Jj
vr
Jan Zevenbergen, nieuwe voorziter NFO
KEN
Hommels en bijen
Hoechst
Het wordt toch nog laat voordat alles
er in zit
Teelt spinazie vraagt veel handwerk
maar: financieel niet onaantrekkelijk
Bezoek
PAGV-verslag
plantdichtheid
bij witlof
Agrarische bedrijven kunnen terecht bij de PNEM
breedwerkend insekticide met extra dimensie!
Exkursiegids
kleinfruit PFW
De voorjaarswerkzaamheden op
THOLEN zijn buiten weer behoor
lijk gestagneerd, zodat het voor veel
gewassen toch nog vrij laat gaat
worden. Het verschil tussen het
vroegst gepoot en gezaaide is enorm
groot. Hoewel het extreem vroeg
zaaien dikwijls ook met opkomst
problemen gepaard gaat kan ook
laat zaaien bij een aantal gewassen
behoorlijk wat opbrengstderving
geven.
Bij een aantal zaadteeltgewassen is
het echt van belang dat er op tijd ge
zaaid wordt, zoals van erwten en
tuinbonen ook voor enkele bloem
zaadsoorten, zoals b.v. ijsbloemen,
leeuwebekken e.d. Voor de meeste
bloemzaden is het echter nu onge
veer de tijd omdat deze pas kiemen
bij een redelijke bodemtemperatuur.
Hopelijk dat men de komende dagen
weer het land op kan om het een en
ander onder goede omstandigheden
te kunnen realiseren. Het kan om
deze tijd van het jaar bijzonder snel
drogen. Onder glas is men wat de
werkzaamheden betreft minder van
het weer afhankelijk al kan zo'n
week warm weer heel wat invloed
hebben, vooral in de radijsteelt kan
dit de nodige problemen geven. De
explosieve groei is dan soms moeilijk
bij te benen, het gevolg is kwali
teitsproblemen met o.a. voosheid en
gele lobblaadjes.
Het al jaren hier veel geteelde ras
Povired is mede hierdoor minder ge
liefd geworden. Het gevoelig zijn
voor voosheid is bij dit ras altijd al
een min punt geweest, maar wanneer
daar ongelijkheid e.d. nog bij komt
dan lijkt dit ras toch wel wat op zijn
retour te zijn.
Maar elk ras heeft wel een of meer
dere zwakke eigenschappen zodat de
rassenkeuze veel afhangt van de teelt
ervaring met een bepaald ras,
grondsoort en zaaitijdstip. De
meeste zaadfirma's komen regelma
tig met nieuwe rassen die zeker het
proberen waard zijn. Ook het uit
wisselen van ervaring tussen kolle
ga's (wat overigens hier bij de
glastuinders sterk aanwezig is) kan
er mede toe bijdragen deze teelt op
een hoog peil te houden.
Van de rond de jaarwisseling in
"WEST-BRABANT" gezaaide spi
nazie is het meeste al op de veiling
afgeleverd. Het land is weer op
nieuw ingezaaid voor de volgende
oogst. De prijsontwikkeling heeft
zich goed gehouden met kg. prijzen
van rond de gulden. Bij een op
brengst van 2 kg per vierkante meter
of 20.000 kg per ha is deze teelt dit
jaar toevallig goed geslaagd.
Meestal is zo vroeg zaaien gedoemd
te mislukken. Zo op zicht zou je
denken dat dit een aantrekkelijke
teelt is maar er komt veel handwerk
om de hoek kijken. De afgeleverde
spinazie moet recht overeind in kist
jes staan. Om dit te kunnen realise
ren is alleen het met de hand maaien
een geschikte manier. Met machines
maaien levert vuile spinazie op.
