Veehouderij wil voldoende tijd bij
aanpassing nieuwe milieueisen
Hoofdbestuur ZLM blij met landelijke
praktijkproef geïntegreerde landbouw
ZLM houdt grote twijfels over huidige
opzet privatisering voorlichting
Voorzitter Tuinbouwcommissie pleit opnieuw voor
instandhouding gelegenheidsarbeid
Hoofdbestuur ZLM:
niet-bestede bedrag
moet binnen
stierenhouderij blijven
Bedrijven kunnen (nog) niet
profiteren van akkerbouw aktieplan
De voorzitter van de akkerbouw-
commissie van de ZLM, de heer J.C.
Geluk, vindt het een goede zaak dat
het Landbouwschap en minister
Braks het proefplan van het PAGV
hebben goedgekeurd om op prak
tijkschaal, op 300 bedrijven geïnte
greerde landbouw toe te passen, ge
durende een periode van 4 jaar. Dit
gebeurt onder zeer intensieve bege
leiding van de voorlichtingsdienst.
Uit deze hoeveelheid bedrijven wor
den er 25 "voorbeeld" bedrijven
verdeeld over het hele land gekozen.
Om voldoende voorlichters op te lei
den en geïnteresseerde collega's te
ontvangen en te informeren, wordt
op deze bedrijven veel extra werk ge
daan op het gebied van administratie
enz. Voor deze extra inspanning-
wordt aan deze bedrijven een bedrag
van 5.000,beschikbaar gesteld,
al de andere bedrijven doen het vol
ledig voor eigen rekening. "Al met
al een goed initiatief om op praktijk
schaal de haalbaarheid van dit
systeem uit te testen. Het moet ook
buiten het OBS in Nagele mogelijk
zijn geïntegreerde landbouw op eco
nomische basis uit te voeren! Wan
neer dit niet lukt weten we tenminste
waar we met dit veel geprezen
systeem staan", aldus Geluk. Het
hoofdbestuur van de ZLM zei zich
bij deze stellingname van Geluk aan
te willen sluiten. Wél werd uitdruk
kelijk gesteld dat onder geïntegreer
de landbouw moet worden verstaan
een zodanige bedrijfsvoering dat een
optimale aanwending van meststof
fen en gewasbeschermingsmiddelen
in geen geval mag leiden tot een la
ger financieel saldo bij de op
brengsten van de verschillende ge
wassen.
Twijfels Privo
Geluk constateert verder dat de twij
fels over de Privo binnen de akker
bouw eerder toe dan afnemen. Men
begint zich steeds meer af te vragen
of we op deze manier wel moeten
starten. De particuliere- en coöpera
tieve handel nemen steeds intensie
ver de le lijnsvoorlichting over,
waardoor de behoefte aan een semi-
overheidsvoorlichting, die dan mo
gelijk wel objectief mag wezen, af
neemt mede omdat deze voorlichting
niet in staat zal zijn om op dezelfde
intensieve manier de praktijk van
voorlichting te voorzien. "Boven
dien is voor mij nog steeds niet dui
delijk, waaruit de inbreng van het
bedrijfsleven bestaat, anders dan uit
mee financieren! De minister heeft
gezegd, dat de medezeggenschap van
het bedrijfsleven best tot zijn recht
zal komen en dat we ons daar geen
zorgen over behoeven te maken".
Zorgen maakte Geluk zich wel dege
lijk, vooral over de hoogte van de
bijdrage die in de loop van de tijd
moet worden betaald. "Wat kan de
ze beperkte le lijnsvoorlichting nog
voor ons betekenen. Gespecialiseer
de kennis en service verlenen bestaat
niet, want daar zijn de rayons te
groot en te gedifferentieerd voor.
Met betrekking tot het profijtbegin
sel waar wel over wordt gesproken
staat concreet nog niets vast. Wat
wordt de invloed van de Consulent
schappen in algemene dienst? Gaan
die bepalen in welke vorm en welke
kennis er bij de boer terecht komt,
of slaan de boeren dit tussenstation
over en betrekken ze hun kennis
rechtstreeks bij het PAGV. Als ik
zoveel mogelijk probeer de zaak te
overzien vraag ik mij werkelijk af of
we dit probleem samen met deze mi
nister wel op moeten lossen! Ik heb
er geen behoefte aan", aldus Geluk.
