Verpachting een bedrij fshandeling Bedrijfsopvolging is meer dan alleen een fiscale zaak... Loonswijzigingen over geld en goed Bestel uw CAO Gedifferentieerde pachtnormen landbouwsektoren voorgesteld; verhoging voor grasland, onveranderd voor bouwland Boomkwekerijbedrijven Zundert vragen leerling boomkwekers m Diegene die op het ouderlijk bedrijf gaat werken of werkt en de kans heeft om later op dit bedrijf op te volgen moet zich verder bekwamen in het ondernemerschap en het vak manschap. Hij of zij krijgt nu de kans om zich voor te bereiden op hun toekomstige taak. En het is be slist niet altijd zo dat de tradities op het bestaande bedrijf moeten wor den voortgezet. Wat is belangrijk? a. De vorming in het gezin blijkt steeds van bijzondere betekenis te zijn. b. Het is erg belangrijk dat de toe komstige opvolger eens een jaar el ders gaat werken. c. Dat een toekomstige opvolger in zicht krijgt in het bedrijfsgebeuren van het eigen bedrijf is belangrijk. Vader en/of moeder kunnen dat ge ven aan de hand van de boek houding. d. Laat de opvolger zijn op school opgedane kennis in de praktijk toet sen. Van fouten leer je het meest. e. Probeer uw zoon/dochter te inte resseren zodat hij deelneemt aan een gewasstudieklub en een hopelijk op te richten kostenstudieklub. f. Er is een scala van mogelijkheden om kursussen te volgen. Toen u van school kwam zei u wellicht ook: 'Nu leer ik nooit meer'. Kursussen volgen om bij te blijven is zeer noodzakelijk voor toekomstige bedrijfsopvolgers. Deze winter wor den er veel gegeven. Meld u aan en anders voor volgend seizoen. Een ondernemer van nu maar ook een ondernemer van de toekomst, moet als bedrijfsleider een goed in zicht hebben in het totale bedrijfsge beuren, technisch, ekonomisch en fi nancieel. Hij moet tijdig inspelen op de ontwikkelingen op technisch ge bied al was het alleen maar voor de kontinuïteit van de onderneming. Om reeds vroeg mee te doen aan de kostenbewaking en het financiële re sultaat van zijn handelingen te me ten, moet een zoon niet alleen ar beidskracht zijn. Samen in een maatschap Het is nu eenmaal zo dat wanneer er 2 mensen, dus vader en zoon op het bedrijf werken, er ook voor beiden minimaal een beloning uit dat be drijf moet komen. Dit betekent niet dat de beloning voor de zoon ook volledig uitbetaald en opgemaakt moet worden. Een zoon die dat doet, zal het in zijn latere bestaan moeilijk krijgen. Hij kan dan beter in loondienst gaan bij een ander. Nee, de beloning kan gedeeltelijk in het bedrijf blijven, men noemt dit tegoedschrijving, van belang voor de latere bedrijfsovername. Het bedrijf moet levensvatbaar zijn Het is van wezenlijk belang dat zo'n bedrijf levensvatbaar is voor 2 men sen. Als dat niet het geval is, dan zal men moeten proberen het bedrijf le vensvatbaar te maken. Dat levensvatbaar maken kan op verschillende manieren gebeuren. Maar men zal hierbij rekening moe ten houden met de interesse van va der en/of zoon. De vader zal de inte resse van de zoon niet in de weg mo gen staan. Indien de zoon geen ver stand heeft van iets maar wel interes se, dan doet hij er verstandig aan eerst ergens anders praktijk op te doen en daarna pas de investeringen op het eigen bedrijf. Een bedrijf vergroten met grond biedt weinig perspektieven door de schaarste en de te hoge grond prijzen. Zich blind blijven staren op de ver groting met grond kan funest zijn voor het bedrijf en voor de latere overname. Beter is meegaan met de ontwikke lingen, dus alles wat te verbeteren is in het eigen bedrijf te verbeteren, aan de opbrengsten- maar vooral aan de kostenkant. Een stuk in je bedrijf intensiveren is mogelijk met in je achterhoofd de wetenschap dat er voor de intensieve teelten geen gegarandeerde prijzen zijn, dus dat je afhankelijk bent van de markt. De praktijk heeft geleerd dat de ren tabiliteit van een bedrijf niet op peil blijft als er geen tijdige aanpassingen plaatsvinden. De winst op een bedrijf moet een in komen voor de ondernemer en zijn gezin opleveren. Uit de winst moeten de financiële verplichtingen kunnen worden voldaan, dus rente en aflos sing. Men moet uit de winst bespa ringen kunnen creëeren waaruit toe komstige investeringen kunnen wor den gedaan. Hoe het ook zij, a. Het bedrijf moet levensvatbaar zijn. b. De opvolger moet de zekerheid hebben dat hij het bedrijf later kan overnemen op een financieel verant woorde basis. c. De opvolger moet vermogen kun nen vormen. En als de mogelijkheden er niet zijn? Dan