Besluiten EG-markt- en prijsbeleid 1989/90
Landbouwschap: Prijsbesluiten EG
verdere beperking
inkomensmogelijkheden akkerbouw
KNLC: akkerbouw nationaal
kompenseren voor EG-
prijsbesluiten
Uitbreiding tarwe-teelt
in Frankrijk
De EG-Landbouwministerraad
heeft aan het einde van de week
van 17 tot 22 april 1989 besluiten
genomen over het EG-markt- en
prijsbeleid voor landbouwpro-
dukten. Hierna zijn de belang
rijkste besluiten weergegeven, ge
volgd door een kommentaar.
Granen
Voor de granen geldt, behalve voor
durumtarwe, een bevriezing van de
prijzen in EVE als uitgangspunt. Te
gelijkertijd moet met de doorwer
king van stabilisatiemaatregelen re
kening worden gehouden. Door de
overschrijding van de garantiedrem
pel van 160 min ton in 1988/89 zal in
1989/90 een verlaging optreden van
3%. Afhankelijk van de oogstom-
vang in 1989/90 zal de extra medever
antwoordelijkheidsheffing (m.v.h.)
van maximaal 3% gelden; in
1988/90 bedroeg deze 1,6%.
De interventie-aankoopperiode
wordt in 1989/90 met een maand
verkort; de periode wordt voor de
noordelijke landen 1 november tot 1
juni, voor de zuidelijke van 1 augus
tus tot 30 april. De interventieprij
zen zijn per 1 juli voor mais en zach
te broodtarwe 43,54 per 100 kg en
voor voertarwe, rogge en gerst
41,36. Het aantal maandelijkse
staffelvergoedingen blijft ongewij
zigd, de hoogte van de staffelvergoe
dingen wordt met 12,5% verlaagd.
De maandelijkse staffel wordt
0,35 per 100 kg.
Het maximum vochtgehalte voor in
terventie wordt voor de duur van de
stabilisatiemaatregelen 15%, terwijl
voor gerst het minimum hektoliter-
gewicht 62 kg wordt. In uitzonderlij
ke omstandigheden kan opnieuw een
maximum-vochtgehalte van 15,5%
gelden.
De Kommissie zal ten aanzien van de
administratieve problemen met de
m.v.h. een rapport uitbrengen met
nadere voorstellen.
Minister Braks tekent hierbij aan dat
in Nederland in het algemeen weinig
graaninterventie plaatsvindt. De
marktprijs wordt momenteel vooral
bepaald door de marktsituatie en
met name het exportbeleid van de
Europese Gemeenschap.
Zetmeel
De minimum-prijs voor fabrieksaard
appelen voor 1989/90 wordt met
3% verlaagd; de verwerkingssteun
blijft gelijk aan die in 1988/89.
Oliehoudende zaden
Ook hier moet rekening worden ge
houden met de doorwerking van sta
bilisatiemaatregelen bij eventuele
overschrijding van de drempels in
1989; 0,5% prijsverlaging per pro
cent overschrijding in hetzelfde
oogstjaar. Per 1 juli is de richtprijs
18,76 per 100 kg en de interventie
prijs in 107,52 per 100 kg. Wat be
treft de interventieperiode en de
staffelvergoedingen geldt hetzelfde
als bij de granen. De interventieaan
koopprijs blijft 94% van de inter
ventie. De korting hierop kan even
tueel pas worden vastgesteld als de
oogst 1989 bekend is.
De toepassing van het systeem van
steunbetaling voor uitsluitend
00-koolzaad wordt met nog een jaar
tot 1992/93 uitgesteld. De steun
voor rassen die erucazuur bevatten,
De met tarwe beteelde oppervlakte
in Frankrijk wordt door het Franse
graanburo ONIC geraamd op 5,07
miljoen ha, wat 256.000 ha meer is
dan voorgaand jaar.
Voor de zachte tarwe wordt een uit
breiding gemeld van 5,3% van 4,53
tot 4,77 miljoen ha, voor de harde
tarwe zelfs van ruim 36% tot
301.100 ha. Voor gerst en mais zal
het areaal wat teruglopen, van gerst
van 1,89 tot 1,86 miljoen ha, voor
mais van 1,98 tot 1,96 miljoen ha.
