KNLC
kommentaar
over geld
en goed
Elektronisch betalen:
wie betaalt de kosten?
CSM verwacht verdere
winststijging
Aanpassing kleinschaligheidstoeslag dringend gewenst
Uitbreiding
startersregeling
van kracht!
Wie zal dat betalen?
m
Niemand heeft zoveel belang bij
schone lucht, schoon water en ge
zonde grond als de agrariër, de ver
werkende industrie en handel. Naast
de 4 produktie faktoren, onderne
merschap arbeid kapitaal en natuur
zullen we mede terwille van onszelf
er rekening mee moeten houden dat
er een vijfde produktiefaktor aan
het ontstaan is, genaamd MILIEU.
De signalen die op ons afkomen wat
dit betreft zijn talrijk, soms zo tal
rijk dat de agrariër geen onderscheid
meer kan maken, welke echt zijn en
welke onecht. Hij wordt overspoeld
met wetten, regelingen, maatregelen
van Bestuur, die voor hem soms on
begrijpelijk en op korte termijn on
uitvoerbaar zijn, terwijl het mede
gaat om zijn bestaan op korte ter
mijn. In geen geval mogen de signa
len genegeerd worden en zal ieder in
zijn eigen bedrijf die maatregelen
moeten treffen die nodig zijn om
achteruitgang van het milieu te
voorkomen.
Voor de agrarische bedrijven zullen
in het kader van de Hinderwet 4 Al
gemene Maatregelen van Bestuur
van kracht worden.
Hierin wordt geregeld aan welke ei
sen de agrarische bedrijven moeten
voldoen. Voor diegenen die nog niet
over een Hinderwet beschikken is er
een meldingsplicht. Bedrijven met
een intensieve veehouderij moeten
wel over een Hinderwetvergunning
beschikken. Ook de bedrijven die in
uiterst gevoelige gebieden liggen wat
het milieu betreft vallen buiten de
meldingsplicht en binnen de Hinder
wetvergunning.
In veel gemeenten wordt gekontro-
leerd of de vergunning wordt nage
leefd en of er een vergunning of mel
ding is. Ons advies is duidelijk.
U hebt volgens de wet een Hinder
wetvergunning nodig. Voor niet in
tensieve veehouderij kunt u volstaan
met een melding. Als u een vergun
ning hebt kijk eens na of u aan de
voorwaarden, daarin gesteld, vol
doet. Als u geen vergunning hebt
vraag er één; voor veel bedrijfstypen
is een melding voldoende, voor in
tensieve veehouderij is een Hinder
wetvergunning nodig. Indien u de
voorwaarden naleeft en daar twijfelt
niemand aan, helpt u mee het milieu
te verbeteren of in stand te houden.
Voor heel ons bestaan belangrijk,
maar zeker voor de agrarische on
dernemer en zijn gezin. Landbouw
en Milieu zijn geen partijen die tegen
over elkaar staan maar naast elkaar.
J. Markusse
De middelen die beschikbaar zijn
voor de kleinschaligheidstoeslag
moeten op een nog doelmatiger en
meer gerichte wijze aan het midden-
en kleinbedrijf en de landbouw ten
goede komen. Dit echter zonder het
generieke karakter van de toeslag
aan te tasten. Dit schrijven de cen
trale ondernemersorganisaties voor
het midden- en kleinbedrijf en de
land- en tuinbouw (KNOV, NCOV,
KNBTB, KNLC en NCBTB) in een
brief aan minister De Korte van
Ekonomische Zaken.
Deze vijf organisaties hechten zeer
veel waarde aan de kleinschalig
heidstoeslagen in de inkomstenbe
lasting en de vennootschapsbe
lasting. Ze willen er dan ook met
klem op aandringen dat het onder
zoek naar de mogelijkheid hoe de
kleinschaligheidstoeslag meer dan
De technieken in de verschillende be
taalsystemen maken het mogelijk
om zonder geld op zak onderweg
zijn aankopen toch 'kontant' te kun
nen betalen. Voor dit gemak moet
evenwel wel worden betaald.
