Bedrij fsmaatregelen en teelt
Spuiten met lagere
dosering spaart middel
Glastuinbouw met
eigen milieubeleid
MILIEU-SPECIAL
TUINBOUW
Aanpassingen in de bloembollenteelt
VollegTondsgroente bij Bussemaker
Consulent voor de Bloembollenteelt te Lisse, ir. J. J.
Langeslag, heeft onlangs op een studiedag van de
Volkshogeschool Bergen over bloembollenteelt en
milieu een aantal concrete bedrijfsmaatregelen en
teeltaanpassingen voorgesteld die leiden tot een
milieuvriendelijke bloembollenteelt.
Meststoffen
Afval
Gewasbescherming
Gewasbespuiting
Door de toenemende aandacht voor het milieu krijgt
het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de
akkerbouw steeds meer aandacht. Het moet minder.
Het toepassen van een lagere dosering in combinatie
met vaker spuiten staat daarom in de belangstelling.
Besparing
Te snel
Het milieubeleid staat in de glastuinbouw steeds
meër in de schijnwerpers. De tuinbouworganisaties in
het Westland hebben al, voordat het Landbouwschap
haar milieu-aktieplan presenteerde, een eigen milieu-
aktieplan opgesteld. Hiermee heeft de Westlandse
glastuinbouw duidelijk aangegeven dat het hun ernst
is met de milieuproblematiek.
Plannen
Bij de bespreking van de
concrete maatregelen gaat
Langeslag uit van 3 hoofd
groepen van verontreini
ging, namelijk: meststoffen, afval
en gewasbescherming.
De emissie/uitspoeling van kunst
meststoffen kan worden beperkt
door:
- de giften afstemmen öp de
grondvoorraad (en gewasbehoef
te)
- juist afstellen van de kunstmest
strooier en
- meerekenen van giften organi
sche mest.
Organische mest wordt veel toege
past om stuiven tegen te gaan.
Hier kunnen echter ook andere
materialen voor gebruikt worden.
Het organisch afval kan door mid
del van compostering opnieuw ge
bruikt worden op het eigen bedrijf.
Voordeel hiervan is dat ziektekie
men op deze wijze niet naar ande
re bedrijven kunnen worden over
gedragen. Met het overige afval
kan volgens Langeslag zorgvuldi
ger worden omgesprongen door de
verpakkingen van bestrijdings
middelen volgens de voorschrif
ten schoon te maken en onverdun
de resten in te leveren.
Verdunde restanten kunnen via
Carb-flo, waneer deze regionaal
worden geïnstalleerd, worden ge
zuiverd. Voor het overige bedrijfs
afval zal gebruik gemaakt moeten
worden van de reguliere kanalen.
Alle maatregelen zijn gebaseerd op
optimalisering (vermindering)
van het gebruik en beperking van
de emissies. Minder gebruik leidt
sowieso tot minder emissie.
Bij ruimtebehandeling van de bol
len, kan door een betere planning
het aantal malen toepassen wor
den beperkt. Door de bewaarruim-
te in verschillende compartimen
ten in te delen, wordt de emissie
beperkt. Voorts kunnen de be-
waarruimten gasdicht worden af
gewerkt en op de ontluchting kun
nen koolfilters worden geplaatst.
Voor het tegengaan van trips kun
nen gladiolen beter bij lage tempe
raturen worden bewaard.
Bij bolontsmetting de partijen
voor ontsmetting uitzoeken en
geen absorberend fust gebruiken.
Geen tarra in de partijen (langdu
rig gebruik bad). Kies juiste con
centratie voor aanvullen ontsmet
tingsvloeistof en gebruik het bad
volledig op (minimale restanten).
Pas bolontsmetting kort voor het
planten toe. Zorg dat de afdruip-
vloeistof weer terugvloeit in het
bad en voorkom morsen en lek
ken.
De ontsmettingslocatie mag uiter
aard nooit in de nabijheid van op
pervlaktewater zijn.
Stel de apparatuur juist af en maak
de juiste hoeveelheid aan (geen
restanten). Voorkom overloop in
spuitbanen, houdt rekening met
weer en gewasontwikkeling fre
quenties.
