Mengen van bestrijdingsmiddelen in Derde stikstofgift niet te laat geven BASF BESCHERMD MET CORBEL. PAGV teelthandleiding 'Teelt van droge erwten' Schimmelziekten kunnen het vroegtij dige einde betekenen van uw kostbare graangewassen. Met Corbel® van BASF voorkomt u dit gevaar. Geeft de meeste blad- en aarziekten geen kans. Uw le verancier weet precies hoe u met BASF een hogere opbrengst kunt realiseren. Tarwe heeft per ton kleine 25 kilo N nodig Bij de toepassing van bestrij dingsmiddelen wordt nogal eens de vraag gesteld of menging van be paalde middelen mogelijk is. De re den hiervoor is duidelijk. Immers wanneer op een bepaald tijdstip meerdere bespuitingen noodzakelijk zijn, geeft menging een duidelijke werkbesparing, omdat meerdere toe passingen in één werkgang worden uitgevoerd. Een groot aantal midde len kan ook zonder bezwaar ge mengd met andere worden toege past. In een aantal gevallen wordt een mengsel van 2 of meer middelen duidelijk geadviseerd voor een vol doende brede werking. Bij de onkruidbestrijding werken een aantal middelen slechts specifiek tegen een aantal onkruiden. Men ging van middelen is dan vereist ter verbreding van de werking. Het mengsel kan afgestemd worden op het te bestrijden onkruidsortiment op het betreffende perceel. Zijn een groot aantal middelen in derdaad goed mengbaar, toch zijn niet alle middelen zonder meer met elkaar te mengen. In de eerste plaats zijn twee toepassingen soms toch dusdanig verschillend, dat het tijdstip niet geheel samenvalt. Bij menging wordt dan het ene middel te vroeg of het andere middel te laat voor een optimale werking toege past. Wanneer voor de ene toepas sing veel water en voor de andere weinig water vereist is, geeft men ging vaak een onvoldoende resul taat. Menging van middelen kan soms ook een ongewenste reaktie veroorzaken, waardoor de werking van één of beide middelen minder wordt. Ook kan menging schade aan het gewas veroorzaken door een he viger werking, wat dan vaak tot ui ting komt in verbranding van het blad. Mengingen die onbekend zijn of waarmee geen enkele ervaring bestaat kunt u beter achterwege la ten. Enige terughoudendheid is hier wel op zijn plaats. Houdt u in ieder geval aan de voorschriften of aan wijzingen van de fabrikant. Bij het mengen van bestrijdingsmid delen geldt een aantal hoofdregels - Bodemherbiciden zijn in het alge meen onderling goed mengbaar ter verbreding van de werking tegen di verse onkruiden. - De meeste bodemherbiciden zijn ook mengbaar met kontaktherbici- den als Reglone of Finale bij toepas sing kort voor opkomst- - Groeistoffen zijn onderling goed mengbaar, evenals de bladherbici den ioxynil, bromoxynil, bentazon e.a. - Fungiciden zijn onderling goed te mengen, wanneer de bestrijding van meerdere schimmelziekten op het zelfde tijdstip valt. - Fungiciden en CCC zijn goed te mengen met groeistoffen en of groeistofkombinaties. - Insekticiden in het algemeen niet mengen met herbiciden of fun giciden. - Vloeibare meststoffen als urean en ureum beter niet mengen met bestrij dingsmiddelen. - Magnesiumsulfaat (bitterzout) en mangaansulfaat en ook de chelaten hiervan niet mengen met bestrij dingsmiddelen in verband met kans op ernstige bladverbranding. Met betrekking tot specifieke toe passingen is nog het volgende op te merken: De toevoeging van kontakt- herbiciden als dinoseb aan het mid del bentazon geeft een veel heftiger werking, die bij de peulvruchten al leen door erwten wordt verdragen. Luisbestrijding in bieten en aardap pelen vraagt een gerichte aanpak. Toepassing met veel water en tijdens warm weer tegen de avond in een aparte werkgang geeft een beter re sultaat. Bestrijding van bladluis in de