Akkerbouw of plantaardige produktie in de negentiger jaren Nieuwe afzetmarkten Agrificatie, bioethanol Aangepaste bedrijfsvoering Mogelijkheden en initiatieven De akkerbouwstruktuur in het zuidwestelijk zeekleige bied wordt in het algemeen gekenmerkt door kleinschali ge bedrijven. Niet alleen is op veel bedrijven de oppervlakte kultuurgrond per bedrijf ge ring, maar ook het aantal s.b.e.'s per bedrijf is laag. Dit betekent dat bij de huidige bedrijfsvoering langs natuur lijke weg het aantal bedrijven zal afnemen. In de tachtiger jaren is het aantal bedrijven jaarlijks met 1,5 a 2% afge nomen. Met het aantrekken van de ekonomie buiten de landbouw zal dat in de negen tiger jaren kunnen oplopen tot jaarlijks 2 a 3°7o. Voor de bedrijven die overblijven zal een koers voor de toekomst moeten worden uitgezet met trefwoorden als ondernemen, initiatief, afzet en aanpassing. De hoofdgewassen granen, konsumptie-aardappelen en suikerbieten zijn vanouds op het zuidwestelijke akker bouwbedrijf vergezeld door een groot aantal andere ge wassen. Dit betekent dat teeltkennis van veel gewassen in het gebied aanwezig is, een voordeel ten opzichte van an dere akkerbouwgebieden. Door de toegenomen mecha nisatie is het aantal arbeids uren dat op het akkerbouw bedrijf kan worden benut steeds kleiner geworden. Deze vrijgekomen uren kunnen in andere, meer arbeidsintensie ve teelten worden gestoken. Belangrijk daarbij is dat er voor deze teelten een afzet markt moet zijn. Met de oprichting van de Stichting Stimulering Plantaardige Produktie en het Platform Agrarische Marktinnovatie is een eerste stap gezet bij het zoeken naar nieuwe markten. De eerste bevindingen waar akkerbouwers op kunnen in haken zijn reeds gepubliceerd. Een vervolg zal er zeker ko men. Het initiatief ligt daarna bij de akkerbouwers. Het Zeeuws boerenbrood plan, een initiatief van onder andere het ZAJK, is reeds op kleine schaal in werking. Al vorens op grote schaal verder te gaan zal marktonderzoek plaatsvinden. Afzetmarkten zijn er onder andere voor zwarte en blauwe bessen, hazelnoten en groene asperges. Deze markten wor den (binnenkort) benut. De pootaardappelteelt kan best wat uitbreiding verdragen. Een goed kontakt met de handelshuizen is daarbij be langrijk. Voor deze teelt is, evenals bij andere teelten, wel vereist dat eerst gedegen vak kennis wordt opgedaan. Voor degenen die serieus met de teelt willen beginnen zal dat geen bezwaar zijn. De markt voor produkten die op ecologische of biologisch- dynamische wijze zijn geteeld groeit. Wanneer de belang stelling voor deze produkten verder toeneemt is er ruimte voor nieuwe telers. Aanslui ting zoeken bij de bestaande afzetorganisaties is dan wel gewenst. De laatste tijd zijn de menin gen over de mogelijkheden van bioethanol en agrificatie minder afwijzend. Voor mi lieuvriendelijke agrificatie is zelfs onlangs een ondersteu ningsregeling in werking ge treden. Het blijft evenwel de vraag of de Nederlandse ak kerbouwer van de afzetmarkt voor bioethanol direkt kan profiteren door de produktie daarvoor te bestemmen. Wanneer er in de grote graan- producerende landen afzet mogelijkheden zijn zal de Ne derlandse akkerbouw er indi- rekt voordeel bij hebben om dat de afzetmarkt wordt verruimd. Op de proefboerderij te Na- gele is onderzoek verricht naar de mogelijkheden van een verminderd gebruik van meststoffen en gewasbescher mingsmiddelen. De resultaten zijn zodanig dat besloten is om na te gaan of onder ande re in het zuidwestelijk zeeklei gebied dezelfde positieve ef- fekten kunnen worden be reikt. Via het "plan van aan pak geïntegreerde akker bouw" zal een aantal akker bouwers voor hun totale be drijf, met intensieve begelei ding, de mogelijkheden uit proberen. Het behoud van rendement wordt daarbij niet uit het oog verloren. Daar naast worden momenteel vanuit de Verenigingen voor Bedrijfsvoorlichting en de Akkerbouwstudieklubs groe pen gevormd waarbij akker bouwers een of twee gewas sen op geïntegreerde wijze zullen telen. Zowel de hoe veelheden meststof en middel die worden gebruikt als de techniek bij de toepassing zullen kritisch worden beke ken. Dit zal ongetwijfeld voor de kollega's een aantal inte ressante gegevens opleveren. De wijze waarop de proef boerderij Rusthoeve een bij drage levert aan de studie kunt u elders in dit nummer lezen. In het voorgaande zijn enkele mogelijkheden aangegeven voor veranderingen op korte en lange termijn. Via de land bouwbladen zullen ongetwij feld verdere mogelijkheden worden bekend gemaakt. Het is aan de akkerbouwer als plantenteler van de 90' er ja ren om het initiatief te nemen. INHOUD RASSENBIJLAGE Ir. M. de Boer Ir. M. de Boer Het verheugt ons U traditiegetrouw weer een rassennummer aan te kunnen bieden. Wij hopen dat de informatie U een steun kan zijn bij de beslissingen die t.a.v. de gewassenkeuze en de te telen rassen moeten worden genomen. Bewaart U dit nummer; het kan U in de nabije toekomst nog goed van pas komen. Dank aan allen die aan de totstandkoming van dit rassennummer hebben meegewerkt! DE REDAKTIE.I Pag. 4 Geen nieuwe rassen bij vlas; rassenkeuze erwten. Pag. 5 Zomergerst weer in de belangstelling; witbloeiende veldboon maakt teelt weer interessant. Pag. 6 Vroegrijpheid belangrijk voor rassenkeuze uien; bietenmoeheid bestrijden met resistente bladrammenas. Pag. 7 Nieuwe uienrassen voor moderne teelt beschikbaar. Pag. 8 Kwaliteitskeuring uien af-land 'paste' niet maar blijft noodzakelijk; Akkerbouwer Piet Vis: "Peulvruchtenteelt heeft toekomst". Pag. 9 Invoering AM-beleid betekent geen inkomstendaling; "Bodem bij contracten vollegrondsgroenten bereikt". Pag. 10 Graszaadkeuze, het puntje op de i; voederbiet, het voer van de toekomst? Pag. 11 Bloemkoolteelt biedt perspektief voor Zuidwesten. Pag. 12 Snijmais, maar welk ras?; Moet het altijd Bintje zijn?; ZHZ wil naar 40 ha. groene asperges in Zuidwesten. Pag. 13 Kassen tegen rhizomainie; rassenkeuze mais afstemmen op bestemming gewas. Pag. 15 Roccent en Explorer goede nieuwkomers bij spruitkool. rassenbijlage 1990

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 26