De maand maart op het Zuidwestelijk veebedrijf In maart maatregelen treffen ter verbetering grasgroei en - produktie Is de huisvesting van gespeende biggen belangrijk? Lammeren en krachtvoer schapenhouderij Elke stal kent zijn eigen ziekten. Hij zou daarom goed zijn als een kalf uit een aangekochte moeder ook een keer biest van een niet aangekochte koe zou krijgen. Zijn we na een vrij strenge winter rond begin maart gelukkig met een temperatuursom van 180°, begin fe bruari is te vroeg om de grasgroei al te stimuleren door het strooien van kunstmest op grasland. Het is ook geen wet, om bij 180° Tsom de kunstmest te strooien. Ook de da tum (daglicht) is voor de groei van het grootste belang. Voor het rund vee zal de stalperiode nog 1,5 a 2 maanden duren, alvorens ze van het malse gras kunnen genieten. Graslandverzorging In de melkveehouderij is gras en snijmais telen de basis voor de finan ciële uitkomsten van het bedrijf. Af gelopen winter hebben we kunnen ondervinden wat uitstekende gras- kuil betekent voor de aankoop van krachtvoer en de gezondheid van het melkvee. De maand maart leent zich er nog voor om enkele maatregelen te treffen ter verbetering van de grasgroei en grasbenutting. Om verontreiniging van het kuilgras te voorkomen is slepen van grasland waar molshopen in voorkomen, no dig. Vroeg slepen spaart de nesten van de weidevogels. De kleine on kruidplantjes van het najaar zijn on dertussen groot geworden. Deze zijn nu goed te bestrijden! Muur kan met 1,5 - 2 1 mecoprop of 3 1 Basagran P bespoten worden. Komt veel muur en kamille voor dan kan met 3 1 Ba sagran beide onkruiden worden bestreden. Mochten er nog meer dan 100 emel- ten/m2 in uw grasland voorkomen, dan zo vlug mogelijk spuiten met 1,5 1 Ekamet of 1,5 1 Dursban. Beide middelen hebben een wachttijd van 3 weken nodig voordat er begonnen mag worden met beweiding. Voor een goed graslandgebruik en verzor ging kan het invullen van een graslandgebruikskalender een waar devol hulpmiddel zijn om over de verschillende handelingen van graslandgebruik na te denken en eventueel te verbeteren. Klauwverzorging Uit onderzoek is gebleken dat koeien met klauwen met een korte diago naal (d.w.z. de lijn van beneden voor tot bovenkant hielhoogte) een langere levensduur hebben. Bij korte diagonalen komen minder klauw- aandoeningen voor dan bij een lange diagonaal. We hebben er dus weer een punt bij om op te fokken (erfelijksgraad 0.50). Ondanks dit zal er steeds aandacht besteed moeten worden aan de klau wen. Een goede stand van de dieren zal minder slijtage geven aan de be nen. Om bakterie en schimmelgroei tussen de klauwen te voorkomen is regelmatig een voetbad nodig. Dit voetbad bestaat uit een 3% handels- formaline oplossing. Voorkom aan raking met handen en gezicht (ogen). Het formaline bad is een pre ventieve bestrijding. Voorkomen is beter dan genezen. Gezondheidszorg kalveren Een pasgeboren kalf heeft heel wei nig afweerstoffen tegen ziekten. Di- rekt na de geboorte moet de navel worden ontsmet. Door het kalf zo vlug mogelijk na de geboorte moe dermelk (biest) te geven, krijgt hij veel antistoffen binnen. Na 12 uur is de mogelijkheid tot opname van an tistoffen reeds gehalveerd. De leb-maag van een kalf is maar klein, geef het kalf dan ook enkele keren per dag een hoeveelheid biest 1 liter/keer). Deze biest mag niet koud en natuurlijk niet verontrei nigd zijn. Elke stal heeft zijn eigen ziekten en daardoor hebben aangekochte die ren niet alle antistoffen tegen ziekten in uw stal. Het zou goed zijn als een kalf uit een aangekochte moeder ook één keer biest van een niet aan gekocht dier zou krijgen. Het kalf krijgt dan ook antistoffen binnen te gen de stalziekten op uw bedrijf. Kalveren zitten in een hoek van de schuur of stal nogal eens te warm. Het beste is om de jonge kalveren in een frisse, tochtvrije ruimte te huis vesten, gescheiden van het andere vee. De 'koude' opfok wint steeds