Gebruik van mest in grondwaterbeschermingsgebieden Noord- Brabant beperkt in HOU DE GROEI ERIN. MET BASF. BASF OPGEGROEID METPYRAMIN DF. Maximaal te houden aantal koeien per ha in diskussie De boer is geen vervuiler ngezonden Samenwerking Nederland en België bij suikerbietenonderzoek GS Brabant willen beperking landbouw rond Groote Peel Verschillende onkruidsoorten blokkeren bie tengewassen in hun groei naar volwassenheid. Gelukkig is er Pyramin® DF van BASF. Het is effectief tegen onder andere zwaluwtong en kamille. Uw leverancier weet precies hoe u met BASF een hogere opbrengst kunt bereiken. In hun vergadering van 7 maart 1989 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant nadere regels vastgesteld voor het gebruik van meststoffen in grondwaterbeschermingsgebieden. In de 40 waterwin gebieden mag geen mest meer worden gebruikt op landbouwgron den. Voor de omliggende beschermingsgebieden geldt een beperking van het gebruik van mest op bouwland, snijmaisgrond en grasland gedurende een deel van het jaar, zoals deze voor het gehele land geldt. Voor de zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden Vierlings beek en Boxmeer wordt het gebruik van mest nog verder beperkt. De regels zijn op 15 maart 1989 in werking getreden. Volgens GS van Brabant moeten alle waterwingebieden door de watermaat schappijen worden aangekocht. Het gaat hierbij om 40 gebieden. Een groot deel ervan is reeds eigendom van de watermaatschappijen. Binnen twee jaar zal nog 180 ha waterwingebied gekocht worden. Tot die tijd kan er in deze gebieden ontheffing gegeven worden ten aanzien van de van kracht gewor den bemestingsregels. lijke mest, met invoering verlengd uitrijverbod; - voor 1989 ontheffing van het ver bod op gebruik van kunstmest. Bij uitwerking van het vast te stellen ontheffingenbeleid bij Vierlingsbeek blijkt dat het soort bedrijf een bepa lende faktor is voor de wijze waarop het ontheffingenbeleid ingevuld kan worden. Bedrijf met grasland Elke verbetering ten opzichte van de voor het bedrijf ingerekende gemid delde nitraatuitspoeling komt voor ontheffing in aanmerking. Akkerbouwbedrijf c.q. maisteelt Ontheffing van de omzettingsplicht is mogelijk mits door een aangepast bouwplan (waaronder bijvoorbeeld telen van nagewas, groenbemesters en dergelijke) en een bijbehorend be mestingsregime een uitspoeling op bedrijfsnivo van gemiddeld lager dan 50 mg/1 gerealiseerd kan worden. Kontrole Voor de kontrole op de naleving van de beperkende maatregelen wordt enerzijds aangesloten bij de admi nistratieve kontrole zoals die wordt uitgevoerd door het Buro Heffingen van het ministerie van Landbouw en Visserij. Anderzijds zal ook in het veld kon trole op naleving van de voorschrif ten worden uitgeoefend. Grondwaterbeschermingsgebieden De maatregelen hebben betrekking op de grondwaterbeschermingsge bieden in Noord-Brabant. De gebie den zijn te onderscheiden in een wa terwingebied en het omliggende be- schermingsgebied. In het waterwingebied vindt de feite lijke grondwaterwinning plaats. Dit gebied heeft een zodanige bescher ming nodig dat het risiko van iedere vorm van verontreiniging moet wor den uitgesloten. Dat kan naar het oordeel van GS alleen afdoende als menselijke aktiviteiten die het ge vaar van verontreiniging in zich ber gen achterwege blijven. Gelet op de mogelijkheid van zowel chemische als bakteriologische ver ontreiniging door dierlijke mest of kunstmest verbieden GS daarom het gebruik van dierlijke mest en kunst mest op landbouwgronden gelegen in het waterwingebied. Zeer kwetsbare grondwaterbescher mingsgebieden Voor de zeer kwetsbare grondwater beschermingsgebieden Vierlingsbeek Ik vind dat het nu toch te erg gaat worden. Geen krant verschijnt