Ruim 23 miljoen gulden voor projekten karwij en hennep Struktuurwijziging KNLC in bespreking Braakpremie verhoogd tot 1.853,per ha Bosbouw moet onder landbouw" vallen Hoofdbestuur bezorgd over financiering onderzoek bij produktschappen Meer gebruik ongekeurd zaaizaad niet ten koste onderzoek produktschappen 9 9 Het hoofdbestuur neemt kennis van het initiatief van het Land bouwschap dat de minister ver zoekt de Pachtwet te wijzigen t.a.v. de teeltmogelijkheden voor snelgroeiend hout. Nu is het zo dat wanneer men een snelgroeiend hout gaat telen de pachtovereen komst van rechtswege verandert in een huurovereenkomst. Dit vanwege het feit dat in art. 1 lid lb van de pachtwet onder "land bouw" geen bosbouw wordt ver staan. Dit zou gewijzigd moeten worden in die zin, dat onder het begrip landbouw ook de teelt van snelgroeiend hout moet worden verstaan. Verder moet één en an der gebeuren met schriftelijke toestemming van de verpachter. Het KNLC-hoofdbestuur heeft vori ge week besloten het voorstel tot struktuurwijziging van het KNLC in diskussie te geven. De regionale maatschappijen, kommissies en werkgroepen hebben tot februari de tijd dit voorstel te bespreken. Het definitieve besluit over de wijziging van de struktuur van het KNLC valt in februari. In de nieuwe struktuur zal het bestuur bestaan uit een onafhanke lijk voorzitter, de voorzitters van de regionale maatschappijen en de voorzitters van de afdelingen akker bouw, veehouderij en intensieve vee houderij en de voorzitter en vice- voorzitter van de afdeling tuinbouw. De jongeren (PJGN) en de vrouwen (Nederlandse Bond van Plattelands vrouwen) kunnen elk een adviseur afvaardigen naar de bestuursverga deringen. De voorzitters van de KNLC- advieskommissies, zoals grondge bruik, bedrijfsontwikkeling en voor lichting, kunnen als er relevante on derwerpen aan bod zijn, op ad hoe basis aan de bestuursvergaderingen deelnemen. Dit nieuwe bestuur komt in de plaats van het hoofdbestuur en het bestuur. Het zal in principe een keer per maand vergaderen. Afdelingen De afdeling tuinbouw met takkom- missies blijft bestaan. In plaats van de drie sektorkommissies komen er afdelingen voor akkerbouw, vee houderij en intensieve veehouderij. Een afdeling kent maksimaal twaalf leden. De leden van de afdelingen moeten Het Hoofdbestuur van de ZLM maakt zich zorgen over het toene mend gebruik van ongekeurd zaai zaad. Dit vindt met name plaats in het Noorden van ons land. Gevolg hiervan is minder financiële in komsten voor het Produktschap voor Landbouwzaaizaden hetgeen weer leidt tot minder onderzoek en voorlichting. Om deze ongewenste ontwikkeling te keren dient er een andere sleutel te worden gevonden om alle akkerbou wers hier toch voor mee te laten betalen. Eén van de mogelijkheden is om op het eindprodukt een heffing te gaan leggen. Een en ander zal aan de orde worden gesteld in de akkerbouw- 14 zo veel mogelijk bestuurslid zijn van een regionale organisatie. Een ande re mogelijkheid is dat ze lid zijn van een sektorkommissie van die organi satie. Treden ze terug uit die organi satie dan moeten ze ook de afdeling verlaten. De binding met de regiona le organisatie blijft hierdoor ge handhaafd. Het KNLC-bestuur benoemt de voorzitter en de leden die op bijzon dere titel lid zijn van een afdeling. Het voorzitterschap van een afdeling is onverenigbaar met het voorzitter schap van een regionale maat schappij. Bij de bemanning van een afdeling wordt rekening gehouden met de al genoemde binding aan een regionale organisatie, met de gedifferentieerd heid en spreiding van de sektor, eksterne bindingen of vertegenwoor digingen en specifieke deskun digheid. Kommissies Het bestuur kan advieskommissies en ad hoe kommissies instellen. In