Aardappelen kunnen met kwart
minder stikstof toe
Uitbreiding maatregelen
aardappelmoeheid (AM)
Rassenbericht aardappelen
J^odemJ
i
CLM onderzoekt veiligheid
bij gewasbescherming
Slapende bieten
Opbrengst neemt niet noemenswaardig af
Nitraatgehalte aardappelen levert geen
problemen op
Meer aardappelen
in Duitsland
Aardappelen kunnen met 25% minder stikstof toe, zonder dat de op
brengst sterk wordt beïnvloed: de knolopbrengst zal gemiddeld
slechts twee procent lager zijn. Terwijl volgens de huidige (advies-
bemesting de EG-norm voor de maximaal toelaatbare nitraatkon-
centratie in grondwater dat voor drinkwater wordt gebruikt, wordt
overschreden, is dat niet het geval als de stikstofbemesting met 25
procent wordt verlaagd. Een en ander blijkt uit promotieonderzoek
van ir. J.J. Neeteson van het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid
(IB) te Haren.
Neeteson heeft de resultaten van zijn
onderzoek beschreven in het proef
schrift "Bepaling van de behoefte
aan kunstmeststikstof van aardappelen
en suikerbieten", waarop hij op 2
augustus aan de Landbouwuniversi
teit promoveert. De promotie vindt
plaats in het Internationaal Agra
risch Centrum tijdens het elfde In
ternational Plant Nutrition Collo
quium dat van 30 juli tot en met 4
augustus in Wageningen wordt ge
houden. Dit is een internationale bij
eenkomst die door ruim 200 deskun
digen uit binnen- en buitenland zal
worden bijgewoond. Met de resulta
ten kunnen nieuwe bemestingsadvie
zen voor aardappelen worden op
gesteld.
De laatste jaren is de nadruk van het
bemestingsonderzoek veel meer ko-
BEME3TING
ATMOSFEER
Stikstof in het bodem/plant
systeem. De grootte van de pijltjes
geeft een indruk van de orde van
grootte van toevoer en afvoer.
men te liggen op de effekten van de
verschillende bemestingssystemen en
-hoeveelheden op het milieu, terwijl
het eerder vooral om zo hoog moge
lijke opbrengsten ging. Aardappelen
bleken forse stikstofgiften nodig te
hebben om maximale opbrengsten te
halen, maar lang niet alle stikstof
werd door het gewas opgenomen.
Daarom werden de gegevens van de
proefvelden, die de basis vormen
van de huidige stikstofbemestings-
adviezen voor aardappelen en sui
kerbieten opnieuw bewerkt. Nage
gaan werd of er naast de bodem-
voorraad minerale stikstof nog an
dere faktoren zijn die de reaktie van
de gewassen op stikstofbemesting
bepalen. Gebleken is nu dat ook de
grondsoort en recent toegediende
dierlijke mest de stikstofbehoefte
van de gewassen duidelijk beïn
vloedt. De behoefte bleek hoger te
zijn op zandgronden dan op zwaar
dere gronden en was lager wanneer
recent organische bemesting was
toegediend.
Nitraatuitspoeling
Omdat zich niet alleen tijdens het
groeiseizoen stikstof in de bodem
bevindt, kan nitraatuitspoeling bij
aardappelen plaats vinden in het
voorjaar in de periode tussen het
tijdstip waarop wordt bemest en het
tijdstip waarop het gewas stikstof
begint op te nemen. Dat kan echter
ook in het najaar en de winter na de
teelt van de aardappelen het geval
zijn omdat aardappelen relatief veel
Bericht voor telers van voortkwe-
kingsmateriaal, zoals bloembollen,
boomkwekerijgewassen, vaste plan
ten enz.
Regels teelt
voortkwekingsmateriaal
Voor de bestrijding van de aardap-
pelmoeheidsziekte is in Nederland
een aantal wettelijke regels van
kracht.
Eén van deze regels is het verbod op
het telen van voortkwekingsmateri
aal zonder een verklaring van de
Plantenziektenkundige Dienst (PD).
Deze verklaring wordt afgegeven als
door de PD bij grondmonsteronder-
zoek geen besmetting van het aard-
appelcysteaaltje is aangetroffen
Deze regeling heeft tot doel de ver
spreiding van aardappelmoeheid
(AM) tegen te gaan en de afzet van
voortkwekingsmateriaal te bescher
men. Ze geldt sinds 1968. Ondanks
de wettelijke regels en de bestrijdings-
inspanningen van het bedrijfsleven
heeft de ziekte AM zich zodanig uit
kunnen breiden dat de teelt en afzet
van vele land- en tuinbouwgewassen
in gevaar komt. In verband hiermee
worden de regels verscherpt.
