Waiboerhoeve krijgt meer ruimte voor nieuw onderzoek Per bedrijf grote verschillen in mineralen overschotten per ha Voortgangsrapportage kwaliteitspremieregeling eerste helft 1989 sterkst gestegen Melkproduktie in Zeeland 'Kwaliteitsimago zuivelprodukten moet beter worden beschermd" De minister maakte na de opening van Melkvee 2 een korte rondgang over het "bedrijf". De Waiboerhoeve krijgt een taak verbreding met zeven manjaren. Er- komt daardoor ruimte om een nieuw onderzoek op te starten naar de rela tie tussen melktechniek, melkkwali- teit en de bedrijfsvoering. Onder an dere zal de melkrobot worden getest. Dit vertelde minister Braks vorige week donderdag in de Meerpaal in Dronten. Daar waren honderden do nateurs van de Waiboerhoeve naar toe gekomen om te luisteren naar de minister en andere inleiders en om later de proef boerderij zelf te be zoeken. Er komt volgens de minister nu ook gericht praktijkonderzoek naar de rentabiliteit van vleeskoebedrijven. De produktie van rundvlees is naar de mening van de CDA-minister in Nederland niet van slechte kwaliteit. Maar er is te weinig uniformiteit. Vooral door de uitstoot van melk koeien. De produktie van meer vleeskoeien zou die kwaliteit stabie ler moeten maken, alhoewel Braks moest erkennen dat de vleeskoebe drijven nog niet erg rendabel zijn. Maar de meeste aandacht binnen het veeteeltkundig onderzoek gaat uit naar het terugdringen van het stikstofgebruik, waarbij het tech nisch oplossen van de problematiek, met behoud van de rentabiliteit, het uitgangspunt is. Gestreefd wordt naar een reduktie van zeventig pro cent in het jaar 2000 ten opzichte van 1980, als het technisch en eko- nomisch haalbaar is. Vijftig procent is het minimum. Drie graasvee-eenheden Minister Braks liet in Dronten weten voorstander van een grondgebonden melkveehouderij te zijn. Dat staat al in de Landbouwstruktuurnota, maar de minister van Landbouw en Visserij wil zich daar ook sterk voor maken in Brussel. Grondgebonden melkveehouderij heeft volgens Braks duidelijk voordelen. Hij gaat daarbij uit van drie graasdieren per hektare. Het geeft de mogelijkheid tot uitbreiding van de individuele kwotums. En het geeft daarnaast de mogelijkheid om in Brussel voor een groter landenkwotum te pleiten. De ammoniakemissie per hektare blijft immers gelijk. De minister zei te weten dat er in Ne derland nog onwennig en negatief tegen dat voornemen wordt aange keken, maar hij waarschuwde de aanwezigen voor de plannen die er elders in Europa al circuleren om tot grondgebonden melkveehouderij te komen. "En daarbij gaat men uit van één graasdier per hektare". In Brussel is de afgelopen dagen ook weer uitvoerig gediskussieerd over de superheffing. Tot schrik van mi nister Braks wil de meerderheid van de lidstaten een verscherping van de kwotering. Een soort super superheffing. Zeer tegen de zin van de Nederland se minister van Landbouw; die is en blijft een voorstander van een, op termijn, meer marktgericht beleid. "Dat is voor Nederland het beste. Ik weet ook wel dat de bestaande kwo tering op korte termijn niet kan wor den uitgeschakeld. Maar het is mijn streven wel om op korte termijn maatregelen te nemen die een markt gerichte melkveehouderij bevorde ren. Bijvoorbeeld een gematigde su perheffing bij overschrijding". Melkvee 2 Een bijzonder tintje aan de dona- teursdag van De Waiboerhoeve werd gegeven door de opening van Melk vee 2. Dit "bedrijf" zal zich richten op de verlaging van de stikstofgift en de gevolgen hiervan voor het melk veebedrijf. De bouw van de nieuwe melkstal van Melkvee 2 vordert gestaag, alsmede de aanpassingen van de jongveehuisvestingen in Melkvee 1 en 2. (Uit Fr.lbb.) Tussen melkveebedrijven bestaan grote verschillen in mineralenover- schotten per hektare. Dat wordt voor een groot deel veroorzaakt door de grote verschillen in kunst- mestgift en melkproduktie per hek tare. Dat blijkt uit een studie van mi- neralenbalansen op melkveebedrij ven door het Landbouw- Ekonomisch Instituut. Het bleek dat, hoewel een groot deel van die overschotten moeilijk te ver mijden is, rond een derde deel in principe voorkomen kan worden. Gemiddeld bleef van de 600 kilo aangevoerde stikstof per hektare ruim 500 kilo op de bedrijven ach ter. Bij een op de zes bedrijven bleef deze hoeveelheid echter beperkt tot