het voorstel handhaaft het hoofd bestuur de kommissie grondgebruik, bedrijfsontwikkeling en voorlich ting, kadervorming, onderwijs, so ciale aangelegenheden, belastingen en bijzondere aktiviteiten. Het maksimale aantal leden van een kommissie is ook twaalf. Leden van een kommissie kunnen zowel bestuurders als funktionarissen van het KNLC of bij het KNLC aan gesloten hoofdbestuur sprak zich uit tegen een generieke korting. Bij het hele probleem moet het KNLC de struktuur van de verede- commissie van het KNLC. Het Hoofdbestuur is voorts va mening dat het een goede zaak zou zijn wan neer op de labels bij uienzaad de kiemkracht wordt vermeld. Regel matig wordt op vermelding aange drongen bij de zaadfirma's maar tot nu toe zonder het beoogde resultaat. Bij wintertarwe is een relatief groot areaal overgezaaid, dit vanwege de slechte veldkiemkracht die zeker in de praktijk niet overeenstemt met de vermelding van de NAK-labels. Er is ondanks de slechte prijsvooruitzich- ten dit najaar weer veel wintertarwe gezaaid. Volgens de voorzitter van de akkerbouwcommissie de heer J.C. Geluk betekent dit een ver schraling van het bouwplan. lingslandbouw van de eigen aan gesloten organisaties goed in de ga ten houden. Deze verschilt nogal wat van de struktuur in het zuiden. Voor al in het oosten komen veelal kleine bedrijven voor. Als er een konve- nant komt voor mestverwerking moet daarin beslist de verbetering van de struktuur in het oosten van het land worden meegenomen. Heel belangrijk is ook dat er een ge differentieerde benadering komt van de problemen. Er is namelijk een ammoniakprobleem en een mestpro bleem. Voor het ammoniakpro bleem is in wezen de hele veestapel verantwoordelijk, zeer zeker ook de rundveehouderij. Het mestprobleem speelt vooral bij de veredelingsland- bouw en dan nog regionaal. Het oplossen van het mestprobleem zou dan ook regionaal moeten ge schieden. Het beste is de mestverwerking zo op te zetten dat het voor bedrijven eko- nomisch rendabel is de mest er naar toe te brengen. Het hoofdbestuur van het KNLC draagt H.J. Slijkhuis en W. Trip voor aan het Landbouwschap om ze te benoemen in het bestuur van de landelijke mestbank. J. Leeuwma, vice-voorzitter van het KNLC-hoofdbestuur woonde voor het laatst de vergadering bij. Voor zitter Varekamp memoreerde in het kort zijn twaalfjarige termijn als in zet en deskundigheid, die Leeuwma altijd op eigen wijze wist te bren gen. Leeuwma bedankte de vergade ring voor de jarenlange goede sa menwerking. Ingeborg Schuitemaker Minister ir. G. Braks heeft besloten de set-aside regeling op een aantal onderdelen te wijzigen. De belang rijkste wijziging heeft tot gevolg, dat de premie voor akkerbouwers, die bouwland uit produktie nemen door braaklegging of bebossing, met in gang van 8 december is gestegen van 1.588,per hektare per jaar naar 1.853,per hektare per jaar. De hogere premie geldt niet alleen voor akkerbouwers, die in het kader van de regeling een nieuwe verbintenis aangaan, maar ook voor akkerbou wers, die al een verbintenis zijn aan gegaan, maar aan wie de premie over het verplichtingenjaar nog niet is uitbetaald. Daarnaast is de regeling op een aan tal technische onderdelen gewijzigd. Deze wijzigingen hebben betrekking op de mogelijke aanvragers van de premie, groenbemesters, en de op pervlakte bouwgrond, die uit pro duktie wordt genomen. Aanvragers Ook verpachters en eigenaren die het landbouwbedrijf anders dan in pacht aan een derde in gebruik had den gegeven kunnen nu in aanmer king komen voor de premie. Voor waarde is onder meer blijkens de landbouwtelling, dat zij het land bouwbedrijf gedurende het verkoop seizoen, dat voorafging aan het tijdstip van de indiening van de aan vraag voor de premie, zélf