Verscherping maatregelen op
besmette grond
Als bij het grondmonsteronderzoek
een besmetting van het aardappel-
cysteaaltje wordt geconstateerd,
wordt geen PD- verklaring afgege
ven. Tot op heden werd echter geen
besmetverklaring opgelegd. Dit ver
andert met ingang van 1 september
1989.
Na deze datum zal ingeval van het
vinden van een AM-besmetting bij
het grondmonsteronderzoek ten be
hoeve van een verklaring een
besmetverklaring volgen. De
besmetverklaring houdt in dat de
teelt van al het voortkwekingsmate
riaal en de teelt van AM-vatbare aard
appelrassen is verboden. Dit ver
bod geldt voor een periode van 12
jaar. Door de teelt van AM-
resistente aardappelrassen en/of het
uitvoeren van grondontsmettingen
kan de duur van het teeltverbod
worden bekort.
Aanvragen van verklaring
Bij het aanvragen van een verklaring
dient dus in het vervolg rekening te
worden gehouden mét het feit dat in
geval van een besmetting met aar
dappelmoeheid een besmetverkla
ring volgt. De besmetverklaring van
de grond heeft niet alleen voor de
Lagere Belgische
aardbeienoogst
Enkele weken geleden waren de Bel
gische oogstverwachtingen voor
aardbeien nog zeer optimistisch. De
droogte van een paar weken terug
heeft hier echter een streep doorge
trokken. De vollegrondsproduktie
raamt men nu op slechts 15.000 ton
oftewel een kwart kleiner dan in
1988. Ook verwacht men kleinere
produkties bij de diverse andere
zachtfruit soorten.
Over het nitraatgehalte van de
aardappelen zelf is onderzoek ge
daan door ir. C.M.J. Vencken
(IBVL) en ir. A. Veerman
(PAGV). De konklusies van hun
onderzoeken laten zien dat het
nitraatgehalte van aardappelen
gemiddeld tussen de 100 en 200
mg per kg aardappelen ligt. De
gemiddelde dagelijkse aardappel
consumptie in ogenschouw geno
men vormen aardappelen géén
probleem voor de volksgezond
heid, de bijdrage van aardappe
len en aardappelprodukten aan
de dagelijkse opname is ongeveer
20% (daarentegen spelen aardap
pelen wél een belangrijke rol in
de vitaminen- en mineralenvoor-
ziening van de Nederlandse be
volking)!
Binnen een partij is de variatie
van het nitraatgehalte tussen de
knollen onderling zeer groot.
Daarom hangt de totale onnauw
keurigheid van de meting groten
deels af van het aantal geanaly
seerde knollen. Indien men het
nitraatgehalte van een partij
aardappelen wil bepalen is het
zinvol om minimaal 30 knollen
(kwart knol) te nemen.
Het nitraatgehalte van aardappe
len hangt af van diverse factoren
waarvan bemesting één van de
belangrijkste is.
J.J. Neeteson
nitraat in de bodem achterlaten. Op
basis van gegevens over de stikstof
huishouding in de grond en de reak
tie van aardappelen op stikstof wer
den met behulp van een speciaal
daarvoor ontwikkeld rekenmodel
met de computer berekeningen uit
gevoerd om het effekt van stikstof
bemesting op de uitspoeling van ni
traat te voorspellen. Daaruit bleek in
het voorjaar alleen onder extreem
natte omstandigheden uitspoeling
van kunstmeststikstof plaats te
vinden.
De berekeningen lieten ook zien dat
na de teelt van aardappelen onder
normale omstandigheden nitraat
zich in de bodem ophoopt bij
stikstofgiften die hoger zijn dan 200
kg per ha. En als de bodem veel
stikstof kan mineraliseren (dus om
zetten van organische stikstof in mi
nerale stikstof) treedt er reeds bij
stikstofgiften hoger dan 100 kg per
ha ophoping van nitraat op.
Het is te verwachten dat de huidige
adviezen voor suikerbieten en gra
nen niet behoeven te worden aange
past, omdat de kans dat er zich bij
deze gewassen nitraat in de bodem
ophoopt gering is, of met andere
woorden, ze benutten de beschikba
re stikstof beter.
Het Centrum Landbouw en Milieu
voert dit jaar een onderzoek uit naar
de veiligheid bij het werken met ge
wasbeschermingsmiddelen. Aan het
onderzoek wordt deelgenomen door
ca. 75 werknemers in drie sektoren:
akkerbouw (inklusief loonwerkbe-
drijven), boomkwekerijen en hove
niersbedrijven.
