Hoofdbestuur nam afscheid van
HB-lid G.J. de Jager en
hoofd pers en voorlichting J. Wierenga
Derde nota Waterhuishouding
bedreigend voor landbouw
Betere regeling vergoeding
vraatschade smienten
Affaire
ASF afgesloten
Hoofdbestuur ZLM voor strengere kwaliteitsbewaking
voeders melkveehouderij
Begeleidingscommissies voorlichtingsteams
betalen uit beurs regionale achterban
Hoofdbestuur ZLM: soepelheid gewenst
bij toepassing ecologische richtlijn
Eerste Noordafrikaanse
primeurs aangevoerd
in Marseille
Boer vogelvrijer
dan gans...
Het hoofdbestuur heeft maandag
afscheid genomen van de heren
G.J. de Jager en J. Wierenga. De
heer de Jager maakt sinds 1969
deel uit van het hoofdbestuur
van de ZLM. Daarvoor was hij
vele jaren lid van het
(hoofd)bestuur van de Noord-
Brabantse Maatschappij van
landbouw.
In zijn toespraak tot de nestor
van het hoofdbestuur schetste
voorzitter H. van der Maas de
heer de Jager als een noeste
bestuurder die met grote deskun
digheid op een aantal beleidster
reinen zeer aktief is geweest.
"Uw nauwgezetheid en vasthou
dendheid zijn daarbij bepaald
niet zonder resultaat gebleven.
De ZLM is hem daarvoor veel
dank verschuldigd".
De heer de Jager die sinds 1977
voorzitter is van de Kring Altena-
Biesbosch is lid geweest en is nog
lid van een groot aantal organisa
ties en commissies in de agrari
sche wereld. Zo is hij lid van de
commissie Grondgebruik, van de
redaktieraad, van de Gewestelij
ke Raad Noord-Brabant van het
Landbouwschap, van de zaaiza-
dencommissie van het Land
bouwschap, plaatsvervangend lid
van het produktschap landbouw-
zaaizaden, lid en voorzitter van
de kontraktteeltcommissie 3
CLO, lid van de wildschadecom-
missie van Noord-Brabant en
van de commissie Grondgebruik
van het KNLC. Voorzitter van
der Maas: "Een zeer bekwaam
bestuurder die altijd zeer nauw
gezet en trouw zijn werk deed,
een lid van het hoofdbestuur dat
we om die reden eigenlijk niet
zouden moeten laten gaan. De
inzet en solidariteit en inbreng
zullen we node missen". De heer
de Jager wordt per 1 januari op
gevolgd door de heer C. Bran-
denhorst uit Zetten.
Het hoofd van de afdeling Pers
en Voorlichting van de ZLM de
heer J. Wierenga verlaat de ZLM
na tien jaar als zodanig bij deze
landbouworganisatie in dienst te
zijn geweest. Voorzitter van der
Maas bedankte hem voor de vak
bekwame inzet waarmee Wieren
ga al die jaren de ZLM in woord
en geschrift heeft gediend. Beide
heren kregen het ZLM-
herinneringsbord aangeboden
(zie foto).
Het Hoofdbestuur van de ZLM
heeft met instemming kennis geno
men voorzover het de ZLM aangaat
van de principe-overeenstemming over
de samenstelli ng van de com missies die
de voorlichtingsteams van de geprivati
seerde voorlichting moeten gaan bege
leiden.
Bij deze voorlichtingsteams wordt
overeenkomstig een landelijke richt
lijn een 50/50 verhouding aangehou
den tussen landbouworganisaties en
vaktechnische organisaties. Wel is
het hoofdbestuur van mening dat er
voor moet worden gewaakt dat een
onevenredig deel van de financiële
middelen van de Dienst Landbouw
Voorlichting naar deze commissies
gaat. Het bestuur is dan ook van me
ning dat de regionale begeleidings
commissies moeten worden betaald
door de betreffende regionale ach
terban. Er zal nog worden bezien op
welke wijze bij de voordrachten van
personen tot een zo evenwichtig mo
gelijke invulling van de commissies
kan worden gekomen. Uitgangspunt
daarbij zal zijn dat de commissie een
zo goed mogelijke afspiegeling zal
vormen van de sektoren in de diverse
teams. Daarbij zal ook rekening
moeten worden gehouden met een
zo evenwichtig mogelijke spreiding
over het werkgebied.
De vergoeding door het Jacht-
fonds van vraatschade door
smienten is niet goed geregeld.