Overigens past bij het voortbestaan
van de KST in gewijzigde vorm nog
wel de vraag of, daar waar de KST in
mindering gebracht zal worden van
de te betalen inkomensbelasting, ook
"negatieve KST" toegepast gaat
worden?
Over de 50 miljoen extra beschik
baarheidsstelling voor de akker
bouwsector merkte de voorzitter op
dat dit nog steeds gezien moet wor
den in het licht van de motie De
Vries-Voorhoeve: de zogenaamde
WIR-compensatie, die vanaf het
Paasdebat vorig jaar is blijven han
gen. Ook waarschuwde hij m.b.t. de
invulling van dit zogenaamde akker-
bouwdouceurtje voor "sigaren uit
eigen doos". Aan: "ons rijk rekenen
en arm tellen" hebben we niets!!
Vijftig miljoen specifiek voor de ak
kerbouw is in ieder geval wat! Inmid
dels is bekend geworden dat Braks de
"50 miljoen" wil toevoegen aan de
geplande 175 miljoen ter financie
ring van de uitvoering van de Land
bouwstructuurnota. Met dien
verstande, dat de extra 50 miljoen
specifiek besteed zal worden aan ex
tensiveringsmaatregelen in de Veen
koloniën en aan de braakregeling.
Dus.... toch weer een "afgekloven si
gaar uit eigen doos". Maar tegelij
kertijd zullen we moeten blijven
vaststellen, dat deze 50 miljoen bin
nen zeer afzienbare tijd nog verveel-
vuldigd zal moeten worden om de
concurrentiepositie van de sector
werkelijk uit het slop te kunnen ha
len, en om de totale akkerbouwsec
tor in Nederland voor ondergang te
behoeden.
De voorzitter zei tot slot van zijn
openingswoord niet al te opti
mistisch te zijn over de inhoud van
de spoedig openbaar te maken
"Landbouwstructuurnota" van mi
nister Braks. "De vooraankondiging
en het uitgelekte nieuws daaruit ma
ken mijn verwachtingen voor even
tueel negatieve gevolgen voor de
concurrentiekracht van de diverse
land- en tuinbouwsectoren er niet ge
ruster op. Hoofdlijn uit de struc
tuurnota zal namelijk zijn de
politieke visie van de huidige rege
ring hoe de land- en tuinbouw zich
op termijn aan zal moeten passen
aan de eisen van markt en milieu. En
de voorschotten die reeds genomen
zijn op deze politieke visie doen ons
het ergste vrezen. Uit meerdere lek
ken blijkt o.a. al dat in de land
bouwstructuurnota concrete
voorstellen staan verwoord m.b.t. een
vergaande pachtliberalisatie, en dat
de voorgenomen heffingen op
meststoffen gewasbeschermingsmid
delen niet van de baan zijn al
dus de voorzitter tot slot van zijn
openingswoord.
De toezegging van minister Braks dat de geprivatiseerde landbouw
voorlichting een werkelijk zelfstandige nieuwe organisatie op zal le
veren heeft de vraagtekens bij het hoofdbestuur over de privatise
ringsoperatie nog niet weg kunnen nemen. Het bestuur besprak de
privatisering van de voorlichting naar aanleiding van een KNLC-nota
waarin de mogelijkheid wordt geopend om alsnog tot een principiële
heroverweging van de totale privatiseringsoperatie over te gaan. Dit
omdat nog steeds grote vraagtekens staan bij de zelfstandigheid van
de toekomstige dienst en de daarmee samenhangende invloed en zeg
genschapsbevoegdheden van de landbouworganisaties. Nog steeds is
onduidelijk wie bij de 50/50 financiering het laatste woord heeft het
ministerie of de landbouworganisaties.
Het KNLC-model
In het alternatieve model van het
KNLC wordt de vormende, groeps-
en massavoorlichting niet meer uit
gevoerd door de Dienst Landbouw
Voorlichting (DLV) maar door de
Informatie- en Kennis Centra
(IKC's). Daartoe is personeelsuit
breiding van de IKC's noodzakelijk.
De teelttechnisch-economische voor
lichting wordt momenteel ook al
verzorgd vanuit de stichtingen voor
teeltbegeleiding (CLO), particuliere
bureaus en coöperaties en zal in de
toekomst nog meer uitbreiden. De
financieel-bedrijfseconomische
voorlichting wordt verzorgd door de
banken, boekhoudbureau's en SEV.
