Biomassa als alternatief voor petrochemie
NTV groot succes
voor Amerwarmte
PAGV: toegepaste
hoeveelheden vloeibare
gewasbeschermingsmiddelen
kunnen veel lager
Studie Engeland: bio ethanol voor eeuwwisseling
goedkoper dan synthetische ethanol
J.C. Geluk: 'Bij marktgericht
beleid past geen kunstmestheffing'
Kunstmestheffing niet effectief
Biomassa - planten en daaruit winbare produkten - wordt al jaren ge
zien als mogelijke alternatieve grondstof voor de produktie van
brandstoffen en chemische produkten. Brandstoffen afkomstig uit bio
massa, zoals ethanol, zijn bij de huidige olieprijzen echter in de ver
ste verte niet concurrerend met fossiele brandstoffen. Hoogwaardige
chemicaliën op basis van biotechnologie vormen wel degelijk een al
ternatief voor bepaalde petrochemische produkten. En vooral in de
chemische sector wordt het belang van biomassa als grondstof gelei
delijk groter. Dat is de conclusie van een presentatie van Bertus van
der Toorn, hoofd Non Traditional Business van de Koninklijke/Shell
Groep. De 'krenten' uit die presentatie, oorspronkelijk gehouden tij
dens een symposium van de TU Delft over 'renewables' (vernieuwba
re grondstoffen), zijn samengevat in een 'Selected Paper': 'Strategy
for biomass conversion'.
Daarvoor is het prijsverschil met fos
siele brandstoffen te groot. Regerin
gen steunen desondanks projecten
voor het gebruik van bijvoorbeeld
ethanol als alternatief voor benzine,
om die technologie beschikbaar te
hebben in geval van een energiecrisis.
Veel belangrijker in de nabije toe
komst is het gebruik van biomassa
als alternatieve grondstof voor de
chemische industrie. Het gaat dan
vooral om hoogwaardige produkten
met een gecompliceerde mole
cuulstructuur, bestemd voor gespeci
aliseerde markten:
landbouwchemicaliën, farmaceuti
sche produkten, harsen, films,
oplosmiddelen voor verf- en
Per jaar produceert onze planeet in
totaal tussen de 150 en 170 miljard
ton nieuw plantaardige materiaal
(bio
massa). Het grootste deel daarvan
groeit op het land (100 tot 125 mil
jard ton). Dat is nog maar een tiende
deel van wat er al staat. De totale
hoeveelheid bruikbaar zichzelf ver
vangend hout (dus als men niet méér
kapt dan er jaarlijks weer bijgroeit)
is twee keer zo groot, uitgedrukt in
tonnen olie-equivalent, als de huidi
ge wereldolieconsumptie.
Desondanks wordt biomassa nauwe
lijks gebruikt als alternatieve
grondstof voor motorbrandstoffen.
lijmstoffen, biologisch afbreekbare
verpakkingsmaterialen en verband
middelen.
Hoewel de petrochemie in de grotere
markten tot ver in de toekomst een
economische voorsprong zal hou
den, worden de meeste hoogwaardi
ge produkten meer en meer
beconcurreerd door vervangende
produkten op basis van biotechnolo
gie. Chemicaliën, voedingsmiddelen
en constructiematerialen kunnen
met behulp van verschillende biolo
gische processen en grondstoffen
worden geproduceerd. Landbouw,
bosbouw en plantages leveren zet
meel, suikers, cellulose, oliën en rub
ber. De mogelijkheid om
plantaardige en dierlijke genen te
controleren en te veranderen, houdt
voor de toekomst een grote belofte
in; vooral waar het de variatie en de
selectiviteit van nieuwe chemicaliën
betreft. In de toekomst zullen de
grenzen tussen de voedsel, farmaceu
tische en chemische industrie steeds
meer vervagen.
Uit: Shell Venster.
'Strategy for biomass conversion' is
verkrijgbaar via de afdeling PAA/1
van Shell Nederland in Rotterdam,
tel. 010-4696267.
Een nieuwe studie naar biotechnolo
gie in Europa wijst uit dat fermenta
tie de komende jaren steeds
goedkoper wordt als proces om be
langrijke chemicaliën te maken. Het
gaat hier om een markt waarop nu al
$850 miljoen wordt uitgegeven.
"Bio-technologie en de West-
Europese chemische industrie" heet
de 230 pagina's tellende studie. Het
rapport bevat de resultaten van een
onderzoek door het Engelse bureau
Frost Sullivan Ltd. Er komt o.m.
in naar voren dat "het mogelijk is
dat voor het einde van deze eeuw de
kosten van het produceren op
fermentatie-basis van industriële
ethanol in West-Europa goedkoper
kan zijn dan de kostprijs van ethanol
op basis van de grondstof aardolie.
Industriële ethanol wordt vrijwel
overal gebruikt in de chemische in
dustrie en een verandering in de
kostenstructuur van de produktie
door micro-organismen en biologi
sche grondstoffen zullen de ontwik
keling van biologisch geproduceerde
butanol, ethanol en aceton aanmoe
digen, zo voegt het rapport er aan
toe.