granen HOU DE GROEI ERIN. MET BASF. en preimotje in zaaiuien kan wel ge lijk met een bespuiting tegen schim melziekten worden toegepast. Van een groot aantal te mengen pro- dukten zijn ook fabrieksmatige sa mengestelde kant en klare produk- ten op de markt. De toevoeging van olie aan herbiciden geeft bij de meeste produkten een heftige wer king te zien. Enerzijds betekent dit een betere onkruidbestrijding, an derzijds sneller kans op gewasscha- de. Pas hiermee op en houd terdege rekening met de grootte van het ge was en de mate waarin het gewas af gehard is. Ook de formulering of samenstelling van een middel is van belang. Zo geeft menging van bestrijdingsmid delen en mangaansulfaat met para- thion vloeibaar grote kans op blad verbranding. Bij gebruik van para- thion spuitpoeder geeft menging geen problemen. Ook gelden nog enkele beperkingen ten aanzien van het effekt van een bespuiting kort na een vorige toepas sing van een bepaald middel. In de bietenteelt dient tijdens de opkomst parathion tegen trips bijvoorbeeld toegepast te worden na de onkruid bestrijding op dat tijdstip en niet an dersom in verband met kans op schade aan de bieten. Ook de middelen tegen grasachtigen in bieten als Fervinal of Fusilade Agral LN toepassen na de bespuiting tegen breedbladigen en dan nog een tussentijd van ongeveer een week in acht nemen. Mengen van middelen tegen grasachtigen en breedbladige onkruiden in de bietenteelt moet in principe afgeraden worden, omdat het optimale spuittijdstip voor beide middelen zelden gelijk is. De bedrijfsvoorlichter bij het CAT - Goes, ing. A. Bakker Hoogproduktieve gewassen hebben veel stikstof nodig. Bij tarwe kan ge makshalve gesteld worden, dat per ton korrel een kleine 25 kilo stikstof nodig is. Voor een korrelopbrengst van 9 ton per hektare is derhalve meer dan 200 kilo N per hektare no dig. Afhankelijk van de bodemvoor- raad aan minerale stikstof moet al gauw 150 a 180 kilo N per hektare als kunstmest gegeven worden. Een dergelijke stikstofbemesting wordt geadviseerd in drie keer te ge ven. De eerste twee giften bevorde ren c.q. beïnvloeden de uitstoeling en aarontwikkeling zodanig, dat een gunstig gewasbestand met voldoen de aren wordt verkregen. De laat toegediende derde stikstof gift dient ervoor het gewas zo lang mogelijk groen te houden, zodat gunstige voorwaarden voor de korrelvulling en derhalve voor de korrelopbrengst worden geschapen. Tijdstip In verband met legering moet met de derde stikstofgift worden gewacht, totdat het vlagblad volledig uit de schede te voorschijn is gekomen. Bij een vroegere toediening wordt de strostevigheid (in ongunstige zin) beïnvloed en dit moet worden voor komen. Bij een latere toediening is de opname van stikstof door het ge was minder zeker. Om de stikstof bij de plantenwortels te brengen is vol doende vocht nodig. Een droge (bo vengrond kan de werking van deze gift beperken en de kansen daarop nemen bij een later tijdstip van be mesten toe. In de praktijk wordt de derde stikstofgift vaak wat later dan het vlagbladstadium gegeven (bijvoor beeld bij het te voorschijn komen van de aar). Soms wordt ook later nog stikstof toegediend, soms een vierde gift (de zogenaamde bloeibe- •mesting). Uit onderzoek is echter ge bleken, dat daarmee geen betere re sultaten aangaande korrelopbrengst en eiwitgehalte worden verkregen dan een vergelijkbare éénmalige, derde stikstofgift in het vlagbladsta dium (zie tabel). Hoogte Een gift van 30 a 50 kilo N per hek tare is meestal voldoende om op brengsten van 9 a 10 ton per hektare te bereiken. Het eiwitgehalte in de korrel bereikt daarbij veelal een ni veau van ruim 12 procent. Een ver hoging van de derde gift leidde