De EG-besluiten resulteren in een basisprijs voor suikerbieten van f 105,40
per ton.
wordt gehandhaafd, wanneer deze
rassen voor industrieel gebruik zijn
bestemd.
Erwten, tuin- en veldbonen
De steundrempel- en streefprijs voor
erwten, tuin- en veldbonen worden
op het niveau van 1988/89 bevroren;
de minimumprijs voor erwten wordt
eveneens op het niveau van 1988/89
bevroren; de minimumprijs voor
tuin- en veldbonen daalt met 4%.
Per 1 juli a.s. gelden de volgende
prijzen:
ECU/ Guldens/
100 kg 100 kg
Steundrem-
pelprijs 44,76 118,07
Streefprijs 29,52 77,87
Minimumprijs
erwten 25,77 67,98
Minimumprijs
tuin/veldbonen 23,87 62,95
Evenals bij oliezaden geldt dat de op
deze bedragen toe te passen korting
in verband met de stabilisatoren,
wordt vastgesteld nadat de omvang
van de oogst 1989 bekend is. De
Raad besloot verder dat:
- Het aantal maandelijkse verhogin
gen, dat gold in het verkoopseizoen
1988/89 blijft gehandhaafd.
- Het niveau van de maandelijkse
verhogingen ten opzichte van het
verkoopseizoen 1988/89 met 12,5%
wordt verlaagd.
Gedroogde voedergewassen
De streefprijs bij een eiwitgehalte
van 14% wordt op het niveau van
1988/89 bevroren (17,89 ECU of
47,20 per 100 kg). Met ingang van
het seizoen 1990/91, dat ingaat op 1
mei 1990, wordt het eiwitgehalte ver
hoogd tot 15%.
Suiker
De Raad heeft besloten de minimum
bietenprijs en de interventieprijzen
voor witte en ruwe suiker met 2% te
verlagen. Het netto-effekt van de in
terventieprijsverlaging voor de pro
ducenten zal neerkomen op een
prijsdaling met circa 1,7%. Door de
verlaging van de interventieprijs zul
len de exportrestitutie namelijk da
len. Hierdoor zullen de interne hef
fingen eveneens verminderen. Door
deze besluiten wordt de basisprijs
voor suikerbieten 40,07 ECU of
105,40 per ton.
De minimumprijs voor A suikerbie
ten wordt 39,27 ECU of 103,59
per ton. De interventieprijs voor wit
te suiker wordt 53,10 ECU of
140,07 per 100 kg. De drempel-
prijs voor melasse tenslotte wordt op
6,9 ECU gehandhaafd.
Verse groenten en fruit
De Raad besloot voor fruit behalve
citrusfruit de basis- en aankoopprij
zen op het niveau van 1988/89 te be
vriezen. Wel wordt voor appels in
navolging van de regeling voor ci-
trusprodukten een interventiedrem
pel ingevoerd. De hoogte van deze
drempel komt overeen met 6% van
de gemiddelde produktie gedurende
de afgelopen 5 jaar voor het ver
koopseizoen 1989/90, 4% voor
1990/91 en 3% voor 1991/92. Bij
overschrijding van de drempel wordt
voor elke 78.805 ton de basis- en in
terventieprijs met 1% verlaagd.
Voordat de Raad een besluit neemt
over een eventuele rooipremie voor
appelbomen, verricht de Kommissie
een studie over de struktuur en de
omschakeling op andere rassen.
Ook voor bloemkool wordt een in
terventiedrempel ingevoerd. Dt
basis- en aankoopprijs voor bloem
kool wordt met 1 per tranche van
18.000 ton verlaagd wanneer de ge
middelde produktie van de laatste 5
jaar met 3% wordt overschreden.
Zuivel
De interventieprijs voor boter zal
met 2% extra dalen boven de al in
het SLOM-pakket besloten prijsda
ling van eveneens 2%. De prijs van
magere melkpoeder blijft gehand
haafd op het niveau van 1988/89.
