"Schone zakelijkheid
KNLC
kommentaar
over geld
en goed
Het effekt van maatregelen
'Géén opvolger, wat
dan?' in de
'Langstraat'
Kursus 'Samen op je bedrijf, wat kom je tegen'
▼V
Is er nu werkelijk zoveel verschil tus
sen de banken bij het aangaan van
financieringen, is een vraag die vaak
wordt gesteld aan de SEV. Het ant
woord daarop kan zijn, dat er inder
daad verschillen zijn, meestal op on
derdelen, die soms goed verpakt zijn
en een studie van de offerte en/of
een vergelijking tussen de offertes
van verschillende banken noodzake
lijk maken.
Bij het beoordelen van de offertes is
het tevens van belang te informeren,
hoe een bank reageert indien er zich
moeilijkheden voordoen in het be
drijf of het gezin.
Laat men het bedrijf snel vallen of
wordt er naar oplossingen gezocht in
samenwerking met het gezin, de
bank, de SEV en/of de boekhouder.
Het komt nog steeds voor dat als er
maar voldoende dekking is, dat
sommige banken toch financieren,
ook al ontbreekt het aan rentabiliteit
op de korte en langere termijn. Soms
is het gezin erg blij dat ze zo een
bank hebben gevonden. Deze blij
heid is meestal van korte duur, want
wanneer de dekking er niet meer is,
stopt de bank of zij zegt 'Wij kun
nen en willen niet verder gaan' met
alle konsekwenties van dien'. Vraag
de familie maar of zij nog geld aan
u willen lenen of borg willen zijn.
Men mag dan nooit vergeten, dat de
bank de eerste hypotheek heeft. De
borg of de tweede hypotheek komt
als het fout gaat op de tweede plaats.
Soms betekent dit dat het geld dat
dan is geleend of waarvoor borg
wordt gestaan door familie of vrien
den geheel of gedeeltelijk kwijt is.
Waar men bij het afsluiten van een
lening goed op moet letten is, hoe
groot de behoefte is voor het
rekening-courant krediet. Een
rekening-courant krediet is bedoeld
om het tijdelijk verschil tussen in
komsten en uitgaven te overbruggen
over een bepaalde periode. Indien
het rekening-courant krediet te hoog
is, betaal je teveel rente en indien het
te laag is kom je in liquiditeitspro
blemen. Probeer de gulden midden
weg te vinden en weet waarvoor een
rekening-courant dient. Die dient er
niet voor een mestopslag of trekker
te financieren. Sommigen hebben
een lening en betalen daarvoor 8%
rente en over het krediet op de
rekening-courant krijgt men P/2%
of '/2% rente. Een dergelijke finan
ciering is gunstig voor de bank maar
niet voor je bedrijf en gezin.
Bii het afsluiten van een rekening
courant krediet is het van belang te
bekijken hoeveel je moet betalen als
je boven het toegestane kredietmak-
simum komt, hoe hoog de krediet
provisie is, welke omzetprovisie je
moet betalen. Bekijk ook de kosten
per post; wanneer de betaling van
rente-provisie en kosten moet plaats
vinden. Hou er rekening mee dat een
normale rekening-courant niet mag
worden ingeperkt.
Bij het afsluiten van een vaste hypo
theek moet je letten op: de hoogte
van de rente, breng die in verband
met de tijdstippen van betaling, de
keuze voor wisselende of vaste rente,
de aflossingsverplichting, boetevrij
versneld aflossen moet mogelijk
zijn, of het onderpand in relatie
staat tot het te lenen bedrag.
Kies bij de financiering een bank,
die niet alleen een paraplu meegeeft
als het mooi weer is, maar ook als
het regent. Het is nooit verkeerd
voordat u beslist de offerte te
bespreken met uw SEV-er of uw ac
countant.
J. Markusse
De Staatssekretaris van Financiën
heeft aan de Voorzitter van de Vaste
Commissie voor Financiën van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal
het evaluatierapport rente-
renseignering doen toekomen. Aldus
een mededeling in onze vakpers.
Daarbij worden woorden gebruikt
die om enige uitleg vragen. Evaluatie
betekent in feite het op waarde be
oordelen. Na afloop van een kursus
wordt veelal middels een (evalua
tieformulier aan de deelnemer ge
vraagd wat zijn oordeel over de kur
sus is. Renseignering is een ander
woord voor inlichtingen vragen.
