Wel of niet kiezen voor omzetbelasting in de landbouw? Manifestatie is een bijzonder aantrekkelijk evenement geworden Gevolgen AOC's PD-distrikten Goes en Roosendaal samengevoegd Regelmatig wordt ons de laatste tijd de vraag voorgelegd of het voor de doorsnee akkerbouwer of melkvee houder niet beter is te kiezen voor het ondernemerschap in de omzetbe lasting. Zoals bekend is de landbouw via een bijzondere regeling buiten de admi nistratie van het omzetbelasting systeem gebracht. Dit betekent dat over de verkopen geen omzetbe lasting behoeft te worden afgedra gen, maar ook dat aan de kosten kant geen verrekening van omzetbe lasting kan plaats vinden. Wanneer het saldo nul is behoeft het niet na delig te zijn om niet in het omzetbe lastingsysteem mee te doen. Anders wordt dit wanneer de omzetbelasting aan de kosten-/uitgavenkant hoger wordt dan moet worden afgedragen over de verkopen. Dit kan zich voor doen wanneer de resultaten minder worden b.v. doordat de inkomsten uit verkopen tegenvallen, danwel wanneer grotere investeringen wor den gedaan. In de omzetbelasting wetgeving is hiermee echter rekening gehouden doordat aan de landbou wer de keus wordt gelaten vrijwillig te kiezen (opteren) voor het mee doen in de omzetbelasting. Voor waarde daarbij is dat de keus voor tenminste vijf jaar moet worden ge daan. Daarna kan het meedoen in de omzetbelasting worden beëindigd. De keus voor het ondernemerschap in de omzetbelasting is niet uit het blote hoofd voor een ieder te maken, maar is zuiver afhankelijk van de feitelijke omstandigheden van ieders bedrijfsuitkomsten. De ervaring hééft ons geleerd dat het niet snel voordelig wordt om mee te doen, ook niet wanneer de inkomsten te rug gaan lopen. Doch dat zal hieron der cijfermatig worden aangegeven. Het gebruikte cijfermateriaal is fik- tief en dient alleen als voorbeeld. Wilt u zelf een soortgelijke bereke ning maken, dan is het noodzakelijk om op basis van uw eigen boekhou ding de becijfering te maken. Daar bij is het aan te raden niet een enkel jaar als uitgangspunt te nemen maar het gemiddelde van enkele jaren. Ter vergelijking worden een tweetal bedrijfsresultaten naast elkaar weer gegeven nl. van een akkerbouwbe drijf en van een melkveebedrijf. De cijfers zijn daarbij in de tabel resul tatenrekening weergegeven. Op basis van de cijfers in de tabel moeten voor beide bedrijven jaar lijks afdrachten worden gedaan, het geen betekent dat meedoen in de omzetbelasting niet voordelig is. Stel nu eens dat het in het akkerbouwbe drijf zodanig slecht wordt dat de ge hele netto winst verdwijnt. Dat bete kent bv dat de opbrengsten met 52.000 dalen. De af te dragen om zetbelasting daalt daardoor wel met ca. 2.950 maar blijft nog steeds een af te dragen bedrag. Reden dus om niet mee te doen. Want meedoen kost in ieder geval extra administra tiekosten (ongeveer 700 per jaar) en u weet vooraf niet of de moeilijke situatie zich vijf jaar lang zal voordoen. Anders wordt het wanneer de in vesteringen hoger zijn, waarbij on dermeer gedacht kan worden aan een nieuwe koelcel of stal. Stel deze investering kost 300.000 verhoogd met 55.500 omzetbelasting of to taal 355.500,Niet meedoen in de omzetbelasting betekent dat het bedrag van 55.500 niet kan wor den teruggevraagd. Voor beide be- drijfstypen kan nu worden berekend wat de gevolgen zijn van het onder nemerschap voor de omzetbelasting. Als uitgangspunt wordt hierbij ge nomen de cijfers van de resultatenre kening. Geheel juist is dit niet omdat toch mag worden verwacht dat de nieuwe investering rendement ople vert ofwel door hogere opbrengsten danwel door besparing van kosten. In beide gevallen zal de saldo af dracht per jaar derhalve hoger wor den. Hoeveel zal van geval tot geval becijferd moeten worden. De berekening wordt over een perio de van vijf jaar gemaakt, waarbij voor een juiste vergelijking wordt gerekend met de konstante waarde van de vijf jaarlijkse afdrachten. Hoewel daarnaast ook rekening moet worden gehouden met de om zetbelasting uit de voorliggende pe riode (vier jaren voorafgaande aan de optatie), kan hiervan worden af gezien indien dit wordt gelijk gesteld aan de herziening na afloop van de optatieperiode. Wel moet aan het