KI Oost en Zuid zetten Zweedse roodbonten in Aankoopprijzen voor gepremieerde mest in Noord- Brabant omhoog Geschiktheidsverklaring mestbassins voor 17 bedrijven Inkomen melkveehouder stijgt in periode 1988-1989 opnieuw PVV stelt ruimer uitgavenniveau '89 voor KI Zuid en KI Oost hebben na een gezamenlijke studiereis naar Zwe den, waarbij de mogelijkheden van het rode Zweedse ras voor de Ne derlandse roodbontpopulatie zijn onderzocht, besloten om vijf van de beste Zweedse roodbonte fokstieren in Nederland in te zetten. De bevindingen in Zweden waren, volgens Twan Goossens van KI Zuid, zodanig positief dat deze beslissing zonder enige twijfel kon worden genomen. Door de inzet van vijf van de beste Zweedse roodbonte stieren kan naar de mening van de beide KI-blokken de genetische kracht van dit ras onder Nederlandse omstandigheden worden be paald. Daarmee kan inzicht worden verkregen in het konkurrentieni- vo ten opzichte van andere in Nederland gebruikte roodbonte stieren. Wanneer men de geschiedenis van de Zweedse roodbonte bestudeert, komt men tot de konklusie, dat in Zweden al in een zeer vroeg stadium van moderne fokkerijtechnieken ge bruik werd gemaakt. Reeds in 1952 is een aanvang gemaakt met nako- melingenonderzoek, terwijl tien jaar later één van de eerste Zweedse kom- puters werd ingeschakeld om fok waarden van stieren te berekenen. Voordeel daarbij was, dat de voor uitgang in de fokkerij in Zweden niet werd gehinderd door tradities. Het fokprogramma, ontdaan van franje en gericht op ekonomie en ge- bruikskenmerken, kreeg bovendien snel aanhang bij de Zweedse vee houders Resultaat bleef daardoor niet uit. In de bekende Polen-proef deden de Zweedse zwartbonte, gefokt volgens dezelfde principes als de Zweedse roodbonte, al van zich spreken. In de vervolgvergelijkingsproef in Is raël hoefden de Zweedse zwartbonte zelfs niet onder te doen voor nako melingen van Canadese en Ameri kaanse Holstein-Friesian stieren. De Zweedse fokkerijdeskundigen hebben hierna, ondanks de voor hen gunstige uitslag in de vergelij- kingsproeven, toch volop voor de in breng van Holstein-Friesian genen uit Noord-Amerika gezorgd. De snelle genetische vooruitgang van de huidige HF-populatie, waarvan op dit moment jaarlijks wereldwijd dui zenden stieren van goede kwaliteit. Opvallend is verder het fijne en har de beenwerk met de beste harde klauwen. De haarkleur is meestal egaal rood. Praktijkproef De vele positieve punten zijn reden geweest voor de KI-blokken Oost en Zuid om konkrete afspraken met twee Zweedse KI-verenigingen te maken voor een gezamenlijke prak tijkproef in Nederland, waarbij vijf van de beste Zweedse roodbonte fokstieren als proefstier zullen wor den ingezet. Er blijven, ondanks de genoemde positieve aspekten, im mers altijd een aantal vragen on beantwoord. Zo is produktie altijd een kombina- tie van genetische aanleg en milieu. Zweedse veehouders kombineren bijvoorbeeld het houden van koeien bijna altijd met akkerbouw. Hier door beschikken zij in verhouding tot de Nederlandse veehouder over grote hoeveelheden krachtvoer van goede kwaliteit. De vraag is daarom gerechtvaardigd, of de Zweedse roodbonte ook onder Nederlandse omstandigheden eenzelfde hoge pro duktie weten te realiseren. Ook de vraag of de Nederlandse Red-Holstein-Friesian stieren kun nen konkurreren met de Zweedse roodbonte stieren is een onbeant woorde vraag. Immers door gebruik te maken van de snelle genetische vooruitgang van de zwartbonte HF- populatie middels het grootmoeder programma kan in Nederland de produktie-aanleg van de RHF- proefstieren ook internationaal ge zien op een hoog peil worden ge bracht. Een vergelijkingsproef zal hierin duidelijkheid kunnen ver schaffen. Een voldoende groot aantal stieren zal daarom een fokwaarde in zowel Nederland als Zweden moeten krij gen. Reden voor KI Zuid en KI Oost om positief te reageren toen men door de Zweedse KI-vereniging Se- minavel en S.ö.S. werd benaderd om medewerking te verlenen aan een rassenvergelijkingsproef. De KI- vereniging Seminavel, onder andere eigenaar van de huidige Zweedse topstier Vastanas, besloot als eerste Zweedse KI-vereniging van het kou de stierenprogramma over te stap pen naar een systeem, waarbij de fokstieren in leven blijven. Dit ini tiatief is later door de KI-vereniging S.