Nieuwe premie-regeling voor stierenmesters Bossen langs de beken moeten natter en schoner Imker schrijft boekje over Varroa-mijt Fransen kiest kanaal Oss boven Zuid-Willemsvaart Handleiding voor beheerders bossen Noord-Brabant PAGV-jaarverslag 1988 geeft goed beeld van praktijkonderzoek Biggen kunnen zich binnenkort weer in de modder wentelen - Afname varkensstapel stokt Inspectie Milieuhygiëne hanteert 'milieu-thermometer' PAGV verslag 'Klassifikatievoorstel plantesoorten, kuituurgewassen, rasgroepen en teeltvormen' Stierenmesters kunnen jaarlijks voor maksimaal 90 stieren een EEG- premie aanvragen. De premie per dier bedraagt 40 ECU. Dit onder meer staat in de nieuwe Uitvoerings beschikking EEG-premie rund vleesproducenten 1989, die onlangs in werking is getreden. De nieuwe beschikking is ten opzichte van de oude op een aantal punten gewij zigd. Zo kon voorheen bijvoorbeeld voor maksimaal 50 stieren een pre mie worden toegekend en bedroeg het uit te keren bedrag 25 ECU (1 ECU is ongeveer ƒ2,30). Om voor de nieuwe premie in aan merking te komen moet de stieren- mester verklaren dat hij de dieren waarvoor hij de premie vraagt, ge durende de laatste twee maanden voor de slacht heeft aangehouden. Op de bijlage bij het aanvraagfor mulier moeten de levensnummers van de bedrijfschets of de oormerk- nummers van het registratieformu lier worden vermeld. Hiermee is de verplichting om de stieren voor de aanvang van de aanhoudperiode aan te melden en van oormerken te voor zien, komen te vervallen. Wel moet de mester aantonen dat de stieren waarvoor hij een premie aanvraagt, zijn geslacht. Dit kan hij doen aan de hand van de originele, op zijn naam gestelde nota van het slacht huis. Uit deze nota moet de slacht- datum, een koud geslacht gewicht van minstens 200 kg en het geslacht van het rund blijken. Als de dieren niet op eigen rekening of naam van de mester bij het slacht huis worden aangeleverd, bijvoor beeld via een tussenhandelaar, krijgt de mester geen originele nota. In dat geval kan een zogenoemde slacht huisverklaring worden overlegd. Per kwartaal kan gedurende de laat ste maand éénmaal een aanvraag worden ingediend. In afwijking hier van kunnen aanvragen voor het tweede en derde kwartaal van 1989 in augustus en september worden in gediend. De mester die in aanmerking wil ko men voor de premie is verplicht om een bedrijfsboekhouding bij te hou den, waaruit onder meer duidelijk valt op te maken in welke periode hij de dieren waarvoor hij de premie aanvraagt heeft aangehouden en op welke datum de runderen zijn aan- en afgevoerd. Valse aangiftes Indien het aantal dieren bij kontrole kleiner blijkt te zijn dan het aantal waarvoor de mester premie heeft aangevraagd, krijgt hij geen premie uitbetaald. Indien blijkt dat de mester doelbewust voor een te groot aantal dieren een aanvraag heeft in gediend, dan wordt hij 12 maanden van deelname aan de premieregeling uitgesloten. Wanneer het verschil tussen de dieren waarvoor premie is aangevraagd en de dieren die werke lijk blijken te zijn aangehouden slechts gering is en er geen sprake is van doelbewuste vervalsing, wordt voor het aantal subsidiabele dieren de premie verlaagd met 20%. Aanvraagformulieren en slachthuis verklaringen kan men vanaf 3 juli 1989 bij de Districtsburohouder afhalen. Broekbossen, de karakteristieke moerasbossen van de zandgronden worden ernstig bedreigd door ver vuiling en verdroging. Toch zijn er goede mogelijkheden om de bedrei gingen het hoofd te bieden en nieu we bossen tot ontwikkeling te bren gen. Dit schrijft de Natuurbescher- mingsraad in een advies, getiteld: Beekbegeleidende broekbossen. Broekbossen komen voor op natte plekken langs de beken van Oost- en Zuid-Nederland, dat wil zeggen in de beekdalen, direkt langs de oevers van de beken. Zij zijn een belangrijk leefgebied voor vogels, amfibieën, vlinders en voor vissoorten. Ook zijn deze bossen een toevluchtsoord voor tal van plantesoorten. Er zijn twee belangrijke bedreigin gen voor de broekbossen. Ze verdro gen door diepe ontwatering in de omgeving, door grondwateronttrek king en door beekkanalisatie. De