minder dan 370 kilo, terwijl aan de andere kant eenzelfde aantal bedrij- "Nederland heeft een zo groot be lang bij het hoog houden van het kwaliteitsimago van de zuivelpro- dukten, in het bijzonder van kaas, dat het tot een krachtige diplomatie ke aktie zou moeten komen om tot een gemeenschappelijke regeling in zake samenstelling van de zuivelpro- dukten te geraken. Dit zei FNZ- voorzitter drs. C.J. Francken vorige week tijdens de algemene vergade ring van de zuivelbond. Inmiddels zijn alle nationale regelin gen die de verwerking van melk- vreemde vetten in imitatie- zuivelprodukten van rechtswege ver vallen. Wat op het gebied van kon- sumentenbescherming tot stand is gebracht is de verordening inzake de bescherming van de benamingen van melk- en zuivelprodukten, wat Francken een volstrekt onvoldoende regeling noemde, wegens het ontbre ken van voorschriften over minimum eisen ten aanzien van de sa menstelling. Dat bergt het gevaar in zich van een afglijden van het kwali teitsniveau, verwarring van de kon- sument en een benadeling van de eerlijke konkprrentie. Gemeenschappelijk ondernemen Prof. dr. C.P. Veerman konstateer- de veranderingen van de opvattingen ten aanzien van het gemeenschappe lijk ondernemen - de voedingsbo dem voor het bestaan van koöpera- ties - die hij bedreigend noemde voor de koöperaties. Veerman maakte onderscheid tussen de koöperatie als zakenpartner en 10 ven een overschot van meer dan 670 kilo overhield. Het fosforoverschot was gemiddeld 36 kilo per hektare met een zesde van de bedrijven on der de 16 en een zesde boven de 56 kilo. Voor kalium bedroeg het ge middelde overschot 120 kilo, terwijl een op de zes bedrijven beneden de 45 bleef en eenzelfde aantal boven de 195 kilo uitkwam. Niet alleen per hektare, maar ook per kilogram melk waren er grote verschillen in de mineralenover- schotten. Daaruit blijkt dat de effi ciency van het mineralengebruik bij de huidige bedrijfsvoering sterk uit eenloopt. - Intensiteit en kunstmestgift be langrijk Intensieve bedrijven blijken flink C.P. Veerman. als gezamenlijke onderneming. Van uit het eerste perspektief wordt de randvoorwaarde gesteld dat de koö peratie een ekonomische prestatie moet leveren die minstens even goed is als die van de konkurrent. Als gezamenlijke onderneming moet de koöperatie een "plus" kunnen aantonen door het waarmaken van ledeninvloed en betrokkenheid. Daarin is het centrale element het bestuur. Dat er spanning is tussen beide vlakken ekonomie en samen werking behoeft volgens Veerman niet te leiden tot het verdwijnen van de koöperatie, mits naast de terecht grote aandacht voor het ekonomisch aspekt ook grote inspanningen en veranderingen op het bestuurlijk vlak van de koöperatie worden on dernomen. grotere mineralenoverschotten te hebben dan ekstensieve bedrijven. De intensieve bedrijven, met een ho ge melkproduktie per hektare, strooien meer stikstof per hektare en kopen meer voer aan. Ze bereiken ook een hogere melkgift per koe. Vooral door de hogere produktie per ha realiseren ze gemiddeld een veel hoger saldo per hektare. Los van de intensiteit, dus bij een ongeveer gelijke melkproduktie per hektare, zijn de kunstmestgiften sterk bepalend voor de mineraleno verschotten, terwijl deze weinig in vloed op het saldo hebben. Vermin dering van de kunstmestgiften lijkt dan ook een van de belangrijkste maatregelen om de mineralenover schotten te verminderen. Een betere benutting van organische mest kan dit bevorderen. - Onder melkkwotering ook andere faktoren van belang De melkproduktie per hektare is door de kwotering op veel bedrijven een vast gegeven. Binnen dit vaste gegeven kunnen de mineralenover schotten ook, hoewel in veel geringe re mate, worden verminderd do«r faktoren als een beter grasland- en voer management; minder jongvee, meer eiwitarme gewassen in het voer en een betere genetische aanleg. De zelfde faktoren kunnen trouwens ook bijdragen aan een hoger inko men, zodat ze onder de melkkwote ring zeker aandacht verdienen. Nederlandse Zuivelbeurs hield weer feestbeurs Maandag was er weer de feestbeurs van de Vereniging Nederlandse Zui velbeurs. De beurs werd geopend door Arie Hoogendoorn voorzitter van de Bond van Boeren Zuivelbe- reiders. Hoogendoorn wees er op dat, nu de groothandelsfunktie door producent en industrie