Tot voor enige jaren was er naast het
gebruik van cheques slechts de mo
gelijkheid tot het voldoen van de no
ta middels een betaalkaart van een
kaartorganisatie. Voorwaarde daar
bij is dat u lid moet zijn van de orga
nisatie tegen een bepaalde vergoe
ding per jaar. Daarnaast moet dege
ne aan wie u wilt betalen het gebruik
van de kaart van uw organisatie
kunnen aksepteren, hetgeen in feite
ook alleen maar mogelijk is als deze
ook bekend is bij de organisatie.
Want de organisatie betaalt uw
besteding aan hem uit onder aftrek
van een zekere provisie. Vervolgens
krijgt u van de organisatie weer een
nota voor het door u bestede bedrag.
De kaartorganisatie bemiddelt der
halve bij uw betalingen.
De banken hebben inmiddels ook
niet stil gezeten en hebben een elek
tronische betaalkaart ontworpen
waarmee het mogelijk is geld op te
nemen uit geldautomaten zonder
tussenkomst van personen. Daar
naast hopen zij dat u met dezelfde
kaart bij winkeliers en bedrijven
gaat betalen. Alleen dit laatste is nog
slechts beperkt mogelijk. Benzi
nestations langs snelwegen zijn mo
menteel hiervoor toegerust en enkele
grootwinkelbedrijven begnnen voor
zichtig deze vorm van betalen moge
lijk te maken. Zij doen dit mede om
kontrole op het kasbeheer te verbe
teren. Doch hiervoor moeten wel in
vesteringen worden gedaan in de
vorm van elektronische kassa's.
Dat de banken deze nieuwe vorm
van betalingen willen stimuleren
komt omdat zij er belang bij hebben
Vrijdag 24 februari 1989
dat de banktegoeden van hun kliën-
ten zoveel mogelijk bij hen blijven.
Wel kan over het tegoed worden be
schikt maar alleen in de vorm van
een overschrijving naar een andere
rekening. Daarnaast willen de ban
ken het gebruik van cheques zoveel
mogelijk tegengaan. De afwikkeling
van dit betaalmiddel kost de banken
het nodige handwerk en dat wil men
voorkomen. Het feit dat u jaarlijks
niet meer kosteloos en onbeperkt be
taalcheques ter beschikking krijgt
wijst hierop. Elektronisch betalen
zal daarom de toekomst worden.
Wie betaalt
De vraag is wie de kosten betaalt.
Voorlopig zal de bank hiervoor nog
niet al te veel in rekening brengen.
Uit geldautomaten krijgt u overdag
kosteloos uw kontanten, maar in de
avonduren moet u hiervoor wel be
talen. Hoe lang zal het duren dat
voor elke opnaihe moet worden be
taald? Als konsument en bedrijfsle
ven moeten wij de banken al bijna
ervaren in een vorm van monopolie
positie. En als je er niet meer buiten
kunt krijg je de rekening gepresen
teerd. Toch zal het wel meevallen
omdat zelfs een monopolistisch bol
werk als de PTT (deels) is geprivati
seerd en thans moet ervaren wat
konkurrentie betekent.
Toch zullen wij als gebruikers van
bankdiensten alert moeten blijven
dat het bankwezen niet al te gemak
kelijk de kosten van het betaalver
keer gaat leggen op het bordje van
winkelier of konsument. Want als
elektronisch betalen eenmaal volle
dig is ingevoerd kan het weieens net
zo gaan als met het telefoonverkeer.
De leverancier maakt hierop grote
winsten omdat er voor de gebruiker
niets anders overblijft dan te beta
len. En u weet het: betalen is voor de
dommen.
tot nu toe ten goede kan komen aan
de kleinere en agrarische onderne
mingen, voortvarend ter hand wordt
genomen. De genoemde organisaties
denken daarbij aan een verlaging
van het plafond, waarbij nog aan
spraak op de kleinschalig
heidstoeslag verkregen kan worden,
in kombinatie met een verhoging
van de premiepercentages.
Het Kabinet heeft in 1988 tot dit on
derzoek besloten na het aannemen
van de motie Voorhoeve-De Vries
op 30 maart 1988. Bij de begrotings
behandeling van 1989 was dit onder
zoek nog niet afgerond.