er, waar niet in staat, hoe de boer het milieu verziekt. De koe mag niet eens meer naar buiten. De Schepper had maar moeten vergeten om op de vijfde dag een koe te maken. Uit zijn uier komen ongezonde vetzuren, en uit zijn uitlaat ammoniak. Van die vetzuren gaan de mensen dood, en van die ammoniak de bossen. Maar is het allemaal wel waar? Ik geloof dat niet, en wel om de volgende redenen: Als een boer (verdeeld over een ge heel jaar) 20 liter mest strooit per m2 komt er ammoniak in de grond en in de lucht. De ammoniak die in de lucht komt slaat vlak bij de bron weer neer, maar een gedeelte komt op het land van de buurman. Op het land van de boer die de mest strooit, komt de ammoniak van een andere boer zijn land, die ook 20 liter per m2 strooit, ergo is er niets aan de hand, het is geven en nemen. Maar er gebeurt meer, op het land van de boer komen verzurende stof fen terecht van fabrieken, verkeer, steden etc. en al die verzurende stof en Boxmeer hebben GS nog een aan tal aanvullende maatregelen vast gesteld. Deze gebieden worden zeer kwetsbaar genoemd omdat hier de bodemgesteldheid zodanig is dat het nitraat uit de mest veel gemakkelij ker uitspoelt en daarmee in het grondwater terecht komt. De maat regel houdt in dat op de landbouw gronden gelegen in het bescher- mingsgebied van deze grondwater beschermingsgebieden, geen dierlij ke meststoffen mogen worden ge bruikt in een grotere hoeveelheid, dan 125 kg P205 (fosfaat) per hek- tare per jaar. Bovendien is het verboden in deze beschermingsgebieden op bouwland en snijmaisgrond dierlijke meststof fen te gebruiken gedurende de perio de vanaf de oogst tot 15 februari als het grond betreft die na deze oogst niet beteeld wordt. Is of wordt de grond na de oogst wel beteeld, dan geldt dit verbod tijdens de periode van 1 oktober tot 15 februari. Tenslotte mag men op grasland in deze beschermingsgebieden geen dierlijke meststoffen gebruiken in de periode van 1 oktober tot 15 januari. fen maakt de boer met kalk neu traal. Als een boer dat niet doet, gaan zijn gewassen dood. Nu is er één soort boer die doet dat niet. Hij brengt geen verzurende stoffen op zijn grond, maar de verzurende stof fen die uit de omgeving op zijn land terecht komen, neutraliseert hij ook niet. Deze boer, deze rentmeester doet niets, dat is de bosboer. Gevolg: het bos gaat dood, niet alleen in Neder land ook in Australië, overal waar bomen staan op kalkarme grond. Gezien het bovenstaande dient de vraag gesteld te worden: welke boer is nu een milieu-onvriendelijke boer. De koeboer die de uitwerpselen van zijn koeien van de fabrieken etc. neutraliseert? Of de bosboer die niets doet. Ik vind, nu in alle kran ten gewezen wordt naar de koeboer, dat een rechter hier maar eens een uitspraak over moest doen. Als het een goede rechter is, dan is hij in staat om al deze zaken goed te ordenen. Het moet mogelijk zijn om via de rechter, de minister die door een wonderlijk soort mensen holder de bolder is gepraat, tot de orde te roepen. M. van Damme Rilland-Bath Vierlingsbeek Voor het beschermingsgebied van het grondwaterbeschermingsgebied Vierlingsbeek geldt nog een aantal bijzondere maatregelen. In de perio de van 1 augustus tot en met 1 janu ari is het verboden in het bescher mingsgebied op grasland stikstof- houdende kunstmest te gebruiken. Daarnaast geldt dat na 1 januari 1990 het grasland 's nachts niet meer gebruikt mag worden voor bewei ding van koeien. Een uitzondering is gemaakt voor het tot het bedrijf be horende jongvee. Ook mogen in dit beschermingsge bied na 1 januari 1990 op bouwland en/of snijmaisgrond geen andere meststoffen dan dierlijke mest ge bruikt worden. Tenslotte mogen na 1 januari 1991 in het beschermingsgebied van