moet je elkaar goed in de ogen kijken en zeggen: 'Stappen we er in of niet'. Wij hebben in de praktijk ervaren, dat iemand die wil machtig veel kan. Dat geldt ook voor het be drijf en uw opvolger. J. Markusse De heersende leer in het fiscaal recht is dat bij beëindiging van het land bouwbedrijf en verpachting van de grond en gebouwen aan de bedrijfs- opvolger, de waardedaling door de verpachting geen (laatste) onderne- mershandeling kan zijn. Anders ge zegd: de staking van het ouderlijk bedrijf moet fiscaal afgewikkeld worden alsof er een vrij bedrijf wordt beëindigd. De verpachting is vervolgens een handeling die als be legger (en dus als privépersoon) wordt gedaan. Deze wijze van handelen in het fis caal recht heeft met name een sterke rol gespeeld in de hele problematiek rond het pachtersvoordeel. Indien de vader als pachter grond in eigen dom heeft verkregen en hij draagt later zijn bedrijf aan de zoon over met verpachting van de grond van het bedrijf aan de zoon, dan werd niet aanvaard dat de grond tegen verpachte waarde naar vader's pri- vévermogen mocht worden overge bracht. Want dat zou betekenen dat er van een pachtersvoordeel geen sprake kan zijn. Er, is dan immers geen sprake van een waardeverande ring omdat het zelfde waardebegrip wordt gehanteerd. Zoals gezegd de fiscale uitleg was echter dat vader moest afrekenen over de vrije waar de waardoor er wel een pachters- Vrijdag 25 augustus 1989 voordeel ontstond. Middels veelvul dig overleg met het ministerie en ook door grote inbreng vanuit het ZLM werkgebied is bereikt dat middels een goedkeuring van het ministerie de belastbaarheid van het pachters voordeel doorgeschoven kan worden. Verbaasd Des te meer verbaasd ben ik dan ook om nu een uitspraak aan te treffen waarbij het beginsel is aanvaard dat de verpachting een bedrij fshande- ling is. Ik denk dat het te vroeg is om nu reeds te zeggen dat er een keer ten goede is gekomen. De feiten waarom het in het onderhavige geval ging waren de volgende: Een veehouder staakt zijn bedrijf en verkoopt zijn gebouwen aan een derde en verpacht zijn gronden voor een periode van 24 jaar eveneens aan die derde. Ver koper ontvangt voor deze transaktie een bedrag van 1.000.000, waarbij een deskundige een splitsing aanbrengt in dit bedrag door aan de gebouwen een waarde toe te kennen van 590.000,en het resterende bedrag van 410.000,te rekenen voor 'verkoop van het pachtgenot gedurende de pachttermijn'. Of an ders gezegd: dit bedrag is ontvangen voor de waardedaling die is opgetre den door de verpachting. In navol ging van het bekende principe: ver pachting is een privéhandeling, bestemmings plannen Minister ir. G. Braks stelt voor om gedifferentieerde pachtnormen in te voeren voor de verschillende sekto ren in de landbouw. Het is dè bedoe ling de pachtnormen voor grasland te verhogen met 8%. De pachtnor men voor bouwland kunnen worden gehandhaafd. Dit staat onder meer in het koncept-voorstel Pachtnor- menbesluit, dat de bewindsman on langs voor advies heeft gezonden naar de Commissie van Advies voor het Grond- en Pachtprijspeil en naar het Landbouwschap. Voor maïsteelt wordt voorgesteld om dezelfde pachtnormen van toe passing te verklaren als voor gras land, omdat men in Nederland hoofdzakelijk maïs verbouwt voor de veehouderij. Voor de teelt van siergewassen en klein fruit wordt eveneens voorgesteld aan te sluiten bij de normen van grasland, ver hoogd met 60%. Ten aanzien van pachtnormen voor bedrijfsgebou wen van akkerbouwbedrijven en voor bedrijfsgebouwen van veeteelt en gemengde bedrijven, is een verho ging van respektievelijk 2% en 10% voorgesteld. De voorgestelde wijziging is ener zijds het gevolg van de slechte be drijfsresultaten binnen bepaalde sektoren in de landbouw (zoals ak kerbouw en vollegrondsgroente- teelt), anderzijds het gevolg van gestegen eigenaarslasten. Deze lasten zijn de afgelopen jaren met gemiddeld 5,4% gestegen. De stij ging van bedrijfsgebouwen in de ak kerbouw alsmede in de veeteelt en de gemengde bedrijven, bedraagt respektievelijk 5,7% en 7%. De Stichting Gemeenschappelij ke Opleidingsaktiviteit (GOA) te Zundert kan nog verschillende jongeren, zowel jongens als meis jes, tot 23 jaar plaatsen die opge leid willen worden tot boomkwe ker. Zij worden aangenomen als leerlingboomkweker en krijgen CAO loon uitbetaald. De jonge ren werken 4 dagen in de week op de bedrijven en gaan 1 dag in de week naar de vakschool. Jongeren, die interesse hebben, samen met de