in gebruik moeten hebben gehad. Groenbemesters Uit produktie genomen percelen moeten minimaal van 1 juli tot en met 30 september beplant zijn met een groenbemester. De datum van 1 juli maakt het mogelijk om vóór de teelt van de groenbemester aardap pelopslag te bestrijden of in de toe komst een milieuvriendelijke bestrij ding van aardappelmoeheid toe te passen. De einddatum van 30 september maakt het mogelijk om na de teelt van de groenbemester grondbewer king toe te passen. De groenbemester moet telkens, wanneer bij braaklegging met vruchtwisseling van perceel wordt gewisseld, worden ondergewerkt. Enkelvoudige klaver is toegevoegd aan de lijst van groenbemesters, en is uitsluitend toegestaan bij braak legging met vruchtwisseling. Oppervlakte bouwland Akkerbouwers, die deelnemen aan de regeling, moeten elk jaar een op pervlakte grond van dezelfde om vang (tenminste 20%) uit produktie nemen. In de praktijk is gebleken, dat dit bij braakleggen met vrucht wisseling op percelen van verschil lende omvang op problemen kan stuiten omdat de percelen van een landbouwbedrijf niet allemaal even groot zijn. Daarom mag de totale door braaklegging met vruchtwisse ling uit produktie genomen opper vlakte bouwland nu variëren. Men dient aan te geven welke oppervlakte bouwland men gemiddeld gedurende de looptijd van de verbintenis uit produktie zal houden. Het aantal hektaren, dat het ene jaar te weinig uit produktie wordt genomen, moet echter wel kunnen worden gekom- penseerd met een even groot aantal hektaren, dat in een eerder jaar aan de produktie is onttrokken. De op pervlakte moet jaarlijks in ieder ge val 20% bedragen van de oppervlak te bouwland, die men ten tijde van het indienen van de aanvraag zelf in gebruik had. Voorts mag de variatie niet groter zijn dan 10%. De premie wordt elk jaar uitbetaald voor de ge middelde oppervlakte uit produktie genomen grond. Het is nu ook mogelijk om binnen een periode van één jaar dezelfde oppervlakte braaklegging met vruchtwisseling te rouleren over de verschillende percelen van een land bouwbedrijf. Aanvraagprocedure De aanvraag kan worden ingediend bij de distriktsbureauhouder. De distriktsbureauhouder kan eveneens nadere informatie verstrekken. Sovjets kochten ma is in de USA De afgelopen weken heeft de Sovjet- Unie 1,4 miljoen ton mais in de Ver. Staten aangekocht, waarmee in de laatste twee maanden tot totale mais- aankopen van de Sovjets tot ruim 10 miljoen ton zijn gestegen. De transaktie kwam tot stand in het kader van de langjarige overeen komst tussen beide landen. Voorts werden 15.000 ton sojaschroot aan gekocht, waarmee de totale aanko pen sinds 1 september tot 755.000 ton zijn gestegen. Deze grote aankopen hebben wel een zwaar beroep gedaan op de Ameri kaanse verladings- en verschepings capaciteit. Daarbij dient gedacht dat de St. Lawrence moeilijk bevaar baar is in de wintermaanden zodat een groot deel via de havens aan de Golf verscheept moeten worden. Het hoofdbestuur konstateert met de akkerbouwcommissie dat de finan ciering van de produktschappen steeds moeilijker wordt. Het aandeel van de overheid vermindert vanwege het wijzigende markt- en prijsbeleid en de lasten voor het bedrijfsleven dreigen daardoor te verzwaren. Door de produktschappen gefinancierde onderzoeksprogramma's ondervin den daardoor problemen. Het hoofdbestuur is van oordeel, dat het van belang is voor de Nederlandse landbouw om over goede onder zoeksresultaten te kunnen blijven be schikken. De praktische bruikbaarheid van de onderzoeksresultaten dienen te wor den getoetst aan een grote praktijk- inbreng bij de behandeling van de voorstellen. Er moeten evenwel keu zes worden gemaakt en dat betekent ook, dat voorstellen kunnen worden