ö.S. gevolgd. Een ruimere sperma- voorraad was uiteraard het gevolg van dit besluit van de beide Zweedse KI-verenigingen. Seminavel en S.ö.S. zijn daardoor nu in staat om een hoeveelheid sper ma van hun beste fokstieren tegen produktiekosten buiten de Zweedse landsgrenzen beschikbaar te stellen. In Nederland kunnen hierdoor de le den van KI Zuid en KI Oost profite Een koppel Zweedse roodbonte koeien in de wei Tabel 1: produktie 1988 ras aantal kg melk %vet eiwit kg vet kg eiw. kg vet eiw. roodbont 233.019 6550 4,33 3,47 284 227 511 zwartbont 1555.522 6790 4,09 3,43 278 233 511 ren van dit initiatief. Zonder ekstra kosten en geheel op vrijwillige basis staat het sperma van de top van de roodbonte Zweedse fokstieren tot hun beschikking. Produktie-aanleg Uit Zweedse gegevens blijkt dat de gemiddelde produktie van de Zweedse roodbonte nauwelijks ver schilt met die van de Zweedse zwart bonte (zie tabel 1). Het is daarom ge rechtvaardigd om te stellen dat ook de Zweedse roden een hoge aanleg voor melkproduktie hebben. On langs werd dit bovendien vanuit een andere hoek bevestigd. In de Bul gaarse FAO- rassenvergelijkingsproef, waar de produktie van negen roodbont- populaties onderling is vergeleken, geven de eerste resultaten namelijk aan dat de Zweedse roodbonte als hoogste uit de bus gaat komen. Naast produktie heeft men in Zwe den altijd veel oog gehad voor ge- bruikskenmerken. Er is veel aan dacht besteed aan zaken als verbete ring van het geboorteverloop en de vruchtbaarheid. Een tamelijk uniek systeem, waarbij de dierenartsen alle behandelingen centraal melden, ligt hier mede aan ten grondslag. De gemiddelde hoogtemaat van de Zweedse roodbonte is vergelijkbaar met het MRY-nivo in Nederland. Qua gewicht zijn de Zweedse dieren 80 tot 100 kilogram lichter dan de MR Y-koeien. In de achterhand is met name de bespiering wat licht. Het uierbeeld is gemiddeld zonder twijfel goed: funktioneel, duurzaam. Minne Hovinga Het Bestuur van de Stichting Lande lijke Mestbank heeft vanwege geste gen vervoerskosten besloten om de aankoopprijzen van drijfmest in de kwaliteitspremieregeling te verhogen voor de provincies Noord-Brabant, Gelderland en Utrecht. De aankoopprijzen zijn de kosten De kosten na de tariefsverhoging: (exkl. B.T.W., kortingen en toeslagen) Mestsoort Droge Aankoop Kwaliteits- Netto stofgehalte prijzen premie kosten Varkens 7- 8% 15,- ƒ2,50 12,50 drijfmest 8- 9% 7 15,- ƒ4,- H.- 9 - 10% ƒ15,- ƒ5,50 9,50 10 - 11% 15,— ƒ7,- 8,- 11% en meer 15,— ƒ8,50 6,50 Pluimvee- 12- 13% 15,— 3,50 11,50 drijfmest 13 - 14% ƒ14,- ƒ4,50 9,50 14 - 15% 13,— ƒ5,50 7,50 15% en meer 13,— 6,50 6,50 Rundvee- 9-11% 11.— 2,50 8,50 drijfmest 11% en meer ƒ10,- ƒ3,50 6,50 Deze week (donderdag) is aan een aantal producenten en leveranciers een geschiktheidsverklaring voor mestbassins uitgereikt. Onder de 17 bedrijven bevinden er zich twee uit het zuiden, te weten Brako uit Odilia- peel en De Lange's Betonindustrie uit Waalwijk. Het eerste bedrijf le vert een silo met binnenhoes van kunststoffolie en een wandkonstruk- tie van stalen netten met kunststof platen. De Lange levert een silo van geprefabriceerde betonelementen. Op 2 juni vond in het gebouw van de Bond van Fabrikanten van Beton- waren in Woerden de officiële uitrei king plaats van de eerste KOMO- 16 certificaten 'Betonelementen voor mestbassins'. Deze certificatenrege- ling kwam tot stand in overleg met AGRAB, de vereniging van fabri kanten van agrarische beton waren. De certificaten, afgegeven door KI- WA NV, zijn uitgereikt aan o.m. de producenten De Lange uit Waalwijk en Swaans trilbeton uit Heeze. Met deze certificaten en de geschikt heidsverklaringen is een belangrijke stap gezet in de kwaiiteitsborgings- keten. Prefab mestopslagsystemen zijn niet meer weg te denken uit de agrarische wereld. Zij dragen bij tot het zo noodzakelijk 'opschonen' en beheersen van het milieu. voor de veehouder. In Noord- Brabant neemt de aankoopprijs voor pluimvee- en varkensdrijfmest toe met 1,per m3. Met de verho gingen