De kleine grote zorgen van Kees Langebeke
Oprichting vereniging O.R.S.
te Schouwen en Duiveland
"Afzetbeleid moet agressiever"
NFO-voorzitter J.L. Nijsten tijdens afscheidsrede:
Opslag en Reiniging van Spoelwater
Dag baas, en bedankt, zeiden de
drie arbeiders van Kees Langebe
ke, en ze gaven hem (een bitje
onwennig) ieder een hand, toen
ze mee twaalf uur op Nieuw
jaarsdag van 1905 naar huis gin
gen van 't nieuwjaars-wensen bie
de Baas. Kees a ze net méé ge
deeld dat ulder loon in 't vervolg
6,per week zou wore, in
plekke van 5,40 zoals voor
heen! Dag baas, en bedankt,
God zegenen je, zei Merien van
de Voorde als laatste man, toen
ie een bitje achter die andere drie
de baas een hand gaf. D'r a je die
afgescheien Doliander weer, las
je op de gezichten van de drie an
dere arbeiders, altied moestem
late merke dat em niet meer bie
de grote kerk oorde, zoals alema-
le van "Meiwerf". Ja en eigen
lijk was 't ook maar een overlo
per mee z'n trouwen, noe 16 jaar
gelee. Voordien hoorden ook bie
de grote kerk, maar omdat em
kennis kreeg aan Jaone Arendse,
die een eidje verderop op '"t Es-
senhof" diende en die van huis
uit bie de afscheien hoorde, zat
er nie veel anders op. Jaone d'r
vader, die van die verhouding ge
hoord had, a z'n dochter op d'r
3 wekelijkse kuierdag (vrije dag)
elke omgang met dien Merien
van "Meiwerf" verboden, dat
gaf geen pas in ulder kerke, maar
Jaone en Merien wiste der wel
een mouwe an te passen en vader
Arendse kon alleen mer afdwinge
dat Merien dan ook bie ulder
kerke zou komme, as ie toestem
ming tot trouwen gaf. En zo ge
beurde het dat Merien van paar-
deknecht op "Meiwerf", vaste
arbeider wier en na verloop van
enkele jaren zelfs eerste arbeider,
't Was ook een beste werker,
waar je op rekenen kon en ie
stoen voor z'n vak, vandaar!
Kees was een bitje opgelucht toen
de deur achter de arbeiders dicht
viel en tevree rookte ie z'n sigaar
verder op, achter de platte buis
kachel, waar Jewan met het eten
doende was. Hij dacht nog aan
Merien z'n "God zegen je" en ie
hoopte dat dat ook uit zou ko
men binnenkort, mee 't oog op
Jewan. 't Hoefde niet net zo als
bij Merien die in die 16 jaar van
ulder trouwe noe 4 meiden en 3
jongers a, maar verwachtingsvol
le spanning was er wel na 6 jaar
huwelijk zonder kinderen.
Kees overwoog, achter de kachel,
de dingen van die leste tied en de
komende tied. Over 6 dagen dan
••was 't nieuwe maene, en mee 't
oog op Jewan, kon dat wel eens
d'r tied wezen. Z'n ervaring met
't vee, had hem, hoewel ie ele-
maal niet biegelovig was, wel ge
leerd dat dat eenige invloed had
op veel aardse gebeurtenissen.
Affijn, Jewan a alles goed gere
geld, alleen was 't te hopen dat 't
niet in de nacht ging gebeuren,
dat gag zoo'n rompslomp om de
vroedvrouw uit durp te halen
mee de verewagen! Maar ook bij
Kees en Jewan gold, geen zorgen
voor morgen, want op dinsdag
morgen 6 januari om 11 uur lag
er een wolk van een meidje in de
wieg op "Meiwerf". Helemaal
niks geen teleurstelling dat het
geen jongen was, alleen blijd
schap bij allemaal! En Merien
van de Voorde zei zachtjes, na
dat hij de baas had gefeliciteerd
met de goede afloop: "God ze
gende je, baas!" Drukke dagen
waren het die eerste weken op
"Meiwerf". Veel aanloop, want
ze waren gezien en meelevende
menschen in de grote omtrek.
Maar dan ging het gewone leven
weer z'n gangetje.
Tot op die zondagmiddag in
maart, doen de kleine gedoopt
moest worden. Dat gaf weer
zoo'n aparte drukte op "Mei
werf". Het aankleden van hun
dochter door de bakér in de
doopjurk, die Jewan met veel
liefde en fantasie tot een echt
pronkstuk opgeknapt had.
