Nieuwe uienrassen voor de moderne uienteelt beschikbaar Maraton Marion Marbella Markies Het uienveredelingsprogramma van Koninklijk Kweekbedrijf en Zaadhandel D.J. Van der Have B.V. te Kapelle, bestaat uit een grootschalig programma voor zaai-uien en een programma voor plantuien, winteruien en witte uien. In 1988, ongeveer 15 jaar na het opstarten van de vere- delingsaktiviteiten, zijn de eerste zaai-uienhybriden opgenomen op de Nederlandse Beschrijvende Rassenlijst voor Landbouwge wassen. Er wordt gestreefd naar een divers aanbod van zaai uienrassen, afgestemd op specia le gebruikersdoeleinden Eigenschappen Naast bekende raseigenschappen, zoals vroegrijpheid, opbrengst en huidvastheid, wordt door de kwe kers ook hard gewerkt aan de kleur. Door zowel blanke als bronskleurige uienrassen te ontwikkelen, wordt in gespeeld op de vraag naar bepaalde 'tinten' in diverse afzetgebieden. Een andere belangrijke eigenschap is spruitneiging. Rassen die minder ge voelig zijn voor spruiten na lange be waring, blijven langer hard. Mara- ton is het eerste ras waarin deze ei genschap reeds is ingebouwd. Er wordt gestreefd naar het ontwikke len van hybriden die zeer weinig ge voelig zijn voor spruitvorming tij dens lange bewaring. Door de kwe kers worden jaarlijks vele proeven van nieuw ontwikkelde rassen op verschillende lokaties in binnen- en buitenland uitgevoerd. In Nederland liggen de proefvelden in de twee be langrijkste uienteeltgebieden, name lijk Flevoland en Zuid-West Ne derland. Afstemming Het spreekt vanzelf dat de verede- lingsprogramma's afgestemd moe ten worden op de eisen die de prak tijk aan uien stelt. Ook de normen voor toelating van rassen op de ras- senlijsten zijn zwaarder geworden, bijvoorbeeld wat de vroegheid be treft. In zijn algemeenheid kan men stellen dat de algemene doelstelling is: het kweken van hybriderassen die vroeg oogstbaar (eind augustus/be gin september) zijn, een goede pro- duktie/opbrengst hébben en een goede huidvastheid bezitten. Daar naast zijn vorm en kleur aspekten die de volle aandacht krijgen. Bij de veredeling moet men rekening hou den met de verschillende afzet- doelen. Vroegheid van strijking De vroegheid van strijking is één van de belangrijkste aspekten geworden in de uienteelt. De uienteler wil over het algemeen zo vroeg mogelijk oogsten. Dat heeft verschillende voordelen: het veld wordt vroeg ge ruimd, er is minder kans op slecht weer en er is meer kans op een mooie kleur van de ui. Hybriderassen heb ben de neiging uniformer te strijken en zijn hiermee in het voordeel. Huidvastheid, spruitneiging, opbrengst Een ander aspekt waar bij de verede ling terdege rekening mee wordt ge houden, is de huidvastheid van de ui. Die is belangrijk voor de teler, maar zeker ook voor de verwerkings- en exportbedrijven. De verschillen tussen de waarderingscij fers voor huidvastheid op de rassen- lijst zijn in de loop der jaren kleiner geworden. Zowel bij de middellange als bij de lange bewaring (april-mei) is het grootste verschil ongeveer 3%. Dit verschil tussen de rassen is zoda nig klein dat men zich kan afvragen in hoeverre de kwaliteitseigenschap pen in de praktijk meer door andere faktoren dan door rassenkeuzen worden beïnvloed. Het tijdstip van rooien bijvoorbeeld is van invloed op de huidvastheid. Een iets vroeger afrijpend ras zal eerder gerooid moeten worden dan een later afrij pend ras, wil de huidvastheid niet nadelig worden beïnvloed. De spruitneiging bij (lange) bewa- rassenbijlage 1990 VanderHave streeft naar een divers aanbod van zaaiuienrassen. Waarnemin gen doen is een essentieel onderdeel van het kweken van nieuwe rassen. niet te verwaarlozen niet te diep wordt losgemaakt. Uien ring is een aspekt. Het is bekend dat hoe langer de bewaring duurt, hoe verder de hardheid van de uien terugloopt. Een bespuiting hiertegen tijdens het groeiseizoen lukt niet altijd, dus ras sen die weinig of geen spruitneiging vertonen, zullen aantrekkelijker worden. Teeltadviezen Perceelskeuze Probeer bij het opstellen van het bouwplan rekening te houden met het feit dat uien het beste op een per ceel gezaaid kunnen worden, dat in optimale konditie verkeert. Zaai- uien stellen met name hoge