ZLM-voorzitter: 'Een gat in de marl 'Om op kleine schaal in de praktijk nieuwe initiatieven en projekten te kunnen begeleiden heeft de ZLM haar sekretariaat bewust versterkt. Het doel hiervan is om in het spoor van enkele gekonkretiseerde moge lijkheden (zwarte bessen, hazelno ten, groene asperges, tafelaardappe len, vollegronds-groenten, droog- en zomerbloemen) meerdere en andere teelten te initiëren, te stimuleren en te begeleiden. Niet alleen naar be langstellende akkerbouwers toe, maar eerst en vooral ook naar de markt toe. Onder het motto: 'eerst moet de afzet geregeld worden voor dat men kan gaan produceren' besteden we vanuit de ZLM dan ook erg veel aandacht om te pogen afzet en produktie beter te koördineren, aldus de heer Van der Maas in zijn jaarrede. Nauwere kontakten en goed overleg met de afzetorganisa ties in ons werkgebied zijn vooraan op onze werkagenda geplaatst. Op de agenda voor het nieuwe jaar staat ook gepland een doelgericht markt onderzoek naar de afzetmogelijkhe den van agrarische vers-produkten in Groot-Londen. Voor ons in Zuid west Nederland is dat 'de overkant' van Vlissingen. Een immens Brits konsumentengebied met goede ver bindingen van en naar ons (potentië le) produktiegebied. Méér dan de moeite waard om nader geëxplo reerd te worden. De provincie Zeeland heeft laten blijken in dergelijke zaken te willen participeren; en dat doet ons boeren- hart goed. We zoeken echter nog naar draagkrachtige participanten. Want ook hier gaat de kost nu een maal voor de baat uit. (De goede le zers hebben hopelijk maar een half woord nodig In het zelfde spoor ook van de nood zakelijke aanpassing aan de markt heeft ons hoofdbestuur deze zomer een driedaagse ekskursie, een soort inlandse veldtocht, langs de markt gehouden. En na Winsemius vorig jaar, (die ons een ietwat academi sche - maar wel zeer tot nadenken dwingende - benadering van het on derwerp 'markt' heeft voorgehou den) hebben we nu op onze jaarver gadering drie kopstukken uit de praktijk van de agrarische afzet markt in ons midden. Meer tijd en adem We willen en zullen (dat is de mening van het hoofdbestuur), als het gaat om aanpassing aan veranderende marktomstandigheden èn als het gaat om de landbouwpolitiek, ook in het komende jaar op beide sporen blijven doorgaan. En zelfs, indien enigszins mogelijk, versterkt door gaan! Want de tijd dringt. Het ZLM-hoofdbestuur is dan ook uitdrukkelijk van mening, dat mak- simale druk uitgeoefend moet blij ven worden om de veel te krappe landbouwpolitieke marges verruimd te krijgen. De ZLM zal - evenals in het afgelopen jaar - niet versagen om, indien nodig, daartoe wederom het voortouw te nemen (desnoods, en als de achterban dat steunt, met nieuwe - en herhaalde - akties). We zullen, naar de nationale politiek en samenleving toe, onverminderd en met kracht van argumenten onze nek uit blijven steken om 'meer tijd en adem' voor de akkerbouw te be pleiten. 'Veel meer tijd' van Brussel door het buitenwerking stellen van het prijsverlagingsmechanisme en 'veel meer adem' van Den Haag middels breedwerkende en prakti sche ondersteunings- en stimule ringsmaatregelen. In de zogenoemde 'sektorvisie ak kerbouw' (een plan van eisen en maatregelen, dat na de akties op ver zoek van het Landbouwschaps- bestuur uitgebracht is door een spe ciaal daartoe ingestelde werkgroep) In die landelijk tot stand geko men sektorvisie akkerbouw is dat ZLM motto 'meer tijd en meer adem' nagenoeg letterlijk overgeno men en konform onze visie en wen sen ingevuld. Uit de konklusies van de openbare bestuursvergadering van het Land bouwschap vorige week heb ik be grepen, dat het politieke eisenpakket uit het rapport bekrachtigd is ge worden. We prijzen ons daar vooralsnog ge lukkig mee. Een inspannende en moeilijke weg ligt echter nog voor ons. Eerst en vooral zal de heer Braks ervan overtuigd moeten wor den om z'n EG-kollega's te overre den de boerengraanprijs (die door de onlangs te hoog vastgestelde Euro pese oogstraming weer automatisch zal dalen) bij de prijsonderhandelin- gen a.s. voorjaar terug te brengen op het nivo van 1988. En vervolgens zal de nationale overheid ervan over tuigd moeten worden, dat onder sti mulering en ondersteuning onzer zijds véél meer verstaan wordt dan de maatregelen die premier Lubbers in de regeringsverklaring memoreer de en aankondigde. Want maatrege len die slechts (en dan nog slechts zeer ten dele) soelaas bieden aan 1% of minder van de 10.000 nog be staande