Schoorsteen CSM Sas van
Gent tegen de vlakte
Reaktie op "Grond" voor wijkers en blijvers
het plan van Piet en Jan
ngezonden
Grond" voor Wij kers
en voor Blijvers 2
Agrarische Unie-Vulcaan neemt Handelsmij Van Dis te Fijnaart over
Roos en ficus
handhaven toppositie
ngezonden
Van 1 t/m 31 maart pachtregistratie in rvk
Auvergne polder
In het ZLM-blad van 3 februari
jl. heeft de heer Alex van Hoote-
gem enige suggesties gedaan
m.b.t. pacht en huur van los
land. Een bedrijf dat toekomst-
perspektieven ziet huurt voor een
bepaald aantal jaren (bijvoor
beeld 6) land van een onderne
mer die het bedrijf af wil bou
wen. Enkele voordelen volgens
Van Hootegem: er vloeit geen
kapitaal uit de landbouw, be-
drijfsvergroting is dus relatief ge
makkelijk te realiseren terwijl de
wijkende ondernemer op het be
drijf kan blijven wonen en eige
naar blijft. Zijn visie is van kom-
mentaar voorzien door de voor
zitter van de kommissie Pacht
van het Landbouwschap, de heer
A.H. Munters. Er is ook een
reaktie binnen gekomen van het
hoofd van de afdeling Pacht van
het Landbouwschap ir. T.T.
Wind. Deze reaktie plaatsen we
hier samen met het kommentaar
daarop van de heer Van Hoote
gem. Daarmee is nog lang niet al
les over pacht gezegd maar deze
diskussie wel gesloten.
De redaktie
De problemen voor de wij kers en de
blijvers, de gevolgen van bedrijfs
beëindiging en de problemen rond
bedrijfsvergroting worden in het bij
gaand artikel helder en scherp om
schreven.
Ze hadden het goed voor elkaar,
Piet en Jan. Piet die het rustiger aan
wil doen, wil liever nu nog niet alle
schepen achter zich verbranden. Hij
kan nog moeilijk afstand doen van
zijn grond, wil nog niet met de fiscus
afrekenen en nog niet alle banden
afsnijden. Zijn buurman Jan wil
graag zijn bedrijf uitbreiden maar
hoe moet je dat financieren. Jan is in
feite geïnteresseerd in het gebruiks
recht, niet in het eigendomsrecht van
buurmans grond. Samen besluiten
ze tot de bruikleenovereenkomst
voor 8 jaar. Beiden zijn ze tevreden.
Waarom mag dat niet?
Een drietal opmerkingen:
1. Piet vergist zich, als hij meent,
dat als hij de grond en het bedrijfs
gebouw in bruikleen geeft aan Jan,
niet met de fiscus behoeft af te reke
nen. De fiscus zal wel snel bij hem
op de koffie komen. Immers Piet
beëindigt zijn bedrijf, ook al ver
koopt hij het niet.
2. Piet en Jan doen iets, wat in
strijd is met de Pachtwet. Het in
bruikleen geven van grond en gebou
wen betekent feitelijk het verhuren
van het gebruikersrecht tegen een
vergoeding en dat is volgens de
Pachtwet pacht. Daarop zijn de be
palingen van de Pachtwet van toe
passing. Zodra de overeenkomst is
getekend zou Jan naar de Grondka
mer kunnen gaan om schriftelijke
vastlegging te vragen van de over
eengekomen bruikleenovereen
komst. De Grondkamer konstateert
dat het pacht is en dat voor Jan als
pachter zowel het verlengingsrecht
als het voorkeursrecht op koop
geldt. En dat de overeengekomen
vergoeding niet in overeenstemming
is met de voor die grond geldende
maximaal toelaatbare pachtprijs.
De bescherming van de pachter is
een belangrijk goed. De pachter
moet immers op een pachtbedrijf
zijn inkomen verwerven maar daar
voor ook investeren. Stel dat Jan de
rest van zijn bedrijf van Kees in
bruikleen heeft, ook voor 8 jaar,
dan loopt hij de kans dat hij over 8
jaar geen grond meer heeft of mis
schien maar 1/3 deel van zijn be
drijf. Met die onzekerheid is het
moeilijk boeren. Nog afgezien van
de vraag of ook Kees niet 1200,—
pacht zou willen hebben, als Jan be
reid is dat bedrag aan Piet te geven.