eisen aan ontwatering, struktuur en gezond heid van de grond en aan de voor vrucht. De granenstoppel gevolgd door een goede groenbemester ver dient nog steeds de voorkeur. Goed aardappelland kan eventueel ook in aanmerking komen, maar opslag kan daarbij problemen geven. Bie- tenland waarop onder goede om standigheden is gerooid, is ook nog mogelijk. Aan de hand van het grondmonster- onderzoek kan de uienteler bepalen of de kwaliteit van het perceel beant woordt aan de gestelde eisen. Vooral bij percelen die (nog) niet goed be kend zijn, bijvoorbeeld na ruilverka veling, is dit van het grootste belang. Onderzoek naar het N-gehalte van de grond, aaltjes en witrot is ten zeerste aan te bevelen. Bemesting In zijn algemeenheid kan hierbij worden opgemerkt dat men het beste de richtlijnen kan volgen die worden gegeven door het Bedrijfslaboratori- um voor Grondonderzoek in Ooster beek. Indien er geen aktuele infor matie beschikbaar is, dient men uit te gaan van de verhouding tussen zuivere N, fosfaat en kali van 1:1:2,5. Gemiddeld dient te worden uitgegaan van een zuivere N-gift van 180 kg/ha (inklusief de bodemvoor- raad). Op percelen met kans op zoutschade is het bemestingsadvies: geef in de loop van de maand fe bruari - tot drie weken voor het zaai en - de volledige bemesting. Lukt dit niet, dan is het aan te bevelen om 2/3 vlak voor het zaaien te geven en 1/3 vóór 1 juni bij een plantlengte van maximaal 10 cm. Zaaibedbereiding De kwaliteit van het zaaibed is bij ui en van groot belang. Bij de grondbe werking is het noodzakelijk dat de grond goed vlak komt te liggen en vragen een vaste, vochtige onder grond. Een goede zaaibedbereiding moet zo mogelijk in één werkgang worden uitgevoerd en begint al in de herfst met goed ploegwerk. Op gronden met een afslibbaarheid van meer dan 30% verdient het aanbeve ling om 'over de vorst' al een eerste grondbewerking uit te voeren. Dit heeft echter alleen zin als er daarna weer (nacht)vorst optreedt. Uien vragen goed bezakte grond en een ondiep en gelijkmatig zaaibed met 3 cm losse grond. Zaaien De optimale rijsnelheid bij het zaai en is 4 a 6 km/uur. In het algemeen is een zaaidiepte van 1,5 tot 2 cm aan te bevelen. Dieper zaaien kan nade lig zijn voor de opkomst en leiden tot opbrengstreduktie en is alleen aan te bevelen bij een zeer droog zaaibed. Het zaaitijdstip dient be paald te worden aan de hand van de bodemgesteldheid en de bodemtem- peratuur. Bij een bodemtempera- tuur lager dan 6°C ontstaan er risi- ko's bij de kieming van het zaad. Maak gebruik van gecoat zaad, dat behandeld is tegen aantasting van de uienvliegmade, koprot en bodem schimmels. Informeer naar de kiem- kracht van het uienzaad en bepaal aan de hand daarvan de theoretische veldopkomst. De onderstaande tabel kan hierbij van dienst zijn. De af ronding van de uitkomst naar boven of beneden kan aan de hand van ei gen ervaringen worden gedaan. Tabel voor rijpadensysteem met 5 rijen op 1,5 m. Voor de bepaling van de zaaizaadhoeveelheid kan vooral van eigen ervaring worden uitge gaan. Bekijk daarbij de opkomst percentages van uien op het bedrijf in de voorgaande jaren, maar ook die van bijvoorbeeld suikerbieten of andere fijne zaden, tabel Rassen De afgelopen jaren is het VanderHa ve uienrassenpakket belangrijk uit gebreid. In 1989 werden de rasen Maraton, Marion en Marbella geïn troduceerd. In 1990 wordt het ras- senpakket verder uitgebreid met de zeer vroeg afrijpende bewaarhybride Markies. Hieronder de beschrijvin gen van de vier genoemde rassen. Maraton is een hybride-uienras dat in 1988 is opgenomen op de Be schrijvende Rassenlijst voor Land bouwgewassen. Maraton bezit de unieke kombinatie van vroege strij king met een goede huidvastheid. Eigenschappen De eigenschappen van Maraton slui ten aan op de nieuwe eisen die wor den gesteld aan een zaai-uienras. Het ras is zeer uniform en vertoont een vroege strijking. Daarmee neemt de kans op het oogsten onder gunsti ge omstandigheden toe, hetgeen re sulteert in een produkt met een goe de kleur. De opbrengst van Maraton ligt boven het gemiddelde niveau van het rassenlijstassortiment. De huidvastheid is uitstekend, waar door lange bewaring mogelijk