Bestuur KNLC: 'Privo:
nee tenzij'
Runderrassen in Nederland
Mengelingen
Advies aan fruitelersgebruik tijdens
of na de bloei geen Alar meer
A ardappellekkernij
voor de koningin
Gelegenheidsarbeid: KNLC pleit voor invoering 'kruimelvariant' Niet voldaan aan eis geen prijsverlaging
Aantal gevangen
muskusratten stijgt minder
sterk
Vergelingsziekte-
waarschuwingsdienst
In de bestuursvergadering van het
KNLC op 2 mei jl. is uitgebreid
gesproken over de voortgang van de
privatisering van de voorlichting.
Het bestuur was unaniem van me
ning dat de hele privatiseringsopera
tie niet door mag gaan tenzij aan een
aantal randvoorwaarden is voldaan.
Besloten is aan de andere CLO's en
daarna in het Landbouwschap mee
te delen dat het KNLC alleen nog
meedoet aan het proces van privati
sering als aan de gestelde randvoor
waarden is voldaan.
Verder wordt de advieskommissie
privatisering gevraagd aan te geven
wat zij vindt van het door het KNLC
gepresenteerde model. Het KNLC
ziet als de privo op deze wijze door
gaat een niet levensvatbaar geheel
ontstaan. Voorkomen moet worden
dat boeren en tuinders gaan betalen
voor iets dat ze niet nodig hebben.
Uit het nu gepresenteerde model
blijkt dat aan de KNLC-
voorwaarden niet of nauwelijks is
voldaan;
- de overheid wil een belangrijke
vinger in de pap houden. Dit blijkt
onder andere uit de taken van de
provinciale konsulentschappen;
- de voorlichtingsbehoefte bij de
doelgroepen is waarschijnlijk gewij
zigd. De afgelopen twee jaar zijn er
veel voorlichtingsmogelijkheden bij
gekomen, onder andere van partiku-
liere bureaus, koöperaties en de hele
teelttechnische begeleiding. Daarbij
is de behoefte aan voorlichting per
sektor verschillend. Daar is geen
zicht op;
- het takenpakket is niet duidelijk.
Binnen het KNLC is men van me
ning dat de voorlichter niet meer op
de bedrijven komt, maar zich het
merendeel van de tijd bezig zal hou
den met groepsvoorlichting en dat
wil men niet. Het takenpakket is niet
afgestemd op het profijtbeginsel;
- er zijn geen waarborgen dat de
kwaliteit van de medewerkers op
hoog niveau zal komen, mede gezien
de huidige leegloop;
- de toegang tot de kennisbronnen
wordt afgeschermd doordat de IKC
in handen blijven van de overheid,
die. de kennis kan filteren;
- er zijn veel vraagtekens bij de fi
nanciering. De totale kosten zijn
aanmerkelijk hoger dan geraamd.
De sektor moet ruim 35 miljoen gul
den opbrengen. Kollektieve finan
ciering geeft problemen omdat de
ondernemer dan twee keer moet
betalen;
- de informatievoorziening is onvol
ledig. Bijvoorbeeld bij een vergade
ring van de afdeling varkenshouderij
van het Landbouwschap zaten vier
beleidsbeslissingen voor de diverse
diensten en het sociaal statuut dat al
ondertekend was. De landbouwor
ganisaties zijn formeel niet van deze
beslissingen op de hoogte gebracht.
Randvoorwaarden
Het- KNLC stelt de volgende rand
voorwaarden wil deze organisatie
nog steun geven aan de verdere pri
vatisering van de voorlichting:
- er moet uitgegaan worden van
100% profijtbeginsel en de dienst
moet daarop aangepast worden. Met
het bedrag dat de overheid betaalt
voor de privo wordt al kollektief be
taald voor deze nieuwe dienst;
- de invloed van de overheid op de
dienst moet verkleind worden. De
zeggenschap moet veel meer bij de
landbouworganisaties komen te
liggen;
- de zelfstandigheid moet gewaar
borgd worden;
- het takenpakket moet afgestemd
worden op de voorlichtingsbehoef
ten. Die moet eerst onderzocht wor
den, het liefst per sektor;
- volledige toegankelijkheid van de
kennisbronnen door de privo, ook
rechtstreeks van de proefstations en
onderzoeksinstituten. Voorkomen
moet worden dat de informatie aan
de Privo gefilterd wordt door de
overheid;
- kleine doelmatige dienst met hoog
opgeleide medewerkers. Het KNLC
vindt de voorgestelde 700 mensen te
veel. De dienst kan volgens het
KNLC veel kleiner;
- veel betere informatievoorzie
ning. Het blijkt dat op het ogenblik
veel stukken alleen maar bij de sek
toren besproken worden en niet bij
de landbouworganisaties terecht ko
men die uiteindelijk, als alles door
gaan, moeten betalen. Dit wekt
steeds meer wrevel.
