Gebruik van vorenpakker op klei
Zaaizaadontsmetting
van wintertarwe
Pagode
j Pagode
^ZÉLDÉR
wintertarwe
Proef geeft inzicht in de manier
waarop zwaveldioxide de
groei van planten beïnvloedt
1 J
++--
-
Geeft ook in de praktijk de
allerhoogste opbrengst.
Komt in aanmerking voor de
certifikaatregeling baktarwe.
Is stevig en goed wintervast.
Nu verkrijgbaar bij uw zaaizaad
leverancier.
Men is weer gestart met de hoofdgrondbewerking van kleigronden.
Dit is de eerste aanzet voor de teelt van volgend jaar. Voor veel klei
gronden is het vaak moeilijk om, vaak mede door de weersomstan
digheden, goed ploegwerk af te leveren. Dit heeft dan weer tot gevolg
dat er in het voorjaar meerdere bewerkingen moeten plaatsvinden om
een goed zaaibed te maken. Na een tweede vorstloze winter bleek dit
voorjaar nogmaals dat er grote verschillen waren bij de zaaibedberei-
ding. Dikwijls waren meerdere werkgangen, meestal met aangedre
ven werktuigen nodig, om goed een zaaibed te krijgen. De minste
problemen gaven die percelen die reeds vroeg geploegd waren en/of
percelen waarop een egaliserende bewerking was uitgevoerd. Reden
temeer om extra aandacht te besteden aan het bewerken van klei
gronden direkt na of gelijktijdig met het ploegen.
Resultaat van een vorenpakker op kleigrond. Duidelijk is te zien dat de
ploegsneden worden gedeeld en de pas geploegde enigszins worden aan
gedrukt.
Vooral de zwaardere niet slempge-
voelige kleigronden komen in aan
merking voor een bewerking. Dan
kan er in het voorjaar in één bewer
king met een zo eenvoudig mogelijk
werktuig de voorjaarsgrondbewer
king uitgevoerd worden. Wordt er in
het najaar geen bewerking uitge
voerd, dan ligt de grond meestal te
grof en te ongelijk. Dit jaar zal als
de droogte aanhoudt, de grond ze
ker erg grof achter blijven.
Zo'n bewerking heeft het meeste ef-
fekt op die percelen waar volgend
jaar een fijnzadig gewas moet wor
den gezaaid. Maar ook op percelen
waar in een werkgang het grondbe-
werken en poten van aardappelen
zal worden toegepast.
Het tijdstip waarop de bewerking
het beste plaats kan vinden is gelijk
tijdig met het ploegen (vorenpak
ker), direkt na het ploegen of de eer
ste droge periode na het ploegen.
Doe het wel altijd onder droge om
standigheden. Vroeg of laat in het
najaar maakt dan niet uit! Benut wel
de werkbare dagen!
Vorenpakker aan de ploeg
De laatste jaren is er ervaring opge
daan met de vorenpakker aan de
ploeg. De vorenpakker is al jaren
lang bekend voor gebruik op de
zandgronden. Hij wordt daar ge
bruikt om in het voorjaar geploegde
grond weer aan te drukken om uit
drogen te voorkomen. De vorenpak
ker bestaat uit een frame met hierin
een aantal ijzeren ringen. In verband
met een stabiele gang van het werk
tuig is het gebruik van een dubbele
vorenpakker (twee rijen ijzeren rin
gen) het meest aan te bevelen. De
doorsnede van de ringen moet bij
voorkeur 70 cm zijn.
Bij gebruik op kleigronden snijden
de ijzeren ringen gleuven in de ge
ploegde sneden (zie foto). Deze in
snijdingen zorgen min of meer voor
egalisatie van de sneden. Wat nog
belangrijker is, is dat de verwering
gedurende de winter van het bo
venste laagje van de geploegde sne
den sterk wordt bevorderd.
Doordat de vorenpakker aan de
ploeg geen extra werkgang vraagt,
omdat hij aan de ploeg wordt voort
getrokken, lijkt de vorenpakker op
kleigrond evenveel perspektief te
bieden als op zandgrond. De erva
ringen zijn in ieder geval erg po
sitief.