akkerbouwers in Nederland, regelingen die bewust gelanceerd worden om politiek mooi weer mee te spelen, maar die tegelijkertijd (eveneens bewust?) middels allerlei onmogelijke kriteria en 'tittels en jo ta's' volstrekt ontoegankelijk ge maakt worden voor de praktijk daaraan hebben we geen behoefte. voor enkelen weggelegd zijn om be- drijfsvergroting toe te passen mid dels areaaluitbreiding. De grond prijs in Nederland zal zich immers, wegens toenemende vraag uit andere sektoren, op een te hoog nivo blijven bewegen. Op die bedrijven zal daarom 'ver groting' voornamelijk gezocht moe ten worden in uitbreiding van het aantal s.b.e.'s. En voor diegenen die perse plantenteler willen blijven zal die uitbreiding gezocht moeten wor den in de teelt en vermarkting van meer kennis-, kapitaals- en arbeids intensieve produkten. Teelten en produkten die meer consumentge- richt en consumentgereed zijn dan de traditionele bulk- en grondstof- fenprodukties. De begrippen specia liteit en kwaliteit zullen daarbij zo wel uitgangspunt als doelstelling moeten zijn. Daartoe zal een meer tuinbouwmatige aanpak met een daarbij behorende tuinbouwonder- nemersmentaliteit onontbeerlijk zijn. Regelmatige bedrijfsaanpassin- gen, durf, risiko en 'veel uren ma ken' zijn kwalifikaties die onverbre kelijk met een dergelijke onderne mersmentaliteit verbonden zijn. Een gat in de markt is er niet zó maar, het moet er veelal ingeslagen worden! De vergadering werd door ruim 350 mensen bezocht. Niet afwachten Meer 'tijd en adem' dus voor de ak kerbouw in ons werkgebied, (en adem - geld - inkomen. Adem - niet interen - behoud van een stevige ei gen vermogenspositie, want zonder een goede solvabiliteit is een grond gebonden sektor ten ondergang ge doemd). Meer tijd en adem om zich aan te kunnen passen aan verander de omstandigheden, dat is hetgeen wij de laatste drie jaar bepleiten, niet méér en niet minder. We kunnen ons echter niet permitte ren om met die aanpassing lijdzaam te wachten op 'de politiek'. Evenmin kunnen we het ons veroorloven al leen maar te blijven 'leunen, kreu nen en steunen' (zoals KNLC- voorzitter Varekamp het uitdrukte), in afwachting van 'agrifikatie' - en '4e gewas'-oplossingen, die voorals nog niet in het verschiet liggen. Aanpassing op het individuele be- drijfsnivo zal daarom 'sowieso' en 'hoe dan ook' noodzakelijk zijn. We zullen daarbij onze gezamenlijke aandacht moeten konsentreren op de hoofdmoot van de huidige 'gaan de' akkerbouwbedrijven. Op die ak kerbouwers met name, die met het oog op de volgende generatie, hun bedrijf willen kontiriueren, en die dat willen en/of zullen moeten doen op, qua oppervlakte, relatief klein schalige bedrijven. Kleinschalige be drijven die met enkel en alleen ak kerbouw 'bulk'produkten de kon- kurrentiestrijd met de andere gespe cialiseerde akkerbouwgebieden in Europa ongetwijfeld zullen verlie zen. Op die bedrijven zal het slechts De pauze werd verluchtigd met een lichtvoetig stukje klassieke muziek, ten gehore gebracht door Marjan van Erk, werkzaam op de redacite van het ZLM-blad, en de heer Uiterlinden, kerkorganist te Baarland. We beogen niet een omwenteling te bewerkstelligen maar wel een proces op gang te brengen. Géén wonderen, maar wél samen de schouders eron der, dat is onze doelstelling. 'Samen de schouders eronder' met onze leden-bedrijfsgenoten, èn 'sa men de schouders eronder' met onze afzet- en verwerkingsorganisaties 'Allemaal makkelijk gezegd maar, zullen velen nu denken. Ener zijds is daar volledig begrip voor op te brengen, want ook ik heb wel eens twijfels en zie soms meer onmoge lijkheden dan mogelijkheden. Als we echter anderzijds wat afstand ne men van de waan van de dag, en we mede in beschouwing nemen de po tentie van de boerenondernemers in ons werkgebied, plus de relatief gun stige omstandigheden voor planten teelt en -afzet in en vanuit datzelfde werkgebied, dan ben ik er per saldo van overtuigd dat er voor méér be- drijfsgenoten méér toekomstkansen liggen, dan we elkaar aanpraten. Onze SEV moest vorige maand een akkerbouwer met een traditioneel bouwplan op 50 hektare adviseren om het bedrijf te beëindigen, wegens gebrek aan rentabiliteit. Maar men kon die zelfde dag ook een planten teler op 18 ha adviseren om er een twee-mans bedrijf van te maken, omdat een arbeidsinkomen voor twee er volledig in zat. Om dat laatste méér te bewerkstelli gen is de ZLM voluit en volop bezig haar organisatie te versterken om daar waar mogelijk en