meer terrein. De sterfte van jonge kalveren is nog veel te hoog. Een deel van dit verlies zou voorkomen kunnen worden door het pasgeboren kalf direkt na de geboorte moedermelk te verstrek ken en ook door een betere huis vesting van de kalveren. Kalveren, welke ouder zijn dan 2 a 3 maanden, kunnen pinkengriep krijgen. Ver schijnselen van pinkengriep zijn: hoesten, koorts, snellere ademha ling, vieze neus en soms oogontste king. Raadpleeg bij deze verschijn selen uw dierenarts. Delar Deeladministratie Rundvee kan u helpen om tot kostenbewaking te komen. Wat is Delar? De naam zegt het al enigszins, deelboekhouding. Door het bijhouden door de melk veehouder van zijn opbrengsten en direkte kosten kan de komputer uw bedrijf vergelijken met de norm voor uw bedrijf. Verder zijn uw uit komsten na vergelijking van uit gangspunten met uw kollega- deelnemers te bespreken. Door gezamenlijke bespreking kun nen de deelnemers veel van elkaar le ren. Door het bijhouden van kosten en opbrengsten wordt de boer meer kostenbewust. Dit is de praktijk vanuit de deelnemers. Per 1 mei a.s. start de Delar 1989/1990. Wilt u deelnemen of nadere inlichtingen hebben neem dan kontakt op met uw bedrijfsvoorlichter rundveehou derij in uw gebied. R. v.d. Meer Bedrijfsvoorlichter Rundvee houderij CR Noord-Brabant en Zeeland Bij de keuze hoe we de gespeende biggen gaan huisvesten is het belang rijk om vast te stellen dat het spenen van de biggen in de praktijk op een leeftijd van 28 dagen plaats vindt. De biggen hebben dan een gewicht van 7 a 8 kg. In deze leeftijds- en ge wichtsfase is de big erg gevoelig. Aan de huisvesting moeten daarom ook hoge eisen gesteld worden. Niet verplaatsen van de gespeende biggen Kiezen we voor het opfokken van de gespeende biggen in het kraamhok, dan zal deze huisvesting aan een aantal eisen moeten voldoen. 1. De verwarmingskapaciteit moet voldoende groot zijn om aan de eis van de afdelingstemperatuur bij gespeende biggen te kunnen voldoen (22 °C). 2. De vloerverwarming zal aange past moeten zijn, zodat na het spe nen, ook de ligvloer onder de zeug verwarmd kan worden. Dit i.v.m. het minder vervuilen van de dichte vloer. Hierdoor is het noodzakelijk om twee afzonderlijke vloerverwar mingssystemen in het kraamopfok- hok aan te leggen. Een voor de big- gennest en één voor de rest van het dichte vloergedeelte. Het niet verplaatsen van de biggen heeft voordelen t.a.v. minder stress 13 bij de biggen en minder werk door dat de biggen niet verplaatst hoeven te worden. Hiertegenover staat een hogere investering omdat er veel meer kraamhokken nodig zijn en de ze ruimte is duurder dan de speen- ruimte. Als vuistregel moet aange nomen worden dat er in dit geval twee maal zoveel kraamopfokhok- ken aanwezig moeten zijn. De huis vestingskosten bij het opfokken van de big in de kraamopfokhokken zijn ruim ƒ2,50 per big hoger dan bij de opfok in speenhokken. Verplaatsen van de gespeende biggen Wordt de keuze gemaakt om de big gen na het spenen te verplaatsen, dan moet de speenruimte aan een aantal eisen voldoen. Twee vormen zijn mogelijk: Gedeeltelijk roostervloer. Als we de big een behaaglijke en warme nest willen geven, dan zal de keuze vallen op een gedeeltelijk roostervloer waarbij het dichte gedeelte bestaat uit een bolle vloer met vloerverwar ming. Bij vloerverwarming kan de ruimtetemperatuur enkele graden la ger zijn (22°C). Middels de vloerver warming is ook het liggedrag van de biggen te beïnvloeden, waardoor er minder bevuiling van het dichte ge deelte plaatsvindt. Volledig roostervloer. Bij dit systeem kan er geen nestbevuiling optreden - mits er een goede rooster gekozen wordt (driekant-rooster). Omdat de biggen nu gehuisvest zijn op volledig rooster is een hogere ruimtetemperatuur vereist (24°C). Konklusie Ten gevolge van het verlagen van de speenleeftijd naar 28 dagen moeten hogere eisen aan de huisvesting van gespeende biggen worden gesteld. Het