Dit leidt tot de volgende prijzen:
ECU/ Guldens/
100 kg 100 kg
Richtprijs melk 27,84 73,43
Interventieprijs
boter 300,80 793,47
Interventieprijs
magere melk
poeder 174,04 459,09
Tegenover de prijsaanpassing van
boter staat een daling van de mede
verantwoordelijkheidsheffing. Deze
wordt voor alle producenten in be
nadeelde gebieden 0% en in overige
gebieden voor producenten met een
melkquotum van maximaal 60.000
kg 1% en voor overige producenten
1,5%.
De vork, waarbinnen de toeslag op
magere melkpoeder voor kunstkal-
vermelk wordt vastgesteld, wordt
50-80 ECU/100 kg. De Raad heeft,
rekening houdende met de verande
ringen in de marktsituatie en bijzon
dere problemen voor bepaalde kate-
gorieën producenten, de Kommissie
gevraagd om een diepgaande studie
uit te voeren naar het quotumstelsel
en voor 31 juli 1989 voorstellen te
formuleren om verstoringen op de
markten en diskriminatie tussen pro
ducenten te vermijden.
Vee en vlees
De oriëntatieprijs voor rundvlees
blijft 205,02 ECU/100 kg levend ge
wicht. De interventieprijs van vlees
van mannelijke runderen wordt 344
ECU of 510,58 per 100 kg karkas
van R3-kwaliteit.
De basisprijs voor schapevlees wordt
per 1 januari 1990 432,32 ECU of
1.140,40 per 100 kg.
De basisprijs voor varkensvlees
wordt bevroren op het niveau van
1989: 203,32 ECU of 536,33 per
100 kg. Het begin van het verkoop
seizoen wordt 1 juli in plaats van 1
november.
Agrimonetaire zaken
Nederland: behalve voor granen,
waar het positieve verschil van
0,87% blijft bestaan, totale afbraak
van nog bestaande positieve groene
koersverschillen van 0,87% voor
melk en granen en 0,35% voor ande
re produkten.
Duitsland: alleen vermindering met
0,4%-punt van de verschillen voor
dierlijke produkten, geen afbouw
voor andere produkten; de positieve
verschillen zijn tot dusverre 1,88%
voor melk, 1,37% voor granen en
0,85% voor andere produkten.
Voor de overige lidstaten zijn in het
algemeen betrekkelijk geringe aan
passingen van negatieve koersafwij
kingen c.q. m.c.b. weggenomen of
verkleind; soms zijn voor bepaalde
produkten uitzonderingen getrof
fen. Voor Griekenland geldt een ver
mindering met 16,5%-punt.
Het KNLC (Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité) vindt de prij
safspraken die de landbouwministers in Luxemburg hebben gemaakt
uitermate teleurstellend. De verlaging van de prijzen van akkerbouw-
produkten zal de al zeer benarde financiële situatie van akkerbouwbe
drijven nog verder verslechteren. De gemaakte afspraken betekenen in
feite een verlaging van de graanprijzen tussen de 5 en 7%.
Op zeer korte termijn moeten er volgens het KNLC nationale kom-
penserende maatregelen wroden genomen, die tegemoet komen aan de
kamerbreed aanvaarde motie van 9 maart 1989, waarin gevraagd
wordt om geen reëele prijsdaling voor granen.
Het KNLC (Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité) vindt de prijs
afspraken die de landbouwministers in Luxemburg hebben gemaakt
nen aan de akkerbouwers zijn een zwemvestregeling, een bedrijfs
beëindigingsregeling en een verbeterde braaklegging.
'Ten opzichte van de voorstellen van de Europese Kommissie heeft
de Raad enkele veranderingen aangebracht. Dit betreft met name het
beleid voor de akkerbouwprodukten en voor melk en met betrekking
tot de m.c.b.. In het algemeen echter zijn vooral de lijnen uit het ver
leden, met name de besluiten van de Europese Raad van februari
1988, doorgetrokken', aldus het Landbouwschap in een eerste reak-
tie. Voor de akkerbouw wordt met de besluiten het restrictieve beleid
versterkt voortgezet; dit betekent dat de inkomensmogelijkheden
voor deze sektor verder worden teruggedrongen. Tegelijkertijd wordt
nog geen aanpassing ingezet voor het rigide superheffingsbeleid voor
melk.
