Kwaliteitskeuring uien af-land
"paste" niet maar blijft noodzakelijk
Akkerbouwer Piet Vis: "Peulvruchtenteelt heeft toekomst"
In 1988 is de SNUIF begonnen
met een landelijke kwaliteitskeu
ring van uien. De bedoeling daar
van is de producent te stimuleren
tot het telen van kwalitatief goed
produkt. De keuring draaide nu
voor het 2e jaar. De Nederlandse
zaaiui wordt voor 80% geëxpor
teerd. De laatste jaren heeft onze
Nederlandse ui door het missen
van het kwaliteitsimago echter
terrein verloren. In 1982 was er
in West-Duitsland nog sprake
van een marktaandeel van ca.
50%. Dit aandeel is nu gedaald
tot slechts 20%. Doordat de pro-
duktie in de ons omringende lan
den is gestegen is er sprake van
een konkurrerend aanbod. Door
het telen van een kwalitatief goed
produkt kan deze konkurrentie
beter het hoofd geboden worden.
Het exporteren van slechte uien
betekent op lange termijn verlies
van de markt.
Kwaliteit en keuring
De konsument wil een harde, gladde
en schone ui. Kwaliteitskriteria voor
de ui zijn daarom hardheid, huid
vastheid en kleur. Door uit te beta
len naar kwaliteit worden telers
gestimuleerd hieraan aandacht te
besteden. De keuring op kwaliteit is
een van de peilers waarop het stre
ven naar een optimaal produkt rust.
Het kwaliteitsbeoordelingssysteem
zoals dat in 1988 van start is gegaan
regelt dat boeren die een kontrakt
hebben gesloten op basis van de Al
gemene Voorwaarden Zaaiuien
(AVZ) naar kwaliteit betaald wor
den. Toeslagen worden gegeven op
partijen met een laag tarragehalte en
goede uitwendige kwaliteit. Kortin
gen worden toegepast bij veel tarra
en slechte uitwendige kwaliteit.
Voor de handel zijn kosten voor het
gereedmaken van de partijen beter
in overeenstemming met de kwaliteit
van de aangevoerde partij. Wanneer
de handel er in slaagt een betere prijs
te maken voor klasse I uien kan ge
scheiden opslag interessant worden.
Het toepassen van de voorwaarden
en kwaliteitsbeoordeling is meer dan
alleen een basis voor toeslagen en
kortingen. Het gaat om goede han
delsafspraken, om objektieve tarre
ring en arbritrage. Het systeem moet
ertoe leiden dat de handel vergemak
kelijkt wordt en niet elke partij per-
Resultaten kwaliteitskeuring
De weersomstandigheden waren af
gelopen zomer bijzonder gunstig
voor de groei en oogst van uien. Dit
leverde dan ook kwalitatief goede
uien op. De resultaten van de kwali
teitskeuring van 1988 en 1989 wor
den in tabel 4 en 5 gegeven. Van tar
ra was in 1989 geen sprake. Alle af-
land monsters blijken in 1989 in ka-
tegorie A en AAA te vallen. In 1988
was dat voor driekwart van de
monsters het geval. Reden voor deze
goede klassering is de kleur van de
uien. Doordat onder ideale omstan
digheden is geoogst is weinig tot
geen verwering opgetreden. Maar
liefst 88% krijgt een 7 of meer voor
kleur. In 1988 was dit slechts 25%.
Ook huidvastheid scoort in 1989 be
ter dan voorgaande jaren. Voor de
bewaring van uien pakt dat dit jaar
gunstig uit. Vele partijen die af-land
als 7 geklasseerd zijn zullen na ver
lies van de buitenste huid een 8 voor
kleur gaan krijgen (de buitenste huid
laat in tegenstelling tot vorig jaar,
gemakkelijk los). Door de goede
huidvastheid zal weinig kaalheid op
treden. Mits goed bewaard zullen
veel partijen dus nog in kwaliteit
vooruitgaan.
De toelichting op de indeling in de
verschillende tarra- kleur-,
hardheids- en huivastheid klassen
en op de indeling in kategorieën
kunt U vinden in het boekje Algeme
ne Voorwaarden Zaaiuien (AVZ)
deze is te bestellen bij de:
Nederlandse Bond van Verzendhan-
delaren in Groenten en Fruit, Bezui-
denhoutseweg 82 Postbus 90410
2509 LK DEN HAAG. 070-850100
of bij het: Landbouwschap, Prin-
senvinkenpark 19, 2585 HK DEN
HAAG 070-526529/526530.
Tabel 5 Resultaten kwaliteitskeuring: kleur,
aantallen in X
Tabel 4 Aantal in X resultaten van de kwaliteitskeuring: tarra klasse en
kategorie
1989 af-land
1988 af-land
monsters uit
bewaring van
jan./mei
oogst 1988
Aantal monsters
314
981
122
Tarra toeslag
99
51
20
neutraal
1
17
17
korting
0
28
48
weigeren
0
4
15
Kategorie: maximaal AAA
28
6
30
A
72
67
62
B
0
6
4
minimaal C
0
21
4
Kleur: maximaal 9
6
7
6
minimaal 3
Hardheid: maximaal 3
2
minimaal 1
Huidvastheid: maximaal
3
2
minimaal
1
De konsument wil een harde, gladde en schone ui.
soonlijk geïnspekteerd hoeft te wor
den. Dit verhoogt de efficiëntie en
zal op lange termijn bijdragen aan
het imago van garant staan voor
kwaliteit. Het beoordelingssysteem
werkt dus nu en in de toekomst zo
wel gunstig voor de teler als voor de
handelaar. De kwaliteitsbeoordeling
staat onder toezicht van de SNUIF
en wordt uitgevoerd door keur
meesters die daar speciaal voor zijn
opgeleid. Keuring kan op elk ge
wenst moment gebeuren, zowel "af-
land" als "uit-bewaring".