laten liggen van de biggen in het kraamhok vraagt een hogere investe ring in kraamhokken, waardoor de huisvestingskosten per afgeleverde big ruim ƒ2,50 hoger zijn. Hier staat tegenover dat - zeker in die bedrijfs situaties waarbij gezondheidsproble men rond het spenen voorkomen - er bij de biggen minder gezond- heidsprobolemen t.g.v. stress zullen optreden. Bij het verplaatsen van de biggen na het spenen verdient het gedeeltelijk roostervloersysteem de voorkeur omdat in dit geval in het nestgedeelte vloerverwarming mogelijk is. CVP Tilburg de bedrijfsvoorlichter, J.P. Kerstens Bij veel schapenhouders zijn al lammeren geboren of gaat het 'feest' binnenkort beginnen. Ho pelijk zal de lammerenoogst het tekort aan nachtrust kompense- ren. Als de lammeren geboren zijn en hun eerste biest binnen hebben, dan zijn de moeilijkste uren voorbij. Nu gaat het erom ze op te fokken tot goede weide- of slachtlammeren. Intensief/ekstensief Er zijn verschillende manieren om lammeren te mesten. Het meest voorkomende systeem in Nederland is opfok met weidegras en beperkt krachtvoer. Dit is een ekstensief systeem met lage voerkosten. Bij de intensieve methode staan de lammeren op stal en krijgen vooral krachtvoer. Deze lammeren zullen wat sneller groeien. Bovendien is het mesten dan ook mogelijk als er geen goed ras in de weide staat. De voer kosten zijn echter wat hoger. Dit in tensieve systeem kan aantrekkelijk zijn als de kg-prijs van het geslachte lam hoog is. Dus afleveren als er weinig aanbod is. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door vroege lammeren op stal af te mesten en te leveren in april. Weidegras Als uw ooien rond deze tijd aflam- men (eind februari, maart) en u heeft de beschikking over voldoende goed weidegras in het voorjaar, dan is het intensieve mestsysteem minder interessant. Goed weidegras kan per kg droge stof evenveel voedings Goed weidegras kan per kg drogestof evenveel voeding bevatten als een kg krachtvoer. De opfok van lammeren met weidegras en beperkt krachtvoer komt het meest voor in ons land. waarde bevatten als een kg kracht voer. Bovendien kost weidegras in vergelijking met krachtvoer onge veer de helft. Zoals u ziet zijn er ar gumenten voor en tegen het geven van krachtvoer. Wanneer u wel krachtvoer aan uw lammeren voert, denk dan aan het volgende: - Urinestenen. Vooral bij lammeren kunnen uri nestenen (gruis) een probleem zijn. De urine-afvoergang is bij rammen immers langer en smaller dan bij ooien. Ramlammeren met een ver stopte urinebuis worden erg on rustig. Ze gaan liggen en staan op en persen totdat ze sterven aan urine- vergiftiging. De blaas is dan vaak geknapt. De oorzaak van dit leed is meestal het krachtvoer. Wanneer er in het voer te veel fosfor zit t.o.v. calcium, vormt zich gruis. Bevat het krachtvoer 0,3% fosfor, dan be hoort het percentage calcium minstens tweemaal zo hoog te zijn. Pulpbrok heeft een gunstige Ca/P- verhouding. - Koper. De verschillende schapenrassen heb ben een verschillende behoefte aan koper. De Texelaar heeft zeer weinig nodig. Een vergiftiging kan optre den als het voer meer dan 15 mg ko per per kg droge stof bevat. De lever laat het dan afweten. Speciale scha- penbrok is een vereiste. Een Flevo lander heeft een veel grotere koper behoefte. Dit ras kan zelfs koperge brek krijgen. Kopergebrek uit zich door een zwaaiende achterhand. Voor een Flevolander zal de gewone rundveebrok geen problemen geven wat het koper betreft. Let wel op de verhouding calcium/fosfor. Lammeren kunnen intensief en ekstensief gemest worden. De lammeren die in februari en maart geboren worden kunnen in het voorjaar goed gras opnemen. Wilt u toch brok voeren, let dan op de calcium/fosforverhouding en het kopergehalte. Ing. H. Leusink Bedrijfsvoorlichter vleesvee-, schapen- en geitenhouderij CR Noord-Brabant en Zeeland Vrijdag 24 februari 1989

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 13