Deze vogels vreten 's nachts
maar dan mag er niet gejaagd
worden en dit betekent dat scha
de niet kan worden voorkomen.
Juridisch blijkt dit veel haken en
ogen te hebben. Dat is recent ge
bleken uit een konkreet schade
geval in het Deltagebied: al in
1987 hebben smienten op een tar-
weperceel vraatschade aangericht
terwijl het jachtfonds pas zeer re
cent tot vergoeding van de scha
de is overgegaan. Het Hoofd
bestuur van de ZLM spreekt zijn
ongenoegen hierover uit. Het
meent dan ook dat gezien het
specifieke karakter van deze
vraatschade er een aparte rege
ling moet komen voor schade
veroorzaakt door deze vogels zo
dat in voorkomende gevallen
sneller tot betaling van de gele
den schade kan worden overge
gaan. Een en ander zal via het
KNLC worden aangekaart bij
het Landbouwschap.
Het hoofdbestuur heeft kennis geno
men van het feit dat met het ASF
overeenstemming is bereikt over de
gelegenheidsarbeid voor 1990 en de
daarop volgende jaren. Het vrij
gestelde bedrag wordt 900,netto.
Dit resulteert volgens de methode
Van der Pol in bruto 1.007,tot
1.048,Het bestuur concludeert
dat dit bedrag te laag is, maar be
schouwt het geheel als een gepas
seerd station. Duidelijk is inmiddels
dat op betaalde en/of verrekende ar
beid van de ene agrariër bij de ande
re geen verzekeringsplicht rust.
Animo
Naar aanleiding van het eindrapport
van de werkgroep structuurverbete
ring Fruitteelt van het Landbouw
schap neemt het hoofdbestuur tot
zijn teleurstelling kennis van het feit
dat er onvoldoende animo is voor de
vestigingsmogelijkheid van fruitte
lers in de Bathpolders. Potentiële
kandidaten zijn voldoende geïnfor
meerd en er zullen geen activiteiten
worden ondernomen om een en an
der te stimuleren.
Ten aanzien van de verschillende sec
toren wordt medegedeeld dat de
prijsvorming van peren goed is. De
prijsvorming van appels is minder
goed tot zwak, mede als gevolg van
de warme zomer en de bewaarkwali-
teit. De berichtgeving omtrent ni
traat in bladgroente heeft geleid tot
een prijsval bij deze produkten. De
bloemenmarkt geeft dit jaar een la
gere prijs te zien. Het areaal is met
ongeveer 35 procent toegenomen.
In de glasgroentesector is sprake van
een redelijke tot goede prijsvorming.
De financiële opbrengst van de
bloembollen bevindt zich op een
dieptepunt. Er is sprake van een top-
oogst bij de gladiolen. De lage prijs
geeft wel mogelijkheden om mark
ten in de VS te betreden. Op Tholen
wordt gesproken van een goed
zaad jaar.
Het Hoofdbestuur van de ZLM
deelt de zorgen van de commissie
Grondgebruik van de ZLM ten aan
zien van de Derde Nota Waterhuis
houding. Wanneer de in deze nota
aangekondigde beleidsmaatregelen
onveranderd doorgevoerd worden
dan zal de landbouw, zo meent het
bestuur, niet ongeschonden uit de
strijd komen. De nota wordt als be
dreigend beschouwd voor de agrari
sche sektor. Duidelijk blijkt zo
meent het Hoofdbestuur dat de
landbouw in de nota ten onrechte
een ondergeschikte rol speelt.
Daarnaast zal de landbouw haar be
langen moeten bewaken waar het
gaat om o.m. de ecologische ontwik
keling van waterhuishoudkundige
systemen, beregening, regionale wa
tervoorziening en bescherming tegen
verontreiniging van de bodem. Wat
de verontreiniging van de bodem be
treft maakt het hoofdbestuur zich
zorgen over de Startnotitie van de
provincie Zeeland over de Milieu Ef-
fekt Rapportage voor de berging van
baggerspecie uit o.m. de Wester-
schelde. In deze notitie is ook de op
tie voorzien om deze verontreinigde
slib op te slaan op het land. Daar
zijn dan grote oppervlakten land-
15
bouwgrond voor nodig hetgeen zeer
ongewenst is. Bovendien is er het ge
vaar van verontreiniging van het
landbouwproduktiemilieu. Het
hoofdbestuur is van mening dat het
slib buitendijks moet worden op-
g. 'agen. Ook de Gewestelijke Raad
va* het Landbouwschap is deze me
ning toegedaan.