Per 18 februari j.l. is de uitbreiding
van het Besluit struktuurverbetering
landbouwbedrijven (Rentesubsidie)
voor jonge ondernemers welke zich
voor het eerst vestigen op een land-
of tuinbouwbedrijf, van kracht ge
worden. Vanaf die datum kunnen zij
gedurende vijf jaar in aanmerking
komen voor een subsidie van 2,5%
over maximaal 300.000,
Ook wanneer een jonge ondernemer
vanuit een maatschap het bedrijf
zelfstandig voortzet kan men in
principe in aanmerking komen voor
deze regeling. Bij de financiering
van de bedrijfsaankoop of -
overname worden familieleningen
ook subsidiabel gesteld. Over de
voorwaarden die verder voor de toe
kenning van kracht zijn, kunt u con
tact opnemen met uw s.e.v.-er. De in
te vullen formulieren zijn verkrijg
baar bij de districtsburohouder.
Verder is voornoemd besluit ten
aanzien van de varkenshouderij ver
der aangescherpt. Het maximum uit
te breiden standplaatsen is 300 met
dien verstande dat het totaal aantal
varkensplaatsen op het bedrijf via de
uitvoering van de investering maxi
maal 800 mag zijn. Ook hierover
kunt u kontakt opnemen met de
SEV of de DBH.
Stage adres gezocht
Stage-adres gezocht op akkerbouw-
veehouderijbedrijf van minimaal 20
ha in de periode van 15 mei tot 9 juli
(intern) door Nienke Parma, J. de
Wittlaan 266 (3-hoog), 6828 WS
Arnhem, tel. 085-452682.
Milieubeleid kost geld. Ook Mi
nister Nijpels komt daar achter,
nu de verschijning van zijn Na
tionaal Milieubeleids Plan onder
andere is uitgesteld, doordat de
financiële onderbouwing van het
plan nog wat beter moest gebeu
ren. Het is een boeiende diskus-
sie, die zo af en toe de kop
opsteekt als er weer nieuwe mi
lieuregels op ons af komen. We
horen dan kreten als: de vervuiler
betaalt, bestemmingsheffingen
en regulerende heffingen.
Ook nu wordt de financiële in
vulling van het Landbouw-
hoofdstuk van het Nationaal Mi
lieubeleidsplan hierdoor vooraf
gegaan. Zo heeft Minister Braks
inmiddels ook openbaar laten
weten dat hij denkt aan een klei
ne heffing op kunstmest en wel
licht een heffing op gewasbe
schermingsmiddelen. Hij heeft
geld nodig en kan er op deze ma
nier over beschikken. Hij haast
zich erbij te vertellen dat deze
kunstmestheffing niet bedoeld is
als ontmoedigingsinstrument
Volgens mij begeeft de Minister
van Landbouw zich met die uit
spraak op glad ijs. De kunstmest-
heffing dient er blijkbaar niet toe
het gebruik van kunstmest te ont
moedigen of het gebruik van
dierlijke mest te bevorderen, dat
zou trouwens een illusie blijken
te zijn. We mogen dus konklude-
ren dat de heffing alleen wordt
ingesteld om geld bijeen te bren
gen. Geen regulerende heffing,
maar een bestemmingsheffing,
volgens de deskundigen.
Het typische van bestemmings
heffingen is dat het bijeenge
brachte geld ergens voor bestemd
moet worden en bovendien moet
het geld zoveel mogelijk binnen
de sekt or blijven, die de midde
len opbrengt. Rondpompen van
geld als het ware, maar dan om
goede doelen, in dit geval milieu
vriendelijke, te dienen.
Dit is de kern van het probleem:
waarvoor bestem je het geld dat
je met de kunst mest heffing hebt
bijeengebracht? Moet dat gro
tendeels naar de dierlijke sektor
ter oplossing van de mestproble
matiek aldaar? Met u hoor ik de
terechte bezwaren al in de akker-
bouwsektor. Dan is de afscheid
nemende professor De Wit ten
minste zuiverder in de leer, als hij
verkondigt dat een forse heffing
op stikstof noodzakelijk is om
het gebruik ervan terug te drin
gen. Heffen met als doel ontmoe
diging.
Het is niet mijn visie, maar je
hoort het de laatste tijd vaker in
kringen van bepaalde ek on omen.