Keuring 1989
In 1988 keurde de SNUIF zo'n 1000
partijen af-land. Dit najaar zijn dat
er slechts 350 waarvan een deel be
trekking had op proefpercelen. Het
aantal monsters dat uit-bewaring ge
keurd wordt is dit jaar tot nu toe mi
nimaal. Ook dit is in grote tegenstel
ling met 1988. Het keuringssysteem
blijkt onder de huidige omstandig
heden minder interessant. Er zijn
veel prima uien. Bij het betalen van
toeslagen/kortingen zou in de prak
tijk de feitelijke prijs meestal bedui
dend hoger worden dan de ba
sisprijs. De telers kiezen, zeker bij de
aangetrokken prijzen, liever voor ze
kerheid door een wat hogere prijs te
aanvaarden voor het produkt als zo
danig, dan de onzekere kans van een
premie op een lagere basisprijs.
Voor de handel is de toesla
gen/kortingen-regeling niet aantrek
kelijk. Er zijn genoeg goede uien,
zodat de afnemer al rekent op een
goed produkt. De druk op de marges
laat in de huidige markt geen meer
prijs toe voor een nog iets beter pro
dukt. Uit puur zakelijke overwegin
gen zal de handel het betalen van
premies willen vermijden en inspelen
op de behoefte aan zekerheid bij de
teler. Hierdoor is op het ogenblik
een klimaat onstaan waarbij de
voordelen van het systeem worden
versluierd. Het streven naar een
kwalitatief goed produkt en daar
door verkrijgen van een sterke han
delspositie van de Nederlandse ui
moet ons echter allen duidelijk voor
ogen blijven staan. Een kwaliteits
keuring met de garantie voor de
kwaliteit van het produkt is hiervoor
een van de peilers.
hardheid en huidvastheid
1988 af-land
monsters uit
bewaring van
jan./mei
oogst 1988
Piet Vis is akkerbouwer in Zon-
nemaire, even ten noorden van
Zierikzee. Hij bewerkt daar sinds
22 jaar de 58 hektare grond, die
zijn opvallende boerderij aan de
Oost weg omringt. De 46-jarige
Piet Vis is een man van deze tijd.
Uit alles blijkt dat hij intensief
nadenkt over de mogelijkheden
van zijn bedrijf. Bouwplan inde
ling en opbrengsten zijn onderge
bracht in een personal computer.
De printer kan razendsnel laten
zien dat het bedrijf in twaalf per
celen verdeeld is. Het bouwplan
is zeer gevarieerd en omvat naast
het bekende trio van aardappe
len, suikerbieten en tarwe ook
mais, knolselderij en graszaad.
Erwten en veldbonen hebben in
middels ook een vertrouwde
plaats gekregen op dit bedrijf,
waar de bodemkwaliteit varieert
van 6 tot 22 procent afslibbaar.
Voor- en dekvrucht
Peulvruchten verruimen de
vruchtwisseling en vormen voor
veel gewassen een uitstekende
Zuidwest en Cebeco Zaden B.V.
Ook al is het telen van uit
gangsmateriaal een eervol bewijs
van vakmanschap, toch tellen bij
Piet Vis bij zijn teeltbeslissing
uitsluitend de rendementscijfers.
Door de jaren heen zijn deze, zo
wel van de veldboon als van de
erwt, bevredigend, ondanks het
gegeven dat de hektare-
opbrengsten door de wisselende
bodemsamenstelling op dit be
drijf niet altijd tot de toppers ho
ren. Dat veldbonen en erwten per
'saldo meer op kunnen brengen
dan andere traditionele gewas
sen, zoals bijvoorbeeld zomer
granen, is volgens Piet Vis te
danken aan de relatief nog steeds
gunstige prijsstelling van beide
gewassen op de Europese markt,
in kombinatie met de levendige
vraag naar zaaizaad van specifie
ke rassen als 'Alfred' en
'Ascona'.
Vruchtwisseling
Over de teeltwijze van zowel erw
ten als veldbonen zegt Piet Vis
het volgende: 'Het zijn gewassen
die je even in de vingers moet
krijgen. Belangrijk zijn: een goed
moment van inzaaien, zorgvuldi
ge onkruidbestrijding in de eerste
weken en vooral een nauwkeurig
bepaald tijdstip voor de oogst
waarbij een stevig staand gewas
het mogelijk maakt om direkt
van stam te dorsen.
Een optimale struktuur bij het
inzaaien is ook zeer belangrijk.
Op de lichte percelen wordt de
grond pas in het voorjaar ge
ploegd waarna meteen het zaai-
bed wordt klaargemaakt.
Daarnaast is uiteraard de rassen-
keuze van belang, aldus Piet Vis,
die van mening is dat nog veel
meer akkerbouwers de stap naar
de peulvruchtenteelt kunnen ne
men, de EG is tenslotte nog
steeds netto importeur van eiwit-
houdende grondstoffen voor
veevoeders. Het zijn zonder meer
gewassen die bijdragen aan een
optimale vruchtwisseling en een
optimaal financieel rendement'.
voorvrucht, maar ook zijn ze een
prima dekvrucht voor de gras
zaadteelt. De oogst van de Alfred
Piet Vis uit Zonnemaire: "Erwten
van je de teelt even in de vingers
veldbonen en Ascona erwten
wordt, na diverse keuringen af
gezet als zaaizaad via Cebeco-
en veldbonen zijn gewassen waar-
moet krijgen".
8
rassenbijlage 1990