afgewezen. Daarnaast dienen de lasten niet (via heffingen) eenzijdig bij de teler te worden gelegd. Ook de andere in het produktschap partici perende groepen dienen hun finan ciële aandeel te dragen. Tegen verdere lastenverzwaring wordt door het hoofdbestuur onder de huidige omstandigheden bezwaar gemaakt. Regeeraccoord Het hoofdbestuur kan zich vinden in het rapport van de Werkgroep Sec torvisie Akkerbouw van het Land bouwschap met de titel: "Akkerbouw onder gewijzigde om standigheden". Naar aanleiding daarvan wordt evenwel opgemerkt dat hiervan weinig in het regeerac coord is terug te vinden. Het bestuur is van oordeel, dat acties dit voorjaar aanleiding hebben gege ven tot uitvaardigen van een aantal maatregelen. De realisering daarvan moet evenwel als zeer onvoldoende worden gekwalificeerd. De organisa ties zullen zich met hun leden in moeten zetten om meer effectieve maatregelen gerealiseerd te krijgen conform het door het Landbouw schap samengestelde rapport. Op voorhand dient het middel van acties niet te worden afgewezen, aldus het Hoofdbestuur. Omschakeling De akkerbouw zal zich onder de zich wijzigende omstandigheden ook op bedrijfsniveau aan moeten passen. Om deze ontwikkelingen te begelei den is bij de ZLM benoemd ir. C. van der Schelde. Door de gezamen lijke Zeeuwse landbouworganisaties is voorts de Stichting Stimulering Plantaardige Produktie opgericht, die middels de coördinator ir. L. de Wit nu moet nagaan in welke rich ting er nieuwe teelten mogelijk zijn. Voorshands wordt gekeken naar de korte termijn waarbij de markt uit gangspositie is en niet de teeltmoge lijkheid. Naast nieuwe teelten wordt ook nagegaan welke verbetering mo gelijk is, van de benutting van be schikbare arbeid met bestaande teelten. Van de teler wordt een hierop gerichte benadering gevraagd, die de nodige omschakeling in de bedrijfs- aanpak zal vergen. Verondersteld wordt dat jongeren hiermee minder moeite zullen hebben. Ook kunnen cursussen een positieve invloed heb ben, aldus het hoofdbestuur. De akkerbouw heeft qua weersom standigheden een goed jaar achter de rug. Ook op de zware kleigronden, die in het voorjaar een zeer slechte structuur hadden blijken de op brengsten mee te vallen. In het alge meen kan worden geconstateerd, dat er een redelijke tot goede oogst is ge groeid. Maar desalniettemin met wisselende opbrengsten per gebied en soms per perceel. De ministeries van Landbouw en Ekonomische Zaken, de Provincie Groningen en een groep Groningse Karwijtelers (Karwij Vereniging Old- ambt) gaan in totaal 8,8 miljoen investeren in een breed opgezet, vier jarig onderzoekprogramma inzake opbrengstvergroting, kwaliteitsver betering en milieuvriendelijke alter natieve aanwendingen van karwij. Daarnaast gaan genoemde departe menten en de provincies Groningen en Drente 14,5 miljoen investeren in een vierjarig onderzoekprogram ma voor de teelt en verwerking van hennep als vezelgrondstof voor de papierindustrie. Het onderzoekprogramma inzake karwij heeft twee doelen. In de eer ste plaats wordt onderzoek verricht naar nieuwe, perspektiefbiedende afzetmogelijkheden voor karwij- olie. Daarbij wordt uit milieu oogpunt onder meer gedacht aan het gebruik van karwij-olie als kiemrem- mingsmiddel voor met name aardap pelen en granen, schimmelbestrij dingsmiddel, insektendoder en weekmaker. Ook zijn er mogelijkhe den voor de toepassing in de geur- en smaakstoffenindustrie en in de far maceutische industrie. Naast het onderzoek naar alternatie ve afzetmogelijkheden voorziet het programma ook in onderzoek naar kwaliteitsverbetering en opbrengst verhoging van Nederlands karwij via veredeling en teeltmethodiek. Vrijdag 15 december 1989

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 14