleiding zal
op korte termijn worden verbeterd.
Er is voor dit jaar nog verbouwing
gepland en nieuwbouw in 1991.
De Agrarische Hogeschool Delft is
naast het verzorgen van hoger be
roepsonderwijs in de 3 studierichtin
gen aktief op het gebied van kon-
traktonderwijs, praktijkgericht on
derzoek en maatschappelijke dienst
verlening. De Hogeschool is in 1987
ontstaan uit een fusie van de Agrari
sche Hogeschool van het KNLC te
Dordrecht en de Rijks Hogere Tuin
bouwschool te Utrecht en wordt
bestuurd door het KNLC. De Hoge
school telt ongeveer 1.000 studenten
en ruim 100 medewerkers.
Meer informatie over de opleidingen
en een routebeschrijving voor de
open dag is aan te vragen via tele
foon (015) 150215.
Het Landbouw Ekonomisch Insti
tuut (LEI) heeft agrarisch Nederland
geen dienst bewezen met het naar
buiten brengen van recente bereke
ningen over de kosten van het mest
probleem. Voorzitter Tazelaar van
het Produktschap voor Vee en Vlees
(PVV) sprak maandagavond op een
studiebijeenkomst van varkenshou
ders in Rips (N.Br.) over "onnodige
paniek scenario's".
Als voornaamste bezwaar tegen de
LEI-cijfers voerde hij aan, dat in de
rekenmodellen teveel wordt uitge
gaan van de bestaande technieken
om het mestprobleem aan te pak
ken. Hierdoor is een veel te somber
beeld ontstaan en in de publiciteit
gebracht. Tazelaar zei het begrijpe
lijk te vinden, dat er onder varkens
houders onrust is ontstaan. Dat was
naar zijn mening absoluut niet nodig
geweest, als er in een vroegtijdig sta
dium overleg had plaatsgevonden
tussen het LEI en het bedrijfsleven.
Oplosbaar
Volgens de PVV-voorzitter hebben
de varkenshouders nog wel degelijk
toekomstmogelijkheden. Ook bij
aanscherping van de mestnormen.
Immers het LEI zelf zegt, dat stren
gere regels niet automatisch hoeven
te leiden tot grotere overschotten.
Technisch is het mest- en ammoni-
akprobleem oplosbaar.
Tazelaar deelt beslist niet de opvat-
Vrijdag 30 maart 1990
ting van het LEI, dat slechts enkele
tientallen procenten van de bedrij
ven in staat zullen zijn om de milieu
lasten te dragen. Hij rekent erop,
dat op korte termijn nieuwe technie
ken beschikbaar komen, die tot aan
zienlijke kostenbesparingen zullen
leiden. Zo lijkt het haalbaar om in
de toekomst mest veel goedkoper te
verwerken, dan nu het geval is. Ook
het houden van varkens op zaagsel,
de verdere verhoging van het droge
stofgehalte, verbeterde uitrijtechnie-
ken en het exporteren van pluimvee
mest zijn maatregelen, die kunnen
bijdragen aan de oplossing van het
mestprobleem. Al dit soort zaken
hebben in de LEI-berekeningen geen
of onvoldoende aandacht gekregen.
11