Door de werktuigenindustrie en Wa-
geningen zijn veel prototypen op de
markt gebracht maar geen enkele
wist de zeis te verbeteren. Jongere
tuinders die vroege spinazie telen
De Nederlandse Fruittelers Organi
satie heeft sinds 12 april een nieuwe
voorzitter: Jan Zevenbergen. Zeven
bergen werd in deze funktie be
noemd op de jaarvergadering van de
NFO, 12 april in Bunnik. Hij volgt
Lambert Nijsten op, die het voorzit
terschap 18 jaar heeft bekleed.
Nijsten moest wegens het bereiken
van de pensioengerechtigde leeftijd
de voorzittershamer overdragen.
Jan Zevenbergen werd op 1 oktober
1937 geboren. Naast fruitteler is hij
ook akkerbouwer. Zijn bedrijf in
Numansdorp bestaat uit 10 hektare
fruitteelt, 38 hektare akkerbouw en
12 hektare weiland.
De NFO heeft in Jan Zevenbergen
een zeer ervaren bestuurder ge
kregen.
Enkele funkties:
Van 1985 tot heden, namens het
KNLC, lid van het hoofdbestuur
van de NFO;
Vanaf mei 1988 voor de periode van
twee jaar, lid van het dagelijks
bestuur van de NFO;
Lid van enkele kommissies van de
NFO;
De N.V. PNEM (Provinciale
Noordbrabantse Energie-
Maatschappij) zal tijdens de Werk-
tuigendagen, die op 8, 9 en 10 mei en
Liempde worden gehouden, de
monstreren wat haar betekenis voor
de boerenbedrijven in Noord-
Brabant is. In de eerste plaats is dat
uiteraard het veilig, bedrijfzeker en
goedkoop leveren van energie. Maar
de PNEM doet meer. De PNEM in
specteert op verzoek gratis de electri-
sche installaties in agrarische be
drijven.
kunnen niet meer met de zeis over
weg maar laten dit door bijv. een
ouder familielid doen die dit oude
ambacht nog beheerst. Niet alleen
spinazie maar ook postelein wordt in
handwerk gemaaid. Vanuit de kas
wordt er het hele jaar door postelein
op de markt gebracht. Op de volle
grond zijn er per jaar maar enkele
momenten om dit gewas uit te zaai
en. De temperatuur moet dan liggen
tussen 25 en 30 graden. Door deze
hoge temperatuur ontwikkelt de
postelein zich snel zodat het onkruid
geen kans krijgt. Een onkruid-
bestrijding is in deze teelt niet moge
lijk. Volgt er na het zaaien een kou
de periode dan ontstaat er een mis
oogst. Op kontrakt kan het gezien
de prijs een interessante teelt zijn.
Rekening moet gehouden worden
met de kosten voor zaaizaad van ca.
2000,per ha. Slechte rooi-
omstandigheden en geen ideale tem
peratuur om te bewaren hebben de
winterpeen duur gemaakt. Nu veel
peen geruimd is worden prijzen ge-
J. Zevenbergen.
Voorzitter van de Kommissie Fruit
teelt van het KNLC en plaatsvervan
gend bestuurslid van deze orga
nisatie;
Lid van de Werkgroep Fruitteelt van
de Hollandse Maatschappij van
Landbouw (HMvL);
Daarnaast kan de PNEM worden in
geschakeld voor adviezen over veili
ge, betrouwbare en doelmatige toe
passing van electriciteit in deze sec
tor. In een stand van 50 m2 geven de
afdeling Technische Voorlichting en
de Installatie-Inspectiedienst van de
PNEM informatie over onder ande
re het belang van een goed aangeleg
de en onderhouden installatie, de in
spectie van installaties en over het
voorkomen van computerstoringen
door overspanning.
re smaak en houdbaarheid.
Begunstigers van het proefstati
on krijgen de gids binnenkort
toegestuurd. Zij die geen be
gunstiger zijn kunnen in het bezit
komen van de gids door 5,00
over te maken (buitenland
ƒ6,50) op giro 495017 van het
Proefstation voor de Fruitteelt in
Wilhelminadorp met vermelding
Exkursiegids 1989.
