lallU" uil
Prijsverlaging graan desastreus
voor hele akkerbouwsector
zuidelijke landbouw maatschappij
Onderzoek loodbesmetting melkvee
in Groningen en Friesland
Teunisbloemen nagenoeg allemaal gedorst
Zakelijkheid
Akties
VRIJDAG 3 NOVEMBER 1989
I HA 77e JAARGANG NO. 3995
tuinbouwblad
De algemene inspectiedienst van het ministerie van Land
bouw gaat een mogelijke loodbesmetting van melk en
melkvee in het grensgebied van Groningen en Friesland
onderzoeken. Het onderzoek is gelast door de ministeries
van Landbouw en van WVC De loodbesmetting is ver
oorzaakt door verontreinigd veevoer dat aan ruim drie
honderd bedrijven werd geleverd, afkomstig van één
veevoederleverancier.
T\vee weken geleden konstateerden dierenartsen bii 18 be
drijven ziekteverschijnselen bij het melkvee. Uit het on
derzoek van de Stichting Gezondheidsdienst voor Dieren
bleek dat er sprake was van loodvergiftiging. Er zijn in
middels maatregelen genomen om te voorkomen dat er
nog meer dieren besmet worden en dat er meer besmette
zuivel- en vleesprodukten op de markt komen. De zuivel
fabrieken halen (op eigen initiatief) de melk van alle be
drijven apart op en verwerken deze tot poeder dat buiten
het konsumptiekanaal wordt gehouden. Melkvee dat
besmet is zal worden gemerkt en indien nodig afgekeurd.
De melk van de besmette dieren wordt onderzocht door
het Melkcontrolestation en de Rijkskeuringsdienst van
Waren. De resultaten van dit onderzoek zijn waarschijn
lijk eind deze week bekend. De leverancier van het vee
voer haalt alle geleverde voorraden terug van de
veehouders.
De besmette produkten die al in de handel zijn, zijn ver
dund met onbesmette produkten en daarom niet gevaar
lijk. Wel wordt konsumptie van produkten die
rechtstreeks van de betrokken bedrijven afkomstig zijn
afgeraden. Het onderzoek van de AID richt zich op de
bron van de besmetting en de besmetting van het voer.
Inventarisatie
De Gewestelijke kantoren van het Landbouwschap in
Friesland en Groningen zullen de schade die voortvloeit
uit de loodbesmetting inventariseren. Het schap stelt zich
op het standpunt dat individuele melkveehouders van de
loodvergiftiging geen financiële schade mogen onder
vinden.
Momenteel is de oogst van het teunisbloemenzaad zo goed als binnen. Volgens zaadhandelaar P. Snoep
uit Colijnsplaat was begin deze week de oogst van de met de zelfbinder gemaakte schoven voor 95 procent
geborgen. De teunisbloemen die vast zijn blijven staan waren al eerder van stam gedorst. Op de foto is
de heer I. van de Linde uit Kortgene daarmee druk doende. De foto is gemaakt op zaterdag 21 oktober.
Het waaide toen flink en er was daardoor ook wel wat zaad uitgewaaid, zo vertelde de heer Van de Linde.
Uit de opbrengstraming voor tarwe in de EG van 160,5
miljoen ton blijkt niet alleen dat de EG op de knieën
gaat voor de Verenigde Staten in de komende GATT
onderhandelingen, maar dat Europa bovendien het
plattelandsbelang van de Zuidelijke Staten verkiest bo
ven het economische belang van de land- en tuinbouw
in de noordelijke staten in de EG. Deze duidelijk politiek
geladen oogstraming betekent voor de akkerbouw in
1990 wederom een prijsverlaging van 3% bovenop de
30% waarmee de tarweprijs de afgelopen jaren al is
gedaald. Als deze 3% prijsverlaging komend voorjaar
niet wordt gecorrigeerd - en dat is met goede wil van
de ministerraad nog mogelijk - dan heeft dat niet alleen
desastreuze gevolgen voor de graanteeltgebieden maar
voor de gehele Nederlandse akkerbouwsector." Dat zei
de voorzitter van de ZLM, de heer H.C. van der Maas,
in zijn openingswoord bij de aanvang van de vergade
ring van het hoofdbestuur maandag 30 oktober jl. in
het Landbouwhuis te Goes. In dit verband heeft het
hoofdbestuur de uitdrukkelijke wens uitgesproken dat
er via Copa meer nadruk moet worden gelegd op de
solidariteit tussen de boerenorganisaties in de verschil
lende EG-landen. De voortdurende daling van de graan
prijzen werkt weliswaar in Nederland met zijn hoge
vaste kosten het eerst en het zwaarst door maar ook
in typisch graantelende landen als Frankrijk en Enge
land gaat de daling van de tarweprijs nu toch ook een
rol spelen. Mogelijk dat men elkaar nu wat beter gaat
vinden.
Over het rapport "Om schone zakelijkheid" van de
door het Landbouwschap ingestelde commissie Van
der Stee zei de ZLM-voorzitter dat de inhoud en beleids
aanbevelingen zeker niet alle letterlijk door het Land
bouwschap moeten worden overgenomen. Wel kan de
sector zich conformeren aan de zakelijkheid die in het
rapport doorklinkt. Te weinig wordt er evenwel in terug
gevonden dat de akkerbouwsector tijd en geld nodig
heeft om zich aan te passen aan de nieuwe markt- en
afzetomstandigheden.
Wat het aspect "schone" betreft, meent de voorzitter
van de ZLM dat de sterke sectoren zelf de financiële
middelen voor een beter milieu op moeten brengen
maar dan wel in het kader van het milieu-aktieplan van
het Landbouwschap. Voor de zwakke sectoren moet
met betrekking tot deze investeringen voorlopig pas op
de plaats worden gemaakt. De heer Van der Maas he
kelde in dit verband de tendens in de samenleving en
bij de politiek waarbij het milieu tot een soort religie
wordt verheven. "We moeten ook hier vooral onze
nuchterheid bewaren. Het is van groot belang dat de
landbouworganisaties zich zo sterk mogelijk gaan ma
ken om de noodzakelijke bedrijfsaanpassing en het in
spelen op de milieu-eisen zoveel mogelijk te helpen
begeleiden," aldus de heer Van der Maas in zijn ope
ningswoord.
De voorzitter ging tot slot van zijn openingswoord nog
in op een aantal opmerkingen van praktijkschrijvers in
het ZLM-blad over de teleurstellende resultaten die be
leid en akkerbouwakties dit jaar hebben opgeleverd. De
voorzitter beklemtoonde dat de nationale lijn zal wor
den aangehouden en dat wanneer onverhoopt verder
overleg over o.m. het akkerbouwaktieplan geen resul
taat oplevert, de landbouworganisaties opnieuw in ak-
tie zullen komen. Het hoofdbestuur betreurt het zeer
dat er de laatste tijd steeds negatieve berichten in de
media verschijnen over de kwaliteit van de agrarische
produkten en voedingsmiddelen. Daardoor dreigt de
landbouw een smet te krijgen die ze in het geheel niet
verdient. Het zou goed zijn, zo meent het hoofd
bestuur, om op landelijk niveau de koppen bij elkaar te
steken om in volgende gevallen direct en adequaat te
reageren op ongefundeerde beschuldiging in dergelij
ke berichten.