is. Maraton is vooral uniek door zijn geringe spruitneiging. Hierdoor blij ven de uien ook na lange bewaring hard. Toepassing Maraton is het aangewezen ras voor uientelers die streven naar de hoog ste kwaliteit. De vroege strijking maakt vroeg oogsten mogelijk met behoud van een goede kleur van de uien. De goede huidvastheid en ge ringe spruitneiging staan garant voor een optimale bewaar kwaliteit. Marion is een hybride-uienras dat in 1988 is opgenomen op de Beschrij vende Rassenlijst voor Landbouw gewassen. Marion is het hoogst op brengende uienras voor lange bewa ring van de rassenlijst. Eigenschappen Marion heeft een dunne hals, waar door het ras uniform en op tijd strijkt. De afrijping van Marion is vroeger dan die van de meeste Rijns- burgerrassen voor lange bewaring. Het ras bezit goede bewaareigen- schappen, waardoor lange bewaring tot april/mei mogelijk is. Maar de meest in het oog springende eigen schap van Marion is de opbrengst. Deze is het hoogst van alle rassen die op de rassenlijst zijn vermeld. Toepassing Marion is een uitstekende hybride voor uientelers die de hoogste op brengst willen halen, maar de kwali teit ook belangrijk vinden. Marbella is een hybride-uienras dat sinds 1987 wordt beproefd op de SNUiF-proefvelden. Opname op de Beschrijvende Rassenlijst voor Landbouwgewassen kan in 1991 plaatsvinden. Marbella is een veelbe lovend ras voor de moderne uien telers. Eigenschappen Het ras heeft een dunne hals én strijkt uniform. Marbella heeft een mooie lichtbruine kleur. De huid vastheid is bijzonder goed, waar door het ras voor lange bewaring in aanmerking komt. De vroege strij king maakt ook direkt leveren vanaf het land mogelijk. Op de VanderHave-proefvelden is Marbel la in alle beproevingsjaren de hybri de met de hoogste opbrengst. Dit is bevestigd door de proefveldresulta ten van de SNUiF. Toepassing Marbella is het uienras voor de toe komst. Intensief veredelingswerk re sulteerde hier in een ras dat de uien teler aanspreekt: goede huidvastheid en zeer produktief. Markies is een hybride-uienras dat sinds 1987 officieel wordt beproefd door de SNUiF. Opname op de Be schrijvende Rassenlijst voor Land bouwgewassen kan in 1991 plaats vinden. Markies is het allervroegste zaaiuienras voor lange bewaring. Eigenschappen Markies is de doorbraak in de uien- veredeling. Jarenlang hebben kwe kers getracht de vroegrijpheid in te bouwen in het assortiment van be- waarrassen. Met Markies is dit ge lukt. Markies strijkt zeer vroeg en is aanzienlijk vroeger oogstbaar dan de gangbare bewaarrassen. Boven dien is de vroegrijpheid niet ten koste gegaan van de opbrengst. Het ras heeft een produktieniveau dat gelijkwaardig is aan het gemiddelde rassenassortiment 101). Toepassing Markies is de allervroegste zaai- uienhybride met een goede huidvast heid en opbrengst. Telers die een vroege oogst belangrijk vinden, ma ken met Markies de juiste keuze. Brochure Binnenkort geeft VanderHave een speciale uienbrochure uit met voor lichting over teelt- en oogsttechnie- ken. Tevens wordt in deze brochure aandacht besteed aan veredeling, zaadproduktie en rassenkeuze. Be langstellenden kunnen deze gratis brochure telefonisch aanvragen (tel. 01102-47634). Koninklijk Kweekbedrijf en Zaad- handel D.J. Van der Have B.V. Kapelle Benodigd aantal eenheden per ha. bij 25 planten per m in de rij1) kiemkracht \zaaizaad opkomst 80% 85% 90% 90% 4,6 eenh. 4,4 eenh. 4,1 eenh. zéér goed (2,9 cm) (3,1 cm) (3,2 cm) 80% 5,2 eenh. <»,9 eenh. 4,6 eenh. goed (2,6 cm) (2,7 cm) (2,9 cm) 70% 6,0 eenh. 5,6 eenh. 5,3 eenh. matig (2,2 cm) (2,4 cm) (2,5 cm) Tussen haakjes staat de bijbehorende zaaiafstand in de rij in cm (belangrijk voor uw loonwerker!). ij Bij 30 planten 1 eenheid per ha extra zaaien. Resultaten VANDERHAVE rassenproeven zaai-uien 1986-1989 (Rilland/Swifterbant) Waardering huidvastheid Bij zondere na lange Vroegheid Opbrengst bewaring MARATON 6,8 MARION 6,5 MARBELLA 65 MARKIES 7,3 104 106 108 101 100 7»j 6»! 71j 7 54 ton eigenschap/ toepassing harde uien door geringe spruitneiging hoogste opbrengst van de rassenlijst unieke combinatie produktiviteit/ kwaliteit de allervroegste

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 31