Ook dit zal in de toekomst worden
uitgebreid. Voor de "witte plekken"
kan het bedrijfsleven dan zelf de
Het hoofdbestuur van de ZLM
steunt de suggestie van de veehoude
rij commissie om bij het KNLC en
Landbouwschap te bepleiten om een
bedrag van 1 a 2 miljoen dat in het
kader van de extensiveringsregeling
voor de stierenhouderij niet is ge
bruikt voor de stierenhouderij te be
houden. Dit bedrag dreigt anders te
rug te vloeien naar de staatskas. De
veehouderijcommissie meent dat het
niet-bestede bedrag gebruikt zou
kunnen worden voor onderzoek naar
verbeterde mogelijkheden van dier
vriendelijke huisvestingssystemen in
de stierenhouderij. Een en ander zal
landelijk (in z'n algemeenheid) wor
den aangekaart.
voorlichting gaan verzorgen. Het
voordeel van deze opzet is dat de on
dernemer zelf (eventueel middels het
individuele profijtbeginsel) direct in
vloed en zeggenschap kan hebben
over het funktioneren van de eigen
dienst. Taakafspraken tussen deze
instellingen moeten wel worden ge
maakt. Het oprichten van de DLV is
door deze opzet overbodig ge
worden.
De totale kosten voor de DLV wor
den momenteel geschat op 70 mil
joen 700 personen). De bijdrage
van de overheid is 35 miljoen. Dit
bedrag kan worden toegevoegd aan
de IKC's zodat een uitbreiding van
350 personen plaats kan vinden.
De "andere helft" (35 miljoen) kan
het bedrijfsleven in dit alternatieve
model dan zoals gezegd naar eigen
inzicht en voorzover nodig investe
ren in doelmatig opgezette, zelfstan
dig opererende voorlichtings
diensten afgestemd op de behoefte
van de agrariërs.
Het hoofdbestuur kwam tot de slot
som dat ongeacht de uiteindelijke
beslissing over de privatisering in ie
der geval duidelijk moet zijn dat de
landbouworganisaties in de nieuwe
situatie een beslissende invloed die
nen te hebben
De voorzitter van de tuinbouwcom
missie, de heer C. Hamelink, heeft in
de vergadering van het hoofdbestuur
opnieuw gepleit voor het instandhou
den van gelegenheidsarbeid in de
tuinbouw en fruitteelt zoals die nu
naar de geest van de wet nog moge
lijk is. In ieder geval dient de fruit-
pluk door huisvrouwen gecontinu
eerd te worden tot november. Wan
neer in het komend overleg wordt
besloten om een forfaitair bedrag in
te voeren dan pleit de commissie er
voor om dit bedrag op 2.680,
vast te stellen. De heer Hamelink
wees er tenslotte op dat donderdag
morgen nachtvorstschade is opgetre
den. Het is te vroeg om de eventuele
schade nu al vast te stellen.
Uit een evaluatienota van de minis
ter van landbouw m.b.t. het akker-
bouwaktieplan blijkt dat een ade
quate invulling niet is gehaald. Het
bedrag van 286.650.000,dat ge
durende een periode van vijf jaar is
gevraagd in het Akkerbouwaktie-
plan wordt bij lange na niet besteed.
Dit komt omdat bij de uitvoering
van het Akkerbouwaktieplan de mi
nister tot dusverre onvoldoende be
reid is om maatregelen te treffen die
direct naar de bedrijven toe soelaas
bieden.
De veehouderijcommissie van de
ZLM concludeert dat er thans vele
maatregelen op stapel staan, die een
bijdrage aan de terugdringing van de
ammoniakemissie moeten leveren.
Aangenomen wordt, dat de veehou
derij daardoor geconfronteerd zal
worden met een belangrijke lastver-
zwaring. Zowel bij de bemesting van
grasland als bij de voeding van het
vee zal men rekening moeten houden
met stikstof en eiwitgiften, omdat
die weer van belang zijn bij de pro-
duktie NH3. Voor de wetenschap ligt
hier nog een uitgebreid werkterrein,
zo stelt de commissie vast.
