Veredeling en teeltoptimalisatie kunnen
oliehoudende gewassen konkurrerend maken
De kosten van plantaardige oliën als industriële grondstof voor o.a.
smeermiddelen en kosmetika-artikelen liggen op dit moment nog een
faktor twee hoger dan hun petrochemische konkurrenten. Dit ver
schil zal in de nabije toekomst kleiner worden: teelttechnisch onder
zoek leidt tot opbrengstverhogingen van de gewassen en veredeling
tot hogere konsentraties van de bruikbare oliën in de zaden. En: de
voorraad aardolie is niet oneindig groot. De mensen die betrokken
zijn bij het onderzoekprojekt 'nieuwe oliehoudende gewassen' zijn
dan ook optimistisch over de perspektieven van een aantal van die ge
wassen, mits erin geslaagd wordt een deel van de markt, die nu door
produkten van petrochemische herkomst beheerst wordt, te ver
overen.
Ir. Louis van Soest, van het Cen
trum voor Genetische bronnen Ne
derland (CGN) legde op een voor
lichtingsmiddag over oliehoudende
gewassen te Kamperland (op 17 juli
jl.) uit dat de landbouw zich na de
Tweede Wereldoorlog noodgedwon
gen heeft toegelegd op de voedsel-
produktie, en dat de non-food sek-
tor is opgepikt door de petrochemi
sche industrie. 'Sinds 20 a 30 jaar
heeft de landbouw in de non-food
sektor weinig of geen onderzoek
meer gedaan. Pas sinds enkele jaren
wordt onderzoek gedaan naar de
teelt van oliehoudende gewassen'.
Dat onderzoek wordt onder meer
uitgevoerd in het projekt 'nieuwe
oliehoudende gewassen', wat nu vier
jaar loopt. Overheid, onderzoeks
instituten als het PAGV, ATO
(voorheen IBVL) en CABO werken
hierin nauw samen met het be
drijfsleven. Een groot voordeel van
deze samenwerking is dat wensen
vanuit de industrie direkt in het on
derzoeksprogramma kunnen wor
den meegenomen. In de veredeling
kan zeer direkt op de wensen van het
bedrijfsleven, en dus van de markt,
worden ingespeeld.
Sinds 1986 heeft het CGN zo'n 40
gewassen beproefd, waarvan er in
overleg met enkele industrieën vier
zijn geselekteerd die nu op praktijk
schaal in Zeeland en Overijssel wor
den geteeld en getest: Limnanthes al-
ba (akkermoerasbloem), Crambe
abyssinica (crambe), Eruca vesicaria
(eruca) en Dimorphotheca pluvialis
(bekergoudsbloem). Van Soest ver
wacht dat er in de toekomst nog
nieuwe gewassen bij zullen komen.
Door de toetsing op praktijkschaal
wordt inzicht verkregen hoe de ver
schillende gewassen het best geteeld
kunnen worden, en wordt zaad ge
wonnen waarvan de olie voor verder
onderzoek dient. Dit betreft o.m.
het toepassen van vetzuren in poten
tiële eindprodukten (vooral smeer
middelen) en vervolgens de ge
bruiksmogelijkheden testen.
Voor de industrie biedt het gebruik
van plantaardige oliën in plaats van
petrochemische derivaten verschil
lende voordelen, zoals een betere
toepasbaarheid of het kunnen ma
ken van nieuwe produkten. Daar
naast is het gebruik van plantaardige
grondstoffen milieuvriendelijker: de
produkten die hiervan gemaakt zijn
worden in het milieu veel sneller af
gebroken dan aardolieprodukten.
In Zwitserland is al een wet van toe
passing dat in bepaalde boten alleen
maar smeerolie op basis van plant
aardige olie gebruikt mag worden.
Ook in andere landen is dit soort
wetten in de maak.
Benodigd areaal
Van Soest rekende voor hoeveel hek-
Het 'vleugeltjeszaad' van de bekergoudsbloem is zo licht dat het bij het
minste zuchtje wind uit de hand waait.
Door een ongunstige ras keuze en de droogte is de akkerbouw moerasbloem
veel te klein gebleven. De kombine komt er niet goed onder. De oogst was
op hetzelfde tijdstip gepland als toen de ekskursie plaatsvond
Vrijdag 4 augustus 1989
Bekergoudsbloem, rechts de bloem, links het gevormde zaad. Het tegelijk
voorkomen van deze stadia is nog een probleem i.v.m. de oogst
keer per jaar te oogsten. De beker
goudsbloem is niet wintervast.
Problemen bij de bekergoudsbloem
zijn de grote vatbaarheid voor het
wortelknobbelaaltje, de nog te lage
zaadopbrengst en het lage oliegehal
te van het zaad (rond 20 procent).
Bij zowel de akkermoerasbloem als
de bekergoudsbloem verloopt de
oogst nog problematisch. Betere
oogstmachines kunnen hierin veran
dering brengen, gedacht wordt aan
een soort stofzuiger of een borstel
machine.
Crambe is een relatief gemakkelijk
gewas om te telen. Doordat het ge
was het veld vrij snel bedekt heeft
zijn er weinig problemen met on
kruid. Op het praktijkperceel was
het volumineuze gewas de laatste
weken een beetje gelegerd, waardoor
de oogst problemen zou kunnen on
dervinden. Het beste leek het de
crambe eerst te maaien en vervol
gens te dorsen. De ziektedruk in het
gewas was laag, alleen onderin
kwam in lichte mate Botrytis voor.