Denk ook aan de invloeden van
plantdichtheid, beregenen en kop
pen. Door inzaai van grondbedek-
kers/groenbemesters kunnen on
kruiden worden voorkomen. Dit
kan gevolgd worden door het on
der glas inplanten. Met inudatie
(onder water zetten), zijn inmid
dels goede ervaringen opgedaan
tegen wortelonkruiden en kan
zelfs grondontsmetting (geheel)
worden vervangen.
We moeten ons afvragen of grond-
ontsmetting in rijentoepassing de
volveldse ontsmetting kan ver
vangen. Langeslag denkt dat door
vruchtwisseling er minder grond-
ontsmetting hoeft plaats te vin
den.
De genoemde maatregelen lijken
simpel. In nagenoeg alle gevallen
moeten er echter kosten gemaakt
worden, die niet door de besparin
gen kunnen worden opgevangen.
Het bedrijfsrisico zal toenemen.
Er zal daarom meer kennis nodig
zijn. Ondernemen zal meer de be
tekenis krijgen van durven! Alleen
bedrijven met een gezonde finan
ciële positie kunnen deze risico's
dragen.
Jan ten Cate
Akkerbouwer en vollegronds-
groenteteler Henk Busse
maker (46) uit Geesbrug
(Dr.) is daar in het gewas
boerenkool al zo'n tien jaar gele
den mee begonnen. Nu past hij het
systeem op veel meer gewassen
toe.
Bij Bussemaker is de 'groentetuin'
groot uitgevallen. Op het 58 ha
grote bedrijf wordt naast 18 ha
fabrieksaardappelen en 10 ha sui
kerbieten, spinazie, boerenkool,
sperciebonen, doperwten en was-
peen op contract verbouwd voor
Iglo en Herema. Het gaat steeds
om dubbelteelten. Elk jaar spina
zie en een ander voor- of nagewas.
In totaal komt Bussemaker daar
door op 75 ha. Graan komt al 20
jaar niet meer voor in het bouw
plan van Bussemaker.
"Zo'n 30 jaar geleden zijn we be
gonnen met vollegrondsgroente-
teelt, met doperwten. Langzamer
hand zijn daar meer gewassen bij
gekomen. Boerenkool, wat mid
den juli wordt gezaaid na de spina
zie, is erg gevoelig voor beschadi
ging door gewasbeschermingsmid
delen. Ongeveer tien jaar geleden
ben ik begonnen om met een lage
re dosering te spuiten en vroeger
dan volgens het gebruiksvoor
schrift bij een normale dosering
zou kunnen. Door de lagere dose
ring krijg je geen gewasbeschadi
ging. Het onkruid kun je zo wel in
een vroeg stadium onderdruk
ken."
In de loop der jaren wordt de lage
dosering door Bussemaker bij
steeds meer gewassen toegepast.
Bij sperciebonen, doperwten en
waspeen schat hij de besparing
van gewasbeschermingsmiddelen
op wel 30 procent. Bij boerenkool
volgens hem ongeveer 20 procent.
Bussemaker: "Het tijdstip van
spuiten is heel belangrijk. Daar
Henk Bussemaker in zijn boerenkool.
moet je gevoel voor hebben, net
als bij bieten. Het weer speelt ook
een rol, dat maakt het moeilijk. Je
loopt in het begin de kans dat er
een keer geen fluit van terecht
komt."
Hij ziet ook een nadeel: "Je moet
vaker spuiten, daar moet je wel
tijd voor beschikbaar hebben." De
grondbewerking, transport, het
verplegen en het spuiten van de
gewassen doet Bussemaker zelf.
Het zaaien, drijfmest uitrijden en
oogsten gebeurt door de loonwer
ker.
Het milieu vraagt om een andere
landbouw. De lage inkomens in de
akkerbouw ziet Bussemaker als
een probleem.
"De prijzen en inkomens zijn te
Jan van Antwerpen, voorzitter
van de milieu-werkgroep
tuinbouw van het Zuidhol
landse Glasdistrict, geeft een
voortoelichting op het Westlandse
Milieu-aktieplan. De maatschap
pij is in de afgelopen jaren milieu
bewuster geworden. Dat betekent
dat de consument kritischer is
gaan kijken naar de tuinbouw.
Ook de overheid laat zich op dit
terrein niet onbetuigd. Deze stelt
steeds strengere voorwaarden aan
het gebruik van gewasbescher
mingsmiddelen. Tevens moet in
de toekomst dit gebruik sterk wor
den teruggedrongen. In het milieu-
aktieplan van de 3 HLO Westland
worden mogelijkheden aangege
ven om aan de steeds strengere
eisen te voldoen.