vervuiling neemt toe door aanvoer van meststoffen, bijvoorbeeld via de beek of via het grondwater. De raad adviseert een groot aantal maatregelen om bestaande broek bossen veilig te stellen en nieuwe bossen te ontwikkelen. Een belang rijk punt is het herstel van dë na tuurlijke waterhuishouding, waar door de broekbossen vaker overstro men en de kwaliteit van het water verbetert. De raad denkt, dat dit kan worden verwezenlijkt, zonder de landbouwproduktie in de omgeving wezenlijk aan te tasten. Wél zal de bemestingsintensiteit op landbouw gronden in de beekdalen moeten ver minderen. In de moderne veehouderij is er geen kans meer voor een varken, dat zich knorrend van genoegen in de modder wil wentelen. De dieren lopen er schoongepoetst bij. De Flevohof gaat daarin ver andering brengen. Er is in de om geving van de grote plas met het bergland in wording, een biggen berg aangelegd. De varkens kun nen zich hier verstoppen in gan gen maar zich ook wentelen in de modder. De Flevohof gaat de biggenberg voorzien van een ko lossaal modderbad. Het attraktiepark wil bewijzen, dat vieze varkens anders dan het spreekwoord doet vermoeden, best wel vet worden. Overigens, wat de klus betreft, het varkentje is op een oor na gewassen. Flevohof direkteur Piet Steltman bij de biggenberg in aanleg Ten opzichte van begin april vorig jaar is het totaal aantal varkens met ruim één procent verminderd tot 13,8 miljoen stuks. In het daaraan voorafgaande jaar bedroeg de daling nog 3,5%. De grootste afname was 8 te zien bij het aantal biggen bij de zeug. Dit aantal verminderde met 78 duizend dieren (-3,2%) tot bijna 2,4 miljoen. Het aantal mestvarkens is licht gedaald met 0,8%. Het totaal aantal fokvarkens nam af met 21 duizend stuks (-1,3%). Dit blijkt uit een steekproefonderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Imker Siebe Lijftogt heeft een boek je geschreven getiteld 'Het kwetsba re bestaan van de Varroa-mijt'. Hierin beschrijft hij op een aanste kelijke manier hoe een imker tot het inzicht komt hoe, onder goede le vensvoorwaarden, de bijen heel goed voor zichzelf kunnen zorgen en vitaal genoeg zijn om iets tegen de Varroa-mijt te kunnen doen. "Wil de bijenvolken zijn toch ook in staat de Varroa-mijt te weerstaan", zo was zijn uitgangspunt. Of het boekje een doorbraak is in de bestrijding van de Varroa-mijt, zal de tijd moe ten leren. Het is verkrijgbaar door 22,50 over te maken op Rabo rek.nr. 32.79.48.752 t.n.v. Lagra uitgeverij o.v.v. "Varroa-mijt". Het boekje kost in Het Bijenhuis te Wagéningen 19,50. Mengvoederbedrijf Fransen uit Erp, producent van rundvee-, varkens en pluimveevoeders, gaat een grondstoffenhal en laad- en losvoor- zieningen bouwen aan het Burg. Deelenkanaal in Oss. Tegelijk heeft het bedrijf besloten om een optie op een stuk industriegrond aan de Zuid- Willemsvaart in Veghel te laten val len. Direkte aanleiding voor deze keuze is de geringe kapaciteit en het uitblijven van herstel en vergroting van het Oostbrabantse kanaal. Fransen produceert op dit moment 135.000 ton mengvoeders per jaar en zoekt al langer naar een lokatie aan vaarwater, ook omdat de produktie de komende jaren zeker nog zal stij gen. Volgens de heer G. van Berlo van het Erpse bedrijf is de aanvoer per vrachtwagen al lang niet meer rendabel. Keuze niet moeilijk Volgens Van Berlo was de keus niet zo moeilijk: in Veghel kan 400 ton per schip worden aangevoerd, in Oss tot 2000 ton. Dat scheelt financieel enorm veel. Toen ook TNO advi seerde om in Oss te bouwen, was de zaak snel beklonken. Veevoedergi gant Cehave kampt in Veghel al ja ren met hetzelfde probleem. Ook dat bedrijf heeft enkele jaren geleden een mengvoederfabriek in Oss geopend. Volgend jaar gaat de bouw van de grondstoffenhal en de overslagvoor zieningen in Oss van start. De provincie Noord-Brabant heeft de brochure "Overlevingsstrategie voor Noordbrabantse bossen" uit gegeven. Het betreft hier een prakti sche handleiding voor beheerders en eigenaren van bossen. "De inspanningen van de provincie zijn er op gericht zo snel mogelijk de uitworp van verzurende stoffen te verminderen. Het zal echter