Toch heeft het Landbouwschap een
voorstel in studie om voor grond,
waarmee het bedrijf wordt vergroot,
een pacht te introduceren van 3 jaar
zonder recht op verlenging of voor
keursrecht. Maar dan wel met de
voorwaarde, dat niet meer dan 20%
van de bedrijfsoppervlakte van de
pachter uit deze kortlopende pacht
mag bestaan en dat de pachtprijs
door de Grondkamer wordt ge
toetst. Dit voorstel lijkt voor een
deel tegemoet te komen aan de situa
tie zoals hierboven omschreven.
Maar daarvoor moet wel eerst de
Pachtwet worden gewijzigd.
Piet en Jan zouden uiteraard ook
een andere weg kunnen volgen. Sa
men een maatschap aangaan, waar
bij ieder eigen grond inbrengt en Jan
zijn arbeid. Piet kan het dan rustiger
aandoen en Jan hoeft niet de grond
te kopen. Wel zullen ten aanzien van
de toekomst goede afspraken moe
ten worden gemaakt.
ir. T.T. Wind
sekretaris kommissie
Grondgebruik van
het Landbouwschap
9 9
Agrarische Unie-Vulcaan bv heeft
de aktiviteiten van de Handelsmij
W.C. van Dis bv te Fijnaart overge
nomen. Hiertoe is besloten vanwege
de huidige marktontwikkelingen in
de agrarische sector en om de conti
nuïteit van het bedrijf zeker te
stellen.
Agrarische Unie-Vulcaan zal de ver
koop van gewasbeschermingsmidde
len e.d. aan akkerbouwers in
Noordwest-Brabant vanuit Fijnaart
continueren. Naast de faciliteiten te
Fijnaart beschikt Agrarische Unie-
Vulcaan in Zuidwest-Nederland
over ruime opslagmogelijkheden te
Terheijden, Den Bommel en Middel
burg. De medewerkers van de Han
delsmij W.C. van Dis zullen de kon
takten met de afnemers blijven on
derhouden.
Vorige week vrijdag werd de 95 me
ter hoge schoorsteen van de voorma
lige CSM-fabriek in Sas van Gent
vakkundig gevloerd. Het gevaarte
werd door middel van een springla
ding ten val gebracht. De operatie
verliep vlot. Voorlopig zal het ter
rein van de voormalige suikerfabriek
dienst blijven doen als opslag van
bieten tijdens de campagne.
In verhouding tot de afmetingen van
de gevloerde schoorsteen is de mens
(zie bovenop) slechts klein. Duide
lijk is de stalen bewapening van de
pijp te zien.
Roos en Ficus zijn in 1988 de
meest verkochte produkten uit
het Nederlandse bloemen- en
plantenassortiment. Dit blijkt uit
de jaarcijfers van de VBN (Vere
niging van Bloemenveilingen in
Nederland).
De roos behoudt met een omzet
van 605 miljoen gulden haar eer
ste plaats in de snijbloemen-top
tien. De chrysant en anjer bezet
ten wederom een tweede en derde
positie met respektievelijk 487 en
277 miljoen gulden.
In de planten-top tien verstevigde
Ficus zijn koppositie. In vergelij
king met 1987 nam de opbrengst
van de groene plant toe met 28%
tot 82 miljoen gulden. De omzet
van zijn direkte achtervolgers
Dracaena en Rhododendron sim-
sii steeg tot respektievelijk 51 en
38 miljoen gulden.
Vrijdag 3 maart 1989
Rabobank helpt in 1988 648
ondernemers aan
achtergestelde lening
De Stichting Garantiefonds Rabo-
banken heeft in 1988 bijna 30 mil
joen aan garantieverklarinen afgege
ven. Hierdoor konden 648 onderne
mers in het midden- en kleinbedrijf
(77%) en de agrarische sektor (23%)
beschikken over een achtergestelde
lening. Dit betekent een toename
van bijna 4 miljoen ten opzichte
van 1987, toen 623 ondernemers met
succes een beroep deden op het Ga
rantiefonds.
