'Scharrel'-benaming wekt ver keerde indruk bij konsument Landelijke samenwerking kamperen bij de boer KIMLC kommentaar Biologisch kruidenteeltbedrijf 'MarleenKruiden Ekologische landbouw op de Zuidwestelijke akkersIV Amerikaanse kritiek op EG-graanbeleid Structuur belangenbehartiging Benamingen zoals 'homeopa thisch', 'biologisch' en 'scharrel' wekken vooral tegenwoordig ver keerde verwachtingen bij de kon sument. De publiciteit die aan al deze verschillende onderdelen ge geven wordt is op zich een goede zaak, maar de informatie is ten opzichte van de konsument niet altijd eerlijk', zo luidt de mening van ecologisch kruidenteler Ro nald van de Winckel. 'Bijvoorbeeld voor de presentatie van het Aardenburgse boerenbrood, slaat de benaming 'scharrel' op de geïntegreerde teeltwijze. Helaas kreeg een andere broodsoort eerder de scharrelbenaming waar de geïnte greerde verwerkingswijze mee be doeld werd. Daardoor krijgt de kon sument foutieve informatie. In principe is voor elk produkt een zogenaamd 'scharrel'produkt te ver wezenlijken. Echter, de naam 'scharrel' is nog niet beschermd als merknaam voor produceren met een geïntegreerde teeltmethode en kan niet als zodanig als maatstaf aange merkt worden. Alleen produkten die het kontrole merk dragen zijn voor 100% op biologisch dynamische (BD) of ekologische (EKO) wijze verbouwd. Ronald en Marleen van de Winckel zijn drie jaar geleden in Axel gestart met een biologisch kruidenteeltbe drijf. Tijdens zijn studie aan de Landbouwhogeschool in Wagenin- gen werd daar een begin mee ge maakt en het is uitgegroeid tot een levensvatbaar bedrijf. Het is hoofd zakelijk de bedoeling om kruiden te leveren aan diverse groothandelaren die deze verder verwerken of bewer ken voor de konsumentenmarkt. Op een zevental hektaren worden krui den, aardappelen en uien op ekolo gische wijze geteelt. Zeeland is bij uitstek geschikt voor de teelt van kruiden. In het najaar is het risiko van vorst aan de grond niet zo groot als op andere plaatsen in Nederland. Daarbij komt dat de grond in Zee land kalkrijk is, dus ideaal voor de kruidenteelt. De kruiden worden verbouwd, ge oogst, gesneden en geschoond, ge droogd en vers of ingevroren gele verd aan fabrikanten die deze weer verwerken/verpakken tot thee, me dicinale dranken af voor gebruik in de keuken. De kruiden worden ook voor bewerkt, waaronder het inleg gen in alkohol, het maken van tinc turen die later verder verwerkt wor den in de geneesmiddelenindustrie. Phytotherapie is een genees- of be handelwijze op basis van plantaardi ge stoffen. Afnemers van produkten van 'Mar leen' Kruiden zijn onder andere Agrico en Bonusan. Via Agrico ko men de op biologische wijze beteelde Het Amerikaanse ministerie van Landbouw heeft de kritiek op het EG-graanbeleid deze dagen nog eens extra naar buiten gebracht. Het mi nisterie kwalificeert de EG- graanpolitiek als uitermate protectio nistisch en marktverstorend. Het ministerie voert aan dat in de EG de jaarlijkse toename van de ha- opbrengst gemiddeld 10% zo groot was als die in de grote graanexporte- rende landen en meer dan twee maal zo groot als die in de grote graanim- porterende landen. Twaalf jaar te rug lag de ha-opbrengst in de EG ge middeld 10% boven die van de grote exporterende landen, momenteel is dat 55%. De kunstmatig hoog ge houden prijs staan een toename van het verbruik in de weg, aldus de Amerikanen. Vrijdag 19 januari 1990 (K*QI gabjnV Ronald van de Winckel is drie jaar geleden gestart met een biologisch krui denteeltbedrijf aardappelen bij Torro of Albert Heijn terecht. Bonusan is de tegen hanger van dr. Vogel, die tincturen voor phytotherapeutisch gebruik verwerkt. De tincturen hebben een voorbehandeling nodig, welke al op de kruidenboerderij zelf gebeurt. Momenteel heeft Van de Winckel een assortiment met gangbare tinc turen op basis van alkohol of water staan. Een oude bekende is de enchinaforce (rode zonnehoed), een kruidentinc tuur die gebruikt wordt tegen ver koudheid en griep. Van de Winckel onderzocht of de werkzame stoffen van de plant ook zonder alkohol tot hun recht konden komen. Hij wil de konsument de keuze laten om al of niet een kruidenmiddel op alkohol- basis te gebruiken. Het resultaat was