eind van de vijf jaar herrekening plaatsvinden van de omzetbelasting welke betrekking heeft op onroerend goed. Deze omzetbelasting wordt n.l. over een periode van tien jaar afgebroken. Bij beëindiging na vijf jaar moet derhalve de helft van de omzetbelasting weer worden terug- RESULTATENREKENING Akkerbouwbedrijf Melkveebedrijf inbe grepen inbe grepen betaald. Tenzij men kiest voor een optatieperiode van tien jaar. Als al het gecijfer juist is moet dit het resultaat zijn van de gehele ex- cercitie. Een voordeel van bijna 17.000 voor de akkerbouwer en 8.000 voor de melkveehouder. De ze uitkomsten zijn nu mede zo posi tief als gevolg van het wegvallen van de basispremie in de WIR. Dit scheelt al gauw een bedrag van 5.000 bij een investering van 300.000 ex omzetbelasting. Daar naast is er geen rekening gehouden, zoals reeds werd genoemd, met een beter rendement door de investering. Zoals deze cijfers uitkomen zou kunnen worden geadviseerd te opte ren voor het ondernemerschap in de omzetbelasting. Daarbij moet wel worden voldaan aan de vereisten van een normale administratie. Want de extra kosten zijn niet te overzien als de administratie slordig is en later bij kontrole hiervan wordt afgewe ken middels naheffing met verho ging. Omtrent het aanvangstijdstip van het ondernemerschap moet in de gaten worden gehouden dat dit ligt voordat de grote investering wordt gedaan. Anders krijgt u de voorbe lasting eerst uitgesmeerd over een reeks van jaren terugbetaald. Omdat wij in het zuiden van Nederland wo nen en werken, toch ook nog het ad vies te kijken of over de investering wel omzetbelasting is berekend. Het wil wel eens voorkomen dat gekocht wordt in België en bij invoer verge ten wordt omzetbelasting te betalen. Als algemeen advies kunnen wij u nog meegeven de berekening tesa- men met uw accountant op te maken en goed proberen in te schatten hoe de komende vijf jaar zullen uitko men. Moeilijk zal dit zeker zijn doch wel noodzakelijk voor de bereke ning. Als u verwacht dat de op brengsten in die jaren zullen tegen vallen en daardoor sneller voordeel zal ontstaan aan het meedoen in de omzetbelasting, let danook eens op het gegeven of de financiering op de investering nog wel opgebracht kan worden. Investeren zonder redelijk uitzicht op positief rendement kan u financieel in de problemen brengen. Wij wensen u veel succes bij uw keus. Accountantsunie ZLM B. Veerbeek algemeen direkteur omzet bel. omzetbel. Opbrengsten Verkoop produkten 293.000 17.000 380.000 21.700 Omzet en aanwas vee 40.000 2.300 Overige opbrengsten 2.000 10.000 Totaal der opbrengsten 295.000 430.000 Af te dragen omzetbelasting 17.000 24.000 kosten Arbeidskosten 12.000 11.000 Werk door derden 28.000 1.600 40.000 2.300 Kosten machines 30.000 4.000 43.000 4.700 Veevoeder 85.000 5.000 Energiekosten 1.000 200 6.000 1.000 Meststoffen 21.000 1.100 21.000 1.200 Zaden, plant/pootgoed 38.000 2.100 5.000 300 Gewasbescherming 36.000 2.000 10.000 500 Overige direkte kosten 1.000 18.000 200 Kosten grond/gebouwen 26.000 500 40.000 800 Rente 33.000 60.000 Algemene kosten 17.000 500 12.000 300 Totaal der kosten 243.000 351.000 Netto winst 52.000 79.000 295.000 430.000 Totaal der voorbelasting 12.000 16.300 Per saldo af te dragen per jaar bij normale exploitatie 5.000 7.700 Uitgaande van enige investeringen per jaar van stel 25.000,— geeft dit een extra omzet bel. van 1.500 1.500 Netto af dracht derhalve 3.500 6.200 Kontante waarde afdracht over vijf jaar: - akkerbouwbedrijf 4.1 x ƒ3.500 - melkveebedrijf 4.1 x 6.200 extra administratiekosten 4.1 x ƒ700 Omzetbelasting op investering Kontante waarde herziening na vijf jaar 2.9 x 5.550 55.500 16.100 Per saldo voordelig Inkomstenbelasting nadeel omdat over het omzetbelastingbedrag niet kan worden afge schreven, stel 20% Resterend voordeel Gemiste WIR-premie over het omzetbe lastingbedrag van de investeringen WIR-premie over de herzieningsbedragen na vijf jaar: 2,9 x 4% x 5.550 1.445 645 14.350 25.420 2.870 2.870 39.400 39.400 22.180 11.110 4.430 2.260 17.750 8.850 800 800 Overblijvend voordeel per saldo 16.950 8.050 N\ MANIFESTATIE 40 JAAR LAGER AGRARISCH ONDERWIJS ••WEST-BRABANT- OUDENBOSCH - STEENBERGEN Een werkelijk unieke gebeurtenis