Snedeverdeler of "vin" aan
ploegregister
De snedeverdeler is vorig jaar weer
in het nieuws gekomen. Deze snede
verdeler bestaat uit een schaarpunt
voorzien van een opstaand mes,
waarbij de grondbalk, voordat deze
gekeerd wordt, gedeeltelijk wordt
doorgesneden. In de praktijk bleek
inderdaad dat de sneden beter uit el
kaar vielen waardoor in het voorjaar
minder intensief gewerkt hoefde te
worden. Van de "vin" aan het ploeg
register is nog weinig praktijk erva
ring opgedaan. De z.g. snij vinnen
kunnen worden gemaakt van oude
freeshaken en worden dan op de
risters gemonteerd. Uitvinder Key-
zer uit Dronten meldde vorig jaar
dat hij er goede ervaringen mee had.
Andere werktuigen
Er is de laatste jaren met diverse
werktuigen ervaring opgedaan met
goed resultaat.
Zo is er in november 1987 een regio
nale demonstratie gehouden te Ze-
venb.Hoek met diverse werktuigen
op een zelfde perceel met het doel
om in het voorjaar 1988 in een werk
gang met een getrokken werktuig
een zaaibed voor bieten te maken.
Deze en andere ervaringen gaven een
goed beeld van wat er met diverse
werktuigen mogelijk is.
Voorwaarden waaraan voldaan
moet worden zijn:
- De grond moet voldoende droog
zijn;
- Trekker op enkel lucht met lage
bandenspanning (1 bar);
- Niet intensief bewerken i.v.m.
kans op slemp.
In het daarop volgende voorjaar
bleek dat op alle objekten met een
zaaikombinatie een goed zaaibed
was te maken voor bieten, behalve
op het niet bewerkte gedeelte.
De diverse werktuigen hebben ieder
voor zich hun eigen beperkingen en
mogelijkheden.
De vaste tandkultivater is van ouds
her bekend om een over de vorst be
werking mee uit te voeren. Voor een
direkte ondiepe bewerking na het
ploegen is diepte regeling via steun-
wielen of een rol nodig.
De triltandkultivater is alleen in een
erg zware uitvoering (b.v. Vibroflex)
met een redelijk resultaat inzetbaar.
De roterkopeg is ook te gebruiken
als men gebruik maakt van de moge
lijkheden die de machine heeft. Men
zal moeten werken met diverse
tandsnelheden in relatie tot de rij
snelheid. Een te fijne verkruimeling
geeft kans op slemp en water op het
land. In Zevenb.Hoek was dat in het
voorjaar van 1988 ook duidelijk te
zien. Daarom kan deze machine al
leen bij juist gebruik op zware klei
grond worden ingezet.
Tenslotte
De ervaring op zwaardere kleigron
den heeft geleerd dat een bewerking
na het ploegen of gelijktijdig met het
ploegen erg gunstig is. Er is geen en
kele reden om deze bewerking uit te
stellen tot na enkele dagen vorst. De
bewerking scheelt je minstens een
bewerking in het voorjaar en men
kan in het algemeen ondieper
werken.
De spec. Bedrijfsuitrusting
A. Peeters
De ontsmetting van zaaizaad van
wintertarwe is nodig om schade door
schimmels te voorkomen. De scha
delijke schimmels in wintertarwe
zijn: kiem- en bodemschimmels,
steenbrand, stuif brand, rode kaf-
schimmel en sneeuwschimmel. In ta
bel 1 is aangegeven welke middelen
zijn toegelaten voor zaaizaad
ontsmetting van wintertarwe. Te
vens is aangegeven hoe deze midde
len werken tegen de verschillende
schimmels.
Omdat voor de zaaizaadteelt stren
gere normen gelden dan voor de
konsumptieteelt wordt het gebruik
van enkele middelen voor het ont
smetten voor de zaaizaadteelt ontra
den. Met name zijn dit de Mancozeb
bevattende middelen (Brabant-
Mancozeb, Bakthane, Duphar Di-
thane, Penncozeb en Tridex). Dit
omdat ze een minder goede werking
hebben tegen kiem- en bodem
schimmels.
Het gebruik van Neo-Voronit voor
ontsmetting voor de zaaizaadteelt
wordt ontraden in verband met een
minder goede werking tegen steen-
brand (afhankelijk van de ziekte-
druk in de voorgaande teelt) en
stuifbrand.
