Knolselderij: een moeilijk produkt om goed te bewaren JO D66-Kamerleden geloven heilig in toekomst geïntegreerde landbouw Nog geen beperkingen voor landbouw in waterwingebieden Nu het rooien van knolselderij weer dichterbij komt is het een goede zaak om met u een aantal zaken door te nemen. Zo bevat dit artikel tips en aktualiteiten aangaande het rooien, de be- waarbaarheid van rassen en de bewaarkondities. Intussen zijn ook de voorlopige MEI- tellingcijfers van het CHC be kend geworden voor het seizoen 1989. Genoeg redenen om een en ander de revue te laten passeren. Reeds vooraf kan gesteld worden dat er qua advisering nog zoveel vragen zijn met een onvoldoende sluitend advies, dat meer onder zoek op een aantal punten drin gend gewenst lijkt. Areaal en opbrengstverwachting in 1989 Was vorig seizoen de landelijke op pervlakte knolselderij 1224 ha, de voorlopige cijfers van 1989 geven een wat toegenomen areaal aan. Er is sprake van 1295 ha; dat is een toe name van 6% t.o.v. 1988. Maar meer hektares zeggen niet alles. Im mers: hoe staat het met het groeiver loop en de opbrengstverwachtingen dit jaar? Er is geplant onder moeilij ke, veelal zeer droge omstandighe den. Mede door de vaak matige struktuur was er sprake van een moeilijke, trage weggroei. En de droogte hield maar aan! Gevolg was dat het gewas beduidend later dan gemiddeld enige omvang had en het veld 'dicht' had. Een en ander zal re sulteren in lagere kg-opbrengsten per ha. Een eksakte indikatie is moeilijk te geven, maar een op- brengstreduktie van 10 a 15% zal het wel zijn. Ondanks deze 'zekerheden' van areaal en opbrengstverwachting blijft een prijsverwachting onzeker. Maar dat hoort ook bij dit gewas en haar telers. Alleen gezonde knollen zijn be- waarbaar Knolselderij laat zich anders bewa ren dan bijvoorbeeld konsumptie- aardappelen! Dat is logisch, hoor ik u al zeggen! Oké, maar daar zijn ook veel oorzaken voor te noemen! Een late aardappel is van nature een bewaarprodukt omdat dit pro dukt o.a. moet dienen voor uit gangsmateriaal (pootgoed) het vol gend jaar. Denk ook aan de wond- heling en verkurking, ook weer van nature, om de winter-overleving mo gelijk en haalbaar te doen zijn. Knolselderij kent dit in het geheel niet!! En is daarom een 'juffertje' dat omzichtig behandeld moet wor den, wilt u er als teler sukses mee boeken qua bewaarresultaten. Dit klinkt overtrokken maar toch dient dit beseft te worden. Geen wondhe- ling en geen verkurking dus aan de opperhuid. Een wond blijft een wond en wordt een invalspoort voor diverse schimmels, etc. Bevat de partij Sclerotinia scl. of schurft of wortelvliegaantasting of is er sprake van schade door stengel aaltjes, dan moet bewaring beslist ontraden worden. Bij alle genoemde kwalen is de knol beschadigd en ligt daardoor 'open' voor sekundaire ziekten c.q. uitbreiding van de kwaal tijdens de bewaring. Wordt er toch bewaard dan zal de teleurstelling groot zijn. (Uitval en erg veel ekstra werk). Opgemerkt moet worden dat in een aantal gevallen een Sclerotinia- aantasting in het veld afkomstig kan zijn van een besmet plantenbed. Met name duiden pleksgewijze aantastin gen hierop. Het plantenbed kende dan ook enige haarden, die samen gepakt in kisten met plantmateriaal weer pleksgewijs werden uitgeplant. In de praktijk blijken telers in deze kritischer te worden en gaan weer een voorkeur uitspreken voor plant materiaal afkomstig van onder platglas. In warenhuizen is, met na me tegen het einde van de opkweek, de temperatuur soms (te) hoog, als ook de relatieve luchtvochtigheid. En daarmee is er een ideale situatie van verspreiding van Sclerotinia. Onder plat glas zijn beide faktoren beter te sturen. En lopen planten, daaronder