De deelnemers is gevraagd geduren
de het hele spuitseizoen een 'Log
boek gewasbeschermingsmiddelen'
bij te houden dat speciaal voor het
onderzoek is ontworpen. Zo kunnen
de onderzoekers een nauwkeurig
beeld krijgen van de middelen waar
mee wordt gewerkt, hoe ze precies
worden toegepast en onder welke
omstandigheden dit gebeurt. Uit het
onderzoek zal ook duidelijk moeten
worden hoe de veiligheid op bedrij
ven kan worden verbeterd. Het mi
nisterie van Sociale Zaken en Werk
gelegenheid financiert het onder
zoek. Het CLM verwacht dat vol
gend voorjaar de resultaten van het
onderzoek bekend zullen zijn.
Nieuwe uitgave 'Weet wat u doet'
Voor werknemers én ondernemers
die geregeld werken met gewasbe
schermingsmiddelen heeft het CLM
het boekje 'Weet wat u doet' - over
veiliger werken met gewasbescher
mingsmiddelen opnieuw uitge
bracht. Veel aandacht wordt besteed
aan de praktische mogelijkheden om
veiliger te werken. Ook de rechten
en plichten van werkgevers, werkne
mers en andere medewerkers komen
aan de orde.
De brochure kan worden besteld
door f 15,over te maken op giro
rekening 4204713 of Raborekening
39.42.82.388 t.n.v. het CLM te
Utrecht o.v.v. "Weet wat u doet".
'teelt van voortkwekingsmateriaal,
maar ook voor de teelt van aardap
pelen, gevolgen. In verband met de
benodigde tijd voor het onderzoek
dient de PD-verklaring tijdig (ten
minste zes weken) voor de aanvang
van de teelt te worden aangevraagd.
Formulieren zijn verkrijgbaar bij het
districtskantoor van de PD.
Voor nadere informatie kan men
zich wenden tot het districtskantoor
van de PD. In het Zuidwesten is die
gevestigd op de Vughtstraat 30 te
Roosendaal (tel. 01650 - 37753)
Bij het RIVRO is een rassenbericht
verschenen over aardappelen. Hierin
wordt een overzicht gegeven van de
rassen die in 1988 werden beproefd,
tenzij het onderzoek in 1989 niet is
voortgezet. Van de rassen die in
1987/1988 werden onderzocht op de
geschiktheid voor de verwerkende
industrie wordt een beschrijving ge
geven van enkele kwaliteitseigen
schappen voor de verwerking tot
friet, chips en gedroogd produkt. De
rassen zijn overigens in drie katego-
rieën ingedeeld in het rassenbericht:
konsumptieaardappelen, aardappe
len voor de verwerkende industrie en
fabrieksaardappelen. In de 'Naam
lijst van A.M. resistente aardappel
rassen' 1989 zijn alleen die rassen
opgenomen waarvoor in 1988 keu
ring is aangevraagd. Deze rassen zijn
vermeld met hun AM-
resistentietype. Een aantal belangrij
ke raseigenschappen is in de rasbe
schrijvingen opgenomen (ook in ta
belvorm).
Het rassenbericht is verkrijgbaar bij
het RIVRO te Wageningen, tel.
08370-79111. Voor aanvullende ge
gevens wordt verwezen naar de be
schrijvende Rassenlijst voor Land
bouwgewassen 1989, verkrijgbaar
bij Leiter-Nypels b.v. te Maastricht.
In deze rassenlijst zijn dit jaar voor
het eerst de rassen Concorde, Elles,
Liseta, Minerva, Timate en Van
Gogh opgenomen.
.-K v:' -
De droogte van de afgelopen weken gaat nu duidelijk zijn sporen nala
ten bij de suikerbieten. Veel percelen op de hogere Westbrabantse
zandgronden, "slapen" overdag en pleksgewijs ook 's nachts zodat de
groei eruit is. De wortel ontwikkelt zich slecht, maar de gehaltes aan
suiker en droge stof lopen op. Is zo 'n perceel aangetast door het bie-
tencystenaaltje dan zorgt droogte voor zware schade.
Volgens mededelingen van het Duit
se ministerie van Landbouw is het
areaal aardappelen ten opzichte van
209.000 ha. Het betreft een voorlopige
raming.
De gemiddelde ha-opbrengsten aan
vroege aardappelen in Belgie stelden
dit jaar sterk teleur. De oorzaak is
de te lang aangehouden droogte. Be
tere opbrengsten verwacht men van
de grovere aansluitende rassen, die
vnl. bestemd zijn voor de verwer
kende industrie. Een ietwat krappe
voorziening deze maand wordt niet
geheel onmogelijk geacht. De invoer
van vroege aardappelen overtreft de
bescheiden uitvoer.
Frankrijk
Uit Bretagne is momenteel weinig
aanbod in vroege aardappelen te
verwachten. Belangrijke hoeveelhe
den vroege aardappelen werden naar
Engeland afgezet. Deze dagen is
aanvoer uit het departement Nord te
verwachten, waar men rekent op ha-
opbrengsten tussen de 13 en 15 ton.
Vrijdag 21 juli 1989
9