De knecht spande het paard voor
de verewagen, en met de "kleine
meid" die de dopeling mocht
dragen, reden ze naar de grote
kerk in Gapinge. Een heel gedoe,
dat je gewoon volgens oud ge
bruik afwerkte. Maar toen, na de
doop, de gemeente staande, ter
wijl de dominee z'n handen zege
nend boven het kleine hoofdje
hield, de zegenwens, "Dat 's He
ren zegen op U daal", zong,
schoot Kees z'n gemoed toch een
bitje vol, en kon hij niet, m te
genstelling bij andere doopplech-
tigheden, mee zingen! Jewan
zong, terwijl ze de kleine wiegend
in de armen hield, de woorden
als een hardop uitgesproken ge
bed, uit volle borst mee.
Na de kerkdienst was er van 't
"doopfeest" weinig meer te mer
ken. 't Werk moest gebeuren,
ook op zondag, met het vee, en
verder ging het zooals elk voor
jaar, het land moest weer gezaaid
worden en elke droge dag moest
benut worden eer alles er in zat.
Eerst de platte bonen. Dat gaf
niet zo erg als de structuur nog
wat plakkerig was. Dan de erw
ten, de haver en de gerst, en op 't
laatst de mangels en de suiker
peen en helemaal in mei de witte
bonen. Het was een hele klus om
alles op tijd in de grond te krij
gen en vele schoolkinderen
moesten meehelpen om "in te
leggen", vaak met rooie handen
van de koud, als 't noordewind
was.
Tweemaal stonden Jewan en
Kees nog in de "tuun" van de
"Grote Kerk" te Gapinge om
hun kind te laten dopen, maar el
ke keer was het ook weer een
meisje. Niet dat ze er niet blij
mee waren, allebei gezond als ze
in Jewans arm lagen, maar iets
van teleurstelling schoot er door
Kees heen, als de vroedvrouw
constateerde dat het weer een
meisje was. Als je noe keek naar
Merien van de Voorde die a in 16
jaar van ulder trouwen noe 4
meiden en 3 jongers, dat ging
daar zomaar, en ulder glad geen
jongers, oe zou dat dan mee de
opvolging gae, als ulder d'r nie
meer ware? Zurgen daar een an
der geen weet van a, maar Je
wan, zag het soms toch, als Kees
mee de kinders speelde.
Half mei werd het, eer de laatste
witte bonen gezaaid waren, en
nog was er geen warme dag ge
weest. Als Kees aan de oogst
dacht, kwam er een zorgrimpel
op z'n voorhoofd, maar je blijft
hopen op beter. En het kwam!
Plotseling een paar zomerse da
gen en juni was ook niet slecht.
De gewassen groeiden aardig en
ze leken de achterstand in te
lopen.
Juli deed het nog beter. De zon
scheen elke dag bijna zonder on
derbreking en regenen deed het
nooit, ruim 4 mm in een hele
maand en het werd steeds war
mer, zodat eind juli de termome-
ter bijna 35° C aanwees. Dat gaf
grote zorgen op "Meiwerf" en
overal! De sloten kwamen droog
te staan, evenals de drinkputten
in de wei. Een goede gelegenheid
om die eens schoon te maken en
de 4 arbeiders werden aan 't werk
gezet; eerst een stuk in de ronde,
kon je de bagger zo op de kant
gooien, dan, verder naar 't mid
den, een man specie steken, op
de schop van de ander leggen, die
het weer op de oever gooide. Een
hels karwei in die hitte en ze
werkten er twee volle dagen over
eer het klaar was.
"Niet al te diep hoor", zei Kees
elke keer als hij kwam kijken",
niet door de klei heen, anders zit
je op de derrie en heb je zout wa
ter". Schoon was de drinkput na
2 dagen, dat wel, maar ook
droog, en dat bleef hij, dus geen
drinkwater voor het vee en geen
water voor de ganzen en eenden.
