Tegengas bij beleid overheidsplannen yikcAC 2_ coo SE BISllQr^. zuidelijke landbouw maatschappij Hoofdbestuur op ekskusie: Telers gevraagd; markt vollegronds groenten en fruit nog niet verzadigd Nuttig werkbezoek Milieu-inspanning Fnuikend VERVOLG PAG. 10 [Ml VRIJDAG 9 JUNI 1989 77e JAARGANG NO. 3976 land- en tuinbouwblad Niet voor de hele sektor maar zeker voor een niet onaan zienlijk aantal akkerbouwers zijn er in het Zuidwesten nog mogelijkheden om de inkomenscapaciteit van het bedrijf te vergroten. Het gaat hierbij met name om de teelt van (vollegronds) groenten en fruit. De uitnodigin gen van de veilingen en de konservenindustrie liggen er. Een en ander is gebleken op een werkbezoek dat het hoofdbestuur van de ZLM woensdag 31 mei t/m vrijdag 2 juni heeft gebracht aan Cebeco-Zuidwest in Sirjans- land, de veiling ZHZ te Barendrecht, het Agrarisch On derwijs Centrum (AOC) te Dordrecht, HAK conserven BV te Giessen, de groente- en fruitverwerkende industrie SVZ te Etten-Leur, de Suiker-Unie te Breda, en in België de zuivelindustrie Inco te Beveren/Kallo en het Bloe- menbedrijf Floriac te Lochristi. Kennismaking met markt en afzet stonden centraal. Im mers marktgerichtheidd komt voor de agrarische pro- duktie steeds nadrukkelijker in beeld. Na afloop kon duidelijk worden vastgesteld dat het doel, namelijk een discussie tot stand te brengen tussen hoofdbestuur en vertegenwoordigers van afzet en verwerking, duidelijk was geslaagd. De uiterst plezierige ontvangsten hebben daar ook toe bijgedragen. ZLM-voorzitter de heer H.C. van der Maas sprak in een korte evaluatie niet alleen van een zeer geslaagd maar nog meer van een uiterst nuttig werkbezoek» "We zijn een aantal keren duidelijk gekonfronteerd met de markt, met een kopersmarkt wel te verstaan. We hebben ook ge- konstateerd dat er voor velen nog grote en kleine moge lijkheden zijn om het bedrijf verder in de diepte uit te bouwen. We hebben ook gehoord dat trefwoorden daar bij zijn: samenwerking, kwaliteit, ondernemerschap en durf om wanneer er een gedegen plan is ook risicodra gend kapitaal te investeren". Hij deed een beroep op de hoofdbestuursleden om ieder in eigen verantwoordelijk heid in het kringgebied ook soortgelijke initiatieven te ontwikkelen. "U kunt ook met een bus naar bijvoor beeld de veiling gaan..." (zie voor uitvoerig verslag pag. 12 en 13). "Het is van het grootste belang dat door de landbouw organisaties tegengas wordt gegeven t.a.v. de in de Structuurnota-landbouw, het Natuurbeleidsplan en het Nationaal Milieubeleidsplan opgenomen overheids- voornemens. Haast is geboden omdat op onderdelen men wellicht toch nog publiek tot besluitvorming wil komen voordat een nieuw kabinet zal zijn geformeerd. Voor wat betreft de milieudoelstellingen kan daartoe als tegenhanger het Milieuaktieplan van het Land bouwschap ingezet worden. Een plan, waarin ver gaand de nek wordt uitgestoken om de doelstelling van een veilige, duurzame en concurrerende landbouw binnen een redelijke termijn te kunnen verwezenlijken. Ook voor wat betreft de structurele aspecten van de overheidsplannen zal -vóór september - het Land bouwschap één front moeten trachten te vormen naar de Nederlandse politiek!! Deze oproep deed de voorzit ter van de ZLM maandag 5 juni jl. in zijn openings woord bij de maandelijkse vergadering van het hoofd bestuur van de ZLM in het Landbouwhuis te Goes. Volgens de heer Van der Maas zullen de drie be leidsplannen, indien ze omgezet worden in wettelijke maatregelen, zeer verstrekkende negatieve gevolgen hebben voor de concurrentiekracht en de bestaansmo gelijkheden van de diverse land- en tuinbouwsectoren in ons land. Binnen de ZLM zal nog deze maand een en ander besproken worden in de diverse commissies. In een van de komende