Bestrijding van aardappelopslag in diverse gewassen Phytophthorabestrijding in aardappelen BASF GEVORDERD MET BASAGRAN. Mengelingen Bintje De groei van stamslabonen wordt vaak be lemmerd door de woekering van onkruiden. Gelukkig is er Basagran® van BASF. Heeft een effectieve werking tegen vele probleem onkruiden. Uw leverancier weet precies hoe u een hogere opbrengst kunt behalen. Ill HOU DE GROEI ERIN. MET BASF. Er bestaan grote verschillen in de mate waarin kuituurgewassen aard appelopslag beïnvloeden. Gewassen die al vroeg in het voorjaar sterk groeien, zoals wintertarwe, winter- gerst en in de herfst gezaaid gras, kunnen sterk remmend werken op de snelheid van opkomst en op de groei en voortplanting van opslag- planten. Deze gewassen worden nau welijks gehinderd door de opslag tenzij er legering optreedt. Het telen van deze gewassen is daarmee een methode om de besmetting van een perceel met aardappelopslag te ver minderen. Ook zomergranen kun nen dit bewerkstelligen maar enige opbrengstderving is hier niet uit gesloten. Laatsluitende gewassen als suiker bieten, zaaiuien, stambonen en mais kunnen volledig door aardappelop slag worden overwoekerd als een bestrijding achterwege blijft. In deze gewassen is bestrijding dan ook be slist noodzakelijk om een misoogst te voorkomen en om een forse toe name van de besmetting met 't aard- appelcysteaaltje van het perceel te gen te gaan. Na de zachte winter is het te verwachten dat aardappelop slag dit voorjaar spoedig massaal de kop op zal steken. Wettelijke maatregelen Sinds enkele jaren mag aardappel opslag na eind juni niet meer voor komen. Zijn er dan nog veel opslag- planten aanwezig dan kan het per ceel aangemerkt worden alsof er dat jaar een aardappelgewas geteeld is. Dit kan grote gevolgen hebben voor de vruchtwisseling en voor de aard appelteelt op uw bedrijf. Vroege opslagplanten geven geen vermeer dering van het aardappelcysteaaltje. Zij lokken de larven uit de cyste, waardoor er zelfs een zekere afname van cysteaaltjes kan ontstaan, indien de opslagplanten maar tijdig, d.w.z. vóór er nieuwe cysten worden ge vormd, worden vernietigd. Er moet dus alles aan gedaan worden de opslag tijdig te vernietigen. Ook met het oog op phytophthora zijn aard- appelopslagplanten een bron van in- fektie. Granen Van de groeistofkombinaties blijkt naast MCPP het middel Starane in een dosering van 1 liter per ha begint juni toegepast de beste resultaten te geven. Ook is het mogelijk pre- harvest, ongeveer 7-10 dagen voor de oogst wanneer de korrel minder dan 30% vocht bevat, de aardappel- opslagplanten te bestrijden met 4 li ter Roundup in 200-300 liter water. De bespuiting met Roundup doet door de systemische werking de reeds nieuw gevormde knollen we grotten. Graan bestemd voor zaaizaad of brouwgerst mag niet behandeld wor den met Roundup. Suikerbieten, zaaiuien en mais - Een chemische bestrijding met selek- tieve middelen is in deze gewassen niet mogelijk. Een mogelijkheid is om de planten 3 a 4 maal af te schof felen en af te hakken. Een andere mogelijkheid is het bestrijken van de opslagplanten met een 33% oplos sing van Roundup. Dit kan gebeuren met de hand door middel van een onkruidstrijker of "chemische hak". Ook kan een strijkrol worden gebruikt. De opslagplanten dienen minimaal 15 cm hoog te zijn voor voldoende effekt. Deze behandeling zal veelal meerdere malen uitgevoerd moeten worden omdat lang niet alle opslagplanten tegelijk opgroeien en voldoende ver boven het gewas uit steken. Het gewas mag absoluut niet geraakt worden. Door met de rol heen en te rug over dezelfde planten te rijden, wordt de kans op succes groter. Ook kan pleksgewijs een 2% oplossing van Roundup e.a. met de rugspuit worden toegepast. Er worden dan wel gemakkelijk planten van het ge was mede geraakt. Een bespuiting na opkomst in uien met ioxynil of met linuron Ram rod geeft enige werking tegen aard appelopslag. Voor opkomst gewassen Indien vóór opkomst van gewassen of vóór het zaaien van late gewassen als stambonen reeds aardappelop slag boven staat, is dit goed te bestrijden met Roundup of Finale. In erwten, veldbonen