Maar "Meiwerf" had geluk. In
de sloot tussen de weg en "het
hoge slik", hadden de arbeiders
van Kees' vader, in een vroegere
droge periode, bij het delven een
wel ontdekt. Kwielzand was het
en hoe meer je groef, hoe meer
het kwelde. Nu stond er in het
wagenhuis onder veel oude rom
mel ook nog een groot wijnvat, 't
Lekte wel maar dat gaf niet; ze
zetten het zonder bodem in de
sloot, groeven het er in en ze had
den water, 't Kwam nu na jaren
niet gebruikt, weer goed van pas,
de dorens wat weggekapt, het vat
uitgediept en je kon scheppen!
Met een kleine stelling, een zware
paal in de grond met dwarbalk er
aan had je een wip en kon de
knecht in een halfuur z'n vat van
600 liter via een goot alleen vul
len. Dat was buitengewoon be
langrijk in deze omstandigheden.
De oogst verliep vlot, te vlot met
die hoge temperaturen. De tarwe
en gerst waren wel wat te vroeg
rijp, en zouden dus geen topop-
brengsten geven, maar de kwali
teit was heel goed. Het snijden
ging alleen lekker in de voormid
dag, dan kon je goed vooruit, in
de namiddag was het stroo zo
droog dat je bijna geen band kon
draaien en de zon brandde zo on
barmhartig op jé pilobroek, je
kon er echt je hand niet ophou
den, zodat de mannen gewoon in
hun onderbroek aan 't werk wa
ren. 't Was bar en boos, maar de
oogst moest eraf. Er viel in juli
en augustus samen, maar ruim 13
mm. neerslag, en dat bij een
brandende zon elke dag op
nieuw! In september, en de
droogte en de hitte *bleef maar
aanhouden, zette Kees, nadat de
mest uit de mestput op 't land ge
bracht was, de arbeiders aan 't
delven; de ene sloot na de ande
re, en ondanks de hitte deden de
arbeiders 't nog graag. In aange
nomen werk per roe lengte en zo
kwam je bij hard werken soms
wel 1 gulden boven je weekloon,
plus als je op sommige plaatsen
derrie tegenkwam, had je ook
nog brandstof voor 't fornuis.
Dat mogten ze zelf halen, na
werktijd. Wannes van de Voor
de, met z'n broer Piet, 11 en 9
jaar, moesten na schooltijd ook
een kruiwagen derrie gaan halen.
Merien hun vader, stond een hele
herfst en winter "op de dors
vloer", en hielp niet bij het del
ven, maar elke avond mogten de
jongens een kruiwagen derrie ha
len bij de delvers. Wannes, net
als een grote vent met een band
om z'n schouders de kruiwagen
duwen, Piet met een touw helpe
trekken.
't Wier 20 september en nog was
't elke dag heet en droog geweest,
bijna 3 maanden aan een stuk,
maar nu ging het veranderen;
grauwe wolken en een zeer hevige
storm, joeg de zomer weg, en de
regen, die maanden uitbleef be
gon te vallen 30 mm in de laatste
dagen van september 1911. 't
Kon toch nog regenen! En Me
rien van de Voorde dacht aan het
gezegde, terwijl hij elke dag
droog aan het dorschen was;
"dorscher zijn Heren, hebben ze
geen geld, ze hebben toch droge
kleren"! Maar ook dat gaf wel
eens problemen. Na een week
dorschen had je een hoop onge-
schoond graan liggen, dat 's za
terdags geschoond moest wor
den, z.g.n. een schoonsel graan.
Met drie man, een inscheppen in
de wanmolen, een man draaien
en een kleine knecht er uit schep
pen. Dat moest Wannes deze
keer doen, want de knecht moest
naar een begrafenis. Jammer dat
de wind precies op de grote men
deuren zat, dus wou het stof en
vuil niet naar buiten. Geen nood,
met een lange ladder op de kop
van de wan maken, die net voor
bij de halve gesloten mendeur
stak, en die je met koedekken be
kleedde, kreëerde je een schoor
steen naar buiten, zodat het
meeste stof toch^ontsnapte, maar
alia 't was toch zaterdag. Merien
kreeg van elke hl. schoon graan 1
dubbeltje boven z'n weekgeld, en
Wannes kreeg voor die halve dag
werken een kwartje van Kees.
Das veel geld vond z'n moeder
(zei ze tenminste), en 't moest da
delijk in z'n spaarpot, want vol
gend jaar werd hij 12 jaar en dan
moest hij toch grote zilveren
broekstukken hebben.