Net als vorig jaar waren het in de
agrarische sektor vooral de tuinders
die het Garantiefonds wisten te vin
den. Zij zorgden voor 15% van de
aanvragen.
Naar mijn mening vergist ir. T.T.
Wind zich wanneer hij in zijn eerste
opmerking stelt dat Piet wel degelijk
af moet rekenen met de fiscus. Im
mers, Piet staakt zijn bedrijfsvoe
ring niet. Alleen de vorm waarin hij
zijn bedrijf voortzet ondergaat een
tijdelijke verandering. Een voor
beeld: Johan heeft een bedrijf ter
grootte van 20 ha. Hij verhuurt zijn
grond 3 achtereenvolgende jaren
voor de teelt van luzerne. Het jaar
daarop verhuurt hij het totale areaal
voor de teelt van aardappelen. Ver
volgens nog een jaar voor de teelt
van plantuien. Heeft Johan nu aan
bedrijfsbeëindiging gedaan?
Ir. T.T. Wind doet in zijn samenvat
ting van "Hoe het misschien ook
zou kunnen", voorkomen alsof
Piet's motieven om zijn bedrijf niet
te verkopen, hoofdzakelijk van
emotionele aard zijn. Ik wil er op
wijzen dat de financiële aderlating
die Piet zal ondergaan wanneer hij
kiest voor verkoop dus bedrijfs
beëindiging dus fiscale afrekening
een van de hoofdmotieven is om te
zoeken naar een redelijk alternatief.
Is het niet zo dat wanneer hij onder
nemer blijft tot het moment van i
overlijden dit grote financiële conse
quenties in positieve zin kan hebben
ten aanzien van het fiscale gebeuren.
Pachtwet
In zijn tweede opmerking geeft ir.
T.T. Wind het struikelblok aan
waarvoor Jan en Piet staan; de
pachtwet. Aan de ene kant geniet de
pachter de bescherming die nodig is
voor het behalen van een inkomen.
Ook het beheer van de eigendom
men van de verpachter vinden zoda
nig plaats dat van een verpaupering
geen sprake kan zijn. Het is tenslotte
de pachter die door een slechte staat
van onderhoud zal worden ge
troffen.
Anderzijds is te konstateren dat de
starre regelgeving in de pachtwet er
mede debet aan is dat het instituut
pacht onder een steeds grotere druk
komt te staan. In de laatste 28 jaar
is er een inkrimping van het pachta-
reaal van 34%. Voorlopig is aan te
nemen dat in deze teruggang geen
kentering komt. Het Landbouw
schap wil hierop inspringen met het
voorstel een pacht te introduceren
van 3 jaar zonder recht op verlen
ging en voorkeursrecht. In eerste
aanleg lijkt het een redelijk plan.
Hierover de volgende opmerkingen:
- voor een goede exploitatie van de
nieuw te verwerven grond zullen in
vesteringen gedaan moeten worden.
Veel van deze investeringen hebben
een langere afschrijvingsperiode no
dig dan de 3 jaar die het Landbouw
schap voorstelt;
- bij de huidige wisselbouw in het
Zuidwestelijk akkerbouwgebied
wordt nu al vaak een rotatie van 4 of
5 jaar gehanteerd;
- de gebruiker van de grond is er
meer aan gelegen, de konditie van de
grond in acht te nemen bij een lange
re periode. Een langere periode
naast wat bepalingen in de overeen
komst zijn nodig om het "plunde
ren" van de grond tegen te gaan;
- wil deze nieuwe regeling bij voor
baat niet achter lopen op de nog ont
wikkelende denkbeelden ten aanzien
van de milieuproblematiek, zal de
lengte van de pachtperiode ruimte
moeten bieden voor een geïntegreerd
landbouwsysteem. De nieuwe teelt
systemen zullen een ruimer bouw
plan nastreven.