en droog te oogsten stambonen is evenals in de granen ook kort vóór de oogst Roundup toegelaten, uitgezonderd bij, de teelt voor zaaizaad. Wortelen In winterwortelen of waspeen bestaat 'n goede mogelijkheid aard- Bestrijden van de opslag in uien door toepassing van een Roundup oplossing een "aangepaste" aanstrijkrol. Aan de onderkant van de rol zijn, precies op rijafstand, schuimrubber rollen aangebracht. appelopslag na opkomst chemisch te bestrijden. Bij 2-4 echte blaadjes van de wortelen kan het middel Dosanex olie met redelijk succes worden toegepast. De dosering bedraagt 2-4 kg Dosanex plus 3-6 liter olie, afhan kelijk van de grondsoort en de ont wikkeling van het gewas. Met enige kans op groeiremming kan deze bêspuiting worden herhaald. Namens de Konsulentschappen voor de Akker- en Tuinbouw in Zuidwest Nederland, ing. A. Bakker, bedrijfsvoorlichter CAT-Goes Hoeveelheid werkzame stof in grammen per ha De laatste jaren zijn er veel problemen geweest met de schimmelziek te Phytophthora infestans in aardappelen. Daardoor is er gedurende het spuitseizoen veelvuldig gebruik gemaakt van Ridomil Delta 47 WP. Dit heeft tot gevolg dat de stammen, die resistent zijn tegen dit middel, zich sterker ontwikkelen. De ziekte is dan niet meer onder kontrole te houden. Het is belangrijk te weten wanneer en hoe deze ziekte zich verspreidt. Dan kan namelijk met de inzet van de juiste middelen een goede bestrijding plaatsvinden. De laatste jaren is op beperkte schaal ervaring opgedaan met middelen zonder tin. Deze er varingen waren zo gunstig dat ze ook in dit artikel behandeld worden. Bij de bestrijding van Phytophthora infestans moeten we een aantal za ken onderscheiden: a. Bestrijding aardappelopslag op afvalhopen. b. Wanneer een bestrijding uit voeren? c. Middelenkeuze. Afvalhopen Waar aardappelafvalhopen zijn moet voorkomen worden dat op die hopen aardappelplanten tot ontwik keling komen want daaruit kan de Phytophthora schimmel zich ver spreiden. Sinds 1986 geldt de regeling dat na 15 april op niet uitgeplante aardap pelen of op afval van aardappelen geen stengels met blad mogen voor komen. Aardappelopslag op afval- hopen kan op verschillende manie ren bestreden worden: - De aardappelafvalhoop afdekken met een dikke laag grond en/of zwart plastic; - De aardappelafvalhoop behande len met Prefix of Casoron korrels. Komt er al groen loof voor dan werkt Prefix of Casoron niet meer. Dan zal, om het loof te doden, regel matig een bespuiting uitgevoerd moeten worden met een 2%-ige oplossing van Roundup of alsnog afdekken met grond of plastic. Bestrijding Aangeraden wordt om de eerste bespuiting uit te voeren op het mo ment dat de planten elkaar in de rij raken. Wanneer dit gebeurt in een periode met aanhoudend droog weer is enig uitstel verantwoord. De late en middenlate rassen op kleigron den, zoals Agria en Irene behoeven pas gespoten te worden als de Bintje percelen al één of twee keer zijn be handeld. De eerste bespuiting dient eerder uitgevoerd te worden indien de ziekte reeds in de buurt is gesigna leerd. De tijdsduur tussen twee opeenvolgende bespuitingen is af hankelijk van: - de groeisnelheid van het gewas; - de heersende weersomstan digheden. Is de groeisnelheid van een gewas groot of zijn de weersomstandighe den voor de schimmel gunstig dan zal er een bestrijding om de 7 dagen uitgevoerd moeten worden. Na ha gel of zware regenval moet er zo snel mogelijk een bestrijding uitgevoerd worden. Zijn de omstandigheden voor de schimmel ongunstig, dus bij droog en schraal weer, dan kan een tussentijd van 14 dagen aangehou den worden. Middelen Bij de keuze uit de verschillende middelen om Phytophthora in festans te bestrijden kan er een on derscheid gemaakt worden tussen preventieve of voorbehoedende mid delen en curatieve of genezende mid delen. De bestrijding van deze ziekte zal er in de eerste plaats op gericht moeten zijn om aantasting te voor komen. "Voorkomen is beter dan genezen!" Preventieve middelen - maneb-fentin Onder normale omstandigheden zijn de maneb-tin bevattende verbindin1 gen de aangewezen middelen. - chloorthalonil maneb (Daconil M) Zachtwerkend voor het gewas, maar duur. Vooral geschikt voor poot- goedteelt. - maneb en/of zineb Zachtwerkende middelen die vooral in aanmerking komen voor de teelt van pootgoed en de eerste bespuitin gen in konsumptie-aardappelen. Curatieve middelen - mancozeb/fentin cymoxanil (AAcuram, Shell Curam) Dit middel heeft een genezende wer king binnen 48 uur na infektie. De aantasting is dan nog niet zichtbaar. Dit middel kan ingezet worden als u door welke oorzaak dan ook na een infektieperiode 1 of 2 dagen te laat bent met spuiten of als er in uw om geving Phytophthora gevonden is maar bij u in het gewas nog niet. - mancozeb cymoxanil (Curzate M, Topper) Dit middel heeft evenals het hier voor genoemde middel een genezen de werking binnen 48 uur na infek tie. Het verschil tussen deze midde len komt het beste tot uiting in bij gaande tabel. Doordat bij deze middelen de fentin ontbreekt zal veel aandacht besteed moeten worden aan het gezond hou- o o c a CS X O B CS c Middel per ha g AAcuram of Shell Curam 2,5 kg 850 100 Curzate M 3 kg 1950 135 Topper 4 kg 2400 100 275 den van het blad en de stengel. Op beperkte schaal is het afgelopen sei zoen hiermee ervaring opgedaan. Het middel Topper lijkt sterker om dat het een grotere hoeveelheid man cozeb als bescherming op het blad achterlaat. Met deze twee middelen zal het komende seizoen meer erva ring opgedaan moeten worden. - maneb/fentin metalaxyl (Rido mil Delta 47 WP) Met metalaxyl worden reeds aanwe zige zichtbare infekties gedood. Het gevaar voor resistentie tegen dit mid del is zo groot dat het alleen in nood gevallen in konsumptie-aardappelen gebruikt mag worden en niet vaker dan twee keer per seizoen. Het beste kan dit gebeuren met een tussentijd van 5-7 dagen. In verband met de ongunstige situa tie van het afgelopen jaar door de ontwikkeling van resistentie tegen Ridomil Delta 47 WP wordt aange raden Phytophthora-verschij nselen door te geven aan de bedrijfsvoor lichter. Die kan dan een monster ne men en het vervolgens later onder zoeken op resistente stammen. ing. A.P. Basting De naam Bintje is in grote mate bekend. Deze bekendheid is door het aardappelras met deze naam. Bintje is in ons land het meest ge teelde aardappelras. Ook inter nationaal gezien geniet dit aard appelras veel bekendheid. Het Bintje komt namelijk in meer dan 10 landen voor op de rassen- lijst voor landbouwgewassen. Voor eksport zowel voor kon- sumptiedoeleinden als voor poot goed is de betekenis van dit ras zeer omvangrijk. De populariteit komt van de vele gunstige gebruikseigenschappen. Deze zijn o.a. de zeer goede op brengst, mooie knolvorm, is vlak- ogig, schilt gemakkelijk, heeft een fijne struktuur en is geschikt voor alle bereidingswijzen in het bijzonder voor de frites en chips bereiding. Het is evenwel zeer vatbaar voor Phytophthora in loof en knol en is niet resistent te gen de aardappelmoeheid. On danks het zeer vele kwekerswerk is er nog geen vervangend ras die haar nummerieke positie aantast. Daar wordt evenwel al jaren aan gewerkt. Bintje is al een oud ras. Het is in 1905 verkregen uit een kruising van Munstersen met Fransen. Bintje is een aloude Friese meis jesnaam. De naamgever, een schoolmeester, gaf het ras de naam van een van zijn scholieres: Bintje. De Friese Maatschappij van Landbouw is reeds in 1892 be gonnen met het kweken en be proeven van nieuwe aardappel rassen. Van 1899 tot 1920 lag het kweekveld voor dit doel in Sua- meer. Voor het kwekerswerk was de heer K.L. de Vries aangesteld. Hij was hoofd van de lagere school in dat dorp. De Vries gaf de afzonderlijke kweekproduk- ten van de zaailingen verkregen in 1905 en waarmee verder werd geteeld namen van kinderen uit de school. Eén daarvan was Bint je van Teade en Minke of offi cieel Bintje Pebesma. Het aard appelras met de naam Bintje is glorieus geworden. Als meisjes naam is Bintje thans zeldzaam. Volgens een verhaal at Bintje Pe- bersma zelf nooit geen aardappe len van het naar haar genoemde ras. Bintje vond de Bintjes niet melig genoeg. J.H. Lantinga Vrijdag 19 mei 1989

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 6