De rente-renseignering is enige jaren
terug bij wet ingevoerd, waarbij de
banken verplicht werden de door
hen uitbetaalde rentebedragen op te
geven aan de belastingdienst. Naar
aanleiding van deze maatregelen
heeft de Staatssekretaris een verslag
gemaakt over het effekt van deze
maatregel.
Op grond van het onderzoek wordt
een toename van het bedrag aan
rente-inkomen dat voor het be
lastingjaar 1987 in de belastinghef
fing is betrokken geschat op onge
veer 900 miljoen gulden. De extra
belastingopbrengst die daarmee ver
band houdt bedraagt naar schatting
circa 300 miljoen. De raming aan ex
tra belastingopbrengsten was gesteld
op 335 miljoen gulden, maar, aldus
het verslag, de aanslagregeling over
1987 is nog niet geheel voltooid. De
definitieve omvang van de extra op
brengsten kan nu nog niet worden
gegeven.
Renteopbrengsten zijn niet eenmalig
wat betekent dat dit ook zijn door
werking heeft naar 1988 en 1989. In
deze periode is over een bedrag van
ca. 690 miljoen gulden aan rente
inkomen de belasting nagevorderd.
Op basis van deze getallen zou voor
zichtig gekonkludeerd mogen wor
den dat een bedrag van circa 18 mil
jard gulden aan spaargelden/-
tegoeden oorspronkelijk niet aan de
fiskus is opgegeven. Menigeen zal nu
Vrijdag 20 oktober 1989
ook voor een aanslag vermogensbe
lasting in aanmerking gaan komen.
Beroep
Uit het onderzoek blijkt tevens dat
er ontevredenheid bestaat over het
navorderingsbeleid waarbij bij voor
baat gratie is verleend aan kleine
"fraudeurs". Deze maatregel wordt
als een bevoordeling van deze groep
ervaren en een benadeling van de
korrekte belastingplichtigen.
Ook de schrijver van dit artikel is de
ze mening toegedaan. Reden voor
hem om namens zijn kantoor (Ac
countantsunie ZLM) voor een aantal
daarvoor in aanmerking komende
kliënten beroep aan te tekenen tegen
opgelegde navorderingsaanslagen.
Daarbij wordt de vraag voorgelegd
of degenen die in het verleden wel
rentebedragen onder de drempelbe
dragen van het soepele navorde
ringsbeleid hebben aangegeven daar
over mogelijk ten onrechte belasting
hebben betaald. Het Gerechtshof
Amsterdam heeft deze vraag inmid
dels ontkennend beantwoord.
De kliënten van Accountantsunie
ZLM vallen in hoofdzaak onder de
gerechtshoven 's-Gravenhage en 's-
Hertogenbosch waardoor verwacht
mag worden dat deze Hoven
zelfstandig een uitspraak zullen
doen, los van de uitspraak van het
Hof Amsterdam. Overigens heeft
ook de Hoge Raad nog enige proce
dures af te handelen, reden om te
verwachten dat de rechtsgelijkheid
in Nederland het zal winnen. De eer
lijke belastingbetaler mag niet in een
nadeliger positie komen te verkeren
dan degene die met ons belastingrecht
een loopje neemt.
Of zoals William Shakespeare het
uitdrukte: Een eerlijk man te zijn in
deze wereld, betekent een uit duizen
den te zijn. Ook van hem is het ge
zegde: Wie met de duivel wil eten
moet een lange lepel hebben. Welke
regel U wilt volgen mag u gelukkig
nog zelf bepalen.
B. Veerbeek
Binnenkort begint de kursus 'Geen
opvolger wat dan' in de Langstraat
(Sprang-Capelle). Ook in dat gebied
is een behoorlijk aantal agrarische
bedrijven waar vermoedelijk géén
opvolger is. De Sociaal Ekonomi-
sche Voorlichting (SEV) der ZLM
wil zich dit najaar op die groep rich
ten. Zij doet dit middels een kursus
van 4 avonden.
De groep ondernemers zonder op
volger komt voor andere vragen en
problemen te staan dan de kollega's
die het bedrijf aan de opvolger over
dragen. Bijvoorbeeld: wat doe ik
met mijn grond? Hoe sta ik er voor
als ik het bedrijf verkoop. Zijn er re
gelingen die het stoppen vergemak
kelijken? Hoe zit het met de pacht?
Hoe rekent de belasting af? Kan ik
alvast wel doorschuiven naar mijn
kinderen, etc.etc. Dit zijn enkele
punten ^van al hetgeen die vier avon
den aan de orde komt. De kursus is
zo ingericht dat er veel ruimte is om
in te gaan op vragen en plaatselijke
problemen.