duide lijk zijn dat maatregelen aan de bron niet van vandaag op morgen te reali seren zijn. Vandaar dat tijdelijke be heersmaatregelen nodig zijn om het Brabantse bos in stand te houden", aldus de provincie. In het kader van het Aktieprogram- ma Bestrijding Verzuring van de provincie Noord-Brabant heeft Bos- bureau Wageningen BV opdracht gekregen een overlevingsstrategie te ontwikkelen voor door verzuring aangetaste bossen. De resultaten van dit onderzoek zijn kort samengevat in deze brochure. De brochure geeft een overzicht van de vitaliteitsproblematiek van de bossen in Noord-Brabant en biedt tevens een leidraad - een overle vingsstrategie - om op een systemati sche, op het beheer gerichte wijze het vitaliteitsprobleem aan te pak ken. Stap voor stap wordt aangege ven hoe de bosbeheerder de toestand van het bos kan inschatten en be heersmaatregelen op de ernst van de situatie kan aanpassen. Daarbij is rekening gehouden met verschillen de doelstellingen van bosbeheer en verschil in beschikbaar budget. De Inspectie Milieuhygiëne heeft een "thermometer" ontwikkeld, met be hulp waarvan mede kan worden ge meten hoe het staat met het milieu beleid in een gemeente. Aan de hand van de criteriabeleid, planning, or ganisatie, externe contracten en re sultaten, kan worden beoordeeld in welke fase het gemeentelijk milieu beleid zich bevindt. Dit instrument is ontwikkeld om de doelstelling van de inspectie, het be vorderen van een milieuhygiënisch verantwoord bestuur en beheer, be ter te kunnen bereiken. Dit staat in het zojuist verschenen jaarverslag over 1988 van de Inspectie Milieuhy giëne. Ook dit jaar blijkt weer dat de stankproblematiek in de praktijk een van de belangrijke vormen van hinder is. De Regionale Inspecties proberen te bevorderen dat via de in strumenten op grond van de Wet op de ruimtelijke ordening, zoals bestemmingsplannen en streekplan nen toekomstige milieuhygiënische knelpunten worden voorkomen. En kele inspecties bemerken bij de advi sering hierover een toenemende druk om industriële bestemmingen toe te laten op plaatsen of op afstanden van andere bestemmingen die mi lieuhygiënisch ongewenst zijn. Het zojuist verschenen PAGV- jaarverslag 1988 biedt veel informa tie over het praktijkonderzoek in de akkerbouw en de groenteteelt in de vollegrond in 1988. Mede door de automatisering in de agrarische sektor, is er de laatste ja ren steeds meer behoefte aan unifor me indelingen van bepaalde soorten basisgegeven. Binnen de akker bouw, vollegrondsgroenteteelt en bloembollenteelt waren de gehan teerde indelingen vaak niet volledig en bovendien niet op elkaar afge stemd. Met name op het gebied van registratie, teelt- en bedrijfsbegelei- ding en bedrijfsvergelijking kan het indelingssysteem goed van pas ko men zoals dat uitgewerkt is in PAGV-verslag nr. 82: Klassifikatie voorstel plantesoorten, kuituurge wassen, rasgroepen en teeltvormen'. U kunt dit verslag - ruim 100 bladzij den - bestellen door ƒ10,— over te maken op Postbankrekening nr. 2249700 van het PAGV in Lelystad, met vermelding van: 'verslag nr. 82'. De ondernemers in de land- en tuin bouw krijgen steeds meer te maken met het zich meer moeten richten op de markt en hogere eisen ten aanzien van het milieu. Het PAGV- onderzoek speelt in op deze situatie, zonder de ekonomische aspekten te negeren. De resultaten in het PAGV- jaarverslag zijn daarom gerang schikt rondom de volgende thema's: Kwaliteitsverbetering; Invloed van de kosten op de produktie en het be- drijfsresulaat; Bouwplanproblemen; Assortimentsverbreding; Bedrijfs systemen; De invloed van produktie op het milieu; De toepassing van in formatica; Aktuele knelpunten. Het PAGV-jaarverslag biedt hier mee ruim 125 bladzijden waardevol le, aktuele informatie over praktijk gericht onderzoek in de akkerbouw en de groenteteelt in de vollegrond. U kunt dit boek los bestellen door ƒ15,— over te maken op postreke ning 2249700 van het PAGV in Le lystad, met vermelding van 'Jaar verslag 1988'. De PAGV-abonnees hebben het jaarverslag al ontvangen. Vrijdag 16 juni 1989

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 8