Roelse
"Er moet een aktiever en slagvaardi
ger afzetbeleid gevoerd worden. Wij
zullen onze appels en peren agressie
ver moeten aanbieden, vooral op de
buitenlandse markten en met name
in Duitsland en Engeland". Dit zei
de scheidende voorzitter van de Ne
derlandse Fruittelers Organisatie
(NFO) J.L. Nijsten voor de algeme
ne vergadering woensdag 12 april in
Bunnik.
Volgens de heer Nijsten zijn er sig
nalen dat de Nederlandse fruitteelt
kansen mist op met name de buiten
landse markten en bij de verkoop
aan grootwinkelbedrijven. Hij zei
dat we ons qua assortiment en kwali
teit moeten onderscheiden van de
ons omringende landen, en "wij zul
len met ons goede produkt de boer
op moeten gaan om nieuwe afne
mers te vinden en om het konkurre-
rende produkt te verdringen. Dit
vereist ook een verandering in de
houding van de teler: hij zal meer en
eerder afstand moeten doen van zijn
produkt". De scheidende voorzitter
wees erop dat de veilingklok het ba
sisinstrument dient te blijven voor
de prijsvorming van de appels en pe
ren. "Het te grote percentage fruit
dat buiten de veiling om wordt ver-
12
J.L. Nijsten
kocht duidt er echter op dat er iets
schort aan onze afzet via de vei
lingen".
De heer Nijsten zei verder onder
meer het zorgwekkend te vinden dat
er bedrijven zijn die struktureel on
der het gemiddelde rentabiliteitspeil
zitten, omdat "ernstig moet worden
getwijfeld aan de kontinuïteit van
deze bedrijven".
Na een in maart gehouden bijeen
komst waarvoor alle loonspuiters,
koöperatieve spuitverenigingen,
handelaren in gewasbescher
mingsmiddelen en het waterschap
Schouwen en Duiveland uitgenodigd
waren, is besloten een vereniging op
te richten die tot doel heeft om ver
ontreiniging van oppervlaktewater
en bodemvervuiling die door ge
bruik en toepassing van gewasbe
schermingsmiddelen kunnen ont
staan te voorkomen.
Milieutechnische redenen liggen ten
grondslag aan de beslissing om tot
oprichting van de vereniging over te
gaan. Te denken valt daarbij aan de
te verwachten verscherping kwali
teitseisen van het oppervlaktewater
en zwaardere eisen die gesteld zullen
worden aan opslag en gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen. Na ge
bruik van de sproeimachine, gevuld
met water en een of meer gewasbe-
schermingsmiddel(en) zullen altijd
restant mengsel en spoelwater om de
machine te reinigen over blijven. De
vereniging stelt zich tot doel het
mengselrestant en spoelwater op "te
vangen en daarna dit verontreinigde
water te zuiveren.
De ontwikkeling van de Carbo-flow
door ICI in Engeland maakt het mo
gelijk het spoelwater chemisch te
zuiveren.
Aan het doel Opslag en Reiniging
van Spoelwater heeft het voorlopige
bestuur de volgende naam voor de
vereniging ontleend: O.R.S. Schou
wen en Duiveland. Het voorlopige
bestuur is samengesteld uit vertegen
woordigers van het waterschap,
loonwerkers, handel en sproeiver-
enigingen. Getracht zal worden fi
nanciële en technische ondersteu
ning te verkrijgen van het ministerie
van Landbouw, VROM van de Pro
vincie Zeeland en het Land
bouwschap.
Na overleg met bovengenoemde in
stanties en in samenwerking met het
Waterschap Schouwen Duiveland
zal getracht worden richtlijnen op te
stellen voor het inrichten van spoel-
plaatsen annex opvang van restanten
van tankmixen met gewasbescher
mingsmiddelen. De aanschaf van de
Carbo-flow zal het mogelijk moeten
maken het chemisch verontreinigde
afvalwater te zuiveren. Dit zal dan
op geheel Schouwen Duiveland kun
nen plaatsvinden op basis van
kostprijs.
Bergeyk geeft groen licht aan
nertsenfokkerijen
In de Noordbrabantse gemeente
Bergeyk kunnen agrariërs overscha
kelen naar een pelsdierfokkerij. De
raadskommissie ruimtelijke orde
ning en milieu heeft hiervoor toe
stemming gegeven. Aan zo'n om
schakeling is wel de voorwaarde ver
bonden, dat de ammoniakuitstoot in
vergelijking met het vroegere bedrijf
niet groeit.
Vrijdag 14 april 1989