Nieuw model
Bij deze randvoorwaarden moet te
vens het voorlichtingsmodel bespro
ken worden zoals dat door de voor
zitter van het KNLC aan de advies
kommissie privatisering is gepresen
teerd. Voeg de IKC en de privo sa
men en laat dat voor 100% financie
ren door de overheid. De groeps- en
massa voorlichting kan dan onder
gebracht worden bij deze nieuwe
IKC's.
Laat de individuele voorlichting aan
de sektor zelf over. Die zorgt dat dat
geregeld wordt. Op veel plaatsen is
dat trouwens al opgepakt. Zorg er
wel voor dat er een direkte verbin
ding blijft bestaan tussen de boeren
en de proefstations en onderzoeks
instituten.
Het bestuur van het KNLC pleit met
betrekking tot het onderwerp gele
genheidsarbeid voor invoering van
de zogenoemde kruimelvariant. Dit
houdt het volgende in:
- arbeidsverhoudingen waarbij het
verloonde bedrag beneden de 1450
gulden blijft niet verzekeringsplich-
tig zijn;
- de kontrolevrijstelling alleen geldt
in de maanden juni, juli en augustus
en voor nader af te bakenen periodes
voor bepaalde teelten (fruit en
asperges);
- in de overige gevallen dus buiten
de genoemde periodes en bij een ho
ger verloond bedrag geldt de omge
keerde bewijslast. Dat wil zeggen in
principe verzekeringsplichting tenzij
men anders kan bewijzen.
Deze variant is eenvoudig en gemak
kelijk uitvoerbaar. Er is geen onge
lijke behandeling naar leeftijd en
sektor en de organisatie kan hulp
verlenen bij beroep van de leden, al
dus het KNLC-bestuur.
Vorig jaar hebben de Zeeuwse mus-
kusrattenbestrijders 14.643 muskus
ratten gevangen, 9 procent meer dan
in 1987. Dat blijkt uit een overzicht
van provinciale waterstaat. In voor
gaande jaren ging het steeds om toe
names met zo'n 40 procent. Voor
zichtig mag dan ook worden gekon-
kludeerd dat de bestrijding vruchten
begint af te werpen. Gehoopt wordt
dat dit jaar - bij gelijkblijvende om
standigheden het aantal vangsten en
de totale populatie afneemt.
Het Centraal Bureau van de Tuin
bouwveilingen (CBT) heeft in een
brief aan de fruitveilingen de fruitte
lers geadviseerd tijdens of na de
bloei geen Alar meer te gebruiken.
Over dit middel is recent in de VS en
Engeland enige onrust ontstaan met
betrekking tot eventuele schadelijke
gevolgen voor de gezondheid van de
konsument. Het ministerie van
Volksgezondheid heeft hierin echter
Op maandag 1 mei jl. heeft de eerste
bladluistelling van dit jaar door de
Vergelingsziektewaarschuwings-
dienst plaatsgevonden plus de telling
van het IRS op 20 percelen in het
Zuid-Westen ten behoeve van de de
terminatie van de bladluis.
Uit de tellingen blijkt dat de bezet
ting minimaal is en het steeds luizen
soorten betreft die geen
vergelingsvirus overbrengen (o.a.
aardappeltopluis).
Uit de waarnemingen de laatste da
gen op onkruiden in het Zuid-Westen
blijkt dat de ontwikkeling van de
groene perzikluis en de sjalotteluis
wat is gestagneerd a.g.v. het koude
weer.
Genoemde luissoorten verkeren in
een stadium waarbij de eerste week
nog geen afvluchten zullen plaats
vinden.