De pachtwet geeft nu al een onder
scheid aan tussen een pachtovereen
komst voor boerderijen en die voor
los land. Waarom hierop niet inha
ken? Laat de bepalingen in de pacht
wet ten aanzien van het verpachten
van boerderijen in deze zelfde sfeer
bestaan. Immers het pachtbedrijf is
de basis tot het verwerven van een
inkomen. Hiermee worden ook veel
van de bezwaren weggenomen die
tijdens de ZLM-studiedag over
pacht naar voren kwamen. Ten aan
zien van de pacht van los land zou
den enige veranderingen in de wetge
ving gerechtvaardigd zijn. Te den
ken valt hierbij aan het loslaten van
het recht op verlenging en het voor
keursrecht. Zo blijft een te overziene
overeenkomst over voor 6 jaar waar
na de eigenaar weer vrij over zijn
grond kan beschikken.
Urgent
Voorts verheugt het mij te konstate-
ren dat ir. T.T. Wind laat blijken
dat de problemen van de vele "Pie
ten en Jannen" zeer urgent zijn. In
zijn derde opmerking geeft hij aan
dat er buitenom de pachtwet moge
lijkheden liggen om tot het te willen
bereiken resultaat te komen. Hierbij
hoeft niet gewacht te worden op een
eventuele verandering binnen de
pachtwet. Vooruitlopend op een
diepgaander onderzoek die naar ik
mag veronderstellen, de ZLM ter
hand zal nemen, hebben Piet en Jan
nadat ze de reaktie van ir. T.T.
Wind gelezen hadden een nieuwe
overeenkomst afgesloten.
Uitgaande van hun wensen beschre
ven in het artikel "Grond voor wij
kers en blijvers" van 10 februari
werd een maatschapskontrakt op
gesteld bij de notaris. Er staat onder
andere het volgende in.
Dit kontrakt heeft een geldigheids
duur van 6 jaar. (Jan kiest voor een
ruimer bouwplan); Piet brengt al
zijn grond in; Jan brengt arbeid en
kapitaal in en tevens voert Jan al het
voorkomend machinale loonwerk
uit; Jan draagt zorg voor de dage
lijkse zaken aangaande de maat
schap; de vergoeding voor de inge
brachte grond is vastgesteld op
1200,per ha, totaal groot
36.000,per jaar; de vergoeding
voor de ingebrachte arbeid en het
kapitaal, het voorkomend machi
naal loonwerk en de dagelijkse zorg
is vastgesteld op 250.000,per
jaar; wat overblijft wordt onder de
maten verdeeld, 1% voor Piet en
99% voor Jan; van de geldelijke op
brengsten behaald uit de exploitatie
van de maatschap worden op de eer
ste plaats de vergoeding voor de
grond en de gebouwen betaald, ver
volgens de andere vergoedingen.
Voorts werden in dit kontrakt bepa
lingen opgenomen die de vergoeding
voor de ingebrachte grond ten alle
tijden garandeert.
Tenslotte wil ik aangaande deze ma
terie opmerken; het is niet alleen
voor de "blijvers" belangrijk te zoe
ken naar mogelijke oplossingen,
maar zeker ook voor de "wijkers"!
Alex van Hootegem,
akkerbouwer te Kruiningen
Evenals de eigenaren hebben ook de
pachters in een ruilverkaveling het
recht om voor hun ingebrachte gron
den gelijkwaardige grond terug te
krijgen. Voordat met het eigenlijke
ruilen van gronden wordt begonnen,
is het noodzakelijk dat de pachters
binnen het ruilverkavelingsgebied
bekend zijn. Daartoe wordt een
pachtregistratie gehouden.
De pachtregistratie voor de ruilver
kaveling Auvergne polder vindt
plaats in de periode van 1 maart
1989 tot en met 31 maart 1989. De
pachters kunnen hun pachtkontrak-
ten dan zenden aan het sekretariaat
van de landinrichtingskommissie
"Auvergnepolder". Het adres is A.
van Berchemlaan 36 of Postbus 397,
4870 AJ Etten-Leur.
Reeds eerder, namelijk vóór de
stemming van de ruilverkaveling
Auvergne polder, heeft er ook een
registratie van pachtovereenkomsten
plaatsgevonden. Deze registratie, ge
naamd pachtersregistratie, was ech
ter alleen bedoeld om naast de eige
naren ook de pachters stemrecht te
geven.