Het is mogelijk de proeftuin te
bezoeken op werkdagen tussen
8.00 uur en 17.00 uur, na af
spraak met J. de Schipper, ad-
junkt proeftuinchef. Dat geldt
voor zowel groepen als indivi
duele telers. De algemene exkur-
sieavond voor individuele telers
wordt dit jaar gehouden op 23
juni. Aanmelding vooraf is daar
voor niet nodig.
maakt van 65 a 70 cent. Voor de
nieuwe oogst is er al volop gezaaid.
Bij deze teelt wordt het zaad jaar
lijks vroeger aan de grond toever
trouwd. Normaal werd eind april-
begin mei als ideale zaaidatum ge
zien maar bij vroeger zaaien kan
vroeger gerooid worden, wat finan
cieel beter uitkomt. Met een wat
koudere periode is de afzet van sla
ineens gestagneerd. Voor export
kwaliteit staat de notering 16 a 17
cent. Sla is een groente die bij warm
weer veel gegeten wordt en daar het
in heel Europa koud is valt een ge
deelte van de export weg. Bij toma
ten en komkommers ligt dit wat an
ders. Deze produkten zijn het gehele
jaar gewild, vooral als de kwaliteit
goed is. De prijs blijft daarom ook
hoog temeer daar de buitenlandse
tomaten qua kwaliteit niet te bewa
ren zijn. Buitenlandse tomaten blij
ven zelfs nog achter bij de minste
Nederlandse waardering.
De Nederlandse tomaat is hard en
vast met een lange houdbaarheid en
staat daarom over de gehele wereld
goed bekend. Een aanmerkelijk ho
gere prijs hebben de afnemers er dan
ook graag voor over.
Lid van de afdeling Fruitteelt van
het Landbouwschap;
Lid van de Kommissie Bijenteelt van
het Landbouwschap;
Lid van de Wildschadekommissie
Zuid-Holland;
Bestuurslid van de fruitteeltproef
tuin "Naar Beter Fruit" te Nu
mansdorp;
Vanaf 1987 voorzitter van het Over
legorgaan van Fruitteeltproeftuinen;
Lid van het bestuur van het
Proefstation voor de Fruitteelt te
Wilhelminadorp;
Lid van de Programma Advieskom
missie Fruit;
Lid van de Advieskommissie Fruit
gewassen van het IVT;
Sekretaris van veiling ZHZ te Baren-
drecht en voorzitter van de Fruitaf-
zetkommissie van deze veiling;
Lid van de Produktenkommissie
Appelen en Peren van het Centraal
Bureau van de Tuinbouwveilingen
en
Voorzitter van de Begeleidingskom
missie Appelen en Peren van het
Centraal Bureau van de Tuinbouw
veilingen.
Onlangs verscheen bij het PAGV Le
lystad verslag nr. 80: Economische
aspecten van de plantdichtheid bij
witlof. Het doel van dit verslag is om
na te gaan bij welke plantdichtheid
het grootste verschil wordt behaald
tussen de te behalen geldopbrengsten
en de te maken produktiekosten. De
plantdichtheid bij de teelt van wit
lofwortelen bepaalt in belangrijke
mate het aantal te rooien wortelen en
de maatsortering van de wortelen.
Deze zijn op hun beurt grotendeels
bepalend voor de lofproduktie per
ha geteelde wortelen. Behalve de te
bepalen produktie beïnvloedt de
plantdichtheid bij witlofwortelen
ook de te maken kosten, zowel bij de
wortelteelt (zaaizaad) als bij de trek
(arbeid, trekoppervlak).
Verslag nr. 80 is te bestellen door
10,te storten of over te maken op
postrekening nr. 2249700 t.n.v. PAGV
Lelystad, onder vermelding van 'ver
slag nr. 80'.