Enkele dagen geleden werden in
Marseille de eerste vroege aardappe
len - primeurs - aangevoerd. Het
gaat vooralsnog om een bescheiden
hoeveelheid van rond 200 ton. Af
kade ligt de prijs op Fr. 280 tot 320
(ƒ94-/ 110).
Met betrekking tot de nota "Ammo
niak en Veehouderij" wordt thans
de hinderwet geëvolueerd aan de
hand van ecologische richtlijnen.
Hierbij worden voor verandering ge
voelige gebieden in kaart gebracht
en wordt een berekende verzurende
uitstoot van veehouderijbedrijven
gehanteerd.
Hoewel de ontwikkelingen op de
veehouderijbedrijven in volle gang
zijn worden deze bedrijven gekon-
fronteerd met aanwijzing van voor
verzuring gevoelige gebieden, waar
door bedrijfsbelemmeringen ont
staan. Het hoofdbestuur van de
ZLM meent dat toepassing van de
ecologische richtlijnen alsmede de
verzuringsuitstoot van bestaande be
drijven met de nodige soepelheid be
tracht zal moeten worden, om te
voorkomen dat deze bedrijven op
korte termijn een rendabel voortbe
staan onmogelijk wordt gemaakt.
Vanuit de sektor veehouderij zal in
spanning geleverd moeten worden
om binnen een rendabele bedrijfs
voering de nodige maatregelen te
treffen. "Landelijke en regionale
overheden zullen aan de sektor
ruimte moeten geven om zich aan te
passen en dus niet nu moeten eisen
wat er op korte of middenlange ter
mijn pas opgelost kan worden", al
dus het hoofdbestuur.
Het hoofdbestuur konstateert
dat er m.b.t. de ganzenproble-
matiek sinds vorig jaar niet veel
is veranderd, en dat betekent, dat
de boer meer vogelvrij is dan de
gans. Definitieve regelingen die
eraan zitten te komen zijn nog
steeds niet in procedure ge
bracht. Het hoofdbestuur be
treurt dat. Mogelijkheden die in
Krammer/Volkerak aanwezig le
ken te zijn, worden voorshands
van de hand gewezen. "Laten we
hopen op een gunstig wintertype
zodat de aantrekkingskracht van
de ingezaaide akkers zeer klein
zal zijn", zo werd gesteld.
Naar aanleiding van enkele malen
produktverontreiniging in de melk
meent het hoofdbestuur van de
ZLM dat er naast de begeleiding van
de produktie op de diverse agrari
sche bedrijven ook een nog sterkere
kwaliteitsbewaking moet komen
voor aangewende produktiemidde-
len. De afnemers van veevoeders
zullen aan moeten dringen op be
paalde garanties, niet alleen met be
trekking tot de voederwaarde maar
ook met betrekking tot de kwaliteit
i.v.m. verontreiniging.
Samengaan van C.L.O.- en A.C.V.-
controle zou een goede zaak zijn.
Wel zal de uitvoering gestoeld moe
ten zijn op het uitgangspunt van de
C.L.O.-centrale, terwijl afnemers
van mengvoeders en enkelvoudige
voeders hoge eisen m.b.t. kwaliteit
en openbaarheid zullen moeten stel
len, aldus het hoofdbestuur.
Rigoureuze maatregelen
Naar aanleiding van de herziening
van de Veewet meent het hoofdkan
toor dat daarbij voor de varkens
houderij rigoureuze maatregelen
worden voorgesteld. Het gesloten
bedrijf geeft weinig problemen maar
voor de gespecialiseerde fok- en
mestbedrijven alsmede voor de ver
plaatsing, markt, vervoer en handel
is het vaak moeilijk, zo niet onmoge
lijk om aan de gestelde eisen te vol
doen. De sankties welke voorgesteld
worden zijn zeer zwaar, o.a. het niet
in aanmerking komen voor vergoe
ding bij uitbreken van ziektes. De
onderliggende belangen van de sek
tor zijn optimale produktie en afzet
mogelijkheden waarvan de diverse
schakels in het totale gebeuren uit
eindelijk profijt zullen hebben.
Hierbij kan een overgangsperiode
noodzakelijk zijn om strukturen aan
te passen. Toch meent het hoofd
bestuur dat deze overgangsperiode
niet te lang mag duren.
Vrijdag 8 december 1989