Vier lingsbeek geen gronden meer wor den gebruikt als bouwland of snij maisgrond. Voor een aantal van genoemde re gels kunnen GS ontheffing verlenen. In waterwingebieden zal voor gras land de ontheffing verleend kunnen worden tot maksimaal: - gebruik van 125 kg P205 aan dier lijke mest totaal, met invoering ver lengd uitrijverbod; - toepassen van 300 kg Neff totaal; voor bouwland (inklusief tuinbouw) zal ontheffing verleend kunnen wor den tot: - gebruik van 125 kg P205 aan dier Op het ministerie van landbouw be zint men zich op een beleidsvoorne men om het aantal koeien per ha aan banden te leggen. Deze reduktie van de veestapel houdt verband met de beperking van de fosfaatproduktie per veehouderijbedrijf. Het maxi maal te houden aantal koeien per ha is nog onderwerp van diskussie. Ge noemd worden 3 of 4 koeien per ha. Daarmee zit men overigens redelijk op de huidige gemiddelde veebezet ting in ons land. De maatregel zou eventueel gevolgen kunnen hebben voor bedrijven die veel vee en weinig grond hebben. Deze veehouders zouden dan grond bij moeten kopen of vee af moeten stoten. De norm Net als de natuurbeschermingsorga nisaties in de provincie vinden Gede puteerde Staten van Noord-Brabant dat de landbouwgronden rond het natuurgebied De Groote Peel bij Asten onder de Natuurbescher mingswet moeten vallen. Eerder hadden die organisaties al bezwaar aangetekend tegen het besluit van minister Braks om de zogenaamde eksterne werking van de wet niet op de Groote Peel toe te passen. Met behulp van de Natuurbescher- van drie koeien per ha is gebaseerd op de fosfaatnorm in de mestwetge ving die, zoals bekend, 125 kg fos faat per ha bedraagt. Voor pinken en kalveren komt er een aparte norm gebaseerd op een kleinere mestpro- duktie. Volgens een woordvoerder van het ministerie van landbouw is het overi gens nog niet geheel zeker of het maximaal aantal te houden dieren opgenomen wordt in de definitieve landbouwstruktuurnota. Richtlijn Minister Braks loopt hiermee voor uit op de EG-richtlijn die gaat ko men voor de beperking van het mingswet willen GS de drainage en beregening van agrarische gronden onder kontrole houden. Volgens GS is er een relatie tussen de waterstand in de Groote Peel en de grondwa terstand in de gebieden rondom het natuurgebied op de grens van Bra bant en Limburg. Braks liet destijds de omliggende landbouwgronden ongemoeid, om dat volgens hem moeilijk is aan te tonen in hoeverre drainage en bere gening de waterstand in de Groote Peel beïnvloeden. maximum aantal dieren per hektare. Deze gaat overigens verder dan de Nederlandse. In de ontwerp-richtlijn spreekt de Europese Commissie over maximum twee koeien per hektare in kwetsbare gebieden. Jongvee of mestvee wordt beperkt tot 4, mest- varkens krijgen een plafond van 16 per hektare, zeugen met biggen 5, kalkoenen en eenden 100, leghennen 133 en jonge hennen van 0 tot 16 we ken 285 per hektare. Het Instituut voor Rationele Suiker- produktie (IRS) te Bergen op Zoom heeft met het Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (KBIVB) te Tienen afspraken ge maakt over samenwerking. Beide instituten verrichten onder zoek op het terrein van de suikerbie tenteelt. Afgesproken is de samen werking in het komende jaar te rich ten op het onderzoek naar de moge lijkheden om het gebruik van chemi sche gewasbeschermingsmiddelen te beperken. Voorts zal gezamenlijk onderzoek verricht worden aangaan de de toepassing van dierlijke mest en kunstmest. Tevens za voor wat betreft het geven van voorlichting aan telers en andere belangstellenden de samenwerking tussen het Nederlandse en het Belgi sche instituut worden aangehaald. 12 Vrijdag 17 maart 1989

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 12