is de manifestatie geworden van de ju bilerende agrarische scholen te Ou denbosch en Steenbergen. Op zater dag 25 en zondag 26 februari pas seerden 10.000 bezoekers de ingang van Leysdream te Roosendaal. Voorzitter A. Dingemans van de manifestatiekommissie noemde het een grandioos geheel waarbij de op zet van het naar buiten brengen wat de scholen te bieden hebben volledig is geslaagd. Het agrarisch bedrijfsleven haakte met hun speels opgestelde stands aardig in op de 5 afstudeerrichtingen van de lagere agrarische scholen nl. dierenhouderij, aanleg en onder houd, bloemsierkunst, plantenteelt en verwerking agrarische produkt. Tijdens de opening op zaterdagmid dag was de inspekteur van het agra- 4 risch onderwijs de heer Dingemans (naamgenoot) gastspreker. De inspekteur stelde dat de LAS tot hetzelfde nivo gerekend moet wor den als de MAVO. "Alleen de MA VO heeft een taal meer. Op de LAS wordt les gegeven volgens het princi pe leren door doen. Dit is ideaal voor leerlingen die niet veel zitvlees hebben. De Mavo begint met mid delbaar en dit is toch de reden dat nog te veel direkteuren van lagere scholen, leraren en ouders de kinde ren niet naar een agrarische school sturen. In de toekomst zal dit wel verande ren door de op te richten agrarische opleidingscentra. Deze AOC's gaan nog verder in op het voortgezet be roepsonderwijs". Doordat er steeds minder subsidie komt wordt het steeds moeilijker om agrarisch on derwijs in zijn huidige vorm te kun nen handhaven. Voor de toekomst ziet het er volgens de heer Dinge mans naar uit dat Noord-Brabant 2 en Zeeland 1 AOC binnen hun gren zen krijgen. De heer P. Bovée, direkteur van de LAS te Steenbergen, noemde het voor zowel het publiek als bedrijfsle ven een leuke dag. Hij prees de inzet van zowel het personeel als de leer lingen. "Hoewel ze wat op de ach tergrond hebben gewerkt is hun bij drage niettemin een van de doorslag gevende reden voor het slagen van deze dag". f 6 J. van Tilburg Per 1 april dit jaar worden de werk gebieden van de distrikten Goes en Roosendaal van de Plantenziekten- kundige Dienst samengevoegd tot één distrikt Roosendaal. Deze sa menvoeging heeft geen gevolgen voor PD-aktiviteiten en diensten, met dien verstande dat kontakten en aanvragen thans via het distrikts- kantoor Roosendaal lopen (Vughtstraat 30, Postbus 1236, 4700 BE Roosendaal). Tot distriktshoofd van het nieuwe distrikt is benoemd de heer G.S. van der Made. KOECKHOVEN VOLGT MARES OP ALS KNBTB-SEKRETARIS Het Bestuur van de Katholieke Ne derlandse Boeren- en Tuindersbond (KNBTB) heeft ir. B.W.M. Koeck- hoven uit Waddinxveen aangewezen als opvolger van drs. J.W.E.M. Ma res, die nu nog algemeen sekretaris is van deze organisatie. De heer Mares is eerste kandidaat voor het voorzit terschap van de KNBTB. De voor zittersverkiezing wordt op maandag 20 maart a.s. gehouden. Bernard Koeckhoven (1958) heeft aan de Landbouwhogeschool gestu deerd, met als studierichtingen alge mene agrarische ekonomie, in dustriële bedrijfskunde en agrarisch recht. Na zijn afstuderen in 1983 is hij bij het Landbouwschap in dienst B. Koeckhoven getreden als beleidsmedewerker bij de sociaal-ekonomische voorlich ting. In 1986 stapte hij binnen het schap over naar de commissie BO- AV (Commissie Bedrijfsontwikke ling en Agrarische Voorlichting). Per 1 mei a.s. treedt hij in dienst van de KNBTB. Dr. Ir. J.W.M. Merks treedt per 1 juli a.s. in dienst van het Zuid- Nederlands Varkensstamboek B.V. te Someren in de funktie van hoofd- produktie. Deze nieuwe funktie is ontstaan ten gevolge van recentelijke reorganisatie binnen Z.N.V.-B.V. en komt in de plaats van de bestaan de funktie van hoofdinspekteur. Zo als bekend maakt de huidige hoofd inspekteur, de heer H. Reintjes, met ingang van 1 september a.s. gebruik van de V.U.T.-regeling. DcMieer Merks (30 jaar) studeerde in 1982 af in de studierichting Zootechniek aan de Landbouwuniversiteit te Wage- ningen. Begin 1988 promoveerde Merks op het proefschrift "Genotype-milieu interakties in var- kensfokprogramma's. Hij is onder meer werkzaam geweest aan een PVV onderzoek naar de effektiviteit van varkensfokprogramma's. Vrijdag 3 maart 1989

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 4