nodig het aanpassingsproces voor de akker bouw in ons werkgebied te inspire ren, te stimuleren en te koördineren. Zowel middels doelgerichte dienst verlening en voorlichting naar onze individuele leden (en groepen van le den) toe als middels bevordering en coördinatie van andere en ruimere afzetmogelijkheden. (met de verlengstukken van ons boe renbedrijf). En dan doelen we (uiter aard) eerst en vooral op onze coöpe raties. We hebben het nu zeker niet meer specifiek en alleen over akkerbouw. Andere, nieuwe en ruimere afzetmo gelijkheden, nieuwe markten en 'vóóraan lopen op de markt' zijn voortdurend en blijvend even oppor tuun voor alle sectoren. In de volle breedte namelijk van de primaire land- en tuinbouwproduktietakken zal het noodzakelijk zijn zich conti nu aan te passen aan steeds verande rende marktomstandigheden; in ca- su, rekening te houden met de wen sen van de consument. Doelgerichte marktinitiatieven Eén van de kernkonklusies uit het rapport 'Om schone zakelijkheid' (van de door het Landbouwschap in gestelde commissie van wijze man nen o.l.v. de heer Van der Stee), dat de coöperatieve ondernemingen daartoe (veel meer dan tot nu toe) doelgerichte marktinitiatieven zullen moeten nemen, is ons uit het hart ge grepen. Inderdaad zullen de coöpe raties, die tot nu toe overwegend het 'gezicht naar de boer' en 'de rug naar de markt' gekeerd hebben, zich 180 graden moeten wenden. Een ra dicale ommezwaai zal nodig zijn om de wensen van de consument (en ik denk daarbij specifiek aan de win kelketens) te vertalen naar de pri maire producenten. De coöperatieve agribusiness zal daarbij het voor touw moeten nemen. Dat zal niet al leen van die ondernemingen een be hoorlijke mentaliteitsaanpassing vergen; maar ook en met name van de individuele boeren en tuinders. Het besef, dat we niet meer te maken hebben met een ver kopersmarkt, maar met een kopersmarkt, zal daarbij veel meer tot ons allen door moeten dringen. Als onvermijdelijke consequentie van het feit, dat 'koning-consument' 'keizer' geworden is, zal de boer dan ook meer en meer 'contract'- producent moeten worden van en voor zijn afzetorganisatie. Voor de nieuwe- of extra marktmogelijkhe- den die hem geboden kunnen wor den, zal zij zich contractueel aan strenge (uiteraard wel 'faire') kwaliteits-, kwantiteits- en produk- tietechnische eisen moeten willen binden. Meer marktzekerheid zal al leen maar verworven kunnen wor den middels absolute produktzeker- heid en absolute kwaliteitszekerheid. Marktverdringend Moet de akkerbouw, dames en he ren, nog grotendeels wennen aan marktgericht produceren, de tuin bouw weet eigenlijk niet anders. Het is in dit verband toch nog wel eens goed om vast te stellen, dat een be langrijke tuinbouwpoot in ons werk gebied, de hardfruitsector, vergele ken met de glorieperiode in de 60er jaren (en ondanks de diepe crisis in de 70er jaren) in areaal bijna ver dubbeld is en een verveelvoudiging van de kilogramproduktie heeft waargemaakt. Dat is niet zomaar marktgericht produceren, dat is marktverdringend produceren! Superheffing Ook voor de meeste veehouderijsec toren is 'de markt' geen onbekend fenomeen. De melkveehouderij vormt hier (zij het sinds '84 op een zeer speciale wijze) nog steeds de grote uitzondering. Ondanks het feit dat de EG-zuivelquotering de Neder landse melkveehouders vooralsnog géén windeieren heeft gelegd (en er vanuit de andere bedrijfstakken met min of meer jaloerse blikken naar gekeken wordt) wordt toch vanuit de zuivel-sector zelf telkens weer de vraag centraal gesteld of het niet be ter zou zijn om de superheffing af te bouwen. De argumentatie daarvoor is dat het strakke keurslijf van de quotering (op langere termijn) voor Nederland verlies aan concurrentie kracht, alsmede verlies van markt en dus ook verlies van inkomen zal be tekenen. Daartegenover staat echter de constatering dat de superheffing tot nu toe voor de melkveehouders per saldo alleen maar winst heeft ge bracht. Ik vraag me af of er tussen afschaf fen en continueren geen derde moge lijkheid te bepleiten is. Ik denk daar bij dan - met het zicht op 1992 - aan een vrije verhandelbaarheid (binnen de totale EG) van quota die losge koppeld zijn van de grond. Ook in tuinbouwkringen is er een vrij intensieve discussie gaande over de vraag 'hoe en wat' de beste ma nier is om de markt te benaderen. Enkel en alleen middels de aloude en Vrijdag 15 december 1989

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 12