opgekweekt, minder risi- Vrijdag 20 oktober 1989 ko. Is dit de klok terug willen draai en naar vroeger? In geen geval, maar zolang er een keuze is moet u deze keuze benutten! In alle gevallen geldt voor ieder^ plantenkweker dat ook zijn bedrijfshygiëne voor u, zijn klant, van levensbelang is. Maar ook uw bedrijfshygiëne blijft steeds de aandacht vragen. Omdat ook op het eigen bedrijf ziekten steeds op de loer liggen. Voor wortelvlieg en sten gelaaltjes geldt dit maar al te zeer. Al kan ook hier sprake zijn van im port op het eigen bedrijf, dus met het plantmateriaal meekomend. Rooit u het 'wèl'? - Enerzijds wil een teler niet vroeg rooien om nog van voortgaande groei te profiteren. Anderzijds speelt er de kans op o.a. nachtvorst en op minder goed weer bij laat rooien. Duits onderzoek (1-jarig) toont aan, dat het binnenbrengen van een echt nat produkt (met natte grond) resul teert in duidelijk slechtere bewaarre sultaten. Het speculeren op de laat ste 'groeikilo's' blijkt dan ook af te raden als er na half oktober sprake is van goede, droge rooikondities. Soms zit het weer tegen zodat nood gedwongen uit 2 kwade keuzen ge kozen moet worden. Dat is dan overmacht. Maar duidelijk kan gesteld worden dat de kans op een hoger bewaarrendement veel belang rijker is dan 2 ton meer-opbrengst per ha op het moment van rooien door uitstel vanwege 'groei-kilo's'. - Over het afstellen van machines is al veel geschreven. Bij een te ver wachten geringere knoldiameter zul len de lichters wat nauwer afgesteld moeten worden dan gebruikelijk. Verandert u van ras op een perceel, ga dan weer even na hoe het zit met lichter-afstand en knoldiameter. Het belang van valhoogtebeperking kan niet genoeg benadrukt worden. Ook het gebruik van valbrekers in de wa gens is noodzakelijk. Denk niet te snel dat voorzichtigheid iets te ma ken heeft met aanstellerij of over dreven doen in de ogen van een an- verdamper PRODUCT ventilator plaats van vorst-thermostaat bij persen Mech. koelcel bij normale situatie (pers-situatie) 4"IV Het rooien van knolselderij staat weer voor de deur. Het is een produkt dat voor goede bewaarresultaten omzichtig behandeld moet worden. der. Het gaat nl. niet alleen om de ei sen inzake kwaliteit van handel of konsument, maar nog meer om uw eigen belang; nl. een goed produkt te kunnen aanbieden voor een zo goed mogelijke prijs. Daarom: met zorg rooien en inschuren vertaalt zich re gelrecht in een beter bewaarren dement. Bewaarbaarheid van rassen Aangaande deze eigenschap zijn er grote verschillen tussen de rassen. Recente proefgegevens van de meest geteelde rassen zijn niet voorhan den. In de praktijk skoren de rassen Roem van Zwijndrecht, Sonar, Arvi en Ofir beter dan Monarch. Daaren tegen blijft het 'vlees' van de rassen Monarch en Ofir blanker van kleur. De nieuwkomer Luna toont een vastere huid en blanker vlees dan de rassen Briljant en Monarch. Met buitenluchtkoeling is slechts een korte bewaring mogelijk, tot eind januari. Is hierbij sprake van een volledig automatische besturing van het bewaarregime dan blijkt in de praktijk dat telers met dit systeem enige weken langer kunnen bewaren dan hun kollega's die nog (deels) werken met handbediening. Feitelijk is buitenluchtkoeling bij knolselderij ongeschikt om 2 redenen. Enerzijds is er het hogere uitvalpercentage. Maar anderzijds is het een systeem waarbij een teler door het weer en de kwaliteitsteruggang gedwongen wordt zijn partij op dat moment aan Een milieuvriendelijke akkerbouw, waarin de boer een minimum aan chemische bestrijdingsmiddelen en uitsluitend organische mest ge bruikt, maar daarnaast toch een redelijk inkomen verwerft. Op proefbedrijf Vredepeel bij Venray moet onderzoek uitwijzen of een