een thee die dit jaar voor het eerst op de Belgische markt verschijnt en een gelijksoortige geneeskrachtige wer king heeft als de gelijknamige tinc tuur. Een nieuwe ontwikkeling en een keuze aan mogelijkheden binnen de phytotherapie. Investering in de toekomst De keuze van produceren, met name op het gebied van akkerbouw en vee houderij, krijgt een steeds milieu vriendelijker naam. Overigens een goede zaak die door de overheid on dersteund wordt. Landbouwers wor den gemotiveerd om op een gelijke wijze hun produkten te verbouwen. Dat houdt in: zo weinig mogelijk spuiten en selektief te werk gaan bij de raskeuze. Kies rassen met een ho ge ziekteresistentie en bij voorkeur rassen die een ruimere vruchtwisse ling nodig hebben. Het huidige beleid in de biologische landbouw en veehouderij is voor de konsument volgens Van de Winckel nog niet aanvaardbaar. Enkele kriti sche individun zullen een verhoging van 25% op de normale prijs voor bepaalde produkten wel willen beta len, anderen niet. De norm van 10 tot 15%, zoals Torro voorstelt, is volgens Van de Winckel voor de landbouwers niet haalbaar. 'Je ver liest een groot deel van de opbrengst door zonder de gangbare teelmaat- regelen te gaan verbouwen. De op brengst van een hektare land ligt dan beduidend lager. Je spaart weliswaar de aanschafkosten voor de gewasbe schermingsmiddelen uit, maar het werk is erg arbeidsintensief. On kruid moet door schoffelen, bran den of aan- en afaarden geweerd worden, anders wordt de opbrengst nog lager. De filosofie en het idea lisme is niet op één lijn te krijgen met de investeringen. De konsument zal uiteindelijk moeten inzien dat bi ologisch geteelde produkten een in vestering zijn voor de toekomst', al dus Van de Winckel. Lilian de Poorter De discussie rond de belangenbe hartiging van de Nederlandse land- en tuinbouw is (weer) volop actueel. Zowel formeel als infor meel wordt er veel gesproken. Ook de land- en tuinbouwpers besteed veel aandacht aan de be langenbehartiging. De begrotingsbehandeling van onder andere een samenwerkings orgaan als het Landbouwschap vormt een ideaal uitgangspunt voor die discussie. Voorop wil ik stellen dat de on gecontroleerde kritiek die er af en toe te vernemen is, niet de mij ne is. Het is al te gemakkelijk om organisaties van verkeerd beleid of van onwil te betichten. Naar beste weten en kunnen hebben vele bestuurders en medewerkers zich ingezet en zetten zij zich nog in. Zij weten daarbij dat zij niet on feilbaar zijn. Maar zij weten ook dat de ontwikkelingen ingegeven door bijvoorbeeld veranderingen op markten, rond het milieu en door de technologische voort gang direct of indirect onvermij delijk hun vertaling naar het boeren- en tuindersbedrijf hebben. Zij zijn zich bewust van hun ver antwoording in woord en daad door te vertalen op een manier die de continuïteit van de sector niet in gevaar brengt en de boe ren en tuinders niet oneigenlijk belast. Veranderingen Wat de structuur van de belan genbehartiging betreft, heb ik al eerder te kennen gegeven dat hier voor mij veranderingen wenselijk zijn, zoals we dat in Nederland kennen heb ik altijd als een de mocratisch recht bezien en ook altijd gerespecteerd. Toch vraag ik mij af of deze be nadering nog van deze tijd is. Zonder nu te stellen dat alles in clusief schappen in een land- bouwhuis zou moeten, ben ik van mening dat er toch wel enige verandering op hun plaats zou zijn zowel uit efficiëncy- als ef fectiviteitsredenen. Naar mijn mening voelen veel boeren en tuinders veel meer ge meenschappelijks rond de agrari sche activiteit die zij uitoefenen, bijvoorbeeld het zijn van melk veehouder, akkerbouwer, groen tetuinder, varkenshouder en bol- lenteler dan rond de identiteit. Dat zou pleiten voor landelijke sectorale organisaties met daaro verheen een overkoepelende bestuur om uiteindelijk een alge mene afweging te maken, sector overstijgend belangen te behar tigen en met één geluid naar bui ten te komen. Provinciaal of regionaal zou een afspiegeling daarvan in grote lij nen moeten plaatsvinden. Hier bij zullen enige sectoroverstijgen de belangen die vooral provinci aal benaderd moeten worden, zo als onderdelen van het milieube leid, planologie en natuurbeleid, mogelijk