Zo ook ekonoom Jan Pen in een
recent artikel: "In naam der ko
ningin, hoe belastingen het mi
lieu kunnen redden". Pen pleit
voor een belastinggebruik ter on
dersteuning van milieupolitiek.
Hij doet dat niet te kinderachtig:
van de totale belastingopbrengst
van 220 miljard moet er 70 mil
jard komen uit remmende mi
lieuheffingen. Nu brengen alle
milieuheffingen 'slechts' 400 mil
joen op.
Waarschijnlijk fronst u met mij
de wenkbrauwen bij lezing van
die nobele wens van ekonoom
Pen. Toch moeten we de gevol
gen van zo 'n verhaal niet onder
schatten. De diskussie over de fi
nanciering van het NMP is in
volle gang, vele ministers moeten
nog een financiële onderbouwing
zoeken en zien geen mogelijkhe
den meer in de eigen begroting.
Bovendien geldt nog steeds het
vertrekpunt "de vervuiler be
taalt". In zo'n sfeer is het maar
al te gemakkelijk open te staan
voor verhalen van ekonomen die
pleiten voor hoge milieuheffin
gen, ter remming van alles wat
het milieu niet vriendelijk gezind
is. Begrijpelijk, maar niet ver
standig. We hebben de afgelopen
jaren toch wel geleerd dat be
paalde ontwikkelingen niet op
een centralistische en bevoogden
de wijze moeten worden bij
gestuurd. Het effekt zal volgens
mij eerder averechts zijn: men
verstart, denkt niet meer kreatief
mee en laat anderen het beste
voor het milieu uitzoeken.
Het zal mij benieuwen hoe de fi
nanciële paragraaf van het NMP
eruit gaat zien en vooral welke
argumenten erbij worden gehan
teerd. Eén ding is zeker: eko
noom Lubbers bemoeit er zich
vanuit zijn torentje ook mee en
we mogen verwachten dat de uit
eindelijke versie ook zijn instem
ming heeft. Zo komen we ook
nog te weten welke zijde hij in
deze ekonomendiskussie heeft
gekozen.
Jan Brinkman,
sekretaris KNLC
Na een gunstige ontwikkeling in het
boekjaar 1987/1988 voorziet de Di
rectie van CSM, voeding en bioche
mie te Amsterdam, een verdere
stijging van de netto winst. Dit mede
als gevolg van de in 1988 plaats ge
vonden hebbende acquisities en pro-
duktvernieuwingen. In het lopende
boekjaar, dat op 1 oktober jl. is inge
gaan, zal voor ca. 80,miljoen
geïnvesteerd worden, (exclusief over
names) terwijl de afschrijvingen on
geveer 72 miljoen zullen bedragen.
De resultaten waren in het afgelopen
verslagjaar wederom gunstig. De
netto winst steeg met 15% ten op
zichte van het vorige boekjaar en be
draagt 78,7 miljoen (1986/1987:
68,2 miljoen). "Met dit gunstige
resultaat is de lijn van stabiele winst
groei, die onze onderneming al een
aantal jaren te zien geeft, gecontinu
eerd", aldus de directie in het zojuist
verschenen jaarverslag over
1987/1988. De rentabiliteit van het
eigen vermogen nam toe van 14,9%
tot 16,7%. De netto winst per aan
deel van nominaal 2,vertoonde
een stijging van 4,24 naar 4,88.
De omzet in de suikerdivisie daalde
door een minder, grote bietenoogst
en daardoor lagere suikerproduktie.
Bovendien werd in het vorige boek
jaar een hoeveelheid suiker uit de be
staande voorraad verkocht.
Van de nettowinst wordt 34,3% of
wel 27 miljoen in de vorm van een
keuze-dividend uitgekeerd, hetgeen
overeenkomt met een dividend van
1,65 per aandeel van nominaal
2,tegen 1,45 in het voorgaande
boekjaar.
bestemmings
plannen
a
Arnemuiden
Voor een ieder ligt ter inzage ter se-
kretarie, afd. algemene zaken, van
de gemeente Arnemuiden, het
besluit waarbij wordt verklaard dat
een wijziging van het bestem
mingsplan "Buitengebied" wordt
voorbereid voor het op de bij het
besluit behorende tekening in rood
aangegeven gedeelte. Het raads
besluit treedt met ingang van 10 fe
bruari in werking.
3