dergelijke toekomstverwachting reëel is. De D66-parlementariërs Doeke Eisma en Pieter ter Veer geloven er in ieder geval heilig in. Tij dens hun werkbezoek aan het Limburgse dorpje staat niet zozeer de vraag centraal of deze doelstelling haalbaar is, maar eerder wanneer. In dat opzicht is Doeke Eisma minder optimistisch. "Minister Braks heeft dit jaar nog gezegd dat binnen de vijf jaar alle akkerbouw in Nederland geïnte greerd kan zijn. Een bezoek als van daag aan proefbedrijf Vredepeel leert dat dit onmogelijk is. Een om schakeling naar milieuvriendelijk produceren vraagt veel van de boer. Het zal nog behoorlijk wat jaren du ren voordat het zover is". Het moet volgens de beide Kamerle den overigens niet bij geïntegreerde akkerbouw blijven. Als enige, zegt Eisma, hamert zijn partij al jaren op het oprichten van een geïntegreerd veeteeltbedrijf. Met behulp van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) lijkt dit nu volgend jaar te gaan lukken. In navolging van het CLM hebben ook de ministeries van Landbouw en Milieu de handen ineen geslagen. Dat blijkt duidelijk uit de landbouw- paragrafen in het Nationaal Milieu Beleidsplan. Heeft D66 daar eigen lijk nog wat aan toe te voegen? Doeke Eisma: "De opzet om tot geïntegreerde landbouw te komen is in dat plan toch nog te bescheiden. Wij voelen ons aanjager in deze ont wikkeling. Regelmatig bestoken wij de minister met de vraag hoe zit het met je totale onderzoekscapaciteit? Met woorden alleen red je het niet. Er moet meer geld beschikbaar ko men voor proefbedrijven als hier in Vredepeel en in Nagele. Ik zie nog steeds te weinig concrete initiatieven in die richting. Landbouwschap en standsorganisaties proberen het in komen van de akkerbouwer, dat toch al zo onder druk staat, op peil te houden. Voor ons speelt het mi lieu de belangrijkste rol, al gaan ons de inkomens natuurlijk evenzeer aan. Dat is bij de onderzoeken hier op Vredepeel ook een vast uitgangs punt", zegt Eisma. Versterking natuurontwikkeling Pieter ter Veer, de nieuwe landbouw-woordvoerder van D66, voegt er aan toe dat het alleen zin heeft om bij een economisch goed renderende landbouw zin heeft om eisen te stellen over het beheer van natuur en landschap. Een verpaupe rende landbouw heeft geen oog voor gunstige beheerresultaten. Zijn partij is dan ook warm voor stander van een versterking van de natuurontwikkeling binnen de land bouw en ziet om die reden in het vol gende kabinet het liefst een ministe rie voor landelijke gebieden, of landbouw en milieu. Eisma: "Het is de vraag of Braks daar zo in past. Het zou een gezonde zaak zijn als er een nieuw persoon aan het roer komt, het liefst uit de landbouwor ganisaties". Voor de oplossing van de problemen met name binnen de intensieve vee teelt gelooft D66 rotsvast in de tech nologie. Stimuleer de mestverwer king, zeker als de normen voor uit stoot van allerhande stoffen straks nog scherper worden; lukt dat niet, dan pas komt het terugdringen van de veestapel aan de orde. D66-boer in Kamer Niet in het minst door zijn milieu etiket scoort D66 van oudsher niet bijzonder hoog in landbouwkringen. Des te opvallender is daarom de en tree in de Tweede Kamer vorige maand van de Groningse rundvee houder en D66-er Pieter ter Veer. In '81 en '82 maakte hij overigens ook al korte tijd deel uit van de Kamer fractie. Ter Veer ontkent niet dat het boeren electoraat nog altijd massaal in de CDA- en VVD-hoek zit, maar plaatst daar wel zijn vraagtekens bij. "Ik denk dat de landbouw zichzelf een slechte dienst bewijst door zijn maatschappelijk draagvlak op deze wijze te verenigen. Landbouw is meer dan wat zich op het boerenerf en zelfs binnen de coöperaties af speelt". Het nieuwbakken Kamerlid