vrij wel nooit tot duidelijk hogere op brengsten. Alleen wanneer de eerste en de tweede gift wat te krap waren, dan werd met een hogere derde stikstofgift ook een hogere korrelop brengst verkregen. Normaliter blijft een verhoging van de derde stikstof gift beperkt tot een verhoging van het eiwitgehalte. Alhoewel daarmee de kwaliteit van de tarwe verbetert, komt dit in de prijs (nog) niet tot uit drukking. In plaats van een verhoging van de derde gift kan ook gedacht worden aan een deling van deze gift. Daarbij wordt kort vóór of tijdens de bloei nog een deel van de stikstof gegeven, veelal ter verhoging van het eiwitge halte. Deze bemesting kan plaats hebben in korrelvorm (kalkammon- salpeter); in vloeibare vorm (ureum, uraan) mag in verband met bladver branding niet meer dan 20 kilo N per Afhankelijk van de bodemvoorraad N moet al gauw 150-180 kg stikstof per hektare als kunstmest worden gegeven. hektare per keer worden gespoten. Uit de resultaten van meerjarig on derzoek blijkt, dat daarmee geen we zenlijke verschillen worden bereikt dan met een vergelijkbare derde stikstofgift in het vlagbladstadium. Konklusies Voor hoogproduktieve tarwegewas- sen is toediening van een derde stikstofgift uit oogpunt van korrel- opbrengtst gewenst. Daarmee wordt tegelijkertijd in de korrel een aksep- tabel eiwitgehalte bereikt. Om de stikstof goed tot werking te laten ko men, kan deze het best worden toe gediend in het vlagbladstadium (Feekes-stadium 9 a 10). Een gift van 30 a 50 kilo N per hek tare is voldoende; alleen wanneer een hoog eiwitgehalte wordt na gestreefd is een hogere gift nodig. Dit kan zowel bereikt worden door een verhoging van de derde gift, als door een later toegediende vierde stikstofgift. Dr. ir. A. Darwinkel PAGV Lelystad Tabel: opbrengst en eiwitgehalte van de korrel stikstofbemesting PAGV Lelystad: 1985 1988 (ras: Obelisk) bij een toenemende late Stikstofgiften (kg N/ha) korrel eiwit le 2e 3e 4e Totaal opbrengst gehalte - (t/ha) (1%) 80 60 140 8.94 11.3 80 60 40 180 9.27 12.3 80 60 80 - 220 9.45 13.1 80 60 120 - 260 9.36 13.6 80 60 40 40 220 9.45 13.1 80 60 40 40* 220 9.37 13.2 ureum: 2x20 kg N/ha. De 'Teelt van droge erwten', een teelthandleiding van het PAGV, gaat uitgebreid in op alle onderdelen van deze teelt. Veel aandacht wordt besteed aan perceelskeuze en vrucht wisseling, hetgeen door de uitbrei ding van het areaal droge erwten steeds belangrijker is geworden. Zo als gebruikelijk besluit deze teelt handleiding met uitvoerige saldobe rekeningen voor het noordelijk, cen traal en zuidwestelijk kleigebied, het rivierkleigebied, de veenkoloniën en het zuidoostelijk zandgebied. Deze saldoberekeningen zijn een waarde vol hulpmiddel bij de afweging om droge erwten wel of niet in uw bouwplan op te nemen. U kunt de 'Teelt van droge erwten' bestellen door ƒ15,— over te maken op Postbankrekening nr. 2249700, van het PAGV in Lelystad. Wilt u daarbij vermelden: 'teelt droge erw ten'? De PAGV-abonnees hebben deze teelthandleiding al ontvangen. Inschrijving Zeeuwse bedrijven kontaktdagen geopend Het bedrijfsleven in en rond Zeeland wordt deze weken benaderd voor in schrijving op de 5e Bedrijven Kon taktdagen, CONTACTA '89 te Goes. Voor CGNTACTA Goes wordt een toenemende belangstelling gekonsta- teerd van grotere bedrijven, die ook van (ver) buiten Zeeland met eigen stands komen. In veel gevallen zijn deze bedrijven wel middels een vesti ging of verkoopmedewerkers in Zuid-West Nederland vertegen woordigd. CONTACTA wordt georganiseerd in de week na de herfstvakantie, te weten op 23,24 en 25 oktober 1989. Voor inl. tel. 01803- 15588. Vrijdag 19 mei 1989

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 7