Landbouw moet fors investeren
GESLAAGD MET RONILAN.
Applaus voor het Zeeuwse Boerenbroodplan
Nationaal Milieubeleidsplan:
Uitgangspunt: duurzame ontwikkeling
Samenstellers Milieubeleidsplan achten
ingrijpende beslissingen noodzakelijk
Schimmelziekten remmen peulvruchten in
hun ontwikkeling naar volwassenheid. Daar
om is er Ronilan® van BASF. Voorkomt
Botrytis in erwten. Uw leverancier weet exact
hoe u met BASF een hogere opbrengst kunt
realiseren.
Ill HOU DE GROEI ERIN. MET BASF. BASF
De landbouw moet de komende jaren omvangrijk investeren in mi
lieuvoorzieningen. Nu wordt jaarlijks 300 miljoen gulden geïn
vesteerd, op de langere termijn wordt dat 750 miljoen per jaar. Daar
naast is voor de mestverwerking nog een bedrag van 330 miljoen per
jaar nodig. De ekstra kosten per jaar van de milieumaatregelen voor
de landbouw t.o.v. 1988 worden voor 1994 op 930 miljoen gulden ge
schat. Via heffingen op (kunst)mest en bestrijdingsmiddelen wordt in
1994 90 miljoen bijgedragen. Via de algemene milieuheffing Wabm-
nog eens 175 miljoen, zodat de landbouw zelf in 1994 665 miljoen
gulden ekstra moet opbrengen. Wanneer daarbij de verhoging van de
energiekosten (diesel, Wabm-heffing)wordt gerekend, bedraagt de
totale ekstra bijdrage t.o.v. 1988 816 miljoen gulden. In 1988 bedroe
gen de totale milieukosten 460 miljoen. Deze forse stijging rechtvaar
digt een belangrijke bijdrage van de overheid.
Mineralenbalans
Voor het gehele landbouwareaal
wordt voor 2000 een evenwichtsbe-
mesting van stikstof en fosfor be
reikt. Voor stikstof is een strikt
evenwicht niet te realiseren door de
mobiliteit van de stof. Voor stikstof
blijven voor het milieu aanvaardba
re verliezen bestaan.
Om het evenwicht te bereiken moet
ieder bedrijf een mineralenbalans
voeren zodat het verschil tussen in
name en afgifte van mineralen zo
klein mogelijk wordt. Bij bemesting
wordt niet meer fosfor aan de grond
toegevoegd dan het gewas kan opne
men. De bemesting met stikstof mag
het grondwater niet aantasten om
vervuiling van het drinkwater te
voorkomen. Mestverwerking en de
eksport van het eindprodukt moeten
milieuhygiënisch verantwoord wor
den gerealiseerd.
Redukties
De uitstoot van ammoniak moet in
2000 met 70 procent t.o.v. 1980 wor
den teruggedrongen. Dat betekent in
2000 een uitstoot van 70 kiloton per
jaar. In de gevoelige gebieden met
veel intensieve veehouderij, zoals de
Peel en de Gelderse Vallei, zijn
ekstra inspanningen nodig om de re-
duktie te halen.
In 2000 is het gebruik van bestrij
dingsmiddelen tot de helft terugge
bracht. Middelen die schadelijk zijn
voor het milieu worden dan hele
maal niet meer toegelaten. Zware
metalen en andere voor het milieu
ongewenste stoffen in veevoer wor
den teruggedrongen tot de minimale
hoeveelheid die een dier nodig heeft.
In verband met de klimaatsverande
ring wordt ernaar gestreefd de effi
ciëntie van het energieverbruik in de
glastuinbouw t.o.v. 1980 met 50
procent te verhogen.
Akties doelgroep landbouw
- Het realiseren van oplossingen
voor de mestoverschotten die ont
staan door de aanscherping van de
mestregels.
- Bevordering van de akseptatie van
dierlijke mest in de akkerbouw door
invoering van een kwaliteitscerti-
fikaat.
- Het oprichten van mestverwerkings
installaties: gestreefd wordt naar
een capaciteit van 5 tot 7 miljoen
ton in 1984, 10 miljoen ton in 1996
en 20 miljoen ton in 2000.
- Meerjarenafspraken voor de aan
pak van de ammoniakemissies, het
aktieprogramma mineralen en zware
metalen in veevoer en het meerjaren
plan gewasbescherming.
- Duidelijk maken welke bijdrage de
boeren zelf kunnen leveren om de
milieuproblemen op te lossen. Hulp
middelen hierbij zijn: proef- en
voorbeeldbedrijven, studieklubs, de
monstraties en geautomatiseerde
milieumanagement- en milieuzorg
systemen.