Van Antwerpen wil allereerst wij
zen op de ontwikkelingen in de
glastuinbouw die al hebben bijge
dragen aan een vermindering van
het gebruik van gewasbescher
mingsmiddelen. Hierbij kan de re-
sistentieveredeling genoemd wor
den en de biologische bestrijdings-
methoden; door middel van het
uitzetten van sluipwespen en roof-
mijten tegen respectievelijk witte
vlieg, spint en trips. Ook bestaat er
een gewasbeschermingsproject
van de Nederlandse Tuinbouw-
studiegroepen (NTS) op praktijk
schaal om na te gaan wat zoal
mogelijk is om het gebruik van
chemische gewasbeschermings
middelen terug te dringen. Tevens
heeft de omschakeling van hete-
luchtverwarming naar buisver
warming de gevoeligheid van ge
wassen voor ziekten en plagen da
nig verkleind.
"Er zal echter nog veel meer moe
ten gebeuren", zo stelt Van Ant
werpen. Er zijn nog verschillende
problemen die om een oplossing
vragen. Zo zal er verder gezocht
moeten worden naar mogelijkhe
den voor hergebruik van steenwol.
Ook de drainwaterproblematiek
zal verder moeten worden opge
lost; al dan niet door middel van
een centrale drain waterafvoer of
een beperking van de emissie door
aanpak bij de bron.
Recirculatiemogelijkheden van
water bij de substraatteelt zullen
verder moeten worden uitgewerkt.
Ook zal nog hard gewerkt moeten
worden aan het verder terugdrin
gen van het gebruik van chemi
sche middelen en de uitbreiding
van geïntegreerde en biologische
bestrijding. Wel moet volgens Van
Antwerpen duidelijk gesteld wor
den dat het bedrijfsleven pas ak
koord kan gaan met een verbod op
een bepaald middel, wanneer hier
voor een goed alternatief beschik
baar is. De overheid zal terdege
rekening moeten houden met de
eisen die het buitenland stelt, zo
als de nultolerantie bij chrysanten.
De eerste milieu-aktie van de 3
HLO Westland is geweest het toe
zenden van de zogenaamde 'Mi
lieu Aktiekaarten' aan alle tuin
ders; waarop verschillende aanbe
velingen duidelijk en praktisch
vertaald zijn weergegeven. Ook is
er op 27 september, samen met de
3 HLO de Kring, een overleg ge
start met het Hoogheemraadschap
van Delfland en de Gewestelijke
Raad van het Landbouwschap om
te komen tot een convenant ter
vermindering van de milieubelas
ting. Bij de voorbereiding van het
convenant zal met name aandacht
worden besteed aan de wijze waar
op en de termijn waarbinnen lo
zingen op het oppervlaktewater
moeten worden beperkt. Verder
zal het nodige aan scholing en
voorlichting worden gedaan. Zo
wordt dezer dagen een milieucur
sus gegeven aan docenten uit het
agrarisch onderwijs. Ook zal deze
cursus later voor de bestuurders
uit de tuinbouw worden georgani
seerd.
Verder wordt gewerkt aan zaken
als: het aanstellen van een milieu-
voorlichter, het uitbreiden van
mogelijkheden voor het houden
van inzamelakties van restanten
bestrijdingsmiddelen en spuit-
vloeistof, evenals het gescheiden
ophalen van afval.
laag om de milieumaatregelen in
de akkerbouw voldoende te kun
nen laten plaatsvinden."
Volgens Bussemaker is het van be
lang dat de akkerbouwer keuze
mogelijkheden houdt.
"Bij mooi weer, zoals dit jaar, kun
je een keuze maken; looftrekken of
doodspuiten. Maar bij slecht weer
moet je de spuit kunnen blijven
pakken. Met een werkbreedte van
24 meter kun je er snel een keer
doorbaggeren, ook al moet het met
dubbel lucht."
Volgens de akkerbouw worden ge
wasbeschermingsmiddelen te snel
uit de markt gegooid. Dit terwijl
nieuwe produkten, door langdurig
onderzoek, moeite hebben om op
de markt te komen.
Han Reindsen
MILIEUSPECIAL 1989 PAGINA 8