Als u tot die groep (géén opvolger)
behoort, kom dan met uw vrouw
naar deze kursus. Als u samen ge
weest bent zult u ook later samen
veel gemakkelijker over het al of niet
stoppen van uw bedrijf kunnen pra
ten en samen tot een beter afgewo
gen en beter doordachte beslissing
komen.
Geef u op bij: de heer B.J. Elsman,
Sprang-Capelle, sekretaris kring
Langstraat, tel. 04168-1261; me
vrouw D. Boll-Kuysten, Doeveren,
agrarisch kommissielid, tel.
04162-1239; het ZLM-kantoor te Ze
venbergen, tel. 01680-27921.
Onder de uitdagende titel 'schone
zakelijkheid' heeft de Commissie,
van der Stee onlangs haar perspec
tieven voor de agrarische sector in
Nederland gepresenteerd. De titel is
niet alleen uitdagend maar ook in
houdelijk veelzeggend.
Alhoewel reageren op een 266 pagi
na's tellend rapport niet 'even' ge
daan kan worden, wik ik toch trach
ten op persoonlijke titel een eerste
reactie te geven.
Terecht concludeert de commissie
dat ook de land- en tuinbouw bedrij
ven zich in een snel veranderende
omgeving bevinden. Een verande
rende omgeving die aan het invullen
van het agrarische ondernemerschap
voortdurend andere en nieuwe eisen
stelt.
Ik ben het dan ook eens met het
gestelde dat boeren en tuinders zich
voortdurend moeten oriënteren zo
wel in en rond hun bedrijf, als daar
buiten. De buitenwereld wordt niet
absoluut maar wel in relatieve zin
steeds groter.
De verdere Europese integratie al of
niet aangezwengeld door 'Europa
1992' gaat boeren en tuinders niet
ongemerkt voorbij. Er spelen echter
meer dingen in de buitenwereld die
boeren direct raken. Ik noem de glo
balisering van economieën al of niet
mogelijk gemaakt door de Gatt-
onerhandelingen, waarbij gestreefd
wordt om tot liberalisering van de
wereldmarkt te komen en het we
reldwijd toenemend milieubesef.
Persoonlijk ben ik van mening dat
belangenbehartigingsorganisaties
hun taak niet alleen in enge zin moe
ten opvatten. We moeten ons niet al
leen met actuele problemen bezig
houden.
Als agrarische ondernemersorgani
satie is het zeer gewenst een visie te
ontwikkelen, c.q. te hebben, van-
waaruit we ontwikkelingen en gevol
gen zo snel en zo goed mogelijk aan
de leden voorleggen. Daarbij zullen
boeren en tuinders de flexibiliteit op
moeten brengen om in het kader van
anticiperend ondernemerschap na te
gaan denken over de eigen bedrijfs
voering. Het is mijns inziens nodig
dat dit nadenken grensverleggend is
en het eruit voortvloeiende handelen
ook.
Beleidsinvulling
Ik mis in het rapport van de commis
sie van der Stee hoe het beleid dien
aangaande moet worden ingevuld.
Er zal naar mijn mening beseft moe
ten worden dat de veranderingen
voor sommige sectoren erg ingrij
pend en erg diepgaand zijn. Het is
daarom niet alleen een kwestie van
mentaliteitsverandering ten opzichte
van het agrarisch ondernemerschap,
maar er is ook een financiële en mo
rele ondersteuning van overheid en
organisaties in de periferie nodig.
Met dat laatste bedoel ik dat bij
voorbeeld coöperaties het aangeven
van andere en nieuwe mogelijkheden
voor knelsectoren, zoals de akker
bouw, meer direct herkenbaar zou
den moeten maken.
Overigens is het opmerkelijk dat de
commissie op andere plaatsen in het
rapport aan de land- en tuinbouw
(voor Zuid- en Noord-Beveland)
Bent u agrarisch meewerkende
vrouw of mede-onderneemster op
Zuid- of Noord-Beveland? Wilt u
uw kennis vergroten over de relatie
bedrijfsinkomen en gezinsuitgaven,
uitbreidingsmogelijkheden, bedrijfs
resultaten en verdere financieringen
op het landbouwbedrijf? Dan is de
kursus 'Samen op je bedrijf, wat
kom je tegen', een goede gelegen
heid. Deze kursus bestaat uit 4 bij
eenkomsten en wordt gehouden in
Hotel Goes te Goes. De kursusdata
zijn dinsdagochtend 31 oktober, 7,
14 en 21 november a.s. van 9.00 tot
11.30 uur. De organisatie ligt in han-
van de Plattelandsvrouwen, in sa
menwerking met de SEV van de
ZLM.