Akties overheid
De overheid geeft samen met het
landbouwbedrijfsleven vorm aan de
meerjarenafspraken door het sluiten
van konvenanten en door afspraken
over onderzoeks-, voorlichtings- en
onderwijsinspanningen voor de rea
lisatie van de geïntegreerde teelt
systemen.
- Voor de bemesting wordt er in eer
ste instantie uitgegaan van de huidi
ge regulering, gebaseerd op de fos
faatnormen. Deze regulering wordt
zonodig uitgebreid met normen, ge
baseerd op stikstof, normering van
het kunstmestgebruik en regels voor
het bedekt houden van de bodem.
- Vanaf 1991 wordt het direkt onder
werken van dierlijke mest op bouw
en maisland verplicht gesteld, de uit-
rijtijden worden verder beperkt.
Voor grasland worden technieken
verplicht die de emissie beperken.
- Vanaf 1991 moeten alle mestbas-
sins die na juni 1986 zijn gebouwd,
worden afgedekt. Daarvoor krijgen
de boeren subsidie. Die krijgen ze
ook voor voorzieningen in de stallen
om de ammoniakuitstoot te be
perken.
- Voor de gevoelige gebieden wordt
onderzocht hoe de versnelde verzu
ring is af te remmen. Gedacht wordt
aan emissiebestrijding en bedrijfs-
verplaatsing.
- De mineralenbalans wordt nog dit
jaar geïntroduceerd. Als blijkt dat
deze balans een goed instrument is
om de verliezen van mineralen in het
milieu tegen te gaan, wordt deze in
1994 ingevoerd, afgestemd op de be
staande mestboekhouding.
Als dat de doelstellingen niet worden
gehaald, wordt het beleid ver
scherpt. Daarbij wordt onder andere
gedacht aan volume-maatregelen.
De veestapel mag in geen geval
groeien. Zou de latente ruimte bij de
veehouderij worden opgevuld, dan
wordt gekort op de ruimte voor die
ren zoals die in december 1986 is
vastgesteld.
De toestand van het milieu is buiten
gewoon ernstig. Ondanks verbete
ringen op deelterreinen verslechtert
de situatie nog voortdurend. Ingrij
pende beslissingen, die iedereen zul
len raken zijn daarom onvermijde
lijk. In het Nationaal Milieube
leidsplan (NMP) geeft de regering
aan hoe en met welke middelen zij
die strijd wil aangaan. Ook maakt
het NMP duidelijk welke bijdrage
aan duurzame ontwikkeling wordt
verwacht van elke maatschappelijke
sector en groepering. Een positieve,
actieve opstelling van iedereen in de
samenleving is noodzakelijk om een
schoon milieu te realiseren.
Oorzaken milieuproblemen
Inde eerste plaats worden milieupro
blemen veroorzaakt door het open
breken of veranderen van stofkring
lopen, die zich op de verschillende
schaalniveaus afspelen..
In de tweede plaats worden milieu
problemen veroorzaakt door een
steeds groter energievebruik, met
name van fossiele energiebronnen.
De directe gevolgen hiervan zijn toe
nemende emissies van verzurende
stoffen en van kooldioxide (broeikas
effect) en van toenemende af
valstromen. De indirecte gevolgen
zijn wellicht nog groter: de activitei
ten die door een vergroot energiever
bruik mogelijk worden leiden zelf
weer tot toenemende emissies.
In de derde plaats leidt de nadruk op
kwantitatieve aspecten van produk-
tie en consumptie ertoe dat de kwali
tatieve aspecten zijn verwaarloosd.
Dit leidt tot versnelde groei van de
hoeveelheid afval en snellere uitput
ting van grondstoffen.
Oplossingsstrategie
Het antwoord in het NMP op al deze
oorzaken en problemen is feitelijk
gelegen in het uitgangspunt van het
NMP: Duurzame Ontwikkeling.
Belangrijke elementen in dit uit
gangspunt zijn integraal keten
beheer, energie-extensivering en
kwaliteitsbevordering.
Integraal ketenbeheer is gericht op
het zoveel mogelijk sluiten van stof
kringlopen en het beperken van
emissies en afvalstromen. Energie
extensivering is behalve voor het al
gemene uitgangspunt van zuinig om
gaan met grondstoffen, ook nodig
ter beperking van de C02-uitstoot,
die een van de oorzaken is van het
broeikaseffect.
Dit wordt bereikt door een lager
energieverbruik, een verbetering van
Terwijl de smog zich boven Den
Haag ophoopte, werd in het ge
bouw van de Raad van State, op
26 mei jl. het Nationaal Milieu
beleidsplan gepresenteerd. In het
kader van de feestelijke presenta
tie kreeg het Zeeuws Agrarisch
Jongeren Kontakt de gelegenheid
om z'n boerenbroodplan te etale
ren. Het plan was met 3 andere
milieuvriendelijke ideeën uitver
koren om als voorbeeld te dienen
van wat het milieuplan beoogt,
nl. de duurzame ontwikkeling
van de aarde en van alles wat
daarop leeft.