wordt overgenomen, de groothandelsmarges wat onder druk komen. Als remedie gaf hij aan een verbetering van de onderlinge sa menwerking, opvoering van het vak manschap ook al door specialisatie. Daarbij vroeg hij in het bijzonder aandacht voor de boerenkaas, die ongeveer 1% van de totale Neder landse melkproduktie opeist. De Bond van Boerenzuivelbereiders bestaat thans 75 jaar. Parallel aan de kaasbeurs verliep de kaaskeuring in het kader van het 30ste Nederlands Nationaal Kaas- keur Concours. De uitslagen van dit concours worden deze vrijdag in Leerdam bekend gemaakt. Uit de voortgangsrapportage over de eerste helft van 1989 van het kwali- teitspremieringssysteem voor drijf- mest van de Stichting Landelijke Mestbank blijkt dat in de eerste helft van 1989 473.000 m3 drijfmest via de kwaliteitspremieregeling over grote afstand is afgevoerd naar akkerbou wers. Deze hoeveelheid is tweemaal zoveel vergeleken met dezelfde pe riode van 1988. Het gunstige weer en het feit dat akkerbouwers steeds meer de financiële voordelen van het gebruik van dierlijke mest ervaren, worden als belangrijkste oorzaken gezien voor deze ontwikkeling. De 473.000 m3 bestaat uit 292.000 m3 varkensmest, 153.000 m3 pluim- veedrijfmest en 27.000 ton rundvee- drijfmest. Het droge stofgehalte voor pluimvee- en varkensdrijfmest is gehandhaafd op gemiddeld respektievelijk 15,3 en 10,4%. Bij rundveedrijfmest is er nog een stij gende trend van het ds-gehalte. Hoewel het gemiddelde ds-gehalte In het jongste melkproduktiejaar, afgesloten op 30 juni jl., is de gemid delde melkproduktie per koe geste gen met 220 kg. Dat is een resultaat dat er zijn mag, aldus NRS- direkteur technische zaken ir. W. Wismans. Vooral ook de ontwikke ling in de gehalten verdienen de aan dacht: -0,01 procent vet en +0,03 procent eiwit. Hierdoor is een nau were vet-eiwitverhouding ontstaan. Het aantal grammen vet eiwit per dag steeg met 45 tot 1671. De gemiddelde produktie van de ge- kontroleerde Nederlandse veestapel in 1988/1989 kwam op 6687 kg melk, bij een vetgehalte van 4,34 en een eiwitgehalte van 3,43. De zwart bonte stamboekkoeien passeerden belangrijke mijlpalen: de melkpro duktie overschreed gemiddeld de 7000 kg en de totaalproduktie aan vet en eiwit op jaarbasis kwam op precies 550 kg. Over de gehele veestapel kwam de jaarproduktie aan vet en eiwit op 519 kg 18 kg). De rangorde per provincie is nauwe- van pluimvee- en varkensmest niet meer sterk is toegenomen, is het po sitief dat er wel aanzienlijk meer drijfmest van goede kwaliteit over grote afstand is gedistribueerd. Dit geldt vooral voor varkensdrijfmest. De afzet van deze mest is bijna ver drievoudigd. In totaal is in de eerste helft van 1989 2,9 miljoen aan premie uitbe taald. Deze ontwikkeling en de prog nose op grond hiervan voor de twee de helft van 1989 zijn redenen ge weest om de Minister van Landbouw •en Visserij een aanvullend budget voor 1989 te vragen. Met de aanvullende ƒ3,14 miljoen die de Minister de Stichting Lande lijke Mestbank recentelijk heeft toe gezegd, is het beschikbare budget voor de kwaliteitspremieregeling voor 1989 totaal ƒ8,14 miljoen. Hiervan is een deel bestemd voor de extra afzet van mest uit de grondwa terbeschermingsgebieden en voor slibafvoer van de kalvergiervoorzui- veringsinstallaties. lijks aangetast: Flevoland bleef op kop, gevolgd door Zeeland. De grootste winst is dit jaar voor Drente met 72 vet- en eiwitgrammen per dag (gemiddeld 45). De melkproduk tie steeg het sterkst in Zeeland: 306 kg tot een produktie van 7201 kg. In Zeeland daalde het aantal (gekon- troleerde) koeien met 475 tot 10.343, daalde het vetgehalte met 0,03 tot 4,32, steeg het eiwitgehalte met 0,03 tot 3,42, steeg het aantal kg vet ei wit met 23 tot 557, steeg het aantal kg melk per dag met 0,7 tot 22,8 en steeg het aantal grammen vet en ei wit per dag met 53 tot 1765. In Noord-Brabant daalde het aantal (gekontroleerde) koeien met 15.221 tot 220.141, steeg het aantal kg melk met 258 tot 6613, daalde het vetge halte met 0,03 tot 4,21, steeg het ei witgehalte met 0,01 tot 3,44, steeg het aantal kg vet eiwit met 18 tot 519, steeg het aantal kg melk per dag met 0,5 tot 21,5 en steeg het aantal grammen vet en eiwit per dag met 45 tot 1671. Vrijdag 6 oktober 1989

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 10