worden de aankoopprijzen in de drie provincies gelijk. De wijzi gingen zijn geldig vanaf 12 juni jl. Opnieuw heeft een gemeente in het Oostbrabantse mestoverschotgebied een vergaande maatregel genomen ter bescherming van het milieu. De gemeente Vierlingsbeek geeft in het vervolg geen vergunningen meer af voor de vestiging van nieuwe bedrij ven, die verantwoordelijk zijn voor de uitstoot van ammoniak. Enige uitzondering op deze regel is, dat de gemeente nog wel wil meewer ken aan verhuizing van een bestaand bedrijf, als dit moet plaats maken voor woningbouw of wegaanleg. In alle andere gevallen worden vergun ningen geweigerd. Deze maatregel is één van de aktiepunten in de milieu notitie, die b. en w. na de vakantie aan de raad willen voorleggen om de verzuring van het eigen bosgebied te gen te gaan. Wellicht kunnen ook bedrijven die verder dan 500 meter liggen van een kwetsbaar natuurgebied. Ook mag een volwaardig bedrijf nog uitbrei den, als de eigenaar het voor de uit breiding benodigde mestquotum kan kopen van een ander bedrijf binnen de gemeentegrenzen. De gemeente zal de komende jaren extra aandacht besteden aan voor lichting over milieuzaken. Ook zeld zame dieren en planten krijgen daar bij aandacht. Binnen het Maasheg- gengebied worden met name de das sen beschermd. Het inkomen van de Nederlandse melkveehouder lijkt over het boek jaar 1988-1989 opnieuw fors te stij gen. Het netto-overschot van twintig weidebedrijven, die de boekhouding laten verzorgen door het Buro voor Ekonomisch Onderzoek (BEO) in het Noordhollandse Sint Pancreas, blijkt per bedrijf gemiddeld zelfs met 8.181 gulden te zijn gestegen tot een positieve netto-winst van 12.024 gulden. Het netto-overschot is hier mee drie keer zo hoog als in het voorgaande jaar. Bovendien is er sprake van een positieve winst, een fenomeen dat in het begin van de ja ren tachtig vrijwel onmogelijk was. Gemiddeld blijkt een inkomen van ruim honderdduizend gulden dit boekjaar daarom zeker geen utopie te zijn. De resultaten van de twintig bedrij ven (tien in Noord-Holland, vijf in Utrecht, vier in Friesland en één in Zuid-Holland) zijn te weinig om ver gaande konklusies te trekken. Wel is er sprake van een goede geografische verdeling. De resultaten geven daar om zeker een richting aan, waarin de kosten en opbrengsten in de rund veehouderij de laatste twee jaar naar toe zijn gegaan. Duidelijk wordt dat er nog steeds forse verschillen zijn tussen de ver schillende bedrijven. Zo liep het netto-overschot in de periode 1988-1989 tussen het bedrijf met het hoogste en het laagste netto overschot bijna anderhalve ton uit een: van 59.330 gulden negatief tot 89.825 gulden positief. De financiële situatie van verschil lende fondsen van het Produktschap voor Vee en Vlees (PVV) zijn, na vaststelling van de jaarcijfers 1988, aanleiding om aan het PVV-bestuur voor te stellen de feitelijke uitgaven voor het lopende jaar rondweg 1,4 miljoen groter te laten zijn dan aan vankelijk was voorzien. Bij de vaststelling van de begroting voor dit jaar waren de feitelijke inkomsten en uitgaven over 1988 nog niet bekend. Nu de saldi van verschillende fond sen in de mei-vergadering hoger ble ken te zijn dan toen was te voorzien, wordt voorgesteld het uitgavenni veau te verruimen. Naast de sedert 1 januari jl. aange gane verplichtingen door het PVV- bestuur voor een verhoogde bijdrage voor de Stichting Informatieverwer king Varkenshouderij voor de ont wikkeling van een varkenspestenstof en voor het indammen van het optre den van de varkensziekte Aujeszky, betreft dit extra uitgaven ten bedrage van 800.000, Voorgesteld wordt nu in principe gel den beschikbaar te houden ter mede financiering van een KI- en automa tiseringsproject in de schapensector ten bedrage van 80.000,voor sa neringsactiviteiten in de var kensslachterij sector van 125.000 en voor aanvullende projecten van het Voorlichtingsbureau Vlees ten bedra ge van 200.000,Voorts wordt voorgesteld opnieuw een aparte PVV-reserve in te stellen ter financie ring van activiteiten in geval van er nstige calamiteiten van 100.000, Vrijdag 16 juni 1989

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 16