huidige boomkwe kers nieuwe planten voor ons schoner milieu te willen opkwe ken, kunnen informatie opvra gen bij de koördinator van de GO A-boomteelt Zundert, Anne- marie van de Broek, Palm bosstraat 7, 4882 NR Zundert, tel. 01696-4958. merkt de inspekteur het bedrag ad 410.000,aan als een vergoeding ontvangen bij de verpachting en be last dit bedrag als opbrengst van ver mogen (naast de in de komende ja ren te ontvangen pachttermijnen). Het Gerechtshof Leeuwarden was het met de handelwijze van de in spekteur eens. Belanghebbende evenwel vroeg de Hoge Raad om zijn mening. Dit kollege besliste dat de genoemde feiten geen andere konklusie laten dan dat de verplich ting tot het verpachten van de gron den en het daarvoor bedingen van een eenmalige vergoeding deel uit maakt van het geheel van handelin gen door belanghebbende verricht teneinde de liquidatie van de onder neming mogelijk te maken. De ver goeding is derhalve een onderne- mingsbate. In een verwijzingsproce dure is vervolgens komen vast te staan dat de zelfde vergoeding valt onder de bepaling van de landbouw- vrijstelling en daardoor niet tot de belaste winst mag worden gerekend. Een gunstige afloop voor onze vee houder. Overigens valt op dat in enkele kom- mentaren steeds de opmerking wordt gemaakt dat het bedingen van een zodanige vergoeding in strijd is met de Pachtwet. In hoeverre wij het principe verpachten is (mede) een bedrijfshandeling in de praktijk kunnen gebruiken zal in voorko mende gevallen moeten worden na gegaan. B. Veerbeek Op grond van afspraken tussen werkgevers en werknemers hebben vrijwel alle cao's in de land- en tuin bouw de lonen per 1 maart en 1 juli 1989 wijzigingen ondergaan. Per 1 maart 1989 is in de opbouw van de loonschalen een wijziging aangebracht waarbij nu voor alle funktieklassen één of meer funktie- jaren gelden voor werknemers van 22 jaar en ouder. De lonen van jeugdige werknemers zijn hiervan afgeleid. Per 1 juli heeft een aanpassing plaatsgevonden op grond van de prijsstijgingen en op grond van een algemene loonsverhoging met 1,5%. Er blijken nogal wat vragen te zijn over de wijze van inschaling. Af gesproken is dat inschaling plaats vindt naar de situatie per 1 maart 1989, en wel op de volgende wijze. Inschaling vindt plaats in de funktie- klasse waarin de werknemer is, respektievelijk behoort te zijn inge deeld gezien zijn funktie, en wel op het naast hogere funktieloon in die klasse. Voorbeeld 1: een vaste werknemer in de tuinbouw in klasse II had tot 1 maart 1989 een weekloon van 532,60. Per 1 maart 1989 dient hij ingeschaald te worden in klasse II met 1 funktiejaar te we ten 540,— naast hogere loon in die klasse). Per 1 juli 1989 is het loon 554,40 klasse II met 1 funktiejaar). Voorbeeld 2: een vaste werknemer in de tuinbouw in klasse IV met 3 funktiejaren had tot 1 maart 1989 een weekloon van 604,50. Per 1 maart 1989 wordt hij ingeschaald in klasse IV met 3 funk tiejaren op een weekloon van ƒ610,naast hogere loon). Per 1 juli is zijn weekloon 625,95 (klasse IV met 3 funktiejaren). Jeugdige werknemers worden in de voor hen geldende funktieklasse in geschaald naar hun leeftijd. Indien in de nieuwe loonstruktuur dit per 1 maart 1989 zou leiden tot een lager loon, blijft het vóór 1 maart 1989 geldende loon van kracht. Werknemers, ingedeeld in een be paalde funktieklasse met een loon vóór 1 maart 1989 dat hoger was dan het maximumloon in die klasse, blij ven dit loon behouden. Zij ontvangen per 1 juli een loons verhoging van 1,5%, alsmede een prijskompensatie van 1,1%, dit laat ste met een minimum van 300,— per procent op jaarbasis of 5,75 per week. Voor de periode 1 maart 1989 tot en met 28 februari 1991 zijn de CAO's voor de Land- en Tuinbouw in druk verschenen. U kunt de CAO-boekjes in uw bezit krijgen door onderstaande bon ingevuld op te zenden aan: Sekretariaat ZLM, Postbus 2116, 4460 MC Goes Standdaarbuiten Gedurende een maand ligt ter inzage het ontwerp-bestemmingsplan Bui tengebied. Het ontwerp-plan heeft betrekking op het gehele grondge bied van de gemeente met uitzonde ring van de woonkernen. Een ieder die bezwaren heeft tegen het ontwerp-bestemmingsplan kan ge durende bovengenoemde termijn schriftelijk bezwaren indienen bij de gemeenteraad van Standdaarbuiten. Ondergetekende, lid ZLM: Naam: Adres: Postkode en woonplaats: Verzoekt toezending van: CAO Landbouw 1989-1991 CAO Tuinbouw 1989-1991 Datum: Handtekening: J J

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 3