Het onderzoek van Frost Sullivan
wijst uit dat het dit moment $606.7
1.261,93) per ton kost om met de
suikerbiet als grondstof ethanol te
maken tegen $543.4 1.130,27) op
synthetische basis met gebruik van
ethyleen (aardolie) als grondstof".
Maar als de gebruikers biologisch ge
produceerde ethanol in grote hoe
veelheden afnemen dan zal het gat
van $63.3 131,66) per ton wel kun
nen worden overbrugd".
Dit hangt samen met verschillende
faktoren. Zo kan de kostprijs van
ethyleen opnieuw stijgen, afhanke
lijk van OPEC besluiten. Dit zou in"
het voordeel zijn van biologische
grondstoffen. De biologische
grondstoffen kunnen zakken in prijs
- mede door (landbouw)subsidies
van Europese regeringen. (Speciale
belangengroepen in Frankrijk bij
voorbeeld proberen zo'n maatregel
er door te krijgen.) Verder zullen de
kosten van de techniek in de biotech
nologie dalen door de vooruitgang
van de wetenschap. De nieuwe pro
cessen zullen ook concurrerender
zijn t.o.v. de oudere, gevestigde che
mische technologiën. Het onderzoek
naar het gebruik van de belangrijk
ste chemische stoffen die geprodu-
In de 120 m2 grote stand over Amerwarmte van de afdeling Warmte
van de PNEM op de onlangs gehouden NTV konden geïnteresseerden
zich laten informeren over de laatste ontwikkelingen van het tuin-
bouwprojekt in de Plukmadesepolder. Een groot aantal mensen nam
een kijkje in de stand. Momenteel is al 60 ha van de in totaal 100 ha
uitgegeven, op de beurs zijn met betrekking tot vestiging in de Pluk
madesepolder veel nieuwe kontakten gelegd. Op de foto ziet u de
stand met o.a. een C02 meetinrichting I
Een kunstmestheffing is niet ef
fectief om het milieu te sparen.
Om het gebruik met 30 tot 35
procent te verminderen is een
heffing nodig van 200 procent.
Al met al neemt de milieube
lasting daardoor slechts met on
geveer 15 procent af. Dat zei dr.
A.E. Nychas, werkzaam bij het
Directoraat Generaal Milieube
heer van de Europese Commissie
op het door Misset Agri Semi
nars en het NMI georganiseerde
congres 'Meststoffen, Milieu en
Akkerbouw'. Hij voegde er aan
toe dat zo'n hoge heffing uiter
aard niet realistisch is.
Uit een ander oogpunt is een
kunstmestheffing wel aantrekke
lijk, zo stelde Nychas. Een hef
fing van tien procent op alle
kunstmest in de EG, levert name
lijk ongeveer 1,41 miljard gulden
op. Na aftrek van administratie
kosten blijft daar netto rond de
1,18 miljard van over schat de
Europese ambtenaar. Ter verge
lijking: voor de Europese struc
tuurpolitiek is maar ongeveer 10
procent van dat bedrag be
schikbaar.
Overigens konden de congres
gangers met een gerust gevoel
naar huis. "De commissie heeft
nog geen plannen voor een derge
lijke heffing," zei Nychas.
(uit Oogst)
ceerd zijn door bacteriologische
producessen (aceton, butanol en
ethanol) wijzen uit dat zij in 1988
een markt vormden met een omzet
van $863 miljoen. Dit zal stijgen tot
$871 miljoen in 1992 en $882 miljoen
in het jaar 2000. (Waarde dollar
1988.)
Dollar prognoses zijn ook gemaakt
voor ieder chemisch produkt afzon
derlijk. Ethanol is de grootste groei
er ($335 miljoen in 1988) en dat blijft
zo tot het einde van deze eeuw.
Frost Sullivan bekeek ook de
markt in kwantitatieve zin en onder
zocht ook de nationale markten van
de grote landen. Industriële ethanol
consumptie in Groot-Brittanië was
125.000 ton in 1988, waarvan 25.000
ton afkomstig van fermentatie
(plantaardige herkomst). In Frank
rijk is in 1988 88.000 ton gebruikt
waarvan meer dan de helft - 48.000
ton - van biologische grondstoffen.
In West-Duitsland met 145.000 ton is
het gebruik van ethanol in 1988 over
wegend van synthetische aard ge
weest, slechts 25.000 ton daarvan is
afkomstig uit het biologische trajekt.
"Bij een marktgericht beleid zoals
de overheid dat momenteel voor
staat, past geen heffing op kunst
mest. Zo'n heffing werkt enkel kost-
prijsverhogend. Bovendien vormt
ons land geen eiland, zeker niet met
het oog op het wegvallen van de
grenzen in 1992. Een kunstmesthef
fing verslechterd de concurrentie po
sitie van de akkerbouw in vergelij
king met andere landen." Dat zei
J.C. Geluk, voorzitter van de akker
bouwcommissie van de ZLM tijdens
het congres "meststoffen, Milieu en
Akkerbouw", georganiseerd door
Misset Agri Seminars en het Neder
lands Meststoffen Instituut (NMI).