Het advies luidt dan ook; nog geen
bladluisbespuitingen uitvoeren in
suikerbieten.
M.J.M. Kerstens, IRS.
Het KNLC vindt dat het parlement
zo snel mogelijk invulling moet ge
ven aan de kamerbreed aanvaarde
moties dat de boerenprijs op nul
blijft. Het bestuur is verder van me
ning dat er inkomstenkompensatie
moet komen voor de akkerbouwers
en een goede overbruggingsregeling.
De besluiten van de Europese land-
bouwministerraad in Luxemburg
over de prijzen wijken op veel pun
ten af van de gestelde eisen.
De prijzen van granen gaan met
5-7% naar beneden (een graanprijs
verlaging van 7% betekent een inko
mensverlies van zo'n 200 gulden per
ha); de prijzen voor suikerbieten met
2%, een inkomensverlies van 120
gulden per ha en die van fabrieks
aardappelen met 3%, een inko
mensverlies van 160 gulden per ha.
Om van de prijsdalingen van de an
dere .-produkten maar niet te
spreken.
Het bestuur van het KNLC vindt dat
het parlement nu gehouden moet
nog geen aanleiding gevonden het
gebruik van Alar te verbieden. Uit
commerciële overwegingen wordt de
telers aangeraden het middel niet
meer te gebruiken: "kopers willen
geen fruit met resten van het middel
Alar". Het CBT heeft besloten de
worden aan zijn uitspraak de boe-
renprijzen op nul te houden. Het
Dagelijks Bestuur van het Land
bouwschap wil liefst nog deze week
met de fraktievoorzitters in de Twee
de Kamer praten over de problemen
in de akkerbouw. Waarbij ook nog
eens onder de aandacht wordt ge
bracht dat de boeren het met nul niet
redden. Het KNLC pleit voor een
parlementaire behandeling van deze
zaak.
Op de langere termijn wordt uitge
zien naar de werkzaamheden van
een werkgroep van de hoofdafdeling
akkerbouw van het Landbouw
schap. Deze werkgroep buigt zich
over een sektorvisie/heroriëntatie
van het landbouwbeleid.
In deze sektorvisie komt een sterk
te/zwakte analyse op basis waarvan
een toekomstvisie ontwikkeld moet
worden voor de Nederlandse akker
bouw. Het KNLC zal zich zeer in
dringend met deze visie bemoeien.
Ingeborg Schuitemaker
veilingen voor te schrijven het met
Alar-behandelde fruit apart als zo
danig te verkopen. Om doeltreffend
na te kunnen gaan of het niet meer
met Alar behandelde fruit werkelijk
Alar-vrij is, zullen alle telers over
enige tijd een door hem te onderte
kenen verklaring daar omtrent van
de veiling ontvangen. Ter controle
van de juistheid van de opgave zul
len grote aantallen monsters door
het CBT worden geanalyseerd.
Het Nederlands Rundvee Stam
boek deed in 1904 een onderzoek
instellen voor het verkrijgen van
een indeling in verslagen van de
inlandse rundveestapel. Hiertoe
werd Iman G.J. van den Bosch
aangezocht en aangesteld. I.G.J.
van den Bosch was in 1868 in
Wilhelminadorp geboren zijnde
een zoon van de toenmalige Di-
rekteur van de Maatschap 'Wil-
helminapolder'. Een zeer groot
aantal metingen en waarnemin
gen bij runderen verspreid over
ons land zijn door hen verricht.
Van de Bosch achtte het bestaan
van drie goed te onderscheiden
veeslagen in ons land, op grond
van zijn bevindingen, bewezen.
In het rapport zijn deze verslagen
als volgt aangeduid:
1Het Zwartbont Fries-Holland
veeslag (F.H.)
2. Het roodbont Maas-Rijn- en
IJsselveeslag (M.R.Y.)
3. Het zwartblaar (en roodblaar)
Groninger veeslag (G)
Voor ieder veeslag vond in het
vervolg een afzonderlijke regi
stratie plaats. Uiteraard waren er
toen in ons land ook een aantal
runderen met een andere kleur
en/of aftekeningen. In 1965 is de
naam van veeslag vervangen
door veeras. Dit om reden de
term van veeras beter aansloot
bij het taalgebruik in andere
landen.