De verwachtingen omtrent de op
brengst waren hooggespannen.
Crambe vermeerdert het biete-
cystaaltje vrij sterk. Waar dit aaltje
een probleem vormt kan crambe
daarom beter niet verbouwd wor
den. Erg is dit niet, omdat deze ge
wassen toch geen ontzettend groot
areaal zullen gaan innemen. Het is
geen vierde gewas.
Rol koöperaties
Het onderzoek zal zich de komende
jaren naast het aanpakken van de
problemen ten aanzien van op
brengst en oogst, moeten gaan
toespitsen naar het inpassen van de
nieuwe gewassen in de bestaande
bouwplannen. Dat zal gezien de
marktmogelijkheden maar op be
perkte schaal kunnen plaatsvinden.
Van Soest: 'Het is niet zinvol dat alle
boeren zich op deze teelten storten.
Er is wellicht een rol weggelegd voor
de koöperaties om het areaal gelimi
teerd te houden'.
Lex Kattenwinkel
Op de achtergrond is te zien dat het
9
tares oliehoudende gewassen er in
West-Europa geteeld kunnen wor
den als er vanuit wordt gegaan dat
tien procent (in plaats van minder
dan één procent nu) van de smeer-
middelenmarkt door plantaardige
produkten wordt ingenomen: 'Er
ontstaat dan een vraag van 0,5 mil
joen ton olie. Bij een opbrengst van
1 ton olie per ha is er dan in West-
Europa een markt voor 500.000 ha
oliehoudende gewassen, waarvan
20.000 tot 50.000 ha in ons land'. In
de praktijk worden opbrengsten van
1 ton olie per ha nog niet gehaald,
maar Van Soest verwacht dat dat in
de nabije toekomst wel lukt.
Het gaat bij de oliehoudende gewas
sen met name om het erucazuur, een
onverzadigd vetzuur. Het gehalte
aan dit vetzuur in de zaden is één
van de belangrijkste eigenschappen
van een oliehoudend gewas. Van
Soest: 'Het liefst zouden we zaden
hebben met 100 procent erucazuur,
maar dat is een illusie. Hoe hoger
het gehalte aan erucazuur, hoe min
der restprodukten en afval. Het
schroot kan trouwens goed als vee
voer dienen. Er is wel behoefte aan
meer fundamenteel onderzoek om te
weten te komen waarom een bepaal
de plant zaden produceert met dat
gehalte aan erucazuur. Als we daar
meer over weten kunnen we het wel
licht verhogen'.
gelijk door de grote schaal waarop
het plaats vindt. De olie uit de zaden
wordt gebruikt in kosmetica-
artikelen. Door de hoge prijs die de
(Japanse) kosmetica-industrie voor
de olie betaalt is het produkt voor de
smeermiddelenindustrie niet inte
ressant.
Knelpunten zijn nog de lage zaadop
brengst en het lage oliegehalte (20 a
30 procent) alsmede het voorkomen
van glucosinolaten in de olie. De
beste resultaten blijken te kunnen
worden gehaald in een winterteelt.
Ook de bekergoudsbloem was rond
half april gezaaid. De ongelijke af
rijping vormt in dit gewas een pro
bleem, terwijl bovendien de stand
onregelmatig was. Gevolg hiervan is
dat een deel van het zaad al gevormd
en oogstbaar is, terwijl het gewas
nog volop bloeit. De bekergouds
bloem vormt twee soorten zaad:
vleugelvorming en halve-
banaanvorming, beide soorten be
vatten bruikbare olie. Er wordt over
gedacht te proberen het gewas twee
Proefpercelen
In Zeeland liggen bij drie Walcherse
telers proefpercelen met resp. akker
moerasbloem, bekergoudsbloem en
crambe. Tijdens de voorlich
tingsmiddag vond er een rondgang
plaatgs onder begeleiding van teelt-
deskundige ing. C. Nijenhuis van
Cebeco-Handelsraad.
De akkermoerasbloem is door de
droogte te vroeg in bloei gekomen en
daardoor (veel) te kort gebleven.
Volgens Carlos Nijenhuis (hij bege
leidt praktijkproeven) had het gewas
minstens 30 cm hoog moeten wor
den om goed de kombine eronder te
kunnen krijgen. Het gewas is in het
voorjaar (half april) gezaaid. Wel
licht dat een winterteelt (zaaien in de
herfst) tot betere resultaten leidt, dit
zal daarom nu uitgetest gaan wor
den. De verwachting bestaat dat bij
een winterteelt het gewas twee keer
zoveel massa krijgt als bij een voor
jaarsteelt. In het praktijk perceel te
Overijssel geeft de akkermoeras
bloem overigens betere resultaten,
onder meer omdat het gewas daar
twee keer beregend is. In het Zeeuw
se perceel is geen chemische on-
kruidbestrijding toegepast, wel vrij
veel wiedwerkt. Uit onderzoek van
het PAGV lijken er perspektiefvolle
middelen tegen onkruid aanwezig te
zijn. De zaadzetting liet nog te wen
sen over. Door het plaatsen van bij
enkasten zou hierin verbetering kun
nen optreden.
In Amerika wordt de akkermoeras
bloem al op kommerciële basis ge
teeld. Dat is daar echter alleen mo-
Louis van Soest in het gewas crambe.
gewas enigszins gelegerd is