Volgens Geluk moet men niet probe
ren de problemen van de veehoude
rij op de akkerbouwers af te wente
len door zo gedwongen meer organi
sche mest te gebruiken. "Dergelijke
mest past momenteel gewoon niet al
tijd op onze bedrijven. Zeker niet als
het natte mest betreft die om een re
delijke werking van de stikstof te
verkrijgen, in het voorjaar moet
worden aangewend en ook nog on
derwerkt moet worden. Op kleigron
den kan dat nu eenmaal niet altijd.
De structuur van de grond laat dat
niet toe," zo stelde Geluk.
Klant moet koning zijn
De voorzitter van de akkerbouw
commissie zei best bereid te zijn
dierlijke mest te gebruiken. "Maar
dan volgens het principe dat de klant
koning is en dus eisen aan het pro
dukt mag stellen. Dat houdt in dat
we het gebruiken als structuur- en
bodemverbeteraar en voor een prijs
die concurrerend is met kunstmest.
Daarbij moet de mest aan een aantal
voorwaarden voldoen. Zoals goed te
verdelen, gegarandeerde gehaltes,
vrij van ziekten en onkruiden en een
voorspelbare werking van de
stikstof. Bij de mest die nu wordt
aangeboden blijft dat een moeilijk
verhaal," aldus Geluk.
Produktschap voor Veevoeder
steekt 10 miljoen per jaar in
oplossing mest- en
ammoniakproblematiek
Het veevoederbedrijfsleven is bereid
voor de komende jaren op jaarbasis
10 miljoen beschikbaar te stellen
voor oplossing van de mest- en am
moniakproblematiek in de veehou
derij. Het produktschapsbestuur
rekent er op, dat ook de overheid een
substantiële bijdrage levert. Het geld
dient bestemd te worden voor het sti
muleren van het toepassen in de
praktijk van (potentieel) beschikbare
technische oplossingen voor de re
ductie van de mest- en ammoniak
problematiek op bedrijfsniveau.
De aanpak op boerderijniveau acht
het produktschapsbestuur noodza
kelijk naast andere oplossingsopties,
zoals verlaging van de mineralenaan-
voer via de veevoeding, mestdistribu-
tie en centrale mestverwerking.
Het produktschap wil samen met de
overheid op zo kort mogelijke ter
mijn een plan van aanpak formule
ren. Voorts dient er een
organisatorisch kader te worden op
gesteld voor de uitvoering van het
plan, waarin overheid en bedrijfsle
ven participeren. Daarvoor zal het
produktschap op korte termijn nade
re voorstellen voorleggen.
Uit het PAGV-/ROC-onderzoek
blijkt duidelijk dat lucht-/vloeistof-
menging en luchtondersteuning door
de snelheid van de eigen lucht drift
kansen drastisch kan beperken en
doordringing in het gewas kan be
vorderen en sturen. Bij lucht-
/vloeistofmenging en bij luchton
dersteuning kan gewerkt worden
met (veel) lagere vloeistofhoeveelhe-
den dan veelal gangbaar, 50 tot 200
I per hectare is zeer wel mogelijk.
Ook met standaard spuiten, maar
met aangepaste doppen, zijn lage
vloeistofhoeveelheden toepasbaar.
Gewenst is dan een dop met een vrij
fijn druppelspectrum en een lage
spuitdruk. Zo kan dan bijvoorbeeld
150 1/ha bij minder dan 2 bar spuit
druk worden verspoten. Vanwege de
grotere driftgevoeligheid van een
fijn druppelspectrum kan echter al
leen bij vrijwel windstil weer worden
gespoten.
Bij lage vloeistofhoeveelheden gaat
het om een egale bedekking van het
doel (onkruid of ziekte/plaag). Dat
is bereikbaar met een vrij fijn drup
pelspectrum. Zo levert 100 liter
spuitvloeistof bij een gemiddelde
druppelgrootte van 0,2 mm 24C
druppeltjes per cm2. Die liggen dan
op krap een halve millimeter uit el
kaar. De bedekkingsgraad is hierbij
meer dan voldoende, namelijk 7,5
procent. Uit onderzoek van o.a. het
PAGV blijkt dat 100 druppeltjes per
cm2 veelal al voldoende is. Dat geeft
bij druppels van 0,2 mm diameter
een onderlinge afstand van 0,82 mm
en een bedekkingspercentage van 3
procent.
Heeft men veel massa aan gewas te
behandelen en moet men dit overal
raken, dan dient men de totale op
pervlakte van dit gewas als uitgangs
punt te nemen. Het kan bijvoor
beeld betekenen dat men in een vol
groeid gewas graan of aardappelen
rekent met een vijf tot acht hectare
per hectare grond. Bij 200 1/ha
spuitvloeistof en een druppelgrootte
van 0,2 mm (dat is vrij fijn!), komen
er 180 druppeltjes per cm2. Gere
kend naar vijf hectare per hectare is
dat dan dus nog 100 druppels per
cm2.
Ing. L.M. Leemkes, PAGV
Lelystad.
Vrijdag 24 februari 1989