Onlangs verscheen bij het PAGV Le
lystad verslag nr. 81: Stikstofbe
mesting van ijssla (Lactuca sativa
var. capitata). Het behandelt de on
derzoekresultaten over stikstofbe
mesting (-aanbod) in verband met
opbrengst en nitraatgehalte in ijssla.
De veldproeven zijn van 1985 tot
1987 uitgevoerd in samenwerking
met het IB en de LU.
Verslag nr. 81 is te bestellen door
10,— te storten of over te maken op
postrekening nr. 2249700 t.n.v. PAGV
Lelystad, onder vermelding van 'ver
slag nr. 81'.
Vrijdag 21 april 1989
Hommels bestuiven grotendeels
dezelfde bloemen als bijen. Ze
worden niet gebruikt voor de ho-
ningwinning, maar verzetten
meer werk dan bijen. Daarom
kunnen ze een goede aanvulling
op bijenbestuiving zijn.
Imkers die hommels houden,
moeten elk jaar van voorafaan
beginnen, immers, ieder jaar
sterft een volk uit. Alleen de ko
ningin overwintert. In het voor
jaar probeert de imker zo'n ko
ningin in zijn kast te krijgen. Hij
plaatst de kast bij drachtplanten,
bijvoorbeeld bij dovenetels of
klavers en wacht tot de kast in be
zit wordt genomen. Men kan ook
aktief op zoek gaan naar konin
ginnen, ze zijn te herkennen aan
hun langzame vlucht laag boven r
de grond, op zoek naar een nest.
Hommelkoninginnen met stuif
meel aan het lichaam zijn niet
bruikbaar, die hebben al een nest.
Een gevangen koningin wordt een
dag in de koelkast gehouden en
verstijft hierdoor. Zodoende kan
ze gemakkelijk ontdaan worden
van de vaak aanwezige mijten.
Daarna wordt ze in de kast ge
bracht en één a twee dagen op
gesloten. Ze went nu aan de nieu
we omgeving. Begint ze met stuif
meel te vliegen dan is de nest-
bouw begonnen. Met drie weken
komen dan de homelwerksters uit
het ei. Het volk breidt zich uit en
kan op haar top enkele honder
den diertjes omvatten. Er komen
darren en jonge koninginnen, het
volk sterft uit en de koninginnen
overwinteren.
Bijen vliegen alleen als de zon
schijnt. Hommels zijn minder
weersafhankelijk, ze kunnen ook
beter tegen de kou. Ze vliegen 's
morgens eerder en gaan langer
door. Daarom kunnen ze een
goede aanvulling op bijenbestui
ving leveren. Enkele hommels
bestuiven even effektief als hon
derden bijen. Toch kunnen hom
mels het werk van bijen niet vol
ledig overnemen, er is te laat in
het seizoen een volk. Hommels
zijn niet erg aan een plantesoort
gebonden. Bijen daarentegen leg
gen zich vaak op één plantesoort
toe. Dit is een voordeel als een
kuituurgewas bestoven moet
worden.
Uit. Schweiz, Rienen-Zeitung.
Condor
Een nieuwe lente een nieuw ge
luid! Zo moet men op het
Proefstation voor de Fruitteelt in
Wilhelminadorp (PFW) hebben
gedacht bij het samenstellen van
de nieuwe exkursiegids kleinfruit
1989. Oude proeven zijn uit de
gids verdwenen, nieuwe zijn er
voor in de plaats gekomen en van
bestaande proeven zijn de laatste
onderzoekresultaten vermeld.
In totaal worden zo'n 30 proeven
beschreven van aardbeien, bes
sen, frambozen en bramen.
Belangrijke aspekten in het klein-
fruitonderzoek op het PFW in
1989 zijn het vervroegen en het
verlaten van de oogst, verbeteren
van de vruchtkwaliteit en het
zoeken naar rassen met een bete-
14