noemt het een winstpunt dat nu ook D66 een boer in zijn gelederen heeft die eerst 's morgens de koeien melkt. Al moet dat ook niet te letterlijk wor den opgevat. "Ik heb op mijn be drijf in Woltersum een bedrijfsleider aangesteld. Maar zo gauw ik in het weekend thuis ben, schiet ik een overall aan en ben ik tussen de beesten". De Groningse rundveehouder is een warm voorstander van de in 1984 in gevoerde superheffing. "Een schoolvoorbeeld van een regeling die goed is uitgepakt: de overschotten zijn verdwenen, het inkomen van de boer is op peil gebleven en het milieu is gebaat bij een verkleining van de veestapel. Ik begrijp er niets van dat er partijen zijn die de superheffing weer willen afschaffen". Harry de Bot te bieden omdat langere bewaring onverantwoord is. Onderhandelen is dan nauwelijks meer mogelijk om dat zo'n teler met de rug tegen de muur staat. Bij mechanische koeling wordt de laatste jaren gepraat over persen van koude lucht afgewisseld met zuigen. Enige bedrijven hebben dit met (enig) sukses toegepast. De uitdro ging van de partij onderin wordt zo doende beperkt. Bedacht moet wor den dat voor een verantwoorde aan pak enige aanpassingen nodig zijn! Zo dient de vorst-thermostaat, die de minimale luchttemperatuur be waakt, boven de partij geplaatst te worden (bij zuigen). Een andere af stelling ervan is ook nodig. Bij perslucht wordt namelijk de lucht komend uit de partij (bovenop) ge mengd met de gekoelde lucht en stroomt dan via de ventilator langs de vorst-thermostaat. Bij zuiglucht kan de koel-lucht vrij wel direkt door de partij stromen van boven naar beneden zonder in tensieve menging met lucht die via de ventilator weer boven de partij knollen komt (zie tekening). Een ander punt van nader onder zoek is na te gaan of het aanhouden van een zeer hoge R.V. 95%) zo als steeds geadviseerd is en wordt, wel altijd juist is. Uit de praktijk ko men geluiden van gunstige(r) erva ringen bij het aanhouden van een wat lager nivo. Mogelijk beperkt dit ook de snelheid waarmee een aanwe zige ziekte zich in de praktijk ver spreidt. Ter afsluiting Het bewaren van knolselderij vereist naast een gezond in te schuren pro dukt en een goede bewaarruimte veel deskundigheid en ervaring. Deson danks kan er nog genoeg mis gaan. Teneinde deze laatste marge nog meer te beperken is hernieuwd, dan wel aanvullend onderzoek voor dit gewas zeer gewenst en ook nodig. Ook is een goede samenwerking met leveranciers van plantmateriaal van grote betekenis. Alle schakels van de keten tussen zaadje en koper/ver werker dienen sterk, c.q. bijna even sterk te zijn. Pas dan is de keten op zijn sterkst en zijn uw kansen van rendabel bezig zijn het grootst. ing. B. Buitelaar CAT Barendrecht Er komen vrijwel zeker beperkende maatregelen voor boerenbedrijven in Noord-Brabant, die in de nabij heid van bodembeschermingsgebie- den liggen. Het provinciebestuur hoeft er echter nog geen beslissing over genomen. 'Den Bosch' studeert nog op de normen, die per gebied moeten gaan gelden. Ook de gebie den zijn mij niet aangewezen. Dit zei de heer H. Naijkens, hoofd afdeling Bodem op het provincie huis, tijdens een studiedag in de Bra bantse hoofdstad. Vanaf 1 januari 1990 moet in Noord-Brabant een in tentieprogramma van kracht zijn in het kader van de Wet Bodembe scherming. Zo'n intentieprogramma vormt de grondslag voor de aanij- zing van de bodembeschermingsge- bieden. Eerder dit jaar liet de pro vincie al weten te denken aan nach telijke graas verboden, verplichte omzettingen van bouwland in gras land en strengere mestregels. Derge lijke maatregelen zijn al aangekon digd voor een beschermingsgebied als Vierlingsbeek. 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 23