Voor informatie en opgave kunt u
tot uiterlijk 23 oktober bellen:
voor West Zuid-Beveland en Noord-
Beveland:
mevrouw C. Timmerman, tel.
01192-1432
mevrouw A. van Maldegem, tel.
01108-1229
voor Oost Zuid-Beveland:
mevrouw M. Mol, tel. 01192-1566.
Hopelijk tot ziens op dinsdagoch
tend 31 oktober in Hotel Goes!
juist een meerwaarde toeschrijft na
melijk als een te koesteren cultuur
goed. Het daaruit voortvloeiende
(landbouwbeleid moet daarmee reke
ning houden. De commissie vindt
het daarnaast gewenst dat de land
bouw zelf dit als een zakelijk argu
ment gebruikt voor ondersteuning
door de samenleving.
Op zich ben ik het hiermee eens. We
zullen echter op moeten passen dat
dit argument door de overheid niet
gebruikt gaat worden voor een stati
sche benadering van de landbouw,
wat kan leiden tot minder dynami
sche mogelijkheden (minder landin
richting; verplichting tot bepaald
landschapsbehoud).
Delingen
Op verschillende manieren brengt de
commissie ook delingen aan in de
land- en tuinbouw. Bij de grondge
bonden sectoren akkerbouw en
melkveehouderij wordt gesteld dat
onvoorwaardelijke specialisatie in
de EG niet gewenst is in verband met
de gevolgen voor landschap, be
woonbaarheid platteland enzovoort.
Verder vindt de commissie dat een
combinatie van prijs- en volumebe
leid gewenst is.
Hoe zich dat rijmt met de in het al
gemeen strikte markt- en consumen
tenbenadering van de commissie en
bijvoorbeeld Europa 1992 is mij nog
niet geheel duidelijk.
Maar ook bij de milieu-invulling
vindt tweedeling van de sectoren
plaats. Sectoren, waar ij het op het
ogenblik goed gaat, zoals melkvee
houderij en glastuinbouw, moeten
meer zelf betalen dan sectoren zoals
akkerbouw en intensieve veehoude
rij, waarbij het slechter gaat.
Ik vind dat een weinig structurele be
nadering. Het toevallig minder of
beter gaan mag geen onderscheid
doen ontstaan tussen sectoren. Mi
lieubeleid mag geen elementen van
inkomens- en structuurbeleid be
vatten.
Zeer terughoudend ben ik ten op
zichte van het gestelde dat minder
openheid moet worden betracht in
het onderwijs, het onderzoek en de
voorlichting rond de land- en tuin
bouw. Het kunnen wegvloeien van
kennis is nog geen voorwaarde dat
het elders onvervaard ter hand
wordt genomen. Immers de mentale
en morele ondernemerskracht en de
organisatiebereidheid, leidend tot
een goede infrastructuur in de keten
rond het boeren- en tuindersbedrijf,
zijn naar mijn mening meer bepa
lend geweest voor het succes van de
Nederlandse land- en tuinbouw. Ik
verwacht dat dat in de toekomst ook
zo zal blijven.
Afscherming van kennis is een de
fensief en verkrampt middel. Open
heid, zeker op het primaire produk-
tieniveau heeft tot de efficiëncy ge
leid waarvoor ook de commissie on
ze agrarische sector noemt.
De keuze die de commissie voorstelt
om van een efficiëncystrategie te
gaan naar een marktleiderstrategie is
voor mij geen keuze. De twee strate
gieën vullen elkaar mijns inziens
aan.
Naastde efficiëncy zal er, inderdaad
indien en voorzover dat niet gebeurt,
meer aandacht nodig zijn voor kwa
liteit, variatie en differentiatie, zo
wel in de produktieverwerking als in
de commercialisatie van agrarische
produkten. In sommige sectoren
moet vanuit de twee primaire fase
(Coöperatief) hiernaar meer aan
dacht uitgaan
Horizontale belangenbehartiging
Ik ben het tot slot eens met de com
missie als ze stelt dat voor de primai
re agrarische sector naast verticale
belangenbehartiging een goede en
efficiënte horizontale belangenbe
hartiging nodig is en blijft. Zeker
hier hebben we als horizontale be-
langenbehartigingsorganisaties de
taak om te bezien of we aan die
voorwaarde voor nu en in de toe
komst voldoen.
Marius Varekamp
Voorzitter KNLC