Een mindere werking tegen stuif
brand van enkele middelen kan ge-
kompenseerd worden door toevoe
ging van Vitavax 390 FW, omdat dit
een specifieke werking heeft tegen
stuifbrand. Tegen andere schimmels
heeft dit middel geen werking.
Bij gebruik van Baytan kan door
zaaien laat in het najaar, bij lage
temperaturen, de opkomst vertraagd
worden. Dit houdt in dat zaad ont
smet met Baytan bij niet te lage tem
peraturen gezaaid moet worden. Öf
er dient gekozen te worden voor een
ander ontsmettingsmiddel. Wordt
het graan al ontsmet aangekocht dan
dient hierop gelet te worden.
Voor de doseringen en de prijzen
van de middelen wordt verwezen
naar de brochure Aktualiteiten 38,
"Bestrijding van Ziekten en Plagen
door Kennen en Kiezen" (maart
1989). Ten opzichte van wat in deze
brochure vermeld wordt, zijn enkele
toepassingen voor de zaaizaad- en
konsumptieteelt in dit artikel ver
beterd.
In het geval dat u de tarwe zelf ont
smet kunt u dit al ruim voor het
zaaien dóen als het zaad daarna
maar droog wordt bewaard. Partij
en waarin dorsschade voorkomt
kunnen beter vlak voor het zaaien
worden ontsmet in verband met
kiembeschadiging.
Voor nadere vragen kunt u zich wen
den tot uw bedrijfsvoorlichter.
P. Boskamp,
Specialist Gewasbescherming,
CAT Goes
Samen met medewerkers van het In
stituut voor Plantenziektenkundig
onderzoek heeft ir. Martin Kropff
de invloed van SO op planten on
derzocht. Volgens fiem is het nodig
te weten hoe zwaveldioxide nou pre
cies op planten inwerkt en met name
op de groeiprocessen; kwantificering
van de schadelijke effekten is daar
bij onontbeerlijk.
Onder invloed van zwaveldioxide
kunnen drie soorten schade optre
den: acute schade, chronische scha
de en effekten die niet te zien zijn,
maar die de groeisnelheid van plan
ten afremmen.
Acute schade treedt op na korte
blootstelling van planten aan hoge
koncentraties en uit zich in vlekken
op de jonge bladeren.
Kropff richtte speciaal zijn aandacht
op de onzichtbare invloed van S02,
die tot gevolg heeft, dat planten veel
langzamer groeien dan normaal en
ook eerder afsterven. Bij landbouw
gewassen kan dat een geringere
oogst betekenen. Hij voerde een 'be-
gassingsexperiment' uit met een een
jarig landbouwgewas - tuinbonen -.
Naast een akker met tuinbonen, die
onder normale omstandigheden
groeiden, had hij een veldje dat bin
nen een open ringvormig buizen
systeem lag. Vanuit de buizen (dia
meter dertig meter) werd computer
gestuurd en rekening houdend met
de windrichting zwaveldioxide op de
planten losgelaten.
Bij S02 koncentraties zoals die bij
voorbeeld in het Ruhrgebied voor
komen, gemiddeld zeventig micro
gram per kubieke meter, was de
oogst wel 10% kleiner dan normaal.
Het achterblijven van de groei blijkt
voor het grootste deel veroorzaakt te
worden door chronische schade:
enerzijds door verlies aan gewicht
door bladafval en anderzijds door
verminderde lichtopname (doordat
er minder bladoppervlak is) met als
gevolg een geringere gewasfoto
synthese.
Een bijkomstig resultaat van het be-
gassingsexperiment was, dat S02
bescherming blijkt te bieden tegen
Botrytisinfektie.
9
Tabel 1. Werkingsspectrum van de zaaizaadontsmettingsmiddelen voor win
tertarwe
1 2 3 4 5 6 7
o
O
c
</->
Oh m
3
co J2
0- oh
C
C0
5
c
O
l.
o
c
2
co
CQ
0 co
Kiem- en
bodemschimmels
Steenbrand
Stuifbrand
Rode kafschimmel
(Fusarium)
Sneeuwschimmel
goede werking
matige werking
geen werking
IA Gekweekt in samenwerking met
Landbouwbureau VJiersum
kweekbedrijf en zaadhandel
Zeider bv
postbus 26.6590 AA Gennep
tel 08851-18144
Vrijdag 6 oktober 1989