Gebrek aan visie?
ioo 32 Ct sf-C
Belangenbehartiging noodzaak
zegge en schrijve
zuidelijke landbouw maatschappij
De Landbouwvoorlichting verandert....
van CAT en CR naar DLV
Commentaar
Tenslotte
I VRIJDAG 5
land- an
tuinbouwblad
Een goede belangenbehartiging is voor de schapenhouderij een noodzaak. Meer samenwer-
kig is daarvoor hard nodigaldus schapenhouder G. Ferket uit Sluis (zie pag 7). Wil de
schapenhouderij mee kunnen praten en denken als volwaardige bedrijfstakdan moet de in
dividuele schapenhouder zich sterk maken voor deze belangenbehartigingook al kost dat
in eerste instantie wat geld." Op 16 januari vindt in 'De Vroone' te Kapelle een bijeenkomst
plaats waar alle Zeeuwse schapenhouders welkom zijn. Onder meer zal ing. M. Westhuis
van het DLV-team Rundveehouderij Breda een korte uiteenzetting geven over de diskussie-
nota Schapenhouderij 1989.
Met ingang van 1 januari 1990 komt er zoals bekend bij
de direkte voorlichting aan land- en tuinbouwbedrijven
in Zeeland, Noord-Brabant en daarbuiten een hele veran
dering tot stand. De voorlichtingstaak is per die datum
overgenomen door de Dienst Landbouw Voorlichting
(DLV). De DLV zal de objektieve en onafhankelijke
voorlichting op technisch, ekonomisch en teelttechnisch
gebied voortzetten, zowel voor het bedrijf in zijn geheel
als voor deelaspekten.
Er zal meer dan voorheen in teamverband gewerkt wor
den. Het streven is gericht op meer individuele voorlich
ting, maar ook groepsvoorlichting blijft. De teams zijn
naar sektoren opgesteld. Voor de akkerbouw is er in Zee
land een volledig team van 14 medewerkers beschikbaar.
Voor de fruitteeltvoorlichting zal in het Zuidwesten een
subteam van vijf personen worden gevormd. Zowel de
akkerbouw- de fruitteelt- als de bloembollenvoorlichting
worden gehuisvest in het Landbouwcentrum, Westsingel
58 te Goes. De Dienst is bereikbaar tussen 08.15 uur en
17.15 uur voor vragen en voor het maken van een af
spraak voor bedrijfsbezoek. Het telefoonnummer is
voorlopig 01100-37221. In de loop van januari 1990 ko
men nieuwe telefoonnummers beschikbaar. De groente
teeltvoorlichting wordt verzorgd vanuit Zuid-Holland
(01806-12177).
In Breda, Boxtel, Uden en Horst zijn DLV-teams Rund
veehouderij gevestigd. Het DLV-team gaat per 1 februari
van start. De veehouders krijgen nog nader bericht van
de DLV-teams toegezonden over telefoonnummers e.d.
Beleidsmatige taken
In verband met het opheffen van de regionale Consulent
schappen voor de Akker- en Tbinbouw (CAT-Goes), voor
de Rundveehouderij (CR Tilburg) en voor de Pluimvee-
en Varkenshouderij (CVP Tilburg) per 31 december 1989,
zullen er provinciale Consulentschappen voor de Land
bouw (CL) worden ingesteld. Deze CL's nemen met in
gang van 1 januari 1990 de beleidsmatige taken van de
regionale consulentschappen over. Zij stellen zich ten
doel het stimuleren en beïnvloeden van een verantwoorde
ontwikkeling van de plantaardige en dierlijke produktie-
sectoren in de provincie; dit in maatschappelijk, econo
misch, technisch en sociaal opzicht.
Binnen dit kader dragen de CL's bij aan het beleid ten
aanzien van plantaardige en dierlijke produktiekolom-
men en relevante ontwikkelingen in het landelijk gebied.
De CL's zijn gevestigd in de Landbouwcentra in resp.
Goes en Tilburg.