Bij de meitellingen van het Cen
traal Buro voor de Statistiek is
o.a. in 1969 ook om gegevens ge
vraagd tot welke rassen het rund
vee behoorde.
Naar de telling in 1969 was de in
deling naar veerassen in ons land
in procenten toen als volgt:
Fries Hollands ras 69.8%
Maas-Rijn- en IJssel ras 28.2%
Groninger Blaarkopras 1.8%
Overige rassen e.a. 0.2%
Voor alleen Noord-Brabant wa
ren deze percentages toen F.H.
43.2%, MRY 56.4%, G 0.2% en
Overigen 0.2%. In Zeeland was
dit F.H. 91,8%, MRY 6.8%, G
0.7% en Overigen 0.7%.
In 1969 behoorde dus 99.8% van
de landelijke rundveestapel tot
de drie genoemde inlandse ras
sen. De totale rundveestapel om
vatte toen ruim 4 miljoen stuks.
In 1963 omvatte de overige ras
sen slechts 0.1 van het totaal of
omstreeks 4.000 stuks. Dit waren
de inlandse Witrikken en Laken-
velders als ook een aantal Blau
wen en Valen. In 1969 was dit
percentage geklommen tot 0.2%.
In de 6 tussenliggende jaren zijn
toen op kleine schaal buitenland
se rassen als de Jersey (melkras)
en Charolais (vleesras) en Duits
Vlekvee ingevoerd. Nadien is er
een verscheidenheid van buiten
landse rassen ingevoerd. Vooral
de invoer van stieren en sperma
van de zwartbonte Holstein-
Friesian uit Noord-Amerika is
zeer omvangrijk geworden. Deze
Amerikaanse zwartbonten
(H.F.) zijn nakomelingen van de
in het eind van de vorige eeuw in
gevoerde dieren voornamelijk uit
ons land. Daarnevens zijn er im
porten van vleesrassen. Van de
Nederlandse dekrijpe veestapel
wordt meer dan 70% kunstmatig
geïnsemineerd. Hiervan is per ras
het aantal inseminaties bekend.
Volgens het jaarverslag van het
Koninklijke Nederlands Rundvee
Syndikaat zijn in 1986 voor dek I
naast stieren van de inlandse ras
sen stieren van o.a. de volgende
buitenlandse rassen gebruikt:
Holstein-Friesian, Red Holstein,
Yersey, Angler, Braunvich,
Brown Swiss, Guernsey. Voorts
de vleesrassen Piemontese, Li
mousin, Chianina, Charolais,
Belgische Blauwe, Blonde
d'Aquitaine, Fleckvich en Maine
Anjou.
Rond de helft van de eerste inse
minaties was in 1986 met sperma
van de zwartbonte Holstein-
Friesian. Circa 65% betreft HF
en FH of daarvan afgeleid. Het
MRY ras volgt met ruim 20%.
Van het totaal aantal eerste inse
minaties was dit met rond 5%
van vleesstieren. Uit deze gege
vens van het KNRS blijkt dat het
aantal runderrassen in ons land
in de laatste decennia belangrijk
is uitgebreid. Het zijn er nog
meer dan de vermelde rassen.
Bovendien zijn er nogal wat
kruislingen. Het kleurenpalet
van de Nederlandse rundveesta
pel is in de laatste 20 jaar belang
rijk vergroot. Er is thans voor
'elck wat wils'.
J.H. Lantinga
Vrijdag 5 mei 1989
Op 29 april legde koningin Beatrix een bezoek af aan Oud-Beijerland.
Daar vond een grote agrarische presentatie plaats. Het koninklijk ge
zelschap kreeg een uitgebreide rondleiding. De aardappel kreeg een
speciale plaats toebedeeld, omdat de aardappelteelt in Oud-Beijerland
traditioneel een belangrijke plaats inneemt. Er werd onder andere een
aardappelschilwedstrijd georganiseerd. Deze serieuze poging om het
wereldrekord aardappelschillen te verbeteren lukte echter niet. Onze
koningin en de rest van het gezelschap lieten zich echter een speciale
aardappellekkernij 'Seutertjes', bijzonder goed smaken. Seutertjes
zijn gefrituurde kleine aardappeltjes, een plaatselijke delicatesse.