Het boerenbroodplan houdt, zo
als bekend, in dat akkerbouwers
over enige jaren de mogelijkheid
krijgen om op gangbare bedrij
ven milieuvriendelijker baktarwe
te telen; van deze tarwe kan een
gegarandeerd boerenbrood ge
maakt worden.
Voor zo'n brood zal de consu
ment een meerprijs moeten
betalen.
Volgens velen uit binnen- en bui
tenland is het Nationaal Milieu
plan een "historische" nota. De
nota richt zich op een algehele
schoonmaak en schoonhouden
van het milieu. Uit de vele reac
ties blijkt dat het hier om een
prijzenswaardig initiatief gaat.
Immers elke Nederlander heeft
baat bij een gezond en schoon
leefmilieu. Over de inhoudelijke
intenties bestaan dan ook geen
meningsverschillen. Wel bestaan
er grote verschillen in inzicht
over hoe dit ambitieuze plan be
taald moet worden. Het overgro
te deel van het plan zal - daar is
de politiek het over eens - door
het bedrijfsleven gefinancierd
moeten worden. De regering
hanteert duidelijk het principe:
"de vervuiler betaalt".
De industrie staat er op dit mo
ment - over het algemeen - finan
cieel niet slecht voor. Bovendien
kunnen de meeste industrietak
ken in Nederland een gestegen
kostprijs doorberekenen aan de
de energie-efficiëncy en meer ge
bruik van duurzame energie (zon,
wind, e.d.).
Het streven naar duurzame ontwik
keling betekent ook het werken aan
op duurzaamheid gerichte technolo
gische ontwikkelingen. Voortschrij
dende normstelling (oftewel een
planning in de tijd van steeds stren
gere voorschriften) is de eerst aange
wezen weg deze mogelijkheden te
realiseren. Ook bij de ontwikkeling
kopers van hun produkten. In de
landbouw - en zeker in de akker
bouw - is dat geheel anders:
Offensief
In de akkerbouw heerst een crisis
als gevolg van o.m. de dalende
graanprijzen. Tevens is het in de
akkerbouw nauwelijks mogelijk
om gestegen kostprijzen door te
berekenen aan de afnemers van
landbouwprodukten. Dit weten
de, kregen de agrarische jonge
ren van het Zeeuws Agrarisch
Jongeren Kontakt onlangs de uit
nodiging om aanwezig te zijn bij
de presentatie van het Nationaal
Milieu-beleidsplan. Dit plaatste
hen voor een dilemma: naar Den
Haag of bij wijze van demonstra
tie afwezig blijven.
De discussie in het ZAJK leidde
tot het besluit om wel te gaan:
"We hebben een goed offensief
landbouwplan, waar ze in Den
Haag van moeten weten", zo
werd gezegd. Met het ZAJK-
boerenbroodplan gesymboliseerd
in 250 bolussen en een super
groot "boerenbrood" togen jon
geren naar Den Haag.
van nieuwe technologieën is de me
dewerking van de doelgroepen
cruciaal.
In het NMP wordt aangekondigd
het wettelijk instrumentarium te ver
beteren. Het beginsel de vervuiler
betaalt, wordt strakker uitgewerkt
en de regelgeving wordt beter ge
schikt gemaakt voor handhaving.
Voor milieugevaarlijke situaties
wordt risico-aansprakelijkheid inge
voerd.
Positieve reakties
Éénmaal in Den Haag aangeko
men, bleek eens te meer, dat het
boerenbroodplan op veel sympa-
tisanten kon rekenen. Vele geno
digden gaven een positieve reac
tie op het plan. Voorzitter
Doornbos van het Landbouw
schap gaf aan trots te zijn op dit
landbouwinitiatief.
Minister Nijpels bevestigde zijn
sympathie voor het plan, door
het ZAJK-plan te betitelen als
een van de beste milieu
initiatieven uit de voorbije maan
den. Zo hebben de landbouwers
weer een keer de mogelijkheid
gehad om kenbaar te maken dat
de milieuproblemen serieus geno
men worden, maar dat deze pro
blemen niet aangepakt moeten
worden via niet-ingrijpbare
milieu-dictaten.
Het Zeeuws Agrarisch Jongeren
Kontakt zal bij het ministerie van
VROM financiële middelen wer
ven voor een zeer gedegen onder
zoek naar het boerenbroodplan.
Bij cadeaux als een "bloemetje
en een schilderijtje" mag het niet
blijven.
Het boerenbroodplan werd o.m. gesymboliseerd door dit supergrote
boerenbrood, opgediend door Jeanette Vermuë en Wim Kuyper.
Links een voorlichter van VROM.
8
Vrijdag 2 juni 1989