bestuursvergaderingen zal dan het de finitieve commentaar van de ZLM worden vastgesteld. De voorzitter achtte het echter opportuun om nu al en kele opmerkingen te maken, om landelijk in te bren gen. In zijn algemeenheid wordt, zo zei hij, - vergele ken met industrie, autoverkeer en consument - van de land- en tuinbouwsector een onevenredig zware milieu-inspanning geëist. Een beperking van gemiddeld 10 a 20% van de bruto inkomenscapaciteit zal tot ge volg hebben dat gemiddeld over alle land- en tuin bouwsectoren een EXTRA 30% van de bedrijven ge doemd zal zijn te verdwijnen. Van de berekende 1 mil jard (op jaarbasis) die de milieu-inspanningen voor de Nederlandse land- en tuinbouw zullen kosten, zal de overheid volgens hem dan ook een aanmerkelijk groter deel dan de voorgenomen 400 miljoen voor haar re kening dienen te nemen. De voorzitter zei verder van mening te zijn dat de totale milieudoelstelling voor de land- en tuinbouw daarenboven teruggebracht zal moeten worden tot een meer harmoniserend niveau met de EG-doelstellingen. "Gelijke EG-prijzen, doch ongelijke milieu-eisen zijn onaanvaardbaar in verband met de aantasting van de concurrentiepositie. Het is immers een fabeltje dat boeren en tuinders milieu kosten door zouden kunnen berekenen in de prijs van de consument". De zowel in het Milieubeleidsplan als in de Landbouwstructuurnota verwoorde dreiging van produktiebeperking is uit den boze, aldus de voorzitter. Een dergelijk beleid leidt, in verband met de internatio nale concurrentie, binnen de kortste keren tot de on dergang van een sector: "Er is geen tussenweg tussen groeien of stoppen en dat ontgaat de niet- ondernemers in maatschappij en parlement klaarblij kelijk". De voorzitter plaatste vervolgens enkele kanttekenin gen in detail: - reductie van gewasbeschermings- en bemestingsvor- men moet technisch en economisch haalbaar zijn. Het Landbouwschap komt in zijn Milieuaktieplan voor wat betreft gewasbeschermingsmiddelen op een maximale reduktiemogelijkheid van 30% in 10 jaar. (inclusief grondontsmetting). De landbouwstructuurnota eist een reduktie van 50% (excl. grondontsmetting). Grond- ontsmetting zou bovendien binnen 10 jaar vrijwel ge heel uitgebannen moeten zijn. "Deze eisen missen ie dere realiteit met betrekking tot de technische haal baarheid. Onderzoek, veredeling en biotechnologie hebben hun tijd nodig om economisch rendabele alter natieven te bieden". - De beperking van de ammoniak-emissie zal volgens de Structuurnota in het jaar 2000 tot minimaal 70% geëffectueerd moeten zijn. In het Landbouw schapsplan komt men vooralsnog tot een uiterste doelstelling van 50%. Ook hier houdt de overheid geen rekening met de tijd die nodig is voor technisch moge lijke aanpassingen. - Heffingen op kunstmest en gewasbeschermingsmid delen (zoals gelanceerd in de Structuurnota) zullen fnuikend werken op de concurrentiepositie van met name de akkerbouwsector, en ook een zeer demotive rende invloed hebben op de "milieu-wil" van boeren en tuinders. Goede wil dient beloond te worden, niet afgestraft. Heffingen zijn daarom uit den boze. Stimu leringspremies voor extra milieu-inspanningen zijn het enig juiste alternatief. - Bouwplan- en extensiveringsvoorschriften in de plantaardige produktie, grondgebondenheidsverplich- ting voor rundveehouderij, alsmede de dreiging van een verdere inkrimping van de mestquota voor de in tensieve veehouderij, zullen bedrijfsgrootte- en bedrijfs ontwikkelingsbevriezing en zelfs bedrijfsinkrimping tot gevolg hebben. In verband met de daardoor desas treuze aantasting van de internationale concurrentie positie zal alles in het werk gesteld moeten worden om dergelijke bijkomende "quoteringsmaatregelen" te voorkomen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 1