In de onlangs verschenen herfstspecial van "Spil" -
kritisch tijdschrift over landbouw en platteland - staat
ondermeer een bijdrage op persoonlijke titel van Ge
rard Titulaer en Gerard Heerink onder de kop "Gebrek
aan visie en strategie in landbouworganisaties". De
schrijvers verwijten de georganiseerde landbouw dat
er nauwelijks of niet wordt ingespeeld op de gewijzig
de (produktie-)omstandigheden. Dat geldt met name
ten aanzien van het milieu: de georganiseerde land
bouw doet vooral aan symptoombestrijding, de wer
kelijke problemen worden niet aangepakt en men is
voornamelijk bezig de kool en de geit te sparen. Ook
met de democratie in de organisaties is het niet best
gesteld: leden willen daadwerkelijk een inbreng heb
ben, willen zien dat er met hun inbreng rekening
wordt gehouden en verlangen dat er verantwoording
wordt afgelegd. Het huidige organisatiemodel werkt
log en verlammend op broodnodige vernieuwing en
aanpassing, aldus de schrijvers die ook van mening
zijn dat er binnen het gehele netwerk in de landbouw
een zeer gering aantal landbouwvreemde contacten
onderhouden wordt.
Kortom: er zijn gegronde redenen om te betwijfelen of
er in de land- en tuinbouw genoeg kennis, geld en
macht aanwezig zijn om, via aanpassing en heroriën
tatie het hoofd te bieden aan de veranderende om
standigheden. Verpaupering van het platteland
dreigt. Gevolg zal dan ook zijn dat de achterban de ge
loofwaardigheid, betrouwbaarheid en integriteit van
de voormannen verdergaand in twijfel zal trekken. De
oplossing van de schrijvers: milieuvriendelijke produk-
tie en meer participatie van de leden bij het beleid.
Voor alle duidelijkheid: de schrijvers van het artikel
zijn in het dagelijks leven resp. algemeen secretaris
(Gerard Titulaer van de Land- en Tuinbouwbond (LTB)
en beleidsmedewerker (Gerard Heerink) bij die zelfde
organisatie. De LTB is één van de vier organisaties
binnen de Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuin-
dersbond (KNBTB) - dus een zusje van ondermeer de
NCB.
Toen ik het artikel had gelezen had ik niet de neiging
om er op te reageren en zeker niet op deze plaats. De
reden daarvan was dat ik het artikel inhoudelijk wei
nig onderbouwd vind en dat de geschetste situatie
hooguit model kan staan voor de situatie binnen de
LTB. Een lekker stukje voor de (landbouw) pers. Ei
genlijk is het janmer dat het op zich zelf zeer actuele
en interessante onderwerp op deze weinig construc
tieve manier door de collega's is benaderd. Een ge
miste kans, er had zoveel meer ingezeten. De reden
dat ik uiteindelijk wél reageer is vooral hun bewijsvoe
ring van hun stelling "dat boeren en tuinders teleur
gesteld de rug toekeren aan de landbouworgani
saties....".
Zij stellen namelijk: "De eerste verschijnselen daar
van zijn reeds zichtbaar: de akkerbouwakties in het
voorjaar van 1989, Dat nu kan ik niet over mijn
kant laten gaan en nog minder over de kant van al die
akkerbouwers die zich positief ingezet hebben voor
een goede zaak. Ik heb die akties zelf van zeer nabij
meegemaakt en ik kan daarom naar eer en geweten
verklaren dat alle akkerbouwakties - óók de zgn. on
georganiseerde - in die periode zijn opgezet door leden
van landbouworganisaties - èn met medeweten van
die landbouworganisaties - met geen ander doel dan
hun landbouworganisaties daarmee te steunen in hun
beleid. Met name de ZLM heeft daarbij letterlijk en fi
guurlijk vooropgelopen. Onze algemeen-voorzitter
heeft in zijn jaarrede in december jl. de aktievoerders
daarvoor nog publiekelijk geprezen. Ik ben gaarne be
reid de collega's de gehele gang van zaken bij deze
akties nog eens haarfijn uit de doeken te doen - hoe
wel dat natuurlijk niet nodig zou moeten zijn! En als de
collega's dan toch komen kan ik ze ook nog wel uit
leggen hoe de zaken bij de ZLM overigens geregeld
zijn.
De (Nederlandse) land- en tuinbouw is bezig met een
gigantisch omschakelingsproces. Dat gaat niet zo
maar van vandaag op morgen. Dat vereist heel veel
stuurmanskunst waarbij het er om gaat het gros van
de leden te inspireren en niet enkelen. Dat is nu een
maal het wezen van de landbouworganisatie en dat
zal - ondanks Titulaer en Heerink - zo wel blijven ook.
Tenslotte wens ik onze leden en al wie dit verder leest
alle goeds in het komende jaar: persoonlijk, in familie
verband en in het bedrijf. Wij op het secretariaat gaan
er weer lekker tegenaan om ook in 1990 onze leden
optimaal van dienst te kunnen zijn. Oaael