Opslag en aanwending van de orga
nische mest spelen een rol bij be
mesting en de terugdringing van de
ammoniakemissie. Ook daarvoor
zullen belangrijke investeringen no
dig zijn. De aarzeling bij vele akker
bouwers om (weer) drijfmest aan te
wenden in verband met een veron
derstelde negatieve invloed op de
kwaliteit van de geteelde produkten
kan per saldo de mestproblematiek
vergroten. Dat de sector bereid is
aan verkleining van de problematiek
mee te werken blijkt o.m. uit het feit
dat zowel in mestopslag als in sa
menstelling van voeders duidelijke
vorderingen worden gemaakt. Ook
wordt door de veehouderijpraktijk
medewerking verleend aan praktijk
onderzoek om NH3 emissie terug te
dringen (Propro). De commissie
meent dat de sector zich positief op
zal moeten stellen voor het nemen
van maatregelen, die met weinig
kosten en moeite door de veehouder
tot stand kunnen worden gebracht.
"De veehouder zal de gelegenheid
moeten krijgen om meer ingrijpende
zaken in zijn bedrijf in te passen. De
politiek en de publiciteit hebben de
milieuproblematiek evenwel zodanig
omarmd, dat een dwangmatige si
tuatie ontstaat waarbinnen de vee
houderij onvoldoende tijd wordt
gelaten".
Voorlichting
De veehouderijcommissie is van oor
deel, dat de voorstellen voor de ves
tiging van teamkantoren van de
Stichting Landbouw Voorlichting
een goede basis lijken te zijn voor
een goed funktioneren van de gepri
vatiseerde voorlichting. Het zal ver
der van belang zijn om te zorgen
voor een goede bereikbaarheid van
de voorlichters. Wel is er zorg over
een al te snel verloop binnen het
voorlichterscorps, doordat het be
drijfsleven de goede mensen "weg-
koopt". Hoewel binnen het arbeids
voorwaardenbeleid hiermee wat re
kening wordt gehouden kan de con
currentie van het bedrijfsleven toch
niet buiten de deur worden gehou
den. Bovendien zullen de kosten van
voorlichting in de gaten moeten wor
den gehouden, zo meent de com
missie.
Bij het leasen van melkquota
bestaan waar het de praktische toe
passing en gevolgen onder andere
met betrekking tot belastingen be
treft nog veel voetangels en klem
men. De voorlichtingsdiensten zul
len hieraan in de komende tijd veel
aandacht moeten besteden.
Premieregeling vleesstieren
De nieuwe premieregeling voor
vleesstieren werkt nog niet optimaal
en er zijn nog onduidelijkheden over
overgangssituaties van de oude naar
de nieuwe regeling. De roodvleessec-
tor is erkentelijk voor de ZLM-
bemoeienis met betrekking tot de af
wikkeling van de oude regeling die in
positieve zin is bijgesteld.
De bijdrage, de stierenmesters aan
de bestrijding van Abortus Bang
moeten betalen, ontmoet in de sec
tor onbegrip. De veehouderijcom
missie is van oordeel, dat een derge
lijk standpunt in eerste instantie be
grijpelijk is, maar het belang van een
effectieve AB-bestrijding maakt het
niet wenselijk om aan de regeling te
gaan sleutelen. Daarnaast kunnen
belangen van de stierenmesterij bij
een AB-vrije veestapel niet worden
ontkend. De veehouderij constateert
bij de varkenshouderij dat goede
voorlichting en gezondheidszorg in
Zeeland steeds meer een probleem
wordt. Afgewacht moet worden hoe
een en ander op termijn uitpakt. In
de sector van de legpluimveehoude-
rij worden slechte prijzen gemaakt.
In de totstandkoming van de prijzen
bestaat geen duidelijk inzicht. Ken
nelijk is het ook moeilijk om mede
werking te verkrijgen om hierop
meer zicht te krijgen. In de slacht-
pluimveehouderij worden redelijke
resultaten behaald.
De commissie meent tenslotte dat de
financiële resultaten in de schapen
houderij positief kunnen worden be
oordeeld. Het aantal schapen breidt
zich uit. Afgewacht moet worden of
in het kader van een toekomstige
braakregeling het weiden van scha
pen en mestvee mogelijk wordt
gemaakt.
Vrijdag 5 mei 1989
11