Het Landbouwschap heeft eerder in
gestemd met een geleidelijke toepas
sing van een meer marktgericht be
leid, dat dient te zijn aangevuld met
een goed samenhangend socio-
struktureel beleid. De besluitvor
ming voor 1989/90 voldoet hieraan
niet.
Akkerbouw
Het Landbouwschap heeft zich
reeds vorig jaar, mede gezien de in
komensontwikkelingen in de akker
bouw, afwijzend uitgesproken over
een verdere verzwakking van de
marktondersteuning voor akker
bouwgewassen. Thans is in elk geval
van geen tegemoetkoming sprake
ten opzichte van de effekten van sta
bilisatiemaatregelen. Er is zelfs, zij
het minder dan in de kommissie-
voorstellen, van een verdere ver
zwakking sprake voor granen, zet
meel, oliehoudende zaden, eiwitpro-
dukten, alsook van een prijsverla
ging voor bieten.
Het is teleurstellend dat de Raad
geen gebruik heeft gemaakt van de
verbeteringen in de wereldmarktsitu
atie en de begrotingssituatie van de
EG om tot meer positieve bijstellin
gen te komen. De genomen besluiten
vergroten de noodzaak om het be
leid te versterken waar het gaat om
struktuuraanpassingen binnen de
akkerbouw, de toepassing van ak
kerbouwgewassen voor non-
foodtoepassingen en het vrijwillig
braakleggen van akkerbouwgrond.
Verder zal het marktbeheer van de
Europese Kommissie moeten tegen
gaan dat in de EG de prijzen voor
marktordeningsprodukten verder
verminderen; een aktief eksport-
restitutiebeleid kan bij de huidige
wereldmarktsituatie ondersteunend
zijn.
Het Landbouwschap ondersteunt
het idee om de toepassing van de
m.v.h. op granen nader te bestude
ren; zowel de inning als de besteding
van de gelden verdient verbetering.
Veehouderij
Belangrijk is dat er zo spoedig moge
lijk - na de toegezegde studie van de
Europese Kommissie - een versoepe
ling in het huidige kwotasysteem
komt. Het Landbouwschap heeft
eerder gesteld bereid te zijn een zeke
re vermindering van de prijson
dersteuning hiervoor te willen aan
vaarden. Dit is ook aanvaardbaar in
verband met de gedaalde produktie-
kosten gedurende de afgelopen jaren
en om de konkurrentie met zuivel-
vervangende produkten zo goed mo
gelijk aan te kunnen.
Het Landbouwschap acht het niet
juist dat nieuwe uitzonderingen zijn
gemaakt met betrekking tot de
m.v.h. De m.v.h. dient als algemeen
werkend instrument te worden ge
zien en zou bij een versoepeling van
de superheffing van meer betekenis
kunnen worden.
Het verlagen van de steun voor de
afzet van kalvermelkpoeder zou on
juist zijn; het is belangrijk deze af-
zetvorm en de betrokken kalfs-
vleesproduktie in stand te houden.
M.c.b.
Gezien de situatie in en de overige
besluiten voor de akkerbouw is het
begrijpelijk dat er voor Nederland
en Duitsland terzake de groene koer
sen enige uitzonderingen zijn ge
maakt. Overigens is Duitsland hier
bij opnieuw meer ontzien dan ons
land. In het algemeen gezien blijft
het gewenst - mede in het kader van
de interne markt (1992) - tot een ver
dere afbouw te komen en de werking
van het E.M.S. te versterken. Voor
de landen met negatieve koersafwij
kingen c.q. m.c.b. blijft voorshands
nog sprake van een weinig doorzich
tige situatie met verschillen per
produkt.
Vrijdag 28 april 1989
5