sterk de werkzaamhe den bepalen. Een model overigens dat we in KNLC-verband aan het vormge ven zijn. Samenwerken Gebleken is echter dat behalve in het KNLC deze lijn op landelijk niveau nog niet actueel is. Als gevolg daarvan komt de vraag naar voren hoe we verder moeten. Meer samenwerken in 3 CLO-verband wordt dan nogal eens genoemd. Maar het feit is dat we al samenwerken in land- bouwschapsverband. En twee sa- menwerkingsniveaus lijken mij niet het meest voor de hand liggend. Voor mij is het daarom het meest logisch om het KNLC verder zo optimaal mogelijk te structure ren zonder verder nog zaken in onduidelijke ad hoe samenwer kingsverbanden te verbijzonde ren. Op sommige punten zou hierbij ook in KNLC-verband zelf best wat meer eenheid na gestreefd mogen worden. Het ei gen huis op orde is dan nummer één. Daarnaast zou bekeken kunnen worden hoe we in het huidige sa menwerkingsorgaan het Land bouwschap niet alleen de samen werking kunnen verbeteren, maar ook hoe we effectiviteit en efficiëncy kunnen vergroten. Een andere vraag is hoe we het Landbouwschap meer het profiel kunnen geven van een belangen- behartigend samenwerkingsver band. Volgens de wet op de PBO-structuur moet het schap de belangen van de onderneming dienen. In de land- en tuinbouw is dat in het algemeen gelijk aan de belangen van de boer- en tuin der met zijn gezin. Dat laatste zal het Landbouw schap meer moeten uitstralen en kunnen uitstralen om als samen werkingsorganisaties te kunnen blijven functioneren. Daarnaast zal zij de functie van 'overige overheid' zo marginaal mogelijk moeten invullen en dit of aan de overheid of aan verbij zonderde instituties overlaten zo als bijvoorbeeld een mestschap in het kader van mestheffing. Onder nemerssorganisatie Als organisatie zullen we meer een agrarische ondernemersorga nisatie moeten worden. Niet al leen functioneren als leun- en kreunorganisatie maar offensief de leden op ontwikkelingen wij zen, hen stimuleren in het onder nemerschap en de kaders daar voor zo optimaal mogelijk pro beren te creëren. Tenslotte is het niet de weg om elkaar steeds weer aan te meten wat niet goed is, wat niet kan. De weg zal moeten zijn om met el kaar te zoeken wat wel goed is in veranderende omstandigheden en wat wel kan. Marius Varekamp voorzitter KNLC De drie verenigingen die zich in de Zuidelijke provincies bezig houden met het 'kamperen bij de boer' heb ben besloten samen te gaan in één vereniging, die de naam VeKaBo Nederland krijgt. De bedoeling is dat dit overkoepelend orgaan in de toekomst heel Nederland gaat beslaan. De drie verenigingen (VeKaBo Zee land, Recreëren bij de boer Noord- Brabant en de Vereniging Limburgse Kampeerboeren) denken dat dankzij de samenwerking betere en meer ge richte informatie aan de kampeerder gegeven kan worden, maar ook aan de kampeerboer. Dit laatste o.a. op het gebied van hygiëne, brandpre ventie, verzekeringen, overheden e.d. Ook willen de verenigingen ko men tot een eenvormige uitvoering van de borden waarmee de kampeer boeren hun mini-camping aan duiden. VeKaBo Nederland presenteert zich aan het publiek tijdens de van 19 t/m 22 januari te houden 'Motorho me en caravanbeurs' in de Brabant hallen te 's-Hertogenbosch. Vol gens de drie samenwerkende vereni gingen bestaat er bij een steeds gro tere groep mensen behoefte aan 'puur kamperen', dat wil zeggen kleinschalig, met behoud van enige privacy en niet al te duur. De mini- campings met al hun luxe en steeds grotere en uitvoeriger voorzienin gen, aldus de kampeerboeren. Beter geluisterd Voorzitter Piet Lampert van VeKa Bo Zeeland juicht het samengaan van de drie verenigingen toe. "Hoe groter je bent, hoe beter er naar je geluisterd wordt. Door het bredere draagvlak zijn we beter in staat om de bestaande problemen bij de poli tiek aan te kaarten. De betere belan genbehartiging heeft in eerste instan tie voordelen voor de kampeerboe ren, maar in tweede instantie trek ken de kampeerders natuurlijk ook profijt uit een professionelere op zet", aldus de VeKaBo-voorzitter. Hoe het samengaan zich